Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen?

Vergelijkbare documenten
Noord Atlantische Oscillatie winterindex: is er een relatie met blauwalgen?

Zes manieren om de boezem ecologisch gezond te maken. Roelof Veeningen Wetterskip Fryslân

Vermesting in meren en plassen,

Quagga s: droom of nachtmerrie? Miguel Dionisio Pires

vernieuwd cyanoprotocol: een verbetering?

Blauwalgen in Nederland

Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA)

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen,

Praktijkproeven blauwalgenbestrijding in Noord-Brabant. Guido Waajen Miquel Lurling 3 november 2009

Bloei van de blauwalg

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

Monitoring van blauwalgen risico s Ron van der Oost

Blauwalgen: biologie en toxines

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Vermesting in meren en plassen

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

Protocol voor de extractie van oppervlaktewater met Microcystis of Planktothrix dominantie voor de ELISA analyse van microcystines

Voorkomen van blauwalgen in relatie tot fysisch-chemische omstandigheden in Friese oppervlaktewateren

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016.

Biomanipulatie met mosselen

Het Cyanobacteriën overleg

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Klimaatverandering en waterkwaliteit Wat staat ons te wachten

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Visstand meren (M14/M27) en de KRW

Toestand en trend MNLSO- en KRW-meetlocaties. Janneke Klein Joachim Rozemeijer, Nanette van Duijnhoven, Sibren Loos, Joost van den Roovaart

Discussie blauwalgen protocol

Bloei van de blauwalg

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Onderzoeksresultaten peilgestuurde drainage, stroomgebied Hupselse Beek

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

Algenbloeien in ondiepe kustsystemen: trends en risico s

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Ervaringen met de bestrijding van overlast door blauwalgen. Guido Waajen Waterschap Brabantse Delta 10 april 2008

Eutrofiëring van landbouwbeïnvloede wateren en meren in Nederland - toestanden en trends

Gezondheidsrisico's van blauwalgen bij zwemmen in oppervlaktewater. Ciska Schets

Emergente Vegetatie in relatie tot nutriëntenconcentraties in het sediment

Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest

Kans op een Elfstedentocht,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas

Blauwalgen te lijf voor schoon (zwem)water

Blauwalgenprotocol. tweewekelijks monitoren* (celtellingen*) vanaf start badseizoen. Dagelijks beheer * afgesproken? Ja Nee.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ. L. Peperzak (31) (0)

Samenvatting. Inleiding. De cyanobacterie Microcystis

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

Epilimnion 100. Waterkwaliteit in Diepe Putten: Voorbeelden uit Rijnlands beheersgebied. Dood/mineralisatie. Primaire productie.

Meer en langduriger kroos bij veranderend klimaat

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Klimaat & waterkwaliteit

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015

Actualisatie zwemwaterprofiel Noord Aa 2016

Prak%jkproef ijzersupple%e voor fosfaatvastlegging in laagveen- plassen

voorstel aan dagelijks bestuur Onderwerp Bevorderen aantal en kwaliteit zwemwaterlocaties Aanleiding

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren?

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Blauwalgenprotocol 2012 Aangepaste versie van blauwalgenprotocol 2011

Notitie. Beoordeling WOZ-bestand. Conclusies en aanbevelingen. datum 8 juni 2016

Volkerak-Zoommeer. Data-analyse Blauwalgen en Quagga mosselen

Waterkwaliteit KRW, 2015

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers and climate change"

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

Gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw

CO 2 in zoet water. source. sink? Jolanda Verspagen a, Maria Meijer a, Arie Vonk a, Jef Huisman a Ko van Huissteden b, Joshua Dean b, Han Dolman b

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Rapportage klanttevredenheidsonderzoek Inclusief vergelijk Koro Enveloppen & Koro PackVision

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

Een onderzoek naar de ontwikkeling in omvang, kenmerken en ervaren belasting van mantelzorgers in Limburg tussen 2008/2009, 2012 en 2016

Actualisatie Waterspeelplaats Cronesteijn

Hoe efficiënt zijn maatregelen ter bestrijding van blauwalgdrijflagen?

Onderzoek visstand in de Friese boezemmeren

Geen water is goed water

Samenvatting. Samenvatting

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

Veilig zwemmen: Cyanobacteriën in zwemwater

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

M.b.t. alcoholische dranken (bier) dient opgemerkt dat tussen 2011 en 2014 in 35 van de 45 stalen geen furaan werd gedetecteerd, ofschoon de LOR

Selectieve bestrijding van blauwalgen met H 2 O 2 : resultaten en recente ontwikkelingen

LMM e-nieuws 16. Inhoud. Inleiding. Het nieuwe LMM-programma vanaf Bezuinigingen. Het nieuwe LMM. Februari 2011 Heruitgave augustus 2018

Verslag platformbijeenkomst Blauwalgen

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Jasper Stroom (Waternet) Edwin Kardinaal (KWR Watercycle Research Institute) blauwalgplatform 14 april 2014

Akoestische achteruitgang stille wegdekken afhankelijk van verkeersintensiteit!!

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER POTTENSTRAND

Trends in Mantelzorg. November Trends in Mantelzorg

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan

Fytobenthos uit Brabantse RWSR-vennen 2012

Transcriptie:

Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen?

Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? Miguel Dionisio Pires 1202264-009 Deltares, 2012

Inhoud 1 Inleiding 1 2 Methodiek 2 3 Resultaten 3 4 Discussie 7 5 Conclusies en aanbevelingen 8 6 Referenties 9 Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? i

1 Inleiding Blauwalgen (cyanobacteriën) vormen elk jaar weer een probleem op veel zwemwaterlocaties in Nederland. Dit komt doordat ze in de zomer gaan bloeien en uiteindelijk zelfs drijflagen kunnen vormen. Die drijflagen kunnen toxines bevatten die een gevaar opleveren voor zwemmers en andere waterrecreanten (Dionisio Pires 2010). Blauwalgen groeien vooral goed in eutrofe wateren tijdens hoge temperaturen (Paerl & Huisman 2009). Van de nutriënten die van belang zijn voor hun groei lijkt vooral fosfaat bepalend te zijn (Sarnelle et al. 2005). Omdat blauwalgen het goed doen bij hoge temperaturen, lag het voor de hand om ook onderzoek te doen naar effecten van klimaatverandering op blauwalgenbloeien. Verschillende studies hebben inmiddels laten zien dat blauwalgen voordeel hebben bij toenemende temperaturen als gevolg van klimaatverandering (Jöhnk et al. 2008; Paerl & Huisman 2008). Naast hoge temperaturen in de zomer speelt ook het type winter een rol in het succes van blauwalgenproliferatie. Reeders et al. (1998) toonden aan dat bij totaal fosfaat gehaltes van 0.05-0.20 mg/l het wel of niet domineren van de fytoplanktongemeenschap door blauwalgen afhankelijk was van de winter. Strenge winters leidden tot minder blauwalgen die in het navolgende voorjaar op konden komen en bloeien, terwijl onder zachte winters meer blauwalgcellen konden overleven en bloeien. Of er sprake was van minder blauwalgenoverlast in de zomer na een strenge winter hing verder af van de mate van instraling in het voorjaar. In ieder geval werd duidelijk dat zachte winters vaak tot blauwalgoverlast leiden. Zachte winters gaan, naast relatief hoge temperaturen, gepaard met relatief veel neerslag. Meer neerslag leidt tot meer uitspoeling van nutriënten vanuit landbouw naar oppervlaktewater (Rip 2007). Of winters juist zacht of streng zijn wordt bepaald door het verschil in atmosferische druk tussen de Azoren en IJsland en wordt de Noord-Atlantische Oceaan index genoemd (NAO). Voor de biologie van het waterleven in Nederland is vooral de NAO winterindex van belang (Kosten 2011). Een positieve NAO index duidt op zachte winters (met veel neerslag) en een negatieve index op strenge winters met weinig neerslag. In dit onderzoek is gekeken of blauwalgenconcentraties in de zomer gerelateerd konden worden aan de NAO winterindex. De achterliggende gedachte hierbij is dat zachte winters (positieve NAO) tot hogere blauwalgconcentraties leiden omdat, doordat er meer neerslag is, de P-belasting naar oppervlaktewateren dan hoger is (hypothese). Omgekeerd is de hypothese dat een negatieve NAO winterindex tot minder hoge blauwalgconcentraties leidt wegens minder uitspoeling van P naar oppervlaktewateren. Bovenstaande hypothese is getest op een aantal Friese meren. De vraagstelling in dit onderzoek luidt: is er een relatie tussen de NAO winterindex en blauwalgconcentraties in meren in Friesland? Doel van deze exercitie is kennisuitbreiding over een eventuele relatie tussen de NAO en blauwalgenoverlast zodat waterbeheerders in de winterperiode kunnen anticiperen of er dan in de zomer veel blauwalgen te verwachten zijn of niet. Voor beantwoording van deze vraag is gewerkt met data die door Wetterskip Fryslân beschikbaar zijn gesteld. Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 1 van 9

2 Methodiek Wetterskip Fryslân heeft de volgende data aangereikt: 1) Totaal chlorofyl en bijbehorende percentages blauwalgen voor 19 locaties van 1984 tot en met 2010. Van deze locaties zijn er in deze studie 14 geselecteerd voor verdere analyse omdat daar langere periodes voor beschikbaar waren (de periode 1984-2010 is namelijk niet consistent voor elke locatie gemeten). In tabel 2.1 zijn de namen weergegeven van de locaties die voor de analyses gebruikt zijn. Tabel 2.1 Namen van de locaties in Friesland die voor de analyses gebruikt zijn. Groote Wielen, restaurant Bergumermeer, midden De Leijen, midden Zandmeer (Oude Veenen), midden Pikmeer, midden Wijde Ee, midden Smalle Eesterzanding, midden Sneekermeer, midden Fluessen, midden Heegermeer, midden Koevorder, midden Langweerderwielen, midden Slotermeer, midden Grote Brekken, midden 2) Zomergemiddelden voor fysisch-chemische parameters van 1984-2010 voor dezelfde locaties als hierboven genoemd. Van de aangeleverde parameters zijn totaal-fosfaat en ortho-fosfaat geselecteerd voor verdere analyses vanwege de directe link met blauwalgenbloeien en omdat in wetenschappelijke publicaties deze vaak gerelateerd worden aan de NAO (Rip 2007; Weyhenmeyer 2004). Daarnaast had het Wetterskip nog gegevens (percentages blauwalgen) aangereikt van andere plassen maar deze zijn in deze studie niet gebruikt. De combinatie van totaal chlorofyl concentraties en percentage blauwalgen is gebruikt om chlorofylconcentraties voor blauwalgen uit te rekenen. Daarna is de gemiddelde blauwalgchlorofylconcentratie berekend voor de zomerperiode. Deze periode besloeg het tijdspad tussen 1 mei en 1 oktober. Er is voor deze lange periode gekozen, omdat het zomermaximum voor Chl-a (als gevolg van blauwalgen) steeds later plaatsvindt (Wanink et al. 2008). Omdat niet alle locaties even consistent gemeten zijn er verschillen in het aantal data per locatie per jaar die gebruikt zijn om zomergemiddelden te berekenen. Ook is het zo dat sommige locaties data bevatten voor elk jaar en anderen minder. Vanwege deze inconsistenties zijn er geen locatie-specifieke analyses uitgevoerd maar is er gekeken naar de relatie tussen NAO winterindex en blauwalgenbiomassa voor de 14 locaties bij elkaar. Uiteraard verschillen deze 14 locaties van elkaar in meerdere aspecten zoals bodemtype, verblijftijd van water, mate van eutrofiëring etc. Deze studie is echter te klein om ook die verschillen mee te nemen. Deze zullen in een vervolgstudie aandacht moeten krijgen. In de analyses is getracht blauwalgbiomassa (chlorofyl als proxy) te relateren aan de NAO winterindex. Hetzelfde is gedaan voor totaal fosfaat en ortho-fosfaat. De jaarlijkse waarden NAO winterindex waarden van Hurrell (http://climatedataguide.ucar.edu/guidance/hurrellnorth-atlantic-oscillation-nao-index-station-based) zijn genomen net zoals gedaan is in de studie van Netten et al. (2011). Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 2 van 9

3 Resultaten Data van blauwalg zomergemiddelden van 14 zwemlocaties in Friesland tonen een significante stijgende lijn met de NAO winterindex (Figuur 3.1, F 1,317 =67.9, P<0.05, regressieanalyse). De verklarende variatie is echter laag (R 2 =0.1771). Dit houdt in dat de NAO winterindex slechts 17.7% van de variatie in blauwalgconcentraties verklaard en dat ruim 80% van de variatie een andere oorzaak heeft. Een mogelijkheid is het feit dat er hier gekeken is naar chlorofylconcentraties en er geen onderscheid is gemaakt tussen de verschillende blauwalggeslachten. 6,00 5,00 Cyano-chl (µg/l) 4,00 3,00 2,00 R 2 = 0,1771 1,00 0,00-6 -4-2 0 2 4 6 NAO winter index Figuur 3.1 NAO winterindex en zomergemiddelden blauwalgen (µg chlorofyl/l, derdemachtswortel getransformeerd) voor de periode 1984-2010 in 14 zwemwaterlocaties in Friesland. Wanneer de data gesplitst worden in chlorofylwaarden boven en onder 50 µg/l (WHO norm voor onderscheid tussen gering en serieus gezondheidsrisico) dan valt op dat de meeste waarnemingen voor chlorofyl > 50 µg/l bij positieve NAO waarden horen (Figuur 3.2). Dit valt ook af te lezen uit Figuur 3.3 en is statistisch significant (U = 863.0; P<0.05, Mann-Whitney U- test). Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 3 van 9

Cyano-chl (µg/l) 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0-6 -4-2 0 2 4 6 NAO winterindex <50 >50 Figuur 3.2 NAO winterindex en zomergemiddelden blauwalgen (µg chlorofyl/l) voor de periode 1984-2010 in 14 zwemwaterlocaties in Friesland. De data zijn opgesplitst op basis van de risiconormen die het WHO (2003) hanteert (tot 50 µg chlorofyll/l matige kans op gezondheidsproblemen; boven 50 µg chlorofyl/l ernstige kans op gezondheidsproblemen). 180 160 Median 25%-75% Min-Max 140 Chlorofyl (µg/l) 120 100 80 60 40 negatief NAO teken positief Figuur 3.3 Mediaan van de zomergemiddelden blauwalgen boven 50 µg chlorofyl/l tussen negatieve en positieve NAO waarden. Tussen de NAO winterindex en totaal fosfaat kon geen verband worden afgeleid (Figuur 3.4). Dit geldt ook voor de relatie NAO winterindex en orthofosfaat (Figuur 3.5). Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 4 van 9

1,40 R 2 = 0,0203 1,20 1,00 TP (mg/l) 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00-6 -4-2 0 2 4 6 NAO winterindex Figuur 3.4 Totaal fosfaat (TP, mg/l) uitgezet tegen de NAO winterindex. Dezelfde locaties en jaren als in Figuur 3.1 zijn meegenomen. 0,70 0,60 R 2 = 0,0085 0,50 SRP (mg/l) 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00-6 -4-2 0 2 4 6 NAO winter index Figuur 3.5 Orthofosfaat (SRP (soluble reactive phosporous), mg/l) uitgezet tegen de NAO winterindex. Dezelfde locaties en jaren als in Figuur 3.1 zijn meegenomen. Een mogelijkheid voor het niet vinden van een verband tussen fosfaat en de NAO winterindex zou kunnen zijn dat er in de loop der tijd maatregelen hebben plaatsgevonden om de P- belasting naar oppervlaktewater te verminderen. In Figuur 3.6 is te zien dat totaal fosfaat tussen 1984 en 2010 is afgenomen wat zou kunnen komen door maatregelen om de P- belasting te reduceren (Grontmij AquaSense & Koeman en Bijkerk B.V. 2007). Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 5 van 9

0,70 0,60 0,50 TP (mg/l) 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Jaar Figuur 3.6 locaties als in Figuur 3.1. Totaal fosfaat concentraties (zomergemiddelden) voor de periode 1984-2010 voor dezelfde Tussen de hoeveelheid blauwalgchlorofyl en totaal fosfaat werd geen verband gevonden (data niet getoond). Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 6 van 9

4 Discussie De vraagstelling in deze studie luidde: is er een relatie tussen de NAO winterindex en blauwalgconcentraties in meren in Friesland? Uit Figuur 3.1 blijkt dat die er is maar dat de NAO winterindex niet de variatie in blauwalgchlorofylconcentraties kan verklaren. De meeste hoge blauwalg-chlorofylwaarden werden bij een positieve NAO waargenomen. Zoals eerder beschreven, komen zachte, natte winters overeen met een positieve NAO winterindex. Tijdens natte winters kunnen er meer nutriënten afspoelen richting meren en plassen waardoor er in het groeiseizoen meer voedingsstoffen aanwezig zijn (hypothese in deze studie). N en vooral P zijn belangrijke nutriënten voor blauwalgen. De verklarende variatie (R 2 ) was echter vrij laag (17.7%) wat erop duidt dat andere factoren ook bepalend zijn voor de concentraties blauwalgen. Mogelijk hebben er tussen 1984 en 2010 maatregelen plaatsgevonden om de waterkwaliteit te verbeteren. Dit kan een verband tussen NAO en blauwalgen moeilijk aantoonbaar maken. Ook kan de instraling in het voorjaar het effect van de strengheid van een winter teniet doen (Reeders et al. 1998) waardoor de relatie tussen NAO en blauwalgenbiomassa niet zichtbaar is. Figuren 3.1-3.3 zijn gebaseerd op cyano-chlorofyl concentraties. Daaruit valt niet af te leiden om welke soorten blauwalgen het gaat. Veel meren en plassen in Friesland worden gedomineerd door blauwalgen van het geslacht Planktothrix (Grontmij AquaSense & Koeman en Bijkerk B.V. 2007). Soorten uit dit geslacht voelen zich goed thuis in troebele, eutrofe wateren (Lurling & van Dam 2009). In diepere systemen echter, waar stratificatie van de waterkolom kan plaatsvinden, zal vaak de soort Microcystis aeruginosa voorkomen, die met behulp van gasblaasjes in het epilimnion kan blijven en niet naar diepere lagen zinkt. Het kan goed zijn dat een zachte winter (positieve NAO winterindex) anders van invloed is op de verschillende blauwalggeslachten (-soorten). Het zou daarom goed zijn om de resultaten van dit onderzoek verder te analyseren door, bij de chlorofylconcentraties, de identificatie van geslachten erbij te halen. Verder zouden de karakteristieken van de verschillende watersystemen meegenomen moeten worden in de analyses en ook gekeken kunnen worden naar niet enkel fosfaat maar ook naar stikstof. Tussen de NAO winterindex en fosfaat (zowel totaal als ortho-) werd geen relatie gevonden. Mogelijk komt dit doordat er maatregelen zijn getroffen om de P-belasting naar oppervlaktewateren te verminderen. Dit idee wordt ondersteund door de trend in TP concentraties tussen 1984 en 2010 waarin een duidelijke afname te zien is (Figuur 3.6). Informatie over getroffen maatregelen zouden hierin meer duidelijkheid kunnen geven. Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 7 van 9

5 Conclusies en aanbevelingen Er is een positieve, maar beperkte correlatie tussen de NAO winterindex en blauwalgconcentraties geconstateerd. De variatie in blauwalgconcentraties kan echter niet goed door de NAO winterindex verklaard worden. Dit zou kunnen komen doordat er tussen 1984 en 2010 maatregelen hebben plaatsgevonden ter verbetering van de waterkwaliteit. Een andere mogelijkheid is het feit dat er geen onderscheid tussen de verschillende blauwalggeslachten is gemaakt. Tussen de NAO winterindex en fosfaat (zowel totaal als ortho-) is geen correlatie gevonden. Ook dit zou kunnen komen doordat er maatregelen hebben plaatsgevonden om de waterkwaliteit te verbeteren (bijvoorbeeld terugdringen P- belasting).de hypothese van deze studie (positieve NAO winterindex leidt tot hogere blauwalgconcentraties omdat P-belasting naar oppervlaktewateren dan hoger is) lijkt daarom verworpen te moeten worden. Aanbevolen wordt om te kijken door welke blauwalgsoorten of geslachten, de chlorofylconcentraties worden veroorzaakt. Dit zou mogelijk de relatie tussen NAO winterindex en blauwalgbiomassa kunnen verbeteren (i.e. de variatie terugdringen). Het verdient aanbeveling om helder te krijgen wanneer in de tijd waterkwaliteitsverbeteringen (of andere ingrepen) hebben plaatsgevonden. Niet alleen kunnen eventuele breuken in trends verklaard worden maar ook zouden hierdoor data opgesplitst kunnen worden voor aparte analyses (bijvoorbeeld voor en na een ingreep). Ook moeten verschillen tussen watersystemen meegenomen worden zoals verblijftijden, niveau van eutrofiering, bodemtype, interne eutrofiëring en, behalve fosfaat, moet ook stikstof in analyses meegenomen worden. Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 8 van 9

6 Referenties Dionisio Pires, L.M. (2010) Gezondheidsrisico s van blauwalgen. Deltares-rapportnummer 1202723-000. Netten, J.J.C., J. van Zuidam, S. Kosten & E.T.H.M. Peeters (2011) Differential response to climatic variation of free-floating, and submerged macrophytes in ditches. Freshwater Biology 56: 1761-1768. Grontmij AquaSense & Koeman en Bijkerk B.V. (2007) Trendanalyse hydrobiologische gegevens Friesland. In opdracht van: Wetterskip Fryslân. Grontmijrapport 210455. Koeman en Bijkerk rapport 2007-015 Adviseur Water en Natuur Rapport 605. Amsterdam/Haren/Amsterdam. X + 175pp. Jöhnk, K.D., J. Huisman, J. Sharples, B. Sommeijer, P.M. Visser & J.M. Stroom (2008) Summer heatwaves promote blooms of harmful cyanobacteria. Global Change Biology 14: 1-18. Kosten, S. (2011) Een frisse blik op warmer water. Stowa rapportnr 2011-20. Lurling, M. & H. van Dam (2009) Blauwalgen: giftig groen. Stowa rapportnr 2009-43. Paerl, H.W. & J. Huisman (2008) Blooms like it hot. Science 320: 57-58. Paerl, H.W. & J. Huisman (2009) Climate change: a catalyst for global expansion of harmful cyanobacterial blooms. Environmental Microbiology Reports 1: 27-37. Reeders, H.H., P.C.M. Boers, D.T. van der Molen & T.H. Helmerhorst (1998) Cyanobacterial dominance in the lakes Veluwemeer and Wolderwijd, The Netherlands. Water, Science and Technology 37: 85-92. Rip, W.J. (2007) Cyclic state shifts in a restored shallow lake. Proefschrift Wageningen Universiteit. ISBN 978-90-8504-706-3. Sarnelle, O., A.E. Wilson, S.K. Hamilton, L.B. Knoll & D.F. Raikow (2005) Complex interactions between the zebra mussel, Dreissena polymorpha, and the harmful phytoplankter, Microcystis aeruginosa. Limnology and Oceanography 50: 896-904. Wanink, J., H. van Dam, F. Grijpstra & T. Claassen (2008) Invloed van klimaatverandering op fytoplankton van de Friese meren. H 2 O 23: 32-35. Weyhenmeyer, G.A. (2004) Synchrony in relationships between the North Atlantic Oscillation and water chemistry among Sweden s largest lakes. Limnology and Oceanography 49: 1191-1201. Noord Atlantische Oceaan winterindex: is er een relatie met blauwalgen? 9 van 9