Saby Samura 12 juli TBS-Longstay

Vergelijkbare documenten
Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

Longstay, getoetst aan het resocialisatiebeginsel en bezien in het licht van de artikelen 3 en 5 EVRM.

Samenvatting. Achtergrond en doelstelling

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Cijfers & bijzonderheden 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Wie zijn onze patiënten?

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een beoordeling van de rechtspositie van de longstay-geplaatste in het

TBS longstay, geen resocialisatie betekent geen vrijheid?

Levenslang toezicht? Het wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking in het licht van het EVRM

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De maatregel Terbeschikkingstelling en de incidentenpolitiek die daarmee gepaard lijkt te gaan.

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

017 Jaarverslag 2017 Jaarverrverslag 2017 Jaarverslag. lag 2017 Jaarverslag 2017 Jaar- Jaarverslag 2017 Jaarverslag. Jaarverslag

13 juli 2018, versie 2.0 TBS Dwang

Afkortingen. Inhoudsopgave

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Wet forensische zorg vanaf

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Hoe verhoudt de Nederlandse regelgeving met betrekking tot longstay TBS zich met artikel 5 EVRM?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Longstay. Aanvulling op het advies Longstay d.d. 1 februari Advies d.d. 29 april 2008

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

De Minister van Justitie de heer dr. E.M.H. Hirsch Ballin Ministerie van Justitie Postbus EH DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

De TBS anno Toegang tot de tbs en de dilemma s

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies

Het wetsvoorstel Langdurig toezicht en vrijheidsbeperking, bezien in het licht van het beginsel van resocialisatie, minimale beperkingen en het EVRM

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

Verlofregeling tbs. Advies d.d. 16 augustus Een reactie op de conceptregeling

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

over specialisten op het gebied van internationaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkstuk Maatschappijleer Criminaliteit; reidive onder gedetineerden

Scriptie Open Universiteit Nederland, Faculteit Rechtswetenschappen Datum: 3 september 2013

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland

ECLI:NL:GHARL:2014:1650 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer TBS P

Incidentonderzoek FPC de Kijvelanden. Plan van aanpak incidentonderzoek

2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Masterscriptie Strafrecht. De noodzaak van recente aanscherpingen van de tbs-verlofregeling in het licht van de beveiliging van de samenleving.

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

Onderzoeksrapport Taskforce TBS Den Haag, december 2012

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Eindexamen maatschappijleer vwo 2008-I

Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

Doorkiesnummer Ons kenmerk /2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

TBS in getal 17 januari 2005

ACCCOUNTANTSPROTOCOL GENORMEERDE PRESTATIE- INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE 2018

Een (on)eindig vooruitzicht

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Transcriptie:

Saby Samura 12 juli 2012 TBS-Longstay

TBS-Longstay TBS-Longstay beschouwd in het licht van de resocialisatiegedachte en de artikelen 3 en 5 EVRM Naam: Saby Samura Inleverdatum: 12 juli 2012 Adres: Scriptiebegeleider: Mr. dr. Denis Abels

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Onderzoeksvraag en probleemstelling 3 1.3. Opbouw van de scriptie 4 Hoofdstuk 2. De terbeschikkingstelling 4 2.1.De geschiedenis van de terbeschikkingstelling 4 2.2.Voorwaarden opleggen tbs 5 2.3. Tbs met bevel tot verpleging 6 2.4. Duur tbs met verpleging 7 2.5. Afschaffing Fokkensregeling 7 2.6. Tbs met voorwaarden 8 2.7. Verlengingsprocedure 9 Hoofdstuk 3. Longstay 10 3.1. De resocialisatiegedachte 10 3.2. Ontstaan longstay 10 3.3. Huidige longstay 13 3.4. Plaatsing 14 3.5. Aanvragen lfz-indicatie 15 3.6. Verlenging longstay 16 Hoofdstuk 4. Longstay in verhouding tot levenslange gevangenisstraf 18 4.1. Geschiedenis van de levenslange gevangenisstraf 18 4.2. Levenslange gevangenisstraf 18 4.3. Aantallen levenslang gestraften 19 4.4. Verbeterpunten voor uitvoering van de levenslange gevangenisstraf 20 4.5. Gratie 20 4.6. Gratiebeleid 21 4.7. Hoge Raad 22 4.8. Longstay in verhouding tot levenslang 22 Hoofdstuk 5. De tbs-longstay beschouwd in het licht van het EVRM 25 5.1. Artikel 3 EVRM 25 5.2. Hoge Raad 27 5.3. Volgprocedure langgestraften 27 5.4. Toetsing van de tbs-longstay aan artikel 3 EVRM 28 5.5. Artikel 5 lid 1 EVRM 30 5.6. Artikel 5 lid 1 sub a EVRM 31 5.7. Artikel 5 lid 1 sub e EVRM 31 5.8. Artikel 5 lid 4 EVRM 33 5.9. Tussenconclusie 36 Conclusie 38 Bronvermelding 42

Afkortingenlijst BVT DJI EHRM EVRM Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden Dienst Justitiële Inrichtingen Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden GGZ LAP LFZ TBS MvJ OM RVT WvSr WvSv RSJ TBR Geestelijke gezondheidszorg Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg Terbeschikkingstelling Minister van Justitie Openbaar Ministerie Reglement verpleging terbeschikkinggestelden Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Terbeschikkingstelling van de regering

Inleiding 1.1 Aanleiding De terbeschikkingstelling (hierna:tbs) is een veelbesproken onderwerp in Nederland. In de media en politiek wordt er regelmatig aandacht aan geschonken, veelal als tijdens de tenuitvoerlegging of na beëindiging van de tbs maatregel ernstige delicten worden gepleegd door (ex) terbeschikkinggestelden (hierna: tbs-ers). Een voorbeeld hiervan is de op 7 juni 2005 uit tbs-kliniek Veldzicht ontsnapte Wilhelm S. die tijdens een verlof de benen nam. Een kleine week na zijn ontsnapping vermoordt S. een 73-jarige man tijdens een boottochtje. De politie arresteert hem twee dagen later. 1 Mede door dit soort voorvallen willen veel Nederlanders niet dat tbs ers terugkeren in de maatschappij. Ze zijn bang dat deze mensen nog steeds een gevaar voor de samenleving vormen. Echter, het doel van de behandeling van tbs ers is gericht op resocialisatie en terugkeer van deze mensen in de samenleving. Deze resocialisatiegedachte die ten grondslag ligt aan artikel 2 lid 1 Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden (hierna: BVT) indachtig wordt getracht het recidiverisico zodanig te verminderen dat deze groep mensen verantwoord kunnen terugkeren in de maatschappij. 2 De resocialisatiegedachte luidt als volgt: De tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden wordt zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de behandeling van de veroordeelde en de voorbereiding op diens terugkeer in de maatschappij, met inachtneming van het karakter van die vrijheidsbenemende straf of maatregel. De behandeling in een tbs-kliniek is gericht op het beperken van het recidivegevaar tot een aanvaardbaar minimum. Er is ook een groep tbs ers bij wie de behandeling niet (voldoende) heeft geholpen om het recidiverisico zodanig te verminderen dat ze kunnen terugkeren in de maatschappij. Deze personen zijn onbehandelbaar en zijn ondanks behandelingen in tbsklinieken delictgevaarlijk gebleven. 3 Deze categorie tbs-gestelden zal uiteindelijk terecht komen op een longstay-afdeling. Op een longstay-afdeling wordt er geen behandeling meer gegeven die gericht is op terugkeer in de maatschappij. 4 Deze categorie verpleegden heeft langdurige zorg en beveiliging nodig, gericht op stabilisatie van de geestelijke stoornis en niet 1 De Volkskrant, 30 mei 2006, Acht jaar cel en tbs voor Wilhelm S. voor moord op bejaarde. 2 Kamerstukken II 2007/08, 29 452, nr.92, p.2. 3 www.fpcveldzicht.nl/onderwerpen/vervolg.aspx?id=136. 4 R. Dallinga en H.J.C. van Marle, Longstay TBS in zijn juridische context: een toetsing aan de wetgeving, Sancties, 2002, p. 22. 1

op het genezen van de geestelijke stoornis. 5 Voor plaatsing op een longstay-afdeling moet de Minister van Justitie een plaatsingsbeschikking afgeven. De Minister van Justitie wordt vooraf geadviseerd door de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (hierna: LAP). Voordat iemand op een longstay-afdeling wordt geplaatst, zullen eerst alle andere mogelijke behandelmethoden (naar de laatste stand van zaken ( state of the art )) moeten zijn uitgeput, het liefst in twee verschillende klinieken, zonder dat het delictrisico voldoende is afgenomen. 6 Het aantal tbs-gestelden en het aantal tbs-gestelden in de longstay forensische zorg is sterk gegroeid. In 1995 waren er 855 personen met een lopende tbs-maatregel met bevel tot verpleging, per 1 januari 2004 waren dit er 1.623. 7 In 2005 waren er 88 personen die langdurige zorg nodig hadden in de tbs. In november 2008 stond dit aantal op 186. 8 De stijging van het aantal verpleegden in de tbs en de stijging van het aantal verpleegden op de longstay staan met elkaar in verband. De reden hiervoor is dat er een steeds grotere instroom is van tbs-gestelden die uiteindelijk niet meer kan terugkeren naar de maatschappij en om die reden doorstroomt naar een longstay-behandelplaats. 9 Een andere reden is dat, onder de tbs ers, er steeds meer moeilijk te behandelen stoornissen voorkomen. 10 De tbs-regeling is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht (hierna: WvSr), namelijk in de artikelen 37 e.v. WvSr, en in de BVT. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen tbs met dwangverpleging en tbs met voorwaarden. Tbs met dwangverpleging is de meest ingrijpende vorm van tbs. De tbs wordt doorgaans in eerste instantie voor twee jaar opgelegd en kan door de rechter op vordering van het Openbaar Ministerie (hierna: OM) verlengd worden met één of twee jaar (art. 38 d Sr). Of de tbs wordt verlengd is afhankelijk van het recidiverisico van de tbs er. 11 Het maximum voor de tbs met dwangverpleging ligt op vier jaar (gemaximeerde tbs). Toch kan de tbs met dwangverpleging steeds verlengd worden als de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. 12 Verder is er een groep tbs ers die langdurige zorg en beveiliging nodig heeft en die op de longstay terechtkomt. 5 Kamerstukken II, 2007/08, 29 452, nr. 92, p.1. 6 Beleidskader Longstay forensische zorg, DJI: 2009, p.7. 7 Zie de brief van de minister van justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 1 maart 2004, Kamerstukken II 20003/04 29 452, nr. 1, p.3. 8 Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p.7. 9 RSJ, Advies Longstay, 2008, p.5. 10 C. Kelk, Nederlands detentierecht, Deventer: Kluwer 2008, p. 348. 11 Ibid., p. 343. 12 Art. 38 e WvSr. 2

1.2 Onderzoeksvraag en probleemstelling Zoals hierboven uiteen is gezet bestaat er een groep tbs-ers die uiteindelijk op de longstay terecht komt. De longstay is niet vastgelegd in een formele wet 13 en lijkt ook niet in overeenstemming te zijn met de resocialisatiegedachte waarop de tbs is gericht. Aangezien hun terugkeer in de samenleving uiterst onzeker is, stel ik ook de vraag naar de rechtmatigheid van tbs-longstay in het licht van de artikelen 3 en 5 EVRM. Naar aanleiding van het voorgaande is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Is de tbs longstay in overeenstemming met de resocialisatiegedachte die ten grondslag ligt aan artikel 2 lid 1 BVT en met de artikelen 3 en 5 EVRM? Ik heb voor deze probleemstelling gekozen nadat ik de vakken forensische psychiatrie en penitentiair recht heb gevolgd. Hierin werden het tbs-stelsel en de longstay behandeld en kwamen er tijdens het volgen van deze vakken veel vragen bij mij op omtrent de doorstroom van de reguliere tbs naar de longstay en vice verca, de regelgeving omtrent longstay op nationaal en internationaal niveau en de rechtspositie van deze groep gedetineerden. In deze scriptie zal ik bekijken of de huidige nationale regelgeving wel in overeenstemming is met de Europese normen die gesteld worden door het EHRM. Hierbij zal ik mij toespitsen op de artikelen 3 en 5 van het EVRM. Artikel 3 EVRM is het verbod op foltering en onmenselijke behandeling en artikel 5 gaat over het recht op vrijheid en veiligheid. Ook zal ik dieper ingaan op de relatie tussen longstay en de resocialisatiegedachte. Iemand levenslang opsluiten is zeer ingrijpend en moet dan ook met de nodige waarborgen omgeven worden. Door middel van bovenstaande vraag wil ik erachter komen of dat naar Europese maatstaven in Nederland wel het geval is. 1.3 Opbouw van de scriptie Om tot beantwoording van de probleemstelling te komen is deze scriptie in zes hoofdstukken opgedeeld. In het tweede hoofdstuk wordt de terbeschikkinstelling en het doel daarvan (de resocialisatiegedachte) besproken. Het derde hoofdstuk zal gaan over de huidige longstay regeling en de procedures omtrent de longstay. In hoofdstuk vier wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen enerzijds de levenslange gevangenisstraf en de tbs longstay. In hoofdstuk vijf zal ik de longstay bespreken aan de hand van artikelen 3 en 5 van het EVRM en kijken in hoeverre de longstay wellicht strijdig is met deze artikelen. In mijn conclusie zal de onderzoeksvraag beantwoord worden. 13 Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p.7. 3

Hoofdstuk 2 : De Terbeschikkingstelling 2.1 De geschiedenis van de terbeschikkingstelling Rond 1900 ontstaat er in het strafrecht een andere denkwijze omtrent het straffen. Deze denkwijze wordt de Moderne Richting genoemd. Deze Moderne Richting keek niet alleen naar het vergeldingsdoel bij het straffen, maar hield ook rekening met de persoon van de dader. 14 Niet de daad, maar de dader staat centraal. 15 Het gevangeniswezen moest hier ook aan aangepast worden. Tot 1928 bestond er nog geen terbeschikkingstelling. Er bestond een maatregel van plaatsing in een krankzinnigengesticht, deze maatregel beschermde de maatschappij onvoldoende tegen geestelijk gestoorde criminelen. Alleen de criminelen die volledig ontoerekeningsvatbaar waren konden geplaatst worden en de maatregel eindigde als de stoornis niet meer zo erg was dat de dwangverpleging op grond van de Krankzinnigenwet gevorderd kon worden. 16 De verminderd toerekeningsvatbare personen vielen hierbuiten en werden weer vrijgelaten, ongeacht het recidivegevaar. 17 In 1928 kwamen de Psychopathenwetten tot stand, waarbij de tbr-maatregel werd ingevoerd. 18 Op grond van artikel 37a dat toen werd toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht, kon de rechter de verminderd toerekeningsvatbare tbr opleggen. 19 Deze mensen konden nu van rechtswege (onder dwang) worden verpleegd; zo werd bescherming van de samenleving gewaarborgd. 20 De maatregel diende met name om het belang de samenleving te beschermen en mocht daarom ook alleen worden opgelegd indien op goede gronden kon worden aangenomen dat de psychisch gestoorde delinquent vanwege zijn stoornis een gevaar voor de samenleving opleverde. 21 In 1988 heeft de Wet herziening tbr de Psychopathenwetten van 1925 vervangen; de tbs-maatregel verving de tbr. De tbs is een strafrechtelijke maatregel die van toepassing kan zijn op zowel niet toerekeningsvatbare als op verminderd toerekeningsvatbare gedetineerden. Deze (verminderde) toerekeningsvatbaarheid moet voortvloeien uit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens die bestaat ten tijde van het begaan van het delict. 22 Als het recidiverisico te groot is om de betrokkene terug te 14 Kelk, Nederlands Detentierecht, Deventer: Kluwer 2008, p.336. 15 C. Kelk, Studieboek materieel strafrecht, Deventer: Kluwer: 2005, p. 22-23. 16 Wet van 27.4.1884, Stb. 96. 17 Raes en Bakker, De psychiatrie in het Nederlandse recht, Deventer: Kluwer 2007, p.175. 18 C. Kelk, Studieboek materieel strafrecht, Deventer: Kluwer 2005, p. 23. 19 Stb. 1926, 221. 20 Stb. 1926, 222. 21 E.J. Hofstee, TBR en TBS, Arnhem: Gouda Quint 1987, p. 124. 22 Art.37a lid 1 WvSr. 4

laten keren in de samenleving kan tbs worden opgelegd. 23 Indien iemand volledig ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard, zal die persoon van alle rechtsvervolging worden ontslagen en mag hij niet gestraft worden. 24 Wel kan de dader worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis of tbs opgelegd krijgen. 25 Het doel van de tbs-maatregel is om de maatschappij te beschermen tegen deze groep delinquenten en uiteindelijk na behandeling en verpleging terug te laten keren in de maatschappij. 26 Verpleging wil zeggen: ter bescherming van de samenleving vasthouden en verzorgen, zodat behandeling kan plaatsvinden die gericht is op het doen afnemen op langere termijn van de gevaarlijkheid van de verpleegden. 27 Op de tbs-gestelden is de BVT van toepassing. Nadere regels omtrent de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel zijn vastgelegd in het Reglement Verpleging Terbeschikking gestelden (hierna: RVT). 2.2 Voorwaarden opleggen tbs In art.37a lid 1 WvSr staat dat terbeschikkingstelling kan worden opgelegd indien: 1. Bij de verdachte tijdens het begaan van het strafbare feit een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens of een ziekelijke stoornis van de geestesvermogens bestond; 2. Indien op het begane strafbare feit van de verdachte een gevangenisstraf van vier of meer jaren staat of het om een van de misdrijven gaat die staan genoemd in art.37a lid 1 sub 1 WvSr; 3. De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel eist. In de wet wordt geen verband geëist tussen de stoornis en het gepleegde strafbare feit. De Hoge Raad heeft in de Kraggenburg-zaak aangenomen dat inderdaad geen causaal verband is vereist tussen de psychische stoornis van de verdachte en het delict. 28 Het is voldoende als er sprake is van gelijktijdigheid. Volgens de wet is alleen een gelijktijdig verband vereist tussen het plegen van het delict en de aanwezige stoornis. 29 In de literatuur wordt wel gesproken van het vereiste van een causaal verband tussen de stoornis en het gepleegde delict; de rechtspraak en de literatuur spreken elkaar dus tegen. 23 Art.37a e.v. WvSr. 24 Art.39 WvSr. 25 C. Kelk, Nederlands Detentierecht, Deventer: Kluwer 2008, p.339. 26 Raes en Bakker, De psychiatrie in het Nederlandse recht, Deventer: Kluwer 2007, p. 175. 27 C. Kelk, Nederlands Detentierecht, Deventer: Kluwer 2008, p. 335. 28 Hoge Raad 22 januari 2008, LJN: BC1317. 29 Art. 37 a lid 1 WvSr. 5

Bij verminderde toerekeningsvatbaarheid kan het delict in een bepaalde mate niet aan de dader worden toegerekend; de mate waarin hangt af van de geestelijke toestand van de dader tijdens het begaan van het delict. 30 Tussen de stoornis en de kans op recidive is causaal verband vereist: ontbreekt dit verband, dan kan een lange gevangenisstraf worden opgelegd, maar geen tbs. 31 Bij verminderde toerekeningsvatbaarheid kan een gevangenisstraf in combinatie met tbs worden opgelegd. 32 De tbs-maatregel kan alleen worden opgelegd als de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dit eist. 33 De dader moet dus een reëel gevaar opleveren voor de samenleving. 34 Het recidiverisico moet naar een aanvaardbaar niveau zijn teruggebracht, voordat er weer kan worden teruggekeerd in de samenleving. 35 Voordat een rechter tbs mag opleggen moet er een multidisciplinair onderzoek zijn gedaan. Dit houdt in dat er onderzoek wordt gedaan door twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater. 36 Dit onderzoek wordt ook wel de Pro Justitia rapportage genoemd. Hierin wordt met behulp van risicotaxatieinstrumenten het eventuele recidiverisico van de verdachte beschreven. 37 Van het onderzoek wordt een gedagtekend en ondertekend advies uitgebracht. 38 2.3 Tbs met bevel tot verpleging Er zijn twee vormen van tbs: de tbs met bevel tot verpleging van overheidswege (tbs met dwangverpleging) en de tbs zonder een dergelijk bevel (tbs met voorwaarden). Tbs met dwangverpleging kan worden opgelegd naast de gevangenisstraf indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van goederen dit eist. 39 De rechter kan ook afzien van het opleggen van straf bij het opleggen van de tbs maatregel, ook als hij vindt dat het feit wel aan de verdachte kan worden toegerekend. 40 Vaak wordt de tbs-maatregel in combinatie met een gevangenisstraf opgelegd. Het doel van de tbs met dwangverpleging is aan de ene kant bescherming van de samenleving en aan de andere kant, door de verpleging en behandeling de tbs er terug laten keren in de maatschappij. 41 De tbs met dwangverpleging 30 E.J. Hofstee, TBS, Deventer: Kluwer 2003, p. 84. 31 HR 9 november 1982, NJ 1983, 268. 32 Art.37a lid 2 WvSr. 33 Art.37a lid 1 sub 2 WvSr. 34 C. Kelk, Nederlands Detentierecht, Deventer: Kluwer 2008, p.340. 35 Kamerstukken II 1998/99, 26562, nr. 1, p. 1. 36 Raes en Bakker, De psychiatrie in het Nederlandse recht, Deventer: Kluwer 2007, p. 99. 37 Canton e.a., De betrouwbaarheid van de risicotaxatie in de pro justitia rapportage, Tijdschrift voor de psychiatrie, 2004, p. 537. 38 Art.37a lid 3 jo. art.37 lid 2 WvSr. 39 Art. 37a jo 37b lid 1 WvSr. 40 Art. 37a lid 2 WvSr. 41 www.dji.nl/onderwerpen/patienten-in-forensische-zorg/straffen-en-maatregelen/tbs-maatregel/. 6

begint in eerste instantie pas na het uitzitten van de gevangenisstraf, 42 te weten op de voorwaardelijke invrijheidstelingsdatum. De rechter kan in zijn vonnis een advies opnemen omtrent het tijdstip waarop volgens hem de tbs dient aan te vangen. Dit advies is niet bindend. 43 Dit om te voorkomen dat de behandeling pas na lange tijd begint en behandeling door de lange wachttijd stukken minder effectief is. Sinds de afschaffing van de Fokkensregeling vindt overplaatsing vanuit een gevangenisregime naar de tbs plaats na twee-derde van het uitzitten van de gevangenisstraf; dit is zoals gezegd het moment van de voorwaardelijke invrijheidstelling. 44 2.4 Duur tbs met bevel tot verpleging De tbs wordt in eerste instantie voor twee jaar opgelegd en kan verlengd worden met een of twee jaar. 45 Het maximum voor de gemaximeerde tbs met dwangverpleging ligt op vier jaar. Als tbs met dwangverpleging is opgelegd wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen kan de tbs onbeperkt verlengd worden en is het van het geschatte recidiverisico afhankelijk of en voor hoe lang er verlengd zal worden. 46 Deze verlenging kan doorgaan tot aan de dood van de tbs-gestelde. Door gratieverlening zou de tbs kunnen eindigen. 47 2.5 Afschaffing Fokkensregeling De Fokkensregeling zorgde ervoor dat tot gevangenisstraf veroordeelden die ook tbs opgelegd kregen, nadat ze één derde van de gevangenisstraf hadden uitgezeten, werden geplaatst in een tbs-inrichting. 48 De gedachte hierachter was dat eerder begonnen kon worden met de behandeling van de geestelijke stoornis en de behandeling daardoor effectiever is met een grotere kans op genezing en resocialisatie. 49 De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 24 juli 2010 besloten deze Fokkensregeling in te trekken. 50 Voor de veroordeelde die een gevangenisstraf en tbs opgelegd heeft gekregen houdt dit in dat hij niet automatisch na één derde van zijn gevangenisstraf te hebben uitgezeten naar een tbs-inrichting mag. Deze afschaffing is zeer nadelig voor degene die naast een gevangenisstraf ook tbs met dwangverpleging opgelegd heeft gekregen. Dit omdat deze personen langer in de gevangenis 42 Art. 42 Penitentiaire Maatregel. 43 Art. 37b lid 2 WvSr. 44 RSJ, Advies afschaffing Fokkensregeling, 2 februari 2010, p. 5. 45 Art. 38 d WvSr. 46 Art. 38 e WvSr. 47 Art. 558 lid 3 WvSv. 48 Art.3 Regeling plaatsing veroordeelden gevangenisstraf en TBS, Stcrt.1997, nr. 185. 49 www.rsj.nl/actueel/persberichten/persbericht-fokkensregeling.aspx?cp=60&cs=15849. 50 Stb. 2010, 312, p. 4. 7

zitten, waar niet wordt behandeld en ze later met de behandeling en resocialisatie beginnen. De rechter kan adviseren om een combinatievonnis eerder ten uitvoer te leggen, zodat eerder met de behandeling wordt begonnen. 51 2.6 Tbs met voorwaarden Naast de tbs met dwangverpleging bestaat er de tbs met voorwaarden. Bij deze vorm van tbs kan de rechter voorwaarden vaststellen ter bescherming van de veiligheid van personen of de algemene veiligheid van goederen. 52 De voorwaarden kunnen inhouden dat de ter beschikking gestelde zich in een door de rechter aangewezen inrichting laat opnemen, zich onder behandeling stelt van een aangewezen deskundige, of de door de behandelend arts voorgeschreven geneesmiddelen inneemt, dan wel gedoogt dat deze door de behandelend arts aan hem worden toegediend. 53 Indien een tbs er zich niet aan de gestelde voorwaarden houdt, dan kan de tbs met voorwaarden worden omgezet in tbs met dwangverpleging. 54 Het OM houdt toezicht op de naleving van de gestelde voorwaarden. 55 De tbs met voorwaarden kan alleen worden opgelegd indien de veroordeelde verklaart dat hij zich aan de vastgestelde regels zal houden, 56 dit wegens het ingrijpende karakter van sommige voorwaarden. De rechter kan de voorwaarden wijzigen op verzoek van het OM of de veroordeelde. 57 Als de voorwaarden niet worden nageleefd, of als de veiligheid van anderen dan wel de veiligheid van goederen dit eist, kan de rechter alsnog op vordering van het OM de verpleging van overheidswege bevelen. 58 2.7 Verlengingsprocedure In eerste instantie wordt de tbs voor twee jaren opgelegd. 59 Deze termijn kan steeds met één of twee jaren verlengd worden op verzoek van het OM indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging eist. 60 Het verlengingsverzoek wordt ingediend door het OM en kan niet eerder dan twee maanden en niet later dan een maand voor het einde van de tbs worden verzocht. 61 De aanvraag wat betreft 51 Stb. 2010, 312, p. 12. 52 Art. 37a jo 38 WvSr. 53 Art. 38a lid 1 WvSr. 54 Art. 38c WvSr. 55 Art. 38e lid 2 WvSr. 56 Art.38 lid 3 WvSr. 57 Art. 38b WvSr. 58 Art. 38 jo 38c WvSr. 59 Art. 38 d lid 1 WvSr. 60 Art. 38 d lid 2 Wv Sr. 61 Art. 509 v lid 1 WvSv. 8

verlenging zal niet-ontvankelijk worden verklaard als deze niet binnen de gestelde termijn wordt ingediend. Of de tbs wordt verlengd, hangt af van het recidiverisico van de betrokkene. Terugkeer naar de samenleving is pas mogelijk als het recidiverisico voldoende afgenomen is. 62 Als het recidiverisico niet gedaald is tot een aanvaardbaar niveau, kan de tbs telkens met één of twee jaar verlengd worden, tot aan de dood van de tbs er. 63 Het recidiverisico wordt bepaald door middel van voorspellingen, onder andere met behulp van risicotaxatieinstrumenten. 64 Een probleem hiervan is dat de risicotaxatie nog lang niet betrouwbaar te noemen is en nog steeds in ontwikkeling is. 65 Als er geen verlengingsverzoek wordt ingediend dan eindigt de tbs van rechtswege. Als het OM niet verzoekt om verlenging moet het de minister hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte stellen. 66 Bij een verlengingsverzoek moet een recent met redenen omkleed advies worden uitgebracht afkomstig van het hoofd van de tbs-instelling waar de tbs-gestelde verblijft. Ook dient er een afschrift van aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de tbs-er te worden overlegd. 67 Na zes jaren worden er strengere eisen gesteld omtrent de verlenging van de tbs. Er moet een recent opgemaakt, met redenen omkleed advies van twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, worden aangeleverd. Zij mogen niet verbonden zijn aan de instelling waar de tbs-gestelde verblijft. Hierop kan uitzondering gemaakt worden als de tbs-gestelde niet meewerkt aan het onderzoek. Bij weigering van de verpleegde kan het OM een ander advies of rapport overleggen. 68 De tbs gestelde wordt ook gehoord alvorens er over de verlenging besloten wordt. 69 Het OM en de tbs er kunnen allebei in beroep tegen de verlengingsbeslissing van de rechter. Dit beroep kan worden ingesteld bij de Penitentiaire Kamer van het Hof in Arnhem. 70 Op de plaatsing op een longstay-afdeling en de daarvoor geldende criteria zal ik in het volgende hoofdstuk nader ingaan. 62 Kamerstukken II 1998/99, 26562, nr. 1, p. 1. 63 Art. 38 e lid 3 WvSr. 64 C. Kelk, Nederlands Detentierecht, 2008, p.340. 79 Raes en Bakker, De psychiatrie in het Nederlandse recht, Deventer: Kluwer 2007, p. 217. 66 Art. 51 lid 1 sub a RVT. 67 Art. 509 o lid 2 WvSv. 68 Art. 509 o lid 4 WvSv. 69 Art. 509 s lid 3 WvSv. 70 Art. 509v lid 1 WvSv. 9

Hoodstuk 3. Longstay 3.1 De resocialisatiegedachte In artikel 2 lid 1 BVT is de resocialisatiegedachte vastgelegd die ten grondslag ligt aan de tbs: De tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden wordt zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de behandeling van de veroordeelde en de voorbereiding op diens terugkeer in de maatschappij, met inachtneming van het karakter van die vrijheidsbenemende straf of maatregel. Dit resocialisatiebeginsel is een algemeen beginsel dat van toepassing is op de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Deze gedachte is ook neergelegd in artikel 2 lid 2 van de Penitentiaire Beginselenwet (hierna: PBW): Met handhaving van het karakter van de vrijheidsstraf of de vrijheidsbenemende maatregel wordt de tenuitvoerlegging hiervan zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij. De tenuitvoerlegging van de straf, of verpleging van een tbs-gestelde, wordt zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan terugkeer in de samenleving. Echter, er is een groep tbs-gestelden bij wie de behandeling niet (voldoende) heeft geholpen, om het recidivegevaar zodanig te verminderen dat zij kunnen terugkeren in de maatschappij, of terecht kunnen in de reguliere GGz. Deze groep tbs-gestelden die langere tijd volgens the state of the art alle mogelijke behandelmethoden hebben ondergaan, maar zonder dat het recidiverisico aanvaardbaar verminderd is, zal uiteindelijk op een longstay-afdeling terecht komen. 71 De tbs is een vrijheidsbenemende maatregel. Het doel van de tbs is enerzijds om de maatschappij te beschermen tegen het gevaar van recidive en anderzijds om de verpleegde te behandelen en terug te laten keren in de maatschappij als dat gevaar voldoende afgenomen is. 72 Bij sommigen zal dit een kortdurende behandeling inhouden en bij anderen zal langdurige behandeling nodig zijn om op verantwoorde wijze terug te kunnen keren in de maatschappij. Tbs-gestelden bij wie de behandeling niet leidt tot vermindering van het delictgevaar en die daarom niet kunnen resocialiseren, zijn aangewezen op langdurige zorg en beveiliging. 73 Aangezien de longstay niet het doel heeft om de verpleegde terug te laten keren 71 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p.15. 72 www.dji.nl/onderwerpen/patienten-in-forensische-zorg/straffen-en-maatregelen/tbs-maatregel/. 73 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p.7. 10

in de maatschappij, lijkt dit op gespannen voet te staan met artikel 2 BVT, waarin wordt gesteld dat resocialiseren het doel van de tbs is. 74 Ondanks dat de resocialisatiegedachte zo n grote rol speelt bij de tbs en zelfs als doel omschreven staat in artikel 2 lid 1 BVT, wordt de mogelijkheid tot resocialisatie op verschillende manieren sterk ingeperkt. Het doel van de tbs is behandeling en beveiliging van de maatschappij, waarbij de veiligheid van de maatschappij voor de behandeling gaat. 75 Terugkeer in de maatschappij kan pas als het recidiverisico voldoende is afgenomen. 76 Maar op een longstay-afdeling wordt er geen behandeling meer gegeven die gericht is op terugkeer in de maatschappij. 77 Dit lijkt een grote tegenstrijdigheid. Doordat geen behandeling wordt gegeven die gericht is op terugkeer in de samenleving, is er nauwelijks nog mogelijkheid tot resocialisatie en is terugkeer in de samenleving daardoor ook niet mogelijk. De patiënten op de longstay-afdelingen komen ook niet meer in aanmerking voor verlof dat gericht is op terugkeer in de samenleving. Ze kunnen alleen op begeleid verlof op humanitaire gronden. 78 Het verblijf op de longstay kan letterlijk levenslang duren, tot aan de dood van de patiënt. De Veldzicht kliniek heeft zelfs een eigen begraafplaats. 79 3.2 Ontstaan longstay Er is een categorie tbs-gestelden bij wie het recidiverisico zo groot is dat resocialisatie in het belang van de veiligheid is uitgesloten. Bij deze categorie tbs-gestelden heeft de behandeling niet geleid tot voldoende afname van het recidiverisico. Zij hebben langdurige zorg en beveiliging nodig die gericht is op stabilisatie van de geestelijke stoornis. 80 In de jaren 90 ontstond een tekort aan behandelplaatsen bij de tbs. Dit kwam onder meer door tbs ers die na jarenlange behandeling niet terug konden keren naar de maatschappij wegens hun blijvende delictgevaarlijkheid, maar nog steeds op de tbs verbleven, waardoor deze behandelplekken niet vrijkwamen voor anderen. 81 Naar aanleiding van een motie van C. Bremmer en J.P. Rehwinkel, werd de regering verzocht om voorstellen te doen voor een specifiek tbs-regime gericht op de langdurig verblijvende tbs ers. 82 Er werd de Commissie Zorg voor 74 Kamerstukken II, 2007/08, 29 452, nr 92. 75 Kamerstukken II, 1993/94, 23 445, nr. 3. 76 Kamerstukken II, 1998/99, 265 62, nr.1, p.1. 77 R. Dallinga en H.J.C. van Marle, Longstay TBS in zijn juridische context: een toetsing aan de wetgeving, Sancties, 2002, p. 22. 78 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p. 24. 79 B.C.M. Raes, uren, dagen, maanden, jaren, een essay over de longstay-tbs als geheel, p.388. 80 Kamerstukken II, 2007/08, 29 452, nr. 92, p.1. 81 E. Leeuw, Instroom en capaciteit in de TBS-sector, Den Haag, WODC 1998. 82 Kamerstukken II, vergaderjaar 1995/96, 23 445 en 24 256, nr. 22 11

vóórtdurend delictgevaarlijke tbs-verpleegden ingesteld. 83 De Commissie schreef het rapport Zorg voor vóórtdurend delictgevaarlijke tbs-verpleegden. 84 De conclusie van dit rapport was dat er longstay-afdelingen moesten komen, waar voortdurend delictgevaarlijke tbsgestelden kunnen verblijven, als de behandeling niet geholpen heeft en ook verwacht wordt dat dit niet zal gebeuren en deze groep dus langdurig en wellicht tot hun dood zal verblijven. In 1999 wordt de eerste longstay-afdeling geopend in de Veldzicht tbs-kliniek. 85 In de loop van de volgende jaren wordt het aantal longstay plaatsen steeds meer uitgebreid. 86 De Commissie Kosto deed in 2001 een voorstel voor twee beleidsopties met betrekking tot de tbs. De eerste was bevordering van uitstroom van de tbs ers naar de geestelijke gezondheidszorg (hierna: GGz), dus wat betreft de verpleegden die minder zorg behoefden deze van de dure behandelplekken afhalen en in de reguliere GGz behandelen. 87 De groep die nog wel zorg nodig had zou geplaatst moeten worden in een tbs-inrichting of indien mogelijk worden behandeld in de GGz. 88 Ook werd er voorgesteld om de tbs te integreren in de algemene GGz, wat vanwege de benodigde beveiliging niet haalbaar was. Het advies werd niet overgenomen door het kabinet, maar er werd wel gepleit voor samenwerking tussen de GGz en de tbs klinieken. De Commissie Visser werd in 2005 ingesteld na meerdere incidenten met ontsnapte tbs ers. De Commissie moest de stand van de forensische zorg verhelderen zodat de politiek de juiste keuzen kon maken op dit punt. In 2006 bracht de Commissie advies uit over de lange behandelduur en hoe dit probleem opgelost zou kunnen worden. 89 De Commissie deed zeventien aanbevelingen die gedeeltelijk zijn doorgevoerd in beleid, maar ook waar deels geen gehoor aan is gegeven. 90 In 2008 werd door de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: RSJ) advies uitgebracht over de longstay en de sterke groei van de populatie tbs ers in longstay. 91 In het advies worden twee denkrichtingen aangegeven omtrent de longstay. De eerste is longstay te handhaven in de huidige vorm (plaatsing op de longstay en terugplaatsing naar reguliere tbs op last van de MvJ) en een verzwaarde toetsing van plaatsing en verlenging 83 Commissie Zorg voor vóórtdurend gevaarlijke tbs verpleegden, Vóórt-durend delictgevaarlijke tbs verpleegden, Den Haag DJI: 1998. 84 Kamerstukken II, vergaderjaar 1997/98, 24 587, nr 28. 85 www.fpcveldzicht.nl/onderwerpen/vervolg.aspx?id=136. 86 RSJ Advies, de oplopende duur van de tbs, 2011, p. 11. 87 Hofstee, TBS, Deventer: Kluwer 2003, p. 34. 88 B.C.M. Raes, Er is (n)iets mis met de maatregel TBS. Een overzicht van de recente ontwikkelingen, Rug, nr 9, p.9. 89 Kamerstukken II, 2005/06, 30350, nr. 5. 90 Ibid. 91 RSJ Advies longstay van 1 februari 2008. 12

op de longstay. De tweede optie is de longstay te integreren in de reguliere tbs, de behandeling centraal stellen en het longstay beleidskader te laten varen. 92 3.3 Huidige longstay De verpleegden die verblijven op een longstay-afdeling zijn verpleegden die geen behandeling meer krijgen die gericht is op terugkeer in de maatschappij. 93 De langdurige zorg en beveiliging die zij nodig hebben is gericht op stabilisatie van de geestelijke stoornis en niet op het genezen van de geestelijke stoornis. 94 Ook moet niet de mogelijkheid bestaan tot plaatsing in de reguliere GGz, vanwege het benodigde beveiligingsniveau. Uit het WODCrapport Blijvend delictgevaarlijk en het Advies van de RSJ omtrent Longstay, blijkt dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen longstay-patiënten. 95 We onderscheiden drie groepen binnen in de longstay: 1. Longstay zonder verlofmogelijkheden; 2. Longcare met mogelijkheden voor begeleid verlof; 3. Een groep die na opheffing van hun verblijf in de longstay wordt voorbereid op een overgang naar de longcare-ggz of naar een behandelafdeling van een forensisch psychiatrisch centrum (begeleid verlof is hier ook mogelijk). 96 De longstay populatie heeft hoge beveiliging nodig en een laag zorgniveau en de longcare populatie heeft juist een hoog zorgniveau en laag beveiligingsniveau nodig. 97 De longstay is niet wettelijk geregeld, maar omschreven in beleidskaders. 98 Volgens het Beleidskader Longstay Forensische Zorg 99 uit 2009 is de populatie die langdurige zorg en beveiliging nodig heeft gegroeid van 88 tbs-gestelden in december 2005 naar 186 tbs-gestelden in november 2008. 100 Het nieuwe beleidskader is afgestemd op de stelselwijziging Vernieuwing Forensische Zorg van het Ministerie van Justitie. 101 92 RSJ Advies longstay, aanvullend advies, van 28 februari 2008. 93 R. Dallinga en H.J.C. van Marle, Longstay TBS in zijn juridische context: een toetsing aan de wetgeving, Sancties, 2002, p. 22. 94 Kamerstukken II, 2007/08, 29 452, nr. 92, p.1. 95 C.H. de Kogel, C. Verwers en V.E. de Jongh, WODC-rapport, Blijvend delictgevaarlijk, 2005, p.37 en RSJ, Advies Longstay, 1 februari 2008, p. 22. 96 www.dji.nl/onderwerpen/patienten-in-forensische-zorg/straffen-en-maatregelen/tbs-maatregel/ 97 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, DJI, 19 januari 2009, p. 9. 98 Ibid. 99 Ibid. 100 Ibid., p.7. 101 www.dji.nl/organisatie/organisatiestructuur/vernieuwing-forensische-zorg/ 13

Deze vernieuwing van de forensische zorg heeft de volgende doelstellingen: De juiste patiënt op de juiste behandelplek. Verbetering van de doorstroom en uitstroom. Hierbij wordt gedoeld op bijvoorbeeld de uitstroom van tbs ers naar de reguliere GGz; door de uitstroom komen nieuwe behandelplekken vrij. Verbetering van de kwaliteit van de forensische zorg en van de beveiliging van de maatschappij tegen patiënten die mogelijk nog een gevaar vormen voor de samenleving. Er moet een balans gevonden worden tussen goede zorg en beveiliging. Meer en beter inzicht krijgen in de vraag naar forensische zorg in een strafrechtelijk kader en de kosten van de forensische zorg. 102 3.4 Plaatsing op de longstay De plaatsing op de longstay wordt gelast door de Minister van Justitie (hierna: MvJ). 103 De inrichting is verantwoordelijk voor het stellen van de indicatie. 104 Hieronder heb ik de vereisten voor plaatsing op de longstay uiteen gezet. Aan de volgende eisen moet zijn voldaan voor plaatsing: Er bestaat een risico dat de tbs-gestelde een ernstig delict pleegt. Ernstige delicten zijn bijvoorbeeld; moord, doodslag, verkrachting. 105 Dit risico voor de veiligheid van anderen is zo groot dat de maatschappij daartegen moet worden beschermd. Het risico zal moeten blijken uit een recente risicotaxatie (niet ouder dan één jaar). Beveiliging (naast eventuele zorg) is nodig om te voorkomen dat de tbs-gestelde een ernstig delict pleegt. Het recidiverisico is onvoldoende afgenomen; de tbs-gestelde kan niet zonder de hierboven genoemde beveiliging en toezicht. 102 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p.9. 103 Art. 11 lid 1 BVT. 104 Art.17 Bvt. 105 289, 287 en 242 WvSr. 14

De tbs-gestelde heeft conform state of the art alle behandelingsmogelijkheden ondergaan, bij voorkeur in twee behandelsettingen, zonder dat het recidiverisico aanvaardbaar is verminderd. Er is geen mogelijkheid tot plaatsing in de reguliere GGz, vanwege de benodigde beveiliging. 106 106 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p.15. 15

3.5 Aanvragen van longstay forensische zorg indicatie: Zoals reeds genoemd is het forensisch psychiatrisch centrum (hierna: fpc) verantwoordelijk voor de aanvraag van de indicatie voor plaatsing op een longstay-afdeling. 107 Bij de indicatie wordt ook aangegeven of plaatsing op een longstay-afdeling met het hoogste beveiligingsniveau in combinatie met intensieve (psychiatrische) zorg noodzakelijk is. 108 De aanvraag van de longstay forensische zorg (hierna: lfz) indicatie wordt door het fpc gedaan bij de afdeling Plaatsing van het Ministerie van Justitie. De afdeling Plaatsing vraagt bij het Nederlands Instituut voor forensische psychiatrie en psychologie (hierna: NIFP) een multidisciplinaire rapportage aan om de longstay-aanvraag te toetsen. Hierna vraagt de afdeling Plaatsing een onafhankelijk deskundig advies aan de Landelijke adviescommissie plaatsing (hierna: Lap). 109 De Lap toetst de aanvraag voor de lfz-indicatie op basis van eigen onderzoek en alle relevante dossierstukken. Als de Lap tot de conclusie komt dat er nog behandelmogelijkheden zijn en de noodzaak voor langdurige beveiliging en zorg niet vaststaat, wordt er een negatief plaatsingsadvies door de lap afgegeven. Een negatief plaatsingsadvies moet voldoende gemotiveerd worden. De Lap kan ook een behandeladvies uitbrengen. Wanneer de Lap tot de conclusie komt dat er wel voldoende gronden zijn voor een longstay-indicatie, zal er een positief advies worden uitgebracht aan het hoofd van de afdeling Plaatsing. Hierbij geeft de Lap aan welk beveiligingsniveau en welke zorgbehoefte vereist is. 110 De Directie Forensische Zorg beslist namens de MvJ of er een longstay-indicatie wordt afgegeven. Indien tegen het advies van de Lap wordt ingegaan, gaat de afwijzing met redenen omkleed naar de patiënt, de kliniek en de Lap. 111 Als de lfz-indicatie wordt afgegeven, dan wordt de tbs-gestelde aangemeld bij de lfz-voorziening. De plaatsing wordt aangenomen, tenzij er gegronde redenen zijn om van de plaatsing af te zien. Als de verplichte hoorprocedure is voltooid geeft de Directie Forensische Zorg, namens de MvJ de plaatsingsbeschikking af. De tbs-gestelde kan binnen acht werkdagen na datum van de getekende plaatsingsbeschikking hiertegen in beroep gaan bij de RSJ. 112 De advocaat van de betrokken tbs-gestelde wordt binnen twee werkdagen op de hoogte gesteld van de voorgenomen plaatsing. 113 107 Art. 17 BVT. 108 Kamerstukken II 2004/05, 29 452, nr.35, p.10. 109 Beleidskader Longstay Forensische Zorg, DJI, 19 januari 2009, p.15. 110 Y.A.J.M. van Kuijck, De Longstay-afdeling in de TBS kritisch gevolgd, Sancties 2003, nr. 6, p. 319. 111 Beleidskader Longstay Forensische Zorg, DJI, 19 januari 2009, p.15-16. 112 Art. 69 lid 1 sub a Bvt 113 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 2009, p.16. 16

3.6 Verlenging longstay De tbs wordt in beginsel voor twee jaren opgelegd. 114 Na twee jaar kan de tbs worden verlengd met één of twee jaar. 115 Of de tbs wordt verlengd hangt af van het recidiverisico van de tbs-gestelde. Indien het recidiverisico niet aanvaardbaar minder is geworden zal de tbs worden verlengd. Dit zijn dezelfde voorwaarden die ook gelden voor het verlengen van tbs voor de tbs-longstayer. Bij verlenging staat niet het gepleegde delict centraal, maar de kans op eventuele herhaling. 116 Het Hof Arnhem beslist over de verlenging van de tbs en zal hierbij de belangen van bescherming van de maatschappij moeten afwegen tegen de belangen van de tbs-gestelden. Bij de verlengingsbeslissing beslist de rechter enkel over de verlenging of beëindiging van de tbs-maatregel. Over de plaatsing op een longstay-afdeling mag hij niet oordelen. 117 Voor de tbs-longstay is er naast verlengingstoetsing ook de driejaarlijkse toets door de Lap, waarbij wordt beoordeeld of voortzetting van de longstay nog gerechtvaardigd is. Er kan een nieuw behandelperspectief zijn ontstaan, bijvoorbeeld door nieuwe medicijnen die op de markt zijn gekomen, of nieuwe behandelmethoden, of doordat de psychiatrische stoornis na verloop van tijd is afgenomen. 118 De Lap geeft advies aan de MvJ, die uiteindelijk de beslissing neemt over de beëindiging of voortzetting van de lfz-indicatie. Bij de uitvoering van de periodieke toets is het van belang dat de behandelingsvatbaarheid van de tbs-gestelde wordt onderzocht. Als blijkt dat er mogelijkheden zijn tot resocialisatie, zal gekeken worden of de tbs-gestelde die op de longstay verblijft, teruggeplaatst kan worden naar een reguliere tbs-kliniek, waar behandeling wordt gegeven die gericht is op resocialisatie. De Lap adviseert de MvJ dan om de lfz-indicatie te beëindigen. 119 Er kan ook uitkomen dat de lfz indicatie niet vereist is, maar dat er ook geen resocialisatie mogelijk is. Dan adviseert de Lap de MvJ om de lfz-status te beëindigen en geeft een advies over de vervolgvoorziening. 120 Dit zijn bijvoorbeeld de longcare patiënten, die wel veel zorg nodig hebben maar een laag beveiligingsniveau. Deze zullen dan niet geplaatst worden in een tbs-kliniek, omdat resocialisatie niet mogelijk is, maar zij kunnen bijvoorbeeld wel terecht in een psychiatrisch ziekenhuis, waar het beveiligingsniveau lager is, maar wel de benodigde zorg aanwezig is; hierdoor komen weer plekken vrij op de longstay-afdelingen. 114 Art. 38 d lid 1 WvSr. 115 Art. 38 d lid 2 WvSr. 116 Th. M. Deenen, longstay anders dan levenslang? Rijksuniversiteit Groningen 2007, p. 36. 117 RSJ, Advies Longstay, 1 februari 2008, p. 18. 118 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009. p.22. 119 Ibid., p.23. 120 Ibid. 17

Er kan ook besloten worden dat de lfz-status gehandhaafd blijft en het verblijf op een longstay afdeling noodzakelijk is. Tegen het besluit tot verlenging van de longstay kan in beroep worden gegaan bij de RSJ. 121 Als blijkt dat niet alle mogelijke behandelmethoden zijn uitgevoerd alvorens om een lfz indicatie gevraagd wordt, zal de RSJ het beroep van de tbs-gestelde gegrond verklaren. 122 De rechter kan ook de vordering tot verlenging van het OM afwijzen; als dit gebeurt dan eindigt de tbs en daarmee ook de longstay. 123 De beoordelaar die het gehele dossier toetst, moet zelf ook face to face met de desbetreffende tbs-gestelde een gesprek voeren. Dit om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de verpleegde. 124 Hierbij rijst de vraag of de MvJ wel de aangewezen persoon is om te beslissen over de longstay verlenging. Een beslissing over levenslange gevangenisstraf wordt genomen door een onafhankelijke rechter; waarom de beslissing omtrent de longstay niet? Dit klemt des te meer, omdat de plaatsing op een longstay-afdeling veel gelijkenissen vertoond met de levenslange gevangenisstraf. Een andere kanttekening bij de bevoegdheid van de MvJ om te beslissen over longstay is dat de MvJ een politieke figuur is, die ter verantwoording naar de Kamer geroepen kan worden, waardoor diens onafhankelijkheid in het geding kan komen. Vooral omdat het besluit tot plaatsing op een longstay-afdeling zulke zware gevolgen met zich meebrengt, zou deze beslissing mijns inziens door een onafhankelijke rechter genomen moeten worden. 125 Een andere uitkomst van de periodieke toets kan zijn dat de lfz-indicatie niet vereist is, maar dat ook geen resocialisatie mogelijk is. Dan adviseert de Lap de MvJ om de lfz-status te beëindigen en geeft een advies over de vervolgvoorziening. 126 Dit zijn bijvoorbeeld de longcare patiënten, die wel veel zorg nodig hebben maar een laag beveiligingsniveau. Deze zullen dan niet geplaatst worden in een tbs-kliniek, omdat resocialisatie niet mogelijk is, maar zij kunnen bijvoorbeeld wel terecht in een psychiatrisch ziekenhuis, waar het beveiligingsniveau lager is, maar wel de benodigde zorg aanwezig is; hierdoor komen er weer plekken vrij op de longstay-afdelingen. 121 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009. p.27. 122 C.Kelk, Nederlands Detentierecht, 2008, p.348. 123 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zor, 19 januari 2009, p.23. 124 Ibid. 125 Zie ook: Mr. W. Anker bij P&W: Laat rechter oordelen over longstay, 19-11-2009. 126 DJI, Beleidskader Longstay Forensische Zorg, 19 januari 2009, p. 23 18

Hoofdstuk 4 : Longstay in verhouding tot levenslange gevangenisstraf 4.1 Geschiedenis van de levenslange gevangenisstraf De doodstraf bestond in Nederland tot 1870. Vanaf 1860 werd de tenuitvoerlegging van de doodstraf geschorst. Nu de doodstraf niet meer uitgevoerd kon worden kwam de levenslange gevangenisstraf in beeld, om het gat op te vullen tussen de doodstraf en de lagere tijdelijke straffen. 127 De toenmalige Minister van Justitie Van Lilaar vond invoering van de levenslange gevangenisstraf aanvaardbaar, zolang er nog een gratiemogelijkheid bestond. In 1881 kwam de discussie omtrent de levenslange gevangenisstraf weer op gang toen de straf werd ingevoerd in het Wetboek van Strafrecht. De toenmalige Minister van Justitie Modderman, die de levenslange gevangenisstraf bleef handhaven, deed dit met bloedend hart want, stelde hij, in beginsel deugt zij niet. 128 4.2 Levenslange gevangenisstraf Een gevangenisstraf is in Nederland tijdelijk of levenslang. 129 Levenslang is in Nederland ook echt levenslang, dus tot aan de dood van de veroordeelde. 130 Bij de behandeling van het wetsvoorstel over de verhoging van de tijdelijke gevangenisstraf, benadrukte de toenmalige Minister van Justitie Donner dit toen hij zei : ( ) levenslang. Dat is gewoon voor de rest van het leven. 131 Het maximum van de tijdelijke gevangenisstraf is per 1 februari 2006 verhoogd van twintig naar dertig jaar. 132 De reden hiervoor was het verschil tussen de levenslange en tijdelijke gevangenisstraf te verkleinen, met de gedachte dat daardoor minder vaak voor de levenslange gevangenisstraf zou worden gekozen. 133 Nederland en Frankrijk zijn de enige Europese landen waar er geen mogelijkheid is tot vervroegde invrijheidsstelling na opleggen van de levenslange gevangenisstraf. 134 Bij levenslange gevangenisstraf is er dus geen automatische tussentijdse toets om te kijken of de straf eerder beëindigd kan worden. 135 In de meeste Europese landen is er in de wet een verplichte toets neergelegd die na vijftien of 127 www.forumlevenslang.nl/vroegerennu.html. 128 F.W. Bleichrodt, De levenslange gevangenisstraf en de long stay in het kader van de terbeschikkingstelling in onderlinge samenhang bezien, Groningen Rijksuniversiteit, Deventer: Kluwer 2006. 129 Art. 10 lid 1 jo 10 lid 4 WvSr. 130 RSJ Advies, Levenslang, perspectief op verandering, 10 november 2006, p. 8. 131 Kamerdebat 1 juni 2004, K. 28484, 34, p. 30-31 en Wet Herijking strafmaxima van 22 december 2005, K. 28484, S. 2006, 11 en S. 2006, 23. 132 Ibid. 133 Amendement ontvangen 30 juni 2004, Kamerstukken II 2003/04, 28484, nr. 45, p. 5. 134 Kamerstukken II, 24587, nr. 377 p. 32. 135 RSJ Advies, De Jaren Tellen, 29 april 2008, p. 3. 19

twintig jaren wordt uitgevoerd om te bezien of de veroordeelde wellicht (eerder) vrij kan komen. 136 Nu Nederland niet over deze toets beschikt is de enige mogelijkheid om nog vrij te komen als de Koning het gratieverzoek inwilligt. 4. 3 Aantallen levenslang gestraften Het aantal levenslang gestraften is erg gestegen in de afgelopen tien jaar. Begin jaren negentig werd gemiddeld één keer per jaar levenslang geëist en opgelegd, begin deze eeuw gebeurde dat drie tot vier keer. 137 In oktober 2009 waren er achtentwintig personen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang en zeven personen nog niet onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. 138 In januari 2010 waren er in Nederland vijfendertig levenslang gestraften. Er is dus duidelijk een stijgende lijn te zien in het aantal opleggingen van de levenslange gevangenisstraf. Wellicht is er sprake van een verharding in het strafrecht, die uit meer veranderingen in de regelgeving lijkt te blijken dan alleen het stijgende aantal opleggingen van de levenslange gevangenisstraf, onder meer uit de verhoging van de strafduur. Een voorbeeld hiervan is de verhoging van het strafmaximum van de tijdelijke gevangenisstraf, dat immers omhoog is gegaan van twintig naar dertig jaar. Oorspronkelijk was het doel van de verhoging van het strafmaximum ervoor te zorgen dat vaker voor een tijdelijke straf gekozen zou worden in plaats van voor de levenslange gevangenisstraf. Een ander voorbeeld waaruit de verharding in het strafrecht lijkt te blijken, is de verlenging en afschaffing van enkele verjaringstermijnen. 139 Hiermee doel ik op het niet langer kunnen verjaren van ernstige misdrijven. 140 De wetgever wilde in eerste instantie zelfs zo ver gaan om de termijnen die al verstreken waren te heropenen. Wegens strijd met het legaliteitsbeginsel heeft het zo ver niet kunnen komen. 141 Een andere uiting van de verharding in het strafrecht is de versobering van het gevangenisregime. Ten gevolge van deze versobering moeten meerdere gedetineerden op één cel, wordt het programma-aanbod versoberd en zijn er minder stafleden in de gevangenissen. 142 136 RSJ, Levenslang, perspectief op verandering, 10 november 2006, p.2. 137 Paul Nieuwbeerta en Sigrid van Wingerden, Geëiste en opgelegde sancties bij moord en doodslag, 1993-2004, TREMA september 2006- Nr. 7, p. 281. 138 Kamerstukken II, vergaderjaar 2009 2010, 32 123 VI, nr. 10, p.1. 139 Wet van 16 november 2005, Stbl. 595. 140 Wet Herijking strafmaxima van 22 december 2005, K. 28484, S. 2006, 11 en S. 2006, 23, Kamerstukken II, Vergaderjaar 2010 2011, 32 890, nr. 2. 141 M.S. Groenhuijsen, Verlenging of afschaffing van verjaringstermijnen in het strafrecht. Over rechtspolitieke afwegingen en rechtsstatelijke beperkingen. Delikt en Delinkwent, 32 (8) 2002, p. 813-822. 142 WODC-rapport, versobering van het gevangenisregime, bijlage bij kamerstuk 29200-VI nr.167. 20