2/15. 1 Algemeen. 2 Jaarcijfers Envlrorwnental-EniichmeiTt^prDiect. 4 Wetenschappelijke Trendanalyse Dierproeven

Vergelijkbare documenten
JAARVERSLAG FUNCTIONARIS EX. ART. 14 Wod NVI. (Dierproeven NVI in 2006) Bilthoven, mei 2007

Nederlands Vaccin Instituut (NVI), Bilthoven

jaarverslag 2007 PUMCVICMF:I$EX.ART.T4WOD Jaarverslag 2007 Functionaris EX. ART. 14 Wod (Dierproeven 2007)

Vergunninghouder MUMC +

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Diergeneeskunde en Farmaceutische Wetenschappen, Scheikunde en Biologie (DEC-DGK/FSB)

Proefdieren in de wetenschap VU & VUmc

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE UNIVERSITEIT LEIDEN. Universiteit Leiden

JAARVERSLAG Functionaris ex. art. 14 Wet op de dierproeven Radboud Universiteit Nijmegen

Vergunninghouder MUMC +

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

JAARVERSLAG Dierxperimenten Commissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarverslag DEC KNAW 2003 "Vertrouwelijk"

Wat is een dierproef?

Jaarverslag 2002 Dierexperimentencommissie (DEC) Universitair Medisch Centrum Utrecht

Analisten en proefdieren

7,4. Keuzeopdracht door een scholier 1316 woorden 25 maart keer beoordeeld. - Wat zijn proefdieren eigenlijk?

Is er sprake van een actie?

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

JAARVERSLAG OVER HET JAAR 2008 VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE VAN INTERVET INTERNATIONAL BV

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving. Afdeling

dierproeven Zo doen ze dat!

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

dierproeven Zo doen ze dat!

BIJLAGE 2A. Analyse site visits dierfaciliteiten UU/UMC Utrecht Inleiding

Datum ontvangst DEC: 12 september 2011 DEC nr: 3162 DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! EDITIE Want we willen: Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening.

Dierproeven Jaarverslag 2016 en 2017 Centraal Dierenlaboratorium

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE BEROEPSONDERWIJS NEDERLAND JAARVERSLAG 2008 VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE

Indien van toepassing, wordt op vergelijkbare wijze tevens weergegeven de samenstelling van de Kleine Commissie.

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2017

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

BIJLAGE 2. Analyse site visits dierfaciliteiten UU/UMC Utrecht Inleiding

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Jaarverslag 2017 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Galzouten, darmontsteking, leverkanker, ernstig overgewicht, nieuwe therapie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Zo doende Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok,

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. weefselconstructie, bloedvaten, nierfalen

Niet-technische samenvatting

Jaarverslag 2015 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Het fokken van proefdieren

Ik doe mijn spreekbeurt over proefdieren omdat ik helemaal niet wist dat proefdieren bestonden,

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2016

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Bijlage 2. Analyse site visite dierfaciliteiten UU/UMC Utrecht Inleiding

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

NAAM INSTELLING/BEDRIJF... l c A^.. AOisOV&f.vA V\..A). fe! $>\K^.-?>..d

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE NEDERLANDS KANKER INSTITUUT JAARVERSLAG 2014

STATISTIEKEN IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2015

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! Lees hier alles over dierproeven en vorm je eigen mening EDITIE 2018

DIERPROEVEN. Zo doen ze dat! in België. Lees hier alles over dierproeven.

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

iet-technischesamenvatting

Zoals in het regelement is beschreven, wordt met twee categorieën van protocollen gewerkt.

DIEREXPERIMENTEN COMMISSIE. ACADEMISCH MEDISCJlC NIRUMAiy CJ/lJNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JAARVERSLAG Algemeen

Samenwerken DEC s en CCD voor verantwoord proefdiergebruik

Tussen onafhankelijkheid, controle en haalbaarheid: Het toetsen van dierexperimenteel onderzoek in praktijk

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

2. De vergunninghouder is wei in het bezit van een vergunning voor het fokken en afleveren van proefdieren (artikel 11 a van de WOD).

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Biodistributie, kinetiek, centraal zenuwstelsel, oogziekten, huidaandoeningen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Jaarverslag 2016 Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Profielen deskundigheden vertegenwoordigd in de DEC. Inleiding

Jaarverslag 2014 Dierexperimentencommissie TNO

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

Jaarverslag 2011 Dierexperimentencommissie TNO

Jaarverslag Dierexperimentencommissie Rijksuniversiteit Groningen

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

afweerbalans; virusinfecties in luchtwegen; auto-immuunziektes; ontstekingsziekten

Beleidsregels Meldingen in het kader van een projectvergunning

Jaarverslag Dierexperimentencommissie R\\ks universiteit Groningen. Adressen

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Dierexperimenteel jaarverslag 2013

Zo doende Jaaroverzicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over dierproeven en proefdieren

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

1,5 miljoen Fout. Dit is het aantal dierproeven dat in 1978 werd gedaan. In 2008 is het aantal dierproeven gehalveerd naar

Zo doende lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, orging, gedrag, toezicht, vaccin, ging, vaccin, toezicht, medicijn,

DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE TNO AANMELDINGSFORMULIER VOOR EEN NIEUW ONDERZOEKSPLAN

JAARVERSLAG DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE VRIJE UNIVERSITEIT

F Niet-technische samenvatting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

JAARVERSLAG Dierexperimentencommissie Beroepsonderwijs Nederland

Jaarverslag 2012 Dierexperimentencommissie TNO

Jaarverslag 2010 Dierexperimentencommissie TNO

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Voedselallergie, melk, preventie, behandeling

Beleid aanschaf en fok van proefdieren

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting. Taalontwikkeling, cellen, hersenactiviteit, ziekte, muismodel

Zo doende Jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok,

1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project


Niet-technische samenvatting

Zo doende lzijn, ziekte, vis, veiligheid, fok, ging, vaccin, toezicht, medicijn, Jaaroverzicht over dierproeven en proefdieren

VERTROUWELIJK. DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE NEDERLANDS KANKER INSTIUUT JAARVERSLAG maart 2011

STATISTIEKEN I.V.M. HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS GEWEST IN 2014

Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Kooten-Arissen (beiden PvdD) over het testen van zenuwgassen op proefdieren door Defensie.

Transcriptie:

* l 33 K juni 29

Jmrveisbg 29 Functionaris ex. aitl4wo<u Algemeen 2 Jaarcijfers 29-3-Envlrorwnental-EniichmeiTt^prDiect 4 Wetenschappelijke Trendanalyse Dierproeven 5 Communicatie over dierproeven 6 Contacten met de inspectie 7 Contacten met de vergunninghouder 8 Contacten met onderzoekers en medewerkers ex art 2 9 Beoordeling proefopzetten en bijeenkomsten DEC Externe activiteiten/contacten 3 3 fl- 8 9 9 2 2 3 Voordrachten en publicaties 29 (Annex ) 4 Jaarverslat f (Annex 2) 4 6 2/5

Jaarraslsg2«Functionaris et art.l4w«u.algemeen ^^^ in overleg met de vergunninghouder vanmbis besloten om vanaf 28 het jaarverslag van de proefdierdeskundigen niet meer apart te laten drukken, maar alleen als PDF file te verspreiden, gelet op de hoge kosten voor de relatief beperkte oplage. 2. JAARGU FERS 29 In 29 is het aantal dierproeven binnen het ibhllicht gedaald ten opzichte van 28. In 28 ging het om 9.65 proeven (een dierpoef is een experiment met één enkel dier) voor het onderzoek opmlbin 29 bedroeg dit aantal 8.766 dat wil zeggen een afharne van 4,3 %. Het aantal dierproeven over de periode 998-29 is weergegeven in Tabel. Grafiek iaat een overzicht zien van het aantal dierproeven vanaf 994. Deze grafiek laat een duidelijk» trend van vermindering zien, met daarin korte intervallen met een beperkte stijging in het gebruik. Tabel : Totaal WBtzfcttpfl Figuur : Overzicht aantal cfierpreeven Tabel 2 geeft een specificatie van de dierproeven naar doel van het onderzoek. Na een stijging in 25 van hét aantal dierproeven voor de categorie 'Productie en controle sera en vaccins' is dit aantal in de periode 26-29, in li]n met de periode voor 25, weer verder gedaald. De daling bedroeg 2,3 % in 29 ondermeer veroorzaakt door een wijziging in de taakstelfing vanflhéren de ontwikkelina en toepassing van 3V alternatieven. 3/5

Jaarvealag 29 Functionaris oc.art.4 WodJ Een substantiële afname deed zich verder voor bij de categorie 'Toxiciteitonderzoek' (27:8; 28:; 29:, een afname van %). Dit wordt mede veroorzaakt door een andere manier van indelen van het onderzoek in het registratie systeem ^jf^ dit wordt nu ingedeeld bij wetenschappelijke vraag. Voor de categorie 'Wetenschappelijke vraag' is na jaren van afname nu juist weer een toename waarneembaar in het aantal dierproeven, een trend die in 28 ook al waarneembaar was (28:375; 29:64 een toename van 63%). Voor de -categorie 'Qndcwijs-en training' ajn-er voornamelijk-dioron gebruikt voor het aanleren en het trainen van biotechnisch personeel in specifieke bïotechnieken. De afname in dierproeven ten behoeve van diagnostisch onderzoek is gerelateerd aan een studie naar dierziekten (flbfcrirus incidentje bij muizen), die gecontinueerd is in 29, maar langdurig is, dus nog niet als zodanig is afgesloten in het registratie systeem f H waardoor de dieraantallen voor dit onderzoek niet geregistreerd worden in dit verslagjaar. 2S 26246 aooc 24O 37 2855 28 5733 2 253 5 4 22 5 M 2484 84 8 83 2 8 55 8 l l 5285 477 2832 375 64 Tabel 2: Totaal overzicht proefdferen-dterproeuengebiuik per soort onderzoek: 999-2 Een specificatie van de dierproeven naar diersoort in de periode 998-29 is weergegeven in Tabel 3. Deze tabel laat in vergelijking met het voorgaande jaar een duidelijke afname van het aantal niet-humane primaten, cavia's, (genetisch gemodificeerde) muizen zien voor het onderzoek, en een toename van het aantal ratten en fretten. Het gebruik van katoenratten ('andere knaagdieren') is min of meer gelijk gebleven (met name gebruikt voor Onderzoek). De afname van het gebruik van niet-humane primaten kan verklaard worden door het besluit van de directie vanflmh^fcom onderzoek hiermee af te bouwen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van Cynomolgus makaken. Eind jaren zeventig is hier een eigen fok mee opgezet om de microbiologische en genetische status, 4/5

Jaarverslag 29 Functionaris ex. at!4 We» Om de zorgvuldigheid van de afweging van het uitvoeren van onderzoek mei niethumaneprirnaten nog verder te bevorderen is op verzoek van de vergunninghouder varjfmjêj lln medio 27 een onafhankelijke wetenschappelijke toetsingscommissie primaten onderzoek ingesteld. Deze commissie heeft de bij ^PHPfc ingediende onderzoeksvoorstellen met betrekking tot niet-humane primaten voorafgaand aan de DEC onafhankelijk getoetst In de afgelopen jaren is de vaccinproductie tb.v. het flfltaccin verder geoptimaliseerd en is een alternatieve in vitro methode (gebruik van geimmortaliseerde VERO cellen) ingezet voor de productie van polio virus; deze methode is inmiddels als volwaardig alternatief geaccepteerd door oa de Nederlandse bevoegde autoriteiten. Hierdoor was de voornaamste reden voor het aanhouden van een eigen niet-humane primaten kojonje als backup niet meer relevant Begin 29 heeft de directie van^hfc'n overleg met de vergunninghouder dan ook besloten dat de makaken kolonie en de wetenschappelijke studies met makaken moéten worden afgebouwd. Wr "W 63 ~v 42 2 ran 298 26 69 842 827 463 73 24 228 24 95 84 5 94 3 583 4 8 43 57 2344 3 9328 54 8389 89 47 rao79 2573 9 658 933 597.585 623 58. 4567 756 948 688 3 8 23 5 3 Tabel 3: TotaaJovwzicMpnxridtoiBebfu* per diersoort J 998-29 5/5

Jaarvmlag 29 Functionaris est art.4 Wod,( In onderstaand overzicht is voor een aantal diersoorten de procentuele afname, resp. toename weergegeven in vergelijking met 28, inclusief de belangrijkste reden voor de afname, resp. toename. Diersoort Afname/toename Muis (niet transgeen) -374 (-32%) Belangrijkste reden vermindering dieren voor vaccincontrole testen Muis (transgeen) -354 (-8%) aantal langdurige nog lopende studies (nog niet afgesloten in ) Primaat -2 (-%) stopzetten primatenonderzoek uitvoeren van fla testen i.p.v. primaten. Cavia Katoenratten (=and knaagdieren) Rat Katten (=and. vleeseter) Konijn Fretten Vogel Vis -25 (-26%) -4 (-6%) + 2994(+85%) + 43 (+%) + 37 (+327%) + 369 (+9%) + 25 (+5%) (%) vermindering dieren voor vaccincontrole festen, met met name gebruikt voor ringstudies lichte afname 2 nieuwe projecten tbv samenwerkingsverband met derden 2 nieuwe onderzoeksprojecten (oa In) intensivering onderzoek en samenwerkingsverband met derden samenwerkingsverband derden ( extra onderzoek) dieren alleen in fok Tabel 4 geeft een overzicht van de aan- en afvoer van proefdieren in 29 binhen het ^ i Vissen werden niet gebruikt in 29 Lb.v. experimenten, maar er werd wel mee gefokt De verwachting is dat er in 2 weer nieuwe experimenten zullen worden uitgevoerd. In 29 werden 24.953 dieren gespeend, wat circa 5 % minder is dan in 29. Dit betreft met name (genetisch gemodificeerde) muizen en ratten. Hiervan werden 6598 dieren als "overtollig" afgevoerd (Tabel 4). Dit is 26 % van de gespeende dieren, dat wil zeggen 9 % minder dan in 28. Overtolligheid blijft een punt van zorg, maar blijkt moeilijk terug te brengen ondanks het bestaan van een gebruikersoverleg om vroegtijdig inzicht te krijgen in korte termijn behoeften. In de rapportage wordt elk jaar het aantal genetisch gemodificeerde dieren dat als ongeschikt werd afgevoerd gemeld. Met ongeschikt wordt bedoeld dat deze dieren niet de juiste genetische achtergrond hebben om de geplande dierproeven of tok mee uit te voeren. Het aantal genetisch gemodificeerde dieren die als ongeschikt werd afgevoerd in 29 was 3266 (=53, % van de geboren dieren) tegen 49,% in 28. In totaal werd in 29 van de geboren genetisch gemodificeerde muizen 7,6 % ongebruikt ge-euthanaseerd (= ongeschikt + overtollig). Dit is een kleine daling ten 6/5

Jaarverslag29Functionaris ex. tntl4wod,( opzichte van 28, toen 73% ongebruikt werd afgevoerd. Tranman» mat» 53 43 34 65. 866 42 42 3266 82 57 463 66 MuiZM 33 649 576 797 523 84 63 444 24 56 686 Ratten 673 5982 62 4699 57 62 949 6 55 772 Civfa 27 36 7 35 Konfln 3, 9 33 25 3 56 3 9 5 Katoonrat 24 427 5 277 24 38 63 26 7 Ftetten 37 64 37 64 8 34 57 463 538 525 77 29 Tabel 4: Registratie aan- en afvoer van proefdieren bbmen t 2. 7/5

JMncnbf 29 «t!4 Wod,l De werkzaarnhedk^^rm^werden in29 uitgevoerd door L4 fte) en is In het onderstaande zal worden ingegaan op een aantal specifieke activiteiten van de art 4 functionarissen. Het project -<>>^ geïnitieerd en begeleid door beide proef _ g m Het project is gestart per novemrw2ö7 met de aansteïfing vatpostdoc^ ^ Ppen tweetal studentes heeft in 28 ook aan het projl* meegewerkt; cm neeft geleid tot een drietal rapporten. Het project is inmiddels een fijnactmfbrt van tiet GPL geworden en is zodoende een ongoing proces Door het vertrek van de postdoc per november 28 naar een andere werkkring zijn minder mensen beschikbaar voor het onderzoek; er wordt vooralsnog alleen gewerkt met stagiaires onder begeleiding van. de proeftüerdeskundkje. Dit project behelst ) een studie m.b.t het verbeteren van de huisvesting en koorverrijking bij het Gemeenschappelijk Proefdier Laboratorium (GPL), waarbij vooral de nadruk ligt op de bijzondere laboratoriumdieren (niet humane primaten fretten en katoenratten) en 2) een studie m.b.t het vaststellen van humane eindpunten in onderzoek, waarbij bijzondere laboratoriumdieren ais diermodel worden gebruikt, teneinde experimenten te verfijnen en het welzijn van de dieren te waarborgen. Vanaf.worden er bij ^ V feals proefdier gebruikt voor met name tb.v. oau«k» (jahbbvirus) en. Er» echter maar weinig onderzoek verricht naar de sociale activiteit gedragskenmerken en de eisen die gesteld worden aan de huisvesting en verzorging in de proefdierfaciliteit van deze diersoort. hi de periode, van februari tot juni 29 hebben twee van^bbstudentenflb ^ een onderzoek opgezet en uitgevoerd naarde inventarisatie en optimalisatievan huisvesting, verzorging en gedrag bij mtm bij JÉHHtobv het Dit onderzoek bestond uit een literatuurstudie, inventarisatie van de huidige huisvesting en verzorging en een gedragsobservatie middels camera observatie van fretten. Dit onderzoek heeft ondermeer uitgewezen dat dé dieren zeker 9% van de tijd slapend doorbrengen en dat de huidige huisvesting en verzorging weinig specifieke aanpassingen behoeft Een VWA inspectie van de^ in het kader van de regeling Huisvesting en Verzorging in juli 29 bevestigde bovenstaand beeld en leverde geen aanvullende aanpassingen op. 4. WETENSCHAPPEUJKE TRENDANALYSE DIERPROEVEN In opdracht van ^BV i* een analyse uitgevoerd van wetenschappelijke ontwikkelingen en trends op het gebied van dierproeven en alternatieven voor dierproeven. De studie is grotendeels uitgevoerd bij ^ NHI^BHI Ars projectmedewerkster heeft 8/5

Jauvenbg 29 Functionarii ex. art.4 Wod. _ een groot deel van de werkzaamheden voor haar rekening genomen. Dè~~studïe bestond uit een uitgebreide literatuurstudie, interviews met deskundigen op het gebied van dierproeven en 3V alternatieven en een workshop. De studie is eind?nn9 afaeronj^j^en eindrapport is inmiddels gepubliceerd en is beschikbaar. ~ " 5. COMMUNICATIE OVER DIERPROEVEN Landelijk heeft 29 een beeld laten zien van toenemend fproef)dierag iyisme Pit heeft bï \_ Een gezamenlijk beeld bij is van belang om op dezelfde wijze te communiceren en op te kunnen treden calamiteiten. In 28 is dan ook een eerste aanzet gemaakt om de communicatie over proefdieren naar de buitenwereld en hoe te handelen bij ^BMMlop dit gebied te verbeteren tussen ^HJ^VmBMlH^HHBHMl is hier bij betrokken, samen met de afdeling communicatie van het^hmip^^^^ In 29 is dit verder gecontinueerd door de vorming van een werkgroep'communicatie Dierproeven", met medewerkers van Tevens heeft 4^uit naam van de vergunninghouder^feen bijeenkomst bezocht over de Code Openheid Dierproeven. De directie beraadt zich nog over de wijze van openheid over dierproeven vanuit QHBP Door de EDEV (een dier een vriend) en ADC (anti dierproeven coalitie) is een aantal WOB verzoeken gedaan i.v.m. nadere informatie over het onderzoek bij tbhumetoa- niet humane primaten, honden en katten. Deze verzoeken zijn in overleg met de proefdierdeskundige en de afdeling juridische zaken in behandeling genomen. Vanuit de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) wordt VB^ geïnspecteerd in het kader van de naleving van de Wet op de Dierproeven (Wod). In het verslagjaar is het """""vijf maal geïnspecteerd door ~~* i van de VWA en eenmaal door zijn collega' De insecteur heeft ondermeer de huisvesting en verzorging van de diererf in het weiland, bij de afdeling 4 en de primatenhuisvesting. Door is een inspectie uitgevoerd bij defm^ en de huisvesting, die geen nadere opmerkingen had. In de 4^p afdelingen is konijnenhuisvesting mede n.a.v. de inspectie begin 29 versneld aangepast aan de nieuwe richtlijnen (grondhuisvesting en grotere kooien met plateaus). Solitaire huisvesting van sociale dieren is een belangrijk aandachtspunt voor de VWA inspectie; onderzoekers en de leden van de DEC zijn door de art 4 functionarissen dan ook specifiek gevraagd hier goed op te letten. Naast de bezoeken van de inspectie aan ^HPis op ad hoc basis contact met de inspectie geweest over proefdieraangelegenheden zowel tijdens bijeenkomsten als telefonisch dan wel per e-mail. De jaarlijkse proefdierregistratie is door de proefdierdeskundige op tijd (voor 5 maart) naar de VWA verzonden. 9/5

Jaamratag 29 Functionaris ex. «rt.4 Wo De bezoekfrequentie van interne inspecties van de art 4 functionaris aan de afzonderlijke dierafdelingen van het GPL is minimaal 2 x/jaar. Aan de hand van de daarbij geconstateerde bevindingen kan de frequentie (indien nodig) verder worden geïntensiveerd. Er wordt gewerkt met verslaglegging in de vorm van een controlelijst (met eventuele actiepunten), die in een centraal archief wordt opgeslagen. In de verslagperiode is er een dertiental interne inspecties door de hiervan zijn de verslagen gemaakt en indien van toepassing is een actiepuntenlijst t b. v. de medewerkers bijgevoegd. Alle geconstateerde knelpunten zijn inmiddels verholpen. 7. CONTACTEN MET DE VERGUNNINGHOUDER In het verslagjaar is er meerdere keren overleg geweest tussen de art. 4 functionarissen en de vergunninghouderzakendie hierbij aan de orde kwamen waren onder andere het proefdiergebruik ^ Bfc in 28/29, stand van zaken specifieke onderzoeksprojecten, inventarisatie proefdierhuisvesting GPL (nieuwe Europese richtlijnen), proefdierregistratie 28, VWA inspecties en ondernomen acties bij GPL, openbaarheid en Code Openheid, proefdieractivisten, afbouw gebruik niet humane primaten en visie vergunninghouder op aantallen, fok en huisvesting hiervan, wetenschappelijke toetsingscommissie ^j^ Environmental Enrichment project, Revisie Council Directive 86/69 etc. is lid van die vanaf 26 verplicht is voor alle nieuwe proefopzetternru door medewerkers vand. Medio 27 is er gestart met de instelling van een wetenschappelijke toetsingscommissie primaten ^j^die alle nieuwe proefopzetten met niet-humane primaten toetst voorafgaand aan de DEC toetsing ^m^«_ IS aangesteld als secretaris van deze commissie. In 29 isgeenenkel proefopzet met makaken bij Contacten verliepen in 29 veelal op ad hoc basis, onder andere naar aanleiding van vragen of opmerkingen ten aanzien van ingediende projectvoorstellen resp. proefopzetten of lopende dierexperimenten. Op deze wijze is in 29 met een groot deel van de art 9. functionarissen binnen IMHMB contact geweest Een selectie van onderwerpen die in de versragperiode aan de orde is gekomen, wordt hieronder aangegeven: verbeteren van de inhoud van proefopzetten voorafgaand aan de DEC toetsing 'inschatting ongerief t.a. v. bepaalde proefopzetten "methode van analgesie/anesthesie Verbeteren van biotechnische procedures 'problematiek van ontbreken van' _"~ 'meekijken met meerdere experimenten 'advies t.a.v. experiment met als alternatief voor de huidige injectiemethode techniek /5

Jaarveisbg 29 Functionaris ex. art.4 Wod, < Voor de biotechnici is een biotechnische middag georganiseerd met een update van een aantal van de huidige anesthesie toepassingen en voorgestelde wijzigingen bij het GPL Contacten met stagiaires (ex art 2 en 9) bestonden uit het geven van informatie over de functie en werkzaamheden van de proefdierdeskundigen en/of het begeleiden en beoordelen van stages zelf. onderzoekbinnen ^HHHW scnreven in proefopzetten. In 29 werden in totaal 266 proefopzetten ter advisering aangeboden aan de DEC. Dit betekent een lichte stijging ten aanzien van 28, toen het om 253 proefopzetten ging. Voorafgaand aan het advies van de DEC zijn alle proefopzetten door de art 4 functionaris beoordeeld. Deze beoordeling wordt vastgelegd in def^hhhp'* de verslagperiode is de DEC maal bijeen geweest De proefdierdeskundigen zijn adviseurs van de DEC en in die hoedanigheid is ten minste één van de proefdierdeskundigen aanwezig bij de DEC vergaderingen. Het jaarverslag van de DEC wordt door de secretaris van de DECQBseparaat aan de Voedsel en Waren Autoriteit toegestuurd. Naast de werkzaamheden als art 4 functionaris binnen I^HHB zijn de proefdierdeskundigen betrokken geweest bij een aantal instituutsoverstijgende ai /5

Jaarverslag 29 Functionaris et atu W<

Jaarverslag 29 Functionaris at art. 4 Wi juni 29 Art. 4 functionarissen 3/5