Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden

Aanvullende kinkhoestvaccinatie: perspectief van de zorgverzekering. Datum 18 november 2015 Status DEFINITIEF

Visie op het vaccinatiebeleid

2013. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 juli 2014 Betreft Brief vaccinatiezorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Rijksvaccinatie Programma

Vaccinatie tegen gordelroos. Nr. 2019/12, Den Haag, 15 juli Samenvatting

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Opname van pneumokokkenvaccinatie in het RVP heeft geleid tot aanzienlijke daling van pneumokokkenziekte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie tegen meningokokken. Nr. 2018/28, Den Haag 19 december Samenvatting

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kuik (CDA) over de snel oprukkende dodelijke bacterie Meningokokken W (2018Z10275).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gezondheldsraad. 1 Zorginstituut Nederland. Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Vaccinatie tegen rotavirus. Nr. 2017/16. Samenvatting

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Achtergronddocument Beoordelingskaders vaccinaties

3 0NOV NOV Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. VOLKSGEZOND^- VRI 71 IN EN S c

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Veldman (VVD) over het bericht Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar (2018Z16176).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het is een goed moment om na te denken over de toekomst van het RVP

Beantwoording vragen ex art. 38 RvO D66 over de vaccinatiegraad in Groningen. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Linda van Saase november 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 april 2012 Betreft Zesde voortgangsrapportage Wtcg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 juni 2015 Betreft Beleidsdoorlichting Ziektepreventie

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

170417test_Saskia_platte_tekst_website In onderstaande artikel leest u voorbeelden van veldnormen die de afgelopen jaren zijn verzameld.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van VWS De heer drs. B.E. van den Dungen Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE. Geachte heer Van den Dungen,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nota Iissing. 1 O.2.e e e 10.2.e FEZ. 1O.2.e (PG) \de Directeur-Generaal Gezondheidszorg GMT/VDG december 2006

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

m> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Postbus 320 Datum 3 december 2018 Betreft Definitief advies als bedoeld in artikel 114 Zorgverzekeringswet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1823: Kinderen werden niet zonder pokkenbriefje op de lagere school toegelaten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG

Samenvatting. Achtergrond van de aanvraag

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Zorgverzekeraars Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. Adviesvraag

Kinkhoest en zwangerschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

Beweegrichtlijnen 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geen vergoeding van vaccinatie Gemeente Amsterdam GGD Amsterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorwaarden voor vergoeding

Gezondheidsrisico s door nachtwerk. Nr. 2017/17. Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ANONIEM BINDEND ADVIES

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gedragscode onafhankelijk zorgadvies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juli 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Lange Voorhout 8 BEZORGEN Postbus Voorzitter van de Tweede Kamer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 793 Preventief gezondheidsbeleid Nr. 255 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 31 januari 2017 Op mijn verzoek zijn de Gezondheidsraad (GR) en het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) in het najaar van 2014, voor een periode van twee jaar, gestart met een samenwerkingsverband 1. De aanleiding hiervoor was dat mogelijk gezondheidswinst blijft liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden 2. Op de markt toegelaten vaccins waren niet vanzelfsprekend beschikbaar voor de diegenen die daar belang bij hebben. Samenvatting De samenwerking tussen de GR en het Zorginstituut is beproefd en zal worden voortgezet. Om het proces verder te stroomlijnen gaat de GR volgens een werkagenda adviseren (zie bijlage) 3. Dit biedt helderheid over wanneer welke adviezen worden opgeleverd. De advisering door de GR en het Zorginstituut is onafhankelijk. De GR adviseert op basis van een adviesaanvraag van de Minister of op eigen initiatief. Voor de volgorde van de adviezen vindt minimaal twee keer per jaar overleg plaats tussen de GR, het Zorginstituut en het RIVM. Objectieve criteria, zoals de maatschappelijke en individuele ziektelast van de aandoening, de vaccins en de vaccinatie komen hierbij aan de orde. Dit zijn dezelfde criteria die door de GR bij de advisering worden gehanteerd. Nieuwe vraagstukken kunnen worden gemeld bij het RIVM. Deze vraagstukken worden meegenomen in het halfjaarlijkse overleg tussen het RIVM, de GR en het Zorginstituut. Op basis van de uitkomsten doet de Minister vervolgens een adviesaanvraag. 1 Kamerstuk 32 793, nr. 151 2 Gezondheidsraad, Het individuele, collectieve en publieke belang van vaccinatie. Den Haag, 2013, publicatienummer 2013/21 3 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl kst-32793-255 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2017 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 32 793, nr. 255 1

Na een advies van de GR en het Zorginstituut besluit de Minister van VWS over de positionering van de vaccinatie, dat wil zeggen over de wijze waarop de vaccinatie aangeboden en/of gefinancierd moet worden. Terugblik Uitgangspunt bij de start van de samenwerking waren de bestaande beoordelingskaders. Voor de GR gaat het om de advisering door de Commissie Vaccinaties aan de hand van het beoordelingskader uit het advies van de GR uit 2013 4. Dit beoordelingskader biedt de mogelijkheid om te beoordelen of een vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma (publiek belang) opgenomen moet worden en biedt ook ruimte om te bezien of een vaccinatie als essentiële zorg voor een bepaalde doelgroep (collectief belang) dan wel als individuele zorg (individueel belang) aangemerkt moet worden. Voor het Zorginstituut geldt, dat het op basis van de pakketcriteria (noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid) het vaccin beoordeelt en aan de Minister adviseert of een vaccin tot het verzekerde pakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw) moet behoren. Belangrijk daarbij is de vraag of sprake is van een op de persoon herleidbaar risico (geïndiceerde preventie) en dat het zorggerelateerde preventie betreft. De GR en het Zorginstituut hebben elk hun eigen werkwijze en doorlooptijd. Voor het Zorginstituut geldt dat het moet reageren binnen een vastgestelde tijd. Bij de GR is de tijd die nodig is voor een advies afhankelijk van verschillende factoren, zoals beschikbaarheid van epidemiologische gegevens en de maximaal beschikbare capaciteit die van de vrijwillige Gezondheidsraadleden gevraagd kan worden. Met in achtneming van deze kaders en werkwijzen zijn de organisaties aan de slag gegaan met de advisering over de vaccinatie tegen kinkhoest, gordelroos en tegen pneumokokken. Deze samenwerking resulteert, naast de afzonderlijke adviezen van de GR en het Zorginstituut 5, in een gezamenlijke oplegnotitie waarin alle overwegingen ten aanzien van de betreffende vaccinatie worden opgenomen. Op basis van deze adviezen en de oplegnotitie kan ik een besluit nemen over de positionering van het vaccin of de vaccinatie in het zorgstelsel. Evaluatie In maart en april 2016 is deze werkwijze geëvalueerd (zie bijlage) 6. Uit deze evaluatie is gebleken dat de respondenten (RIVM, Holland Bio, GR, Zorginstituut en VWS) vinden dat de samenwerking nuttig is en meerwaarde heeft, maar ook dat er verschil bestaat in de verwachting en de definitie van de samenwerking. Een belangrijk punt hierbij zijn de termijnen van advisering door de GR en het Zorginstituut. Naar aanleiding van de evaluatie stellen de GR en het Zorginstituut voor de huidige samenwerking voort te zetten 7. Ten behoeve van een verdere optimalisatie van het proces rond advisering over vaccins en vaccinaties heeft de commissie vaccinaties van de GR haar vergaderfrequentie 4 Zie noot 2 5 Kamerstukken 32 793 en 29 477, nr. 212, Kamerstuk 32 793, nr. 232 en Kamerstuk 32 793, nr. 238. Het advies over pneumokokkenvaccinatie bij ouderen wordt in het tweede kwartaal van 2017 verwacht. 6 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl 7 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 32 793, nr. 255 2

verhoogd naar eenmaal per zes weken. Tevens heeft het secretariaat van de commissie met het centrum infectieziektebestrijding van het RIVM afgesproken dat voorafgaand aan de start van een adviestraject de bij het RIVM beschikbare data en de voor Nederland relevante wetenschappelijke literatuur met het secretariaat worden gedeeld. Het RIVM zal dit doen in de vorm van een openbaar basisdocument. Daarnaast hebben beide partijen voor een goede implementatie nog de volgende aandachtspunten: 1. Het is van belang dat er één loket komt voor fabrikanten en andere belanghebbenden; 2. Ten behoeve van de prioritering van de onderwerpen dient een werkagenda voor de komende jaren opgesteld te worden. De prioritering wordt door het Ministerie van VWS, in overleg met de GR, het Zorginstituut en het RIVM, vastgesteld; 3. Het Ministerie van VWS dient over de inzet en capaciteit van het secretariaat van de GR en het Zorginstituut met beide organisaties afspraken te maken. Vooruitblik Ik acht het van groot belang dat de basis van de advisering over vaccins en vaccinaties, te weten onafhankelijke advisering van zowel de GR als het Zorginstituut gehandhaafd blijft. Voor de benodigde afstemming tussen de GR en het Zorginstituut zie ook ik meerwaarde in de gekozen samenwerking met wederzijdse waarnemers. Ten aanzien van de oplegnotities verwacht ik dat daarin alle relevante aspecten van het betreffende vaccin of vaccinatie in kaart zijn gebracht, zodat ik op grond daarvan een besluit kan nemen over de positionering van het vaccin of de vaccinatie in het zorgstelsel. Ik maak daarvoor met beide organisaties goede afspraken over de benodigde inzet en capaciteit. Werkagenda De afgelopen maanden is in afstemming met het Ministerie van VWS door de GR, het Zorginstituut en het RIVM gewerkt aan een werkagenda van de commissie vaccinaties van de GR voor de komende drie jaar. Deze werkagenda treft u in de bijlage bij deze brief. De werkagenda beslaat een periode van drie jaar en wordt jaarlijks vastgesteld. Tijdens het halfjaarlijks overleg tussen de GR, het Zorginstituut en het RIVM wordt de werkagenda besproken, waarbij gelet wordt op de voortgang, de actualiteit en mogelijk nieuwe vaccinatievraagstukken. Objectieve criteria, zoals ook gehanteerd door de GR, als de maatschappelijke en individuele ziektelast van de aandoening en de beschikbaarheid van nieuwe wetenschappelijke kennis over de aandoening, de vaccins en de vaccinatie komen hierbij aan de orde. Ontwikkelingen binnen deze criteria kunnen de volgorde beïnvloeden en daarmee aanpassing van de werkagenda noodzakelijk maken. Zoals gebruikelijk worden alle vaccinatievraagstukken wanneer ze zijn opgenomen op de werkagenda vooraf gegaan door een adviesaanvraag vanuit het Ministerie van VWS. Het is immers de Minister die formeel aan de GR advies kan vragen. Loket De genoemde werkagenda biedt duidelijkheid over de advisering op het terrein van vaccins en vaccinaties in de komende drie jaar. Voor nieuwe vaccinatievraagstukken, waarvan het op voorhand niet duidelijk is of deze door de GR en/of het Zorginstituut beoordeeld moeten worden, wordt een loket ingericht bij het RIVM. Tijdens het eerstvolgende Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 32 793, nr. 255 3

halfjaarlijkse overleg tussen de GR, het Zorginstituut en het RIVM wordt op grond van genoemde criteria beoordeeld welk adviestraject (door de GR en/of door het Zorginstituut) het meest geëigend is en wordt de prioritering voor de werkagenda vastgesteld. Op deze manier komen alle vaccinatievraagstukken op de juiste agenda. Na het overleg informeert het RIVM de indiener over de wijze waarop met het vraagstuk wordt omgegaan. Publieksvoorlichting en deskundigheidsbevordering «vaccinaties op maat» Vooruitlopend op de advisering door de GR en het Zorginstituut is het afgelopen anderhalf jaar door het RIVM gewerkt aan publieksvoorlichting en deskundigheidsbevordering over de vaccins die wel zijn toegelaten tot de markt maar niet via van een programma vanuit de rijksoverheid worden aangeboden. Op de website www.rivm.nl/vaccinaties staat publieksinformatie die makkelijk vindbaar is met zoekmachines. Voor en met professionals zijn factsheets ontwikkeld waarin naast informatie over de ziekte, de beschikbare vaccins en vaccinatieschema s, ook informatie over risicogroepen en indicatiestelling is opgenomen. Na publicatie van een advies van de GR en het Zorginstituut wordt de informatie geactualiseerd en afgestemd op de doelgroep. Met bovenstaande activiteiten wordt ingezet op het goed informeren van publiek en professionals over vaccinaties. In 2017 zal de effectiviteit van deze activiteiten worden geëvalueerd. Rol van de overheid na advisering De onafhankelijke advisering door de GR en het Zorginstituut kan op grond van hun beoordelingskaders leiden tot de volgende uikomsten: a. Vaccinatie dient een maatschappelijk belang, te weten bescherming van de bevolking en het maatschappelijk leven tegen ernstige infectieziekten; b. Vaccinatie dient voor een bepaalde doelgroep aangemerkt te worden als essentiële zorg; c. Vaccinatie draagt bij aan de bescherming van individuen; d. Vaccinatie dient geen belang. Zo n advies zal gecombineerd zijn met een advies van het Zorginstituut of het vaccin in het verzekerde pakket van de Zvw past. Op grond van de overwegingen uit de adviezen en de gezamenlijke oplegnotitie besluit ik over de positionering van de betreffende vaccinatie in het zorgstelsel. Het kan hierbij gaan om opname in een rijksvaccinatieprogramma, vergoeding op grond van de Zvw of zorg voor eigen rekening. Conclusie Door de GR en het Zorginstituut is in overleg met het RIVM en het Ministerie van VWS veel in gang gezet. Iedere adviesaanvraag op het terrein van vaccins en vaccinaties kan in de volle breedte worden beoordeeld. Door het opstellen van een werkagenda voor de komende drie jaar is transparant welke adviezen wanneer aan de orde zullen komen en bestaat inzicht in de criteria die voor bij het bepalen van de volgorde een rol spelen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 32 793, nr. 255 4

De inspanningen van alle betrokken partijen zijn erop gericht om de planning in de werkagenda waar te maken, zodat in de komende drie jaar voor iedereen duidelijk wordt welke vaccinaties er zijn en hoe deze aangeboden en gefinancierd worden. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, 32 793, nr. 255 5