STATISTIEKEN IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2015

Transcriptie

1 STATISTIEKEN IN VERBAND MET HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2015 Aantal instellingen Elk jaar moeten de erkende instellingen die proefdieren gebruiken statistische gegevens bezorgen omtrent het aantal dieren dat ze tijdens het voorbije jaar voor proeven hebben gebruikt. Zelfs indien ze geen proeven op dieren hebben uitgevoerd, moeten deze instellingen de bevoegde dienst van Leefmilieu Brussel hierover informeren. In 2015 hebben 12,2% van de erkende instellingen die proefdieren gebruiken, geen dierproeven uitgevoerd. AANTAL ERKENDE INSTELLINGEN IN AANTAL ERKENDE INSTELLINGEN DIE IN 2015 GEEN DIERPROEVEN HEBBEN UITGEVOERD 10 Aantal dieren In 2015 bedroeg het totaal aantal dieren dat werd gebruikt voor proeven in het Brusselse Gewest , waarvan 0% hergebruikte dieren waren. TOTAAL AANTAL GEBRUIKTE DIEREN IN TOTAAL AANTAL HERGEBRUIKTE DIEREN 0 Diersoorten Als rekening wordt gehouden met alle gebruikte dieren, maakt het gedetailleerde van dit aantal het mogelijk om 3 grote groepen van gebruikte dieren te onderscheiden. In afnemende volgorde van belang gaat het om knaagdieren (98,22%), vogels (1,52%) en landbouwdieren (0,24%). In 2015 werden 5 primaten en 4 honden gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. GROEP PERCENTAGE AANTAL KNAAGDIEREN 98,22% VOGELS 1,52% LANDBOUWDIEREN 0,24% 216 KONIJNEN 0,011% 10 APEN 0,005% 5 HONDEN EN KATTEN 0,004% 4 PAGE 1 DE 5

2 98,22% 1,52% 0,24% 0,011% 0,004% 0,005% KNAAGDIEREN VOGELS LANDBOUWDIEREN ANDERE ZOOGDIEREN (APEN) HONDEN EN KATTEN KONIJNEN De onderstaande tabel geeft, eveneens in afnemende volgorde van belang, een overzicht van de gebruikte diersoorten. Deze tabel toont zodoende aan dat in 2015 de knaagdieren de meest gebruikte diersoorten waren. INDELING VAN DE GEBRUIKTE DIERSOORTEN IN AFNEMENDE VOLGORDE VAN BELANG SOORTEN AANTAL DIEREN PER- CENTAGE Muizen (Mus musculus) ,91% Ratten (Rattus norvegicus) ,64% Cavia's (Cavia porcellus) ,64% Kippen (Gallus gallus domesticus) ,52% Varkens (Sus scrofa domesticus) 182 0,20% Schapen (Ovis aries) 34 0,04% Mongoolse gerbils (Meriones unguiculatus) 25 0,03% Konijnen (Oryctolagus cuniculus) 10 0,011% Cynomolgusapen (Macaca fascicularis) 5 0,005% Honden (Canis familiaris) 4 0,004% Andere vissen (other Pisces) 0 0,00% Zebravissen (Danio rerio) 0 0,00% (Syrische) hamsters (Mesocricetus auratus) 0 0,00% Andere vogels (Aves) 0 0,00% Runderen (Bos primigenius) 0 0,00% Andere amfibieën (Amphibia) 0 0,00% Klauwkikkers (Xenopus laevis en Xenopus tropicalis) 0 0,00% Geiten (Capra aegagrus hircus) 0 0,00% Paarden, ezels en kruisingen (Equidae) 0 0,00% Katten (Felis catus) 0 0,00% Reptielen (Reptilia) 0 0,00% PAGE 2 DE 5

3 Gebruiksdomeinen De wetenschappelijke projecten waarvoor de dieren werden gebruikt, behoren - in afnemende volgorde van belang - tot het domein van het fundamenteel (68,75% van de gebruikte dieren), gevolgd door de reglementaire tests (14,89%) en het toegepast (13,31%). DOMEIN VAN DE PROJECTEN PERCENTAGE AANTAL FUNDAMENTEEL ONDERZOEK 68,75% REGLEMENTAIRE TESTS EN ROUTINEPRODUCTIE TRANSLATIONEEL OF TOEGEPAST ONDERZOEK BEHOUD VAN KOLONIES VAN GENETISCH GEMODIFICEERDE DIEREN 14,89% ,31% ,40% HOGER ONDERWIJS OF OPLEIDING 0,52% 474 BEHOUD VAN SOORTEN 0,12% ,75% FUNDAMENTEEL ONDERZOEK 14,89% 13,31% 2,40% 0,52% REGLEMENTAIRE TESTS EN ROUTINEPRODUCTIE TRANSLATIONEEL OF TOEGEPAST ONDERZOEK BEHOUD VAN KOLONIES VAN GENETISCH GEMODIFICEERDE DIEREN HOGER ONDERWIJS OF OPLEIDING 0,12% BEHOUD VAN SOORTEN Een meer gedetailleerde analyse toont aan dat bij fundamenteel vooral muizen (71,41% van de gebruikte muizen) en ratten (78,40% van de gebruikte ratten) worden gebruikt. Het toegepast gebruikt ook hoofdzakelijk muizen (11,65% van de gebruikte muizen) en ratten (18,88% van de gebruikte ratten), terwijl voor de reglementaire tests vooral cavia's (95,55% van de gebruikte cavia's) en muizen (13,76% van de gebruikte muizen) worden gebruikt. Diersoort Fundamenteel Toegepast Reglementaire tests en Muizen 71,41% 11,65% 13,76% Ratten 78,40% 18,88% Cavia's 4,07% 95,55% Varkens 45,60% 46,15% PAGE 3 DE 5

4 Diersoorten Fundamenteel Translationeel of toegepast Reglementaire tests en Bescherming van het natuurlijk milieu in het belang van de gezondheid of het welzijn van mens of dier Behoud van soorten Hoger onderwijs of opleiding Forensisch Behoud van kolonies van genetisch gemodificeerde dieren die niet in andere proeven worden gebruikt Muizen (Mus musculus) Ratten (Rattus norvegicus) Cavia's (Cavia porcellus) Syrische hamsters (Mesocricetus auratus) Chinese hamsters (Cricetulus griseus) Mongoolse gerbils (Meriones unguiculatus) Konijnen (Oryctolagus cuniculus) Katten (Felis catus) Honden (Canis familiaris) Andere knaagdieren Varkens (Sus scrofa domesticus) Schapen (Ovis aries) Andere nutsdieren Cynomolgusapen (Macaca fascicularis) Andere soorten primaten Kippen (Gallus gallus domesticus) Andere vogels (Aves) Amfibieën (Amphibia) Vissen (Pisces) Koppotigen (Cephalopoda) Totaal PAGE 4 DE 5

5 Uit nader van de cijfers betreffende de sdomeinen blijkt dat de proeven voor fundamenteel voornamelijk betrekking hebben op studies omtrent de mechanismen van het immuunsysteem (35,17% van de proeven van het fundamenteel ) en oncologie (24,48% van de proeven van het fundamenteel ). Op het gebied van het translationeel of toegepast gaat het vooral om infectieziekten bij de mens (23,48% van de proeven), ziekten en stoornissen bij dieren (22,73% van de tests van het toegepast ) en de diagnostiek (21,21% van de proeven). Bij de reglementaire tests en s gaat het om de kwaliteitscontrole van producten en bijna exclusief om activiteits van producten (50% van de reglementaire tests) en veiligheids van levensmiddelen en dierenvoeding (35,72% van de reglementaire tests). Percentage van het totaal van de proeven Fundamenteel Translationeel of toegepast Reglementaire tests en Immuunsysteem 25,56% Oncologie 17,79% Infectieziekten bij de mens 23,48% Ziekten en stoornissen bij dieren 22,73% Diagnostiek 21,21% Activiteits van producten 50% Veiligheids van levensmiddelen en dierenvoeding 35,72% Evolutie van de gegevens ten opzichte van de cijfers van 2014 Het aantal erkende instellingen dat in 2015 dieren gebruikt voor proeven, is gedaald met 10,61% in vergelijking met 2014 (82 erkende instellingen in 2015 tegenover 102 in 2014). Er wordt in 2015 een daling met 6,83% van het totaal aantal gebruikte dieren vastgesteld (91.124) ten opzichte van 2014 (97.803). In verhouding tot het totaal aantal dieren dat in 2015 is gebruikt, is het percentage knaagdieren licht gestegen (98,22% van de gebruikte dieren) in vergelijking met 2014 (97,97% van de gebruikte dieren). Het percentage gebruikte vogels en landbouwdieren is echter gedaald in vergelijking met 2014 (-10% voor de vogels en - 51% voor de landbouwdieren). Wat de diersoorten betreft, waren de knaagdieren en de vogels in 2014 de meest gebruikte dieren. Wij stellen in 2015 het gebruik van 10 konijnen vast, tegenover 0 in In vergelijking met 2014 werden er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2015 wel minder honden en apen gebruikt (van 8 naar 4 honden en van 8 naar 5 apen), wat neerkomt op een daling van 50% voor de honden en van 37,5% voor de apen. Zoals in 2014 werd er in 2015 ook geen enkele kat gebruikt. De voornaamste domeinen van de proeven waren in 2014 ook het fundamenteel (68,75% van de gebruikte dieren in 2015 tegenover 68,14% in 2014, de reglementaire tests en de (14,89% van de gebruikte dieren in 2015 tegenover 16,73% in 2014) en het translationeel of toegepast (13,31% van de gebruikte dieren in 2015 tegenover 12,81% in 2014) versus 2014 TOTAAL AANTAL GEBRUIKTE DIEREN - 6,83% KNAAGDIEREN - 6,58% VOGELS - 9,89% LANDBOUWDIEREN - 50,57% HONDEN EN KATTEN - 50,00% APEN - 37,50% PAGE 5 DE 5