Het eeuwige Woord Het evangelie naar Johannes 1:1-18 dinsdag 13 januari 1
Inleiding (1) Schrijver: Johannes, discipel en apostel (ook: 1,2,3 Joh) (noemt zichzelf: de discipel van wie Jezus hield; 13:23, etc) Tijd: 60-95; laatst geschreven bijbelboek? Doel (Joh 20:30-31): dat je gelooft dat Jezus de Zoon van God is dat je daardoor het leven hebt in zijn naam beschreven tekenen daarvoor geselecteerd Kenmerkende uitdrukkingen tekenen eeuwig leven (hebben) Zoon / Vader (onderlinge relatie) Ik ben (licht vd wereld, brood vh leven, goede herder, ) 2
Inleiding (2) De 7 beschreven tekenen: 1. water in wijn (2:1-12) 2. genezing zoon van een hoveling (4:46-54) 3. genezing 38-jaar zieke (5:1-18) 4. voeding van de 5000 (6:5-13) 5. Jezus lopend op de zee (6:16-21) 6. genezing blindgeborene (9:1-7) 7. opwekking Lazarus (11:1-44) [8. wonderbare visvangst (21:1-14)] 3
Bijbeltekst Jh 1:1-18 (1) 1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. 6 Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. Uit: Herziene Statenvertaling 2010 4
Bijbeltekst Jh 1:1-18 (2) 9 Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. 10 Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend. 11 Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. 12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. Uit: Herziene Statenvertaling 2010 5
Bijbeltekst Jh 1:1-18 (3) 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid. 15 Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen: Híj was het van Wie ik zei: Hij Die na mij komt, is vóór mij geworden, want Hij was er eerder dan ik. 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard. Uit: Herziene Statenvertaling 2010 6
het Woord 1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond Het Woord is een persoon: het is Jezus Christus (1:17b) hij is de eniggeboren Zoon van de Vader (1:18) 7
1:1-2: Zijn afstamming 1 In [het] begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in [het] begin bij God. ev. Jezus is voor afstamming Mt de beloofde koning Joden David, Abraham Mk de dienstknecht niet-joden - Lk werkelijk mens Theofilus Adam (God) Jh de Zoon van God alle mensen voor [elk] begin 8
het Woord is 3 Alle dingen zijn door Hem gemaakt, en zonder Hem is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In Hem was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. 6 Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. 7 Hij kwam tot een getuigenis, om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zouden. 8 Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. Hij is de Schepper (vgl Gen 1:3; Ko 1:16) Hij is de bron van leven en licht NB: ik heb het niet over Johannes (de Doper) 9
het Licht komt, maar 9 Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht. 10 Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend. 11 Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Gods licht voor ieder mens De verdrietige reacties: 1. de wereld (mensheid) (her)kende zijn Schepper niet 2. zijn volk (Israel) nam Hem niet aan 10
het Licht komt, en 12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij [het] recht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13 die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. wie Hem (wel) aanneemt/gelooft wordt een kind van God Dan ben je uit God geboren. Dus niet: door je natuurlijke afstamming (bloed) door je eigen inspanning (wil van vlees) op gezag van wie-dan-ook (wil van een man) 11
Hij brengt genade! 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond < > vol van genade en waarheid. < > 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. Jezus: waarachtig God en waarachtig mens gewoond: als in een tent vgl. de tabernakel Hij geeft ons een overvloed aan ware genade i.t.t. de wet rechten en plichten 12
God: zo ver weg, zo dichtbij. 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard. geen mens kan God zien en leven (1 Tim 6:16; Ex 33:20) Om te laten weten wie/hoe Hij is stuurde Hij Zijn enige Zoon dwz: aan Zijn hart wie kan ons beter vertellen wie/hoe God de Vader is dan Zijn Zoon, Jezus Christus?! 13
Vragen? 14
Vragen 1. Lees Hebr. 1:1-2. Kun je dat verbinden met de uitleg van Joh 1:3? Geeft dit je een nieuwe kijk op Jezus Christus, op wie en wat Hij is? 2. Lees Joh 1:5. Waar staan licht en duisternis voor? Wat wil God (lees Gen 1:2-3 en 2 Kor 4:6)? Wat betekent dat voor jouw leven? 3. Lees Joh 1:12-13. Hoe kun je (alleen maar) een kind van God worden? Hoe dus niet? Herken je die verkeerde manieren (om je heen, bij jezelf)? Heb jij dat (voor)recht om een kind van God te zijn al gekregen? 4. Joh 1:16: wij hebben genade op genade ontvangen (ofwel: de ene genade na de andere). Schrijf voor jezelf eens een paar van die genadegeschenken op. Deel ze daarna eens met elkaar. Dank de Zoon daar voor. 15