Rapport Gemeentelijke Ombudsman Laks optreden bij warmteoverlast Gemeente Almere Stadsbeheer 10 februari 2012 RA 120207 Samenvatting Een invalide vrouw van 86 jaar woont boven een restaurant in Almere. Zij ondervindt warmteoverlast van het restaurant onder haar woning. De betonnen vloer van de woning wordt zo warm dat de temperatuur in de woning oploopt tot 35 graden. Als zij de koudwaterkraan opendraait, komt daar warm water uit. Door de hitte kan zij nauwelijks slapen. Begin 2010 belt zij met de gemeente, maar dat leidt tot niets. Daarom wendt zij zich begin mei 2011 tot de ombudsman. De ombudsman informeert bij Stadsbeheer en daarop stelt de gemeente een onderzoek in. Na drie maanden gaat de gemeente over tot handhaving en vervolgens duurt het nog vier maanden, tot december 2011, voordat de temperatuur in de woning is genormaliseerd. De ombudsman stelt vast dat de gemeente laks heeft gereageerd op de melding van ernstige warmteoverlast. Niet alleen het onderzoek naar de oorzaak van de overlast, maar ook de bestrijding ervan duurden, alle omstandigheden in aanmerking genomen, veel te lang. De ombudsman acht dat onaanvaardbaar; er was immers sprake van een mogelijk brandgevaarlijke situatie. Ook bestond er het gevaar van legionellabesmetting. Dat de gemeente zich daarvan onvoldoende rekenschap gaf wegens onbekendheid is ernstig en ook moeilijk voorstelbaar. Oordeel De onderzochte gedraging is in strijd met het vereiste van voortvarendheid en het vereiste van professionaliteit. Amsterdam, 10 februari 2012 Ulco van de Pol Gemeentelijke Ombudsman
Pagina : 2/5 Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 3 mei 2011 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Almere, Dienst Stadsbeheer Almere. Bevindingen aanleiding Verzoekster is 86 jaar en invalide. Zij woont boven een restaurant. Sinds de komst van het restaurant, vijf jaar geleden, ondervindt zij warmteoverlast van het restaurant. De betonnen vloer van haar woning wordt zo warm dat de temperatuur in de woning oploopt tot 35 graden. Als zij de koudwaterkraan opendraait, komt daar warm water uit. Door de hitte kan zij nauwelijks slapen. Uit veiligheidsoverwegingen kan zij de voordeur aan de galerijkant niet openzetten om de woning door te luchten. Door de hitte bevangen is verzoekster vaak benauwd. Haar huisarts komt regelmatig langs en heeft gezegd dat de woning onleefbaar is. Begin 2010 dient zij telefonisch een klacht in bij de afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving van de gemeente (VTH). De medewerker die zij spreekt laat weten dat VTH zich alleen met het buitengebeuren bezighoudt. Eind juli 2010 stuurt zij een brief naar haar verhuurder Ymere en naar Corio, de verhuurder van het restaurant. Zij legt het probleem uit en suggereert dat airconditioning in het restaurant een mogelijke oplossing is. Geen van beide verhuurders neemt passende maatregelen. Aangezien verzoekster overal bot vangt, wendt zij zich op 3 mei 2011 tot de ombudsman. nadere ontwikkelingen Op 6 mei 2011 legt de ombudsman de zaak voor aan Stadsbeheer met het verzoek de zaak in behandeling te nemen. Stadsbeheer geeft daar gevolg aan en op 20 mei 2011 legt een handhaver van VTH een huisbezoek bij verzoekster af. De handhaver merkt dat het in de woning erg benauwd is, terwijl de ramen en de deur van de woonkamer open staan. Ook de vloer in de badkamer en keuken is erg warm. Uit de koudwaterkraan komt lauw water. De handhaver constateert dat er aanleiding is om handhavend op te treden. Hij zegt toe dat de afdeling op zoek gaat naar een juridische grondslag om maatregelen te nemen. klachtomschrijving Het onderzoek van de ombudsman richt zich op: de behandeling van een handhavingsverzoek naar aanleiding van warmteoverlast. reactie van Stadsbeheer VTH is niet bekend met een door verzoekster begin 2010 telefonisch ingediende klacht. Dit is niet meer te achterhalen, omdat telefonische contacten niet worden vastgelegd. Na het eerste huisbezoek van 20 mei 2011 is de handhaver op 28 juni 2011 bij het restaurant langs geweest. Hij heeft boven het plafond gekeken waar het erg warm was. De restauranthouder liet weten dat het fornuis niet de oorzaak is maar de stadsverwarmingleidingen. De handhaver spreekt af twee dagen later voor openingstijd terug te komen. Op 30 juni 2011 constateert hij dat het nog steeds erg warm is boven het systeemplafond terwijl het fornuis nog niet in bedrijf is geweest. De hitte wordt dus niet veroorzaakt door het fornuis. Het onderzoek richt zich nu op de motoren van de koelers. Deze motoren blazen continu warme lucht die niet kan worden
Pagina : 3/5 afgevoerd. Op 22 juli 2011 inspecteert de handhaver samen met de Politie Flevoland het restaurant. Er worden opnames gemaakt met een warmtebeeldcamera. Geconstateerd wordt dat de motoren van de koelcellen een enorme hoeveelheid warmte uitstralen. Twee keer wordt een temperatuur van ruim 70 graden Celsius gemeten. Ook wordt geconstateerd dat de diverse leidingen (drinkwaterleidingen, sprinklerinstallatie en kabelgoten) erg warm worden. Vastgesteld wordt dat er door de opwarming van het drinkwater een verhoogde kans op legionellabesmetting is voor de bovengelegen bewoners maar ook voor de gasten van het restaurant. Bovendien is er als gevolg van de hoge temperaturen sprake van een brandgevaarlijke situatie en dat is een overtreding van het Gebruiksbesluit. Op 29 augustus 2011 stuurt VTH het restaurant een aankondiging tot het opleggen van een dwangsom. Het restaurant dient voor 4 oktober 2011 maatregelen te nemen om de strijdige situatie te beëindigen. Stadsbeheer stuurt verzoekster een besluit op handhavingverzoek waarin zij over het handhavend optreden wordt geïnformeerd. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoekster en naar de Stadsbeheer om na te gaan of de feiten juist zijn weergegeven. De dienst is akkoord met het verslag van bevindingen. Op aanvullende vragen van de Gemeentelijke Ombudsman deelt de dienst het volgende mee. tijdelijke sluiting Aangezien er geen sprake was van direct brandgevaar, heeft VTH niet overwogen het restaurant (tijdelijk) te sluiten. Legionellabesmetting was een mogelijk risico, maar daar is door onbekendheid van VTH rondom deze materie verder niet bij stilgestaan. Dat is ook de reden dat in eerste instantie niet is onderzocht of er sprake was van legionellabesmetting. last onder dwangsom VTH heeft op 29 augustus 2011 de overtreder een aankondiging last onder dwangsom opgelegd. Hierin is aangegeven dat de overtreding voor 4 oktober 2011 ongedaan moest worden gemaakt. Omdat de aanpassingen mogelijk vergunningsplichtig waren, moest de overtreder deze termijn gebruiken om een vergunning aan te vragen. Pas op 3 oktober 2011 is de aanvraag ingediend. De aanvraag is bij VTH met spoed behandeld. Op 17 oktober 2011 is besloten dat de aanpassingen niet omgevingsvergunningplichtig zijn. Hiermee is de tijd verstreken waarbinnen de overtreding zou moeten zijn opgeheven. Hoewel bij de aanvraag om omgevingsvergunning wel een voorstel is ingediend, is het bij VTH nog niet duidelijk hoe en wanneer de ventilatie wordt aangepast. VTH was voornemens om eind oktober 2011 een definitieve last onder dwangsom op te leggen. Bij nader inzien is daar van af gezien, omdat deze niet goed in elkaar zat. VTH heeft ervoor gekozen om de zaak in goed overleg met de overtreder op te lossen. legionella Medio oktober 2011 heeft Waterleidingbedrijf Vitens, in opdracht van VTH, een onderzoek uitgevoerd naar een mogelijke legionellabesmetting. Vitens heeft verzoekster op de kans op legionellabesmetting gewezen. Zij heeft van Vitens instructies gekregen hoe om te gaan met het water. Verzoekster had zelf ook al de nodige voorzorgsmaatregelen genomen. Eind november 2011 waren de resultaten van het onderzoek bekend. Er bleek geen sprake van legionellabesmetting.
Pagina : 4/5 bouwkundige aanpassing Op 22 december 2011 hebben handhavers van VTH het restaurant gecontroleerd en vastgesteld dat de eerder geconstateerde gebreken in orde zijn gebracht. De motoren van de koelinstallatie zijn verplaatst naar de achtergevel. In de gevel is een rooster aangebracht waardoor de warme lucht direct naar buiten wordt afgevoerd. Hierdoor wordt de binnenruimte en de bovengelegen vloer niet meer opgewarmd. De handhavers hebben verzoekster ook bezocht. Zij heeft aangegeven veel minder last van een warme vloer te hebben. Ook is het koude kraanwater niet meer warm. Beoordeling De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid behoorlijk heeft gedragen 1. Behoorlijkheidsvereisten Indien naar het oordeel van de ombudsman de gedraging niet behoorlijk is, vermeldt hij in het rapport welk vereiste van behoorlijkheid is geschonden 2. In dit onderzoek toetst hij de gedragingen aan het vereiste van voortvarendheid en aan het vereiste van professionaliteit. Overwegingen Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid optreedt. Dat brengt met zich mee dat een bestuursorgaan een verzoek tot handhaving in verband met overlast zo snel en adequaat mogelijk afhandelt. Het vereiste van professionaliteit brengt met zich mee dat de overheid volgens professionele normen te werk gaat. De burger mag daarbij bijzondere deskundigheid verwachten. De ombudsman kon niet vaststellen dat de gemeente bekend was met verzoeksters klacht over warmteoverlast van begin 2010. Wel staat vast dat, toen de gemeente eind mei 2011 bij een huisbezoek had vastgesteld dat er aanleiding was om te handhaven, het onderzoek nog zo n drie maanden in beslag nam (van mei 2011 tot 29 augustus 2011). Op 22 juli 2011 stelde de gemeente vast dat sprake was van een brandgevaarlijke situatie en dat een verhoogde kans op legionellabesmetting bestond. Pas eind augustus 2011 ging de gemeente over tot handhaving, maar die werd niet doorgezet. Uiteindelijk heeft het nog eens vier maanden geduurd voordat de gemeente kon vaststellen, in december 2011, dat de temperatuur in verzoeksters woning was genormaliseerd. De ombudsman stelt vast dat de gemeente veel te laks heeft gereageerd op de melding van ernstige warmteoverlast. Niet alleen het onderzoek naar de oorzaak van de overlast, maar ook de bestrijding ervan duurden, alle omstandigheden in aanmerking genomen, veel te lang. De ombudsman acht dat onaanvaardbaar; er was immers sprake van een mogelijk brandgevaarlijke situatie. Ook bestond er het gevaar van legionellabesmetting. Dat de gemeente zich daarvan 1 artikel 9:27 lid 1 Algemene wet bestuursrecht 2 artikel 9:36 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Pagina : 5/5 onvoldoende rekenschap gaf wegens onbekendheid is ernstig en ook onder de maat en moeilijk voorstelbaar. Dat de gemeente er uiteindelijk de voorkeur aan gaf om de zaak in goed overleg met de overtreder op te lossen getuigt van onvoldoende inzicht in nut en noodzaak van handhaving. Het aanzien van de gemeente is hierdoor geschaad. Oordeel De onderzochte gedraging is in strijd met het vereiste van voortvarendheid en het vereiste van professionaliteit.