Smartmix (definitief voorstel werkgroep Smartmix bestaande uit vertegenwoordigers van NWO, SenterNovem, OCW, EZ) 1 juni 2005

Vergelijkbare documenten
Subsidieregeling Smart Mix

Nederlandse regering investeert in de NWA

NWA Route Jeugd in Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs

Life Sciences & Health TKI 2015

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Investeren in het waddengebied is de moeite meer dan waard!

Aspasia. Aspasia is gekoppeld aan de rondes Vidi en Vici Call for proposals

Take-off: een introductie

Steunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO)

REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Zorgprojecten 2019 Leefstijl in de MDL-zorg

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Matchmaking Event Cyber Security Research 22 May 2012 Jan Piet Barthel

Notitie projecten impulsbudget Samenwerking

Beoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

Zorgondersteuningsfonds Oproep kortdurende praktijkgerelateerde onderzoeken Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

CRO Luchthaven Rotterdam

Subsidievoorwaarden OFOM (versie 26 oktober 2015)

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

CALL FOR PROPOSALS. Die initiatieven versterken we met geld. Wij helpen ideeën te realiseren met financiële ondersteuning tot ,- per project.

SUBSIDIEREGELING TOEKOMSTFONDS ONDERWIJS ARBEIDSMARKT AMERSFOORT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stimulering Europees Onderzoek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling praktijkleren en Groene plus wordt gewijzigd als volgt:

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

Reglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Procedure aanvragen S3- projecten/ initiatieven Versie augustus 2018

Alliantietoets. Laatst geactualiseerd 05/11/09

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

Aspasia. Call for proposals. Rondes Vidi en Vici met besluitvorming in 2016

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Investeringen NWO-groot

Stimulering Europees Onderzoek

Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av)

Schoolleiders innovatie ontwikkelfonds VO (SIOF) - Algemeen 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Deze dag wordt tweerichtingsverkeer

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Handleiding. Stimuleringssubsidie voor innovatiewerkplaatsen CoE Healthy Ageing

Directeur onderzoeksinstituut

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort;

Nationale Wetenschapsagenda - Matchmakingbijeenkomsten

Algemene voorwaarden bij toekenning

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort;

Samenvatting Subsidiebeleid welzijn per 1 januari 2017

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

Het University Fund Wageningen (UFW) heeft als doel het bevorderen van de bloei van Wageningen UR.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Samenwerking China (NSFC) - Joint seminars

Zorgondersteuningsfonds Oproep aanvragen (research)masteropleiding - Programma Onderzoeken in de Praktijk Vastgesteld, 19 september 2016

Innovatie-instrumenten voor bedrijven in Nederland. Naar de top! Ino Ostendorf MT-lid directie Innovatie & Kennis

Samenwerking China (NSFC) Reis- en verblijfkosten, seminars

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

STIMULERINGSREGELING VERNIEUWENDE HR-PROJECTEN

Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda. Den Haag, maart 2019 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Werkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan november 2015

Rise- Innovatieve start-ups

Werkwijze van de WAR voor de behandeling van subsidieaanvragen bij de TSN en de chronologische

Stimuleringsfonds Open Access - conferentiebijdrage

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Hoofdstuk I Algemene bepalingen. Hoofdstuk II Indiening Stadsinitiatief

Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v. - provincie Limburg -

Profiel NWO. Voorzitter

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Adviesraad Wmo Wageningen. Advies. Nadere regels voor subsidieaanvragen projecten versterken basisvoorzieningen Wageningen.

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE GOUDEN KIEM Prijs voor de beste chemische start-up Oproep voor het nomineren van kandidaten voor

FAQ: Maak Ruimte voor Gezondheid fase2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Programma beschrijving

Reglement projectondersteuning Gentenaars zonder Grenzen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming...

VR DOC.1230/1TER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2017;

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2016

SUBSIDIEREGELING THE HAGUE SECURITY DELTA (HSD) STIMULERINGSFONDS DEN HAAG 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen

Stichting Van Moorsel en Rijnierse

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vragen en antwoorden subsidieregeling vernieuwing zorg, welzijn en jeugdhulp

Nota inzake Economic Development Board

VR DOC.1027/2

Algemene subsidievoorwaarden Agis Innovatiefonds

Call 1: Meer Veerkracht, Langer Thuis

Transcriptie:

Smartmix (definitief voorstel werkgroep Smartmix bestaande uit vertegenwoordigers van NWO, SenterNovem, OCW, EZ) 1 juni 2005 Inleiding De Smartmix is een strategische inzet van EUR 100 mln uit de extra middelen voor de kenniseconomie. De middelen worden als breekijzer ingezet om in samenhang en balans twee knelpunten in de Nederlandse kenniseconomie aan te pakken: het versterken van focus en massa in het excellente wetenschappelijk onderzoek en de kennisparadox. De kennisparadox wordt aangepakt door het vitaliseren van samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinfrastructuur op voor Nederland cruciale terreinen in combinatie met het versterken van excellente onderzoeksgroepen. De Smartmix onderscheidt zich van bestaande instrumenten door de beoogde focus en massa in excellent onderzoek in combinatie met de wisselwerking en samenspel in een breed deel van de kennisketen. Op basis van de vraag van bedrijfsleven en/of maatschappelijke organisaties in ons land, wordt in dynamische netwerken excellent wetenschappelijk en/of technologisch onderzoek uitgevoerd. Het accent van een uit de Smartmix gesubsidieerd programma kan variëren van sterk op wetenschappelijk onderzoek gericht tot sterk op wisselwerking gericht en alle varianten daartussen. Over het geheel van de inzet van de Smartmix middelen moeten de beide doelstellingen gelijkelijk worden gehonoreerd.ieder programma wordt uitgevoerd door consortia van bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Met het accent van een programma zal ook de samenstelling van de indienende consortia sterk verschillen. De subsidie uit de smart mix is bedoeld als programmafinanciering en niet bestemd voor instituutsfinanciering. Het gehele scala aan wetenschappelijke disciplines kan in de programma s gesubsidieerd uit de smart mix aan bod komen. De ministeries van Economische Zaken en Onderwijs Cultuur en Wetenschappen geven gezamenlijk invulling aan de Smartmix. Hiervoor stellen beide ministeries vanaf 2007 ieder een bedrag van EUR 50 miljoen per jaar ter beschikking uit de kennisenveloppe van het regeerakkoord. In de aanloopperiode volgen de ministeries op basis van dit raamwerk een pragmatische lijn voor de toekenning van de middelen ten laste van het budget 2005/2006. Met een definitieve regeling conform dit raamwerk kan vervolgens in 2006 de geschetste advies- en selectieprocedure doorlopen worden met toekenning t.l.v het budget 2007. De Smartmix is bedoeld voor brede consortia van toepassers, gebruikers van de gegenereerde kennis (bedrijven, maatschappelijke organisaties) samen met kennisinstellingen (universiteiten, onderzoeksinstituten, technologische instituten en HBO-instellingen). Doel De Smartmix heeft twee gerelateerde doelen, het creëren van maatschappelijke waarde (valorisatie) in de brede betekenis van het begrip en het versterken van focus en massa in wetenschappelijk excellent onderzoek. Over het geheel van de Smartmix zullen beide doelstellingen in de loop der jaren met elkaar in balans moeten zijn, zowel in aandacht als ook financieel.daarop zal ook tussentijds worden getoetst en er kan op worden bijgestuurd door instructies aan de adviescommissie bij nieuwe selectierondes. Het instrument Smartmix verenigt de doelstellingen door hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek van voldoende focus en massa te combineren met een intensieve wisselwerking met een breed deel van de kennisketen. Cruciaal hiervoor is een goede uitwerking van de expliciet benoemde maatschappelijke en economische meerwaarde, een heldere definitie van de daarvoor benodigde unieke kennis en een goede samenwerking tussen bedrijven en/of maatschappelijke organisaties en publieke kennisinstellingen, gericht op het bundelen van kennis. De Smartmix levert een bijdrage aan de zwaartepuntsvorming in de Nederlandse kennisinfrastructuur door het toekennen van programma s die een substantiële extra inspanning op het betreffende gebied boven de huidige inspanning beogen 1

(noodzakelijk voor de verdere ontwikkeling van het terrein). De waardecreatie vindt hoofdzakelijk plaats in Nederland. Waar relevant besteden de programmavoorstellen ook aandacht aan de internationale dimensie (o.a. Europese onderzoeksruimte, Europese netwerken, European Technology Platforms). Vanwege de gewenste massa wordt gedacht aan toekenningen voor programmavoorstellen van een omvang, afhankelijk van het wetenschapsgebied, van EUR 3 à 10 miljoen per jaar, gedurende een periode van 4 tot 8 jaar. Beoordelingsprocedure Beoordelingscriteria De programmavoorstellen voor de Smartmix worden beoordeeld op twee centrale criteria focus en massa in excellent wetenschappelijk onderzoek en waardecreatie. Een programmavoorstel moet op beide criteria goed scoren, maar de nadruk kan uiteenlopen van grotendeels gericht op wetenschappelijke kennisversterking tot grotendeels gericht op toepassing van kennis ten behoeve van bedrijvigheid of maatschappelijke vraagstukken. Wetenschappelijke excellentie Het onderzoeksprogramma is van excellente wetenschappelijke kwaliteit en steunt op de bewezen expertise van de betrokken onderzoekers. Het onderzoeksprogramma moet bijdragen tot focus en massa in het onderzoek en versterking van de Nederlandse positie op het betreffende gebied. De indieners hebben aangetoond excellent en grensverleggend onderzoek te kunnen verrichten. Het betreft onderzoeksgroepen die internationaal tot de top gerekend kunnen worden Het betreft vitale groepen met een veelbelovend potentieel voor de langere termijn. Waardecreatie Het programmavoorstel moet een duidelijk perspectief op maatschappelijke waardecreatie bieden. Het kan hier economische waardecreatie betreffen of bijdragen aan oplossingen van vragen op het gebied van cultuur of maatschappij, het verhogen van het welzijn of het verlagen van publieke kosten. In het licht van de vraagstelling bestrijken de programmavoorstellen een zo groot mogelijk deel van de onderzoeks- en innovatieketen (fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, precompetitieve ontwikkeling) Het programmavoorstel bevat een concreet uitgewerkt plan voor de doorwerking naar de markt en/of maatschappij. In het plan o is de beoogde waardecreatie helder en gekwantificeerd o zijn de benodigde kennisgebieden geëxpliciteerd o wordt aangegeven hoe wordt gegarandeerd dat de beoogde waardecreatie blijvend zal zijn Het programmavoorstel wordt ingediend door een breed consortium van kennisinstellingen (universiteiten, onderzoeksinstituten, technologische instituten en HBO-instellingen) en toepassers van kennis en gebruikers van de gegenereerde kennis (bedrijven, maatschappelijke organisaties) in een voor het doel van het programma relevante samenstelling. De spelers in de waardecreatieketen moeten goed zijn gedefinieerd en de relevante partijen zijn betrokken. Het consortium moet aantonen over een goed organisatorisch vermogen te beschikken. De betrokken organisaties en instellingen zijn bereid een eigen (financiële en of in natura) bijdrage te leveren zoals nader toegelicht in het hoofdstuk Wat kan wel en niet aangevraagd worden. Nadere toelichting op het begrip waardecreatie De programma s van de consortia zijn gericht op waardecreatie. Hierbij wordt naast economische waardecreatie uitdrukkelijk ook aan andere vormen van waardecreatie gedacht die hier sociaalmaatschappelijke en culturele waardecreatie genoemd worden. Hieronder wordt voor beide vormen een nadere uitwerking gegeven van aspecten die hierbij een rol spelen. 2

Economische waardecreatie Uitgangspunt is dat vooral wordt ingezet op economisch kansrijke gebieden en potentiële sterktes in de economie waarmee Nederland kan uitblinken. Hierbij kan gedacht worden aan het perspectief op nieuwe producten, diensten of processen, de omzet (inclusief export) die daarmee te verwachten is en de toegevoegde waarde hiervan. De betrokken organisaties beschikken in deze over een track record en hebben financieel gezien en qua management het vermogen om die perspectieven waar te maken. Bij presentatie van het programmavoorstel kan worden ingegaan op: Wat is de specifieke aard van de programmadoelstelling voor de directe gebruikers en de Nederlandse samenleving als geheel? Hierbij kan gedacht worden aan nieuwe producten, diensten of productieprocessen. Wat zijn de huidige omzet en marktposities van Nederlandse bedrijven op de relevante markten? Welke groei in termen van omzet en winst kunnen Nederlandse ondernemingen op het betreffende gebied op de langere termijn behalen? Hoe versterkt het de positie van Nederlandse ondernemingen en instellingen op de wereldmarkt? Staat de wijze van bescherming van kennis optimaal ten dienste van het competitieve gebruik ervan? De wijze waarop de kennisdisseminatie zal plaatsvinden De feitelijke toepassing van de ontwikkelde kennis en het absorptievermogen van de toepassers Sociaal-maatschappelijke en waardecreatie Hierbij kan gedacht worden aan oplossingen van vooral maatschappelijke vraagstukken, bijvoorbeeld duurzaamheid, veiligheid, lichamelijke of geestelijke gezondheid, het culturele erfgoed of efficiëntieverbetering in het bereiken van publieke doelen. Het maatschappelijk doel staat dus voorop. Bij presentatie van het programmavoorstel kan ingegaan worden op: Wat is de specifieke aard van de programmadoelstelling voor de directe toepassers en de Nederlandse samenleving als geheel? Wat is de huidige Nederlandse positie? Welke gekwantificeerde groei/ontwikkeling wordt voor het betreffende gebied op de langere termijn beoogd? Staat de wijze van bescherming van kennis optimaal ten dienste van het gebruik ervan? Versterkt het programma de positie van Nederlandse consortiumpartners ten opzichte van het buitenland? De wijze waarop de kennisdisseminatie zal plaatsvinden. De feitelijke toepassing van de ontwikkelde kennis en het adsorptievermogen van de toepassers. Selectieprocedure Smartmix Bekendmaking van het instrument gebeurt via SenterNovem en NWO en daarnaast door middel van een aantal informatiebijeenkomsten waarbij het instrument gepresenteerd wordt en de aanwezigen de gelegenheid krijgen vragen te stellen. De programmavoorstellen worden behandeld door het Smartmix secretariaat, gevormd door NWO en SenterNovem, en de adviescommissie Smartmix, die breed is samengesteld. De Smartmix kent een selectieprocedure die in twee stappen verloopt. Hiervoor is gekozen om de administratieve belasting voor consortia zo veel mogelijk te beperken. 3

1. Vooraanmelding Voor de Smartmix is het indienen van een vooraanmelding als eerste stap verplicht. De ontvangen vooraanmeldingen worden door het Smartmix secretariaat getoetst op volledigheid en voorzien van een kort advies voorgelegd aan de adviescommissie. De ontvangen vooraanmeldingen worden door de adviescommissie beoordeeld op criteria voor de Smartmix. De consortia waarvan de vooraanmelding voldoet worden door de adviescommissie uitgenodigd een uitgewerkt programmavoorstel in te dienen. De overige indieners krijgen beargumenteerd het advies van een uitgewerkt programmavoorstel af te zien. 2. Uitgewerkte programmavoorstellen De uitgewerkte programmavoorstellen worden door het Smartmix secretariaat beoordeeld op volledigheid en voorzien van een kort advies voorgelegd aan de adviescommissie. De uitgewerkte programmavoorstellen worden ter beoordeling van de wetenschappelijke kwaliteit en daar waar de adviescommissie dit wenst, de waardecreatie, voorgelegd aan externe deskundigen via een hoor en wederhoor procedure. Programmavoorstel en hoor en wederhoor vormen de basis voor de definitieve selectie. Onderdeel van de definitieve selectie is een presentatie van het consortium voor de adviescommissie. In het beoordelingstraject zal de expertise en kennis van SenterNovem en NWO worden ingezet zodat de adviescommissie kan beschikken over informatie over de samenstelling van de consortia en hun positie in Nederland. Deze gezamenlijke expertise kan worden ingezet bij binnenkomst van vooraanmeldingen van programmavoorstellen en bij binnenkomst van uitgewerkte programmavoorstellen. De adviescommissie adviseert de ministers van EZ en OCW. De ministers van OCW en EZ nemen een besluit over de programmavoorstellen. Zij kunnen de bevoegdheid tot het nemen van deze besluiten mandateren. Adviescommissie De adviescommissie bestaat uit circa tien onafhankelijke leden en is breed samengesteld. Dit betekent dat de commissie leden kent uit verschillende wetenschapsgebieden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De leden zijn in principe in staat beide aspecten van de programma s, dus waardecreatie en wetenschappelijke kwaliteit, te overzien. De leden kunnen afkomstig zijn uit het buitenland maar mogen geen conflicterende belangen dienen. De leden nemen zitting op persoonlijke titel. Ze ontlenen hun gezag aan hun positie in de internationale wetenschappelijke gemeenschap en/of aan hun positie bij bedrijven of maatschappelijke organisaties en zijn in staat op strategisch niveau beslissingen te nemen. De leden beschikken over een breed overzicht van de ontwikkelingen in wetenschap en technologie en hebben ervaring met onderzoeksmanagement. De leden van de commissie worden benoemd door het Algemeen Bestuur van NWO en de directie van SenterNovem. De samenstelling van de commissie behoeft de instemming van de ministers van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De leden worden benoemd voor een periode van drie tot maximaal vijf jaar. In de opstartfase kan hiervan om redenen van continuïteit afgeweken worden. Evaluatie Voor het geheel van de portfolio van programma s gesubsidieerd uit de smart mix geldt dat na twee toekenningsrondes en vervolgens om de drie jaar wordt getoetst in hoeverre de uitgaven van de smart mix evenredig zijn verdeeld over de twee doelstellingen, focus en massa in het excellente wetenschappelijk onderzoek en economische en sociaal-maatschappelijke valorisatie. Indien dat niet het geval is wordt die balans in de volgende selectieronde aangebracht. 4

Aanvraagprocedure Wie kan programmavoorstellen indienen? Consortia van kennisinstellingen en toepassers, c.q. gebruikers van de gegenereerde kennis. Met de balans tussen waardecreatie en wetenschappelijke excellentie van de programmavoorstellen kan de samenstelling van de indienende consortia verschillen. Toepassers zijn alle in Nederland gevestigde potentiële gebruikers, afnemers van de gegenereerde kennis. Ook kunnen in het buitenland gevestigde toepassers meedoen, mits de waardecreatie van het programma waaraan zij deelnemen Nederland ten goede komt. Kennisinstellingen zijn: De universiteiten (inclusief de vijf bijzondere universiteiten), HBOinstellingen, onderzoeksinstituten van KNAW en NWO, GTI s, TTI s, MTI s, TNO, DLO, BPRC, Toponderzoekscholen en andere instituten zoals NKI, Stichting Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek en de Stichting Hout Research. De lijst kan door de ministers worden uitgebreid. Het is ook mogelijk dat, indien relevant voor het programma, buitenlandse kennisinstellingen participeren in het consortium, maar nooit als hoofdaanvrager. Mogelijke consortia Smartmix Hieronder volgen enkele voorbeelden van consortia die passen binnen de doelstelling van de Smartmix en die de variatie in mogelijke samenstelling weergeven: - verschillende bedrijven en enkele universiteiten, TNO. - verschillende maatscha ppelijke organisaties, een universiteit, enkele HBO-instellingen een MTI. - enkele bedrijven en KNAW en/of NWO instituten, een Duitse onderzoeksfaciliteit. - enkele bedrijven, TNO instituten en een GTI - enkele kennisinstellingen en enkele bedrijven - enkele kennisinstellingen en enkele maatschappelijke organisaties. Wat kan wel en niet worden aangevraagd? Financiering toegekende uitgewerkte programmavoorstellen Algemene lijn Bij de honorering van een programmavoorstel wordt een totaal subsidieperspectief afgesproken voor de gehele periode. Dit perspectief kan worden bijgesteld op basis van de uitkomsten van een tussentijdse evaluatie. De toekenning vindt plaats op basis van een bij het uitgewerkte programmavoorstel gevoegde begroting op hoofdlijnen. De middelen worden in ieder geval toegekend tot en met het jaar van de tussentijdse evaluatie. Na verwerking van de uitkomsten van de tussentijdse evaluatie wordt een nieuw meerjarenschema opgesteld en worden de jaarlijkse toekenningen voor resterende periode vastgesteld. Op basis van een meerjarenplanning wordt in totaal 80% van de toegekende middelen beschikbaar gesteld. De resterende 20% wordt uitgekeerd nadat de eindverantwoording door het Smartmix secretariaat is goedgekeurd. Het consortium wijst een organisatie aan die optreedt als penvoerder, die de uitvoering van het programma coördineert en die verantwoordelijk is voor de besteding van de middelen conform de hieronder beschreven kaders. De betrokken instellingen leggen jaarlijks verantwoording af over de bestedingen via hun jaarrekeningen. De accountant van de penvoerder controleert ook op excessieve bestedingen bij alle partners. De eindverantwoording bestaat uit een overzicht van alle bestedingen ten laste van de toegekende subsidie. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen Het consortium dient als onderdeel van het uitgewerkte programmavoorstel een begroting in die de totale kosten van het voorgestelde programma omvat. De gevraagde subsidie beslaat een gedeelte van de totale begroting. Gedacht wordt aan 60%, waarbij wel voldaan moet worden aan de Europese 5

communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling. Het overige deel wordt bijgedragen uit eigen middelen van het consortium vanwege het gewenste commitment. Het subsidie wordt toegekend als lump sum bedrag. De verdeling van de middelen over de verschillende partners in het consortium is de taak van het consortium zelf. Het subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat het andere gedeelte van de begroting uit eigen middelen wordt bijgedragen door het consortium. Overige voorwaarden die aan de besteding van de middelen gesteld worden zijn: Naast de marginale onderzoekskosten wordt ook een deel van de overhead vergoed. Hierbij is het uitgangspunt dat de matchingslast van de universiteiten niet toeneemt. De exacte omvang moet nog nader worden bepaald. De subsidieverlening voldoet aan de eisen gesteld in de Europese communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling.. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen De toegekende middelen voor de Smartmix worden beschouwd als lump sum toekenningen en worden niet gecorrigeerd voor inflatie of anderszins. Indienen van een aanvraag In de Smartmix is het indienen van een vooraanmelding verplicht. De uitgewerkte programmavoorstellen worden namens het consortium ingediend door de trekker/coördinator van het consortium. 1. Richtlijnen voor het indienen van vooraanmeldingen Beknopte beschrijvingen (maximaal 3 A4) van: Het consortium en organisatievermogen Het track record De beoogde focus en massa in wetenschappelijk onderzoek en de inspanning boven de huidige De beoogde waardecreatie Financieel commitment Implementatieplan voor de toepassing van de kennis 2. Richtlijnen voor het indienen van uitgewerkte programmavoorstellen Het betreft hier uitgewerkte programmavoorstellen op hoofdlijnen: beschrijvingen van het onderzoeksprogramma, de beoogde focussering, een plan voor de doorwerking naar markt en/of maatschappij (inclusief tijdpad, begroting en eigen bijdragen) Het consortium en organisatievermogen Beschrijf de samenstelling van het consortium en geef aan waarom gekozen is voor dit consortium. Beschrijf de beoogde organisatie - en managementstructuur van het consortium. Geef hierbij aan hoe de verantwoordelijkheden geregeld zijn. Het track record Beschrijft het track record van de betrokken partijen op het betreffende onderzoeksgebied en op het gebied van het creëren van maatschappelijke waarde. Het beoogde onderzoeksprogramma Het gaat om een beschrijving op hoofdlijnen, die echter wel een beoordeling van de criteria voor wetenschappelijke kwaliteit door peers mogelijk maakt. Geef hierbij ook een beeld van de taakverdeling tussen de verschillende partners in het consortium. De beoogde extra inspanning boven de huidige Aangegeven wordt op welke wijze het consortium de onderzoeksinspanning in het betreffende gebied vergroot en welke omvang ten opzichte van de huidige beoogd wordt. 6

De beoogde waardecreatie Beschreven wordt welke doelstellingen met betrekking tot het creëren van maatschappelijke waarden het consortium heeft. Hierbij kan gedacht worden aan nieuwe technieken en methoden, bijdragen aan cultuur of andere sociaal-maatschappelijke vragen. Implementatieplan voor toepassing van kennis Een concreet uitgewerkt plan waarin de doorwerking naar de markt en/of maatschappij beschreven wordt. Het plan beschrijft de interactie tussen de consortiumpartners en de activiteiten die men ontplooit voor het realiseren van de doelstellingen ten aanzien van de waardecreatie. Het beschrijft ook waar de valorisatie zal plaatsvinden en wat dit betekent voor Nederland. Het implementatieplan bevat tevens een globale tijdplanning. Financiën De financiële bijdrage in kind of in cash van alle partners in het consortium. Het programmavoorstel geeft in meerjarig perspectief de totale begroting van het voorgestelde programma. Onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende inhoudelijke onderdelen van het programma en de middelen die ingezet worden voor de beoogde waardecreatie. Wanneer is een aanvraag mogelijk? In de opstartfase van het instrument wordt gewerkt met een deadline voor het indienen van vooraanmeldingen en uitgewerkte programmavoorstellen. Op grond van de ervaringen met het instrument kan eventueel later overgestapt worden op een systeem van open indiening. De eerst volgende deadline voor het indienen van vooraanmeldingen is @@@@ (De gedachte is om eerst te beginnen met het opdoen van enige ervaring via het stellen van een deadline, daarna kan overgegaan worden op een open indiening, waarbij de adviescommissie bijvoorbeeld 2x per jaar bijeenkomt) Tijdpad Smartmix (1 e ronde) Het tijdpad van de procedure is zo beknopt mogelijk en beslaat ten hoogste zes maanden, waarvan twee maanden zijn gedacht voor het opstellen van de volledige aanvraag door het consortium. In het onderstaande is het procedurevoorstel nader uitgewerkt inclusief het bijbehorende tijdschema: - Call for proposals verspreiden Deadline indienen vooraanmeldingen (maand X-3) Toetsing op volledigheid en juistheid door het secretariaat van NWO en SenterNovem Beoordeling vooraanmeldingen en advisering van de consortia Oproep tot indienen volledige aanvragen (maand X-2) Deadline indienen volledige uitgewerkte programmavoorstellen (begin maand X) Toetsing op volledigheid, juistheid en advisering door het secretariaat van NWO en SenterNovem Inwinnen extern referenten advies (begin maand X tot maand X+1) Wederhoor indieners (3 weken) Selectie door adviescommissie inclusief interviews (maand X+3) Advies selectiecommissie aan ministers (maand X+3) De ministers nemen een besluit (maand X+3) 7

Contact Voor vragen over de Smartmix kunt u contact opnemen met het Smartmix secretariaat PM: wie stelt die hoe samen?. Evaluaties gehonoreerde aanvragen Doel is een adequate monitoring met een zo laag mogelijke belasting van het consortium. De monitoring wordt uitgevoerd door het Smartmix secretariaat en zal bestaan uit een tussentijdse evaluatie kort voor de helft van de looptijd van het programma en een eindevaluatie. Voor beide evaluatiemomenten wordt door het Smartmix secretariaat een commissie ingesteld. Het domein van de monitoring van Smartmix programmavoorstellen betreft de inhoudelijke, bestuurlijke, organisatorische en financiële voortgang van de programmavoorstellen. Tussentijdse evaluatie De tussentijdse evaluatie richt zich op de realisering en kwaliteit van het onderzoeksprogramma de organisatie van het consortium, de interactie tussen de partners en de waardecreatie. De tussentijdse evaluatie vindt plaats door een externe commissie op basis van een zelfevaluatie van het consortium. Op basis van de evaluatie wordt door het Smartmix secretariaat een besluit genomen over de gewenste aanpassingen aan het programma en wordt het subsidiebedrag voor de tweede periode vastgesteld. Dit bedrag kan afwijken van de bedragen in de oorspronkelijke aanvraag. Daar waar subsidies beëindigd worden zullen geen afbouwsubsidies worden verstrekt. Eindevaluatie De eindevaluatie richt zich op de resultaten van het onderzoekprogramma, de resultaten van de beoogde waardecreatie en de verankering daarvan en de continuïteit van het consortium. De eindevaluatie vindt ook plaats door een evaluatiecommissie op basis van een zelfevaluatie van het consortium. 8