Gemeente Gennep Kapbeleid 2008 Minder regels, meer bescherming
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Doel beleidsnotitie... 3 2. Het belang van bomen... 4 2.1 Ruimtelijke kwaliteit... 4 2.2 Invloed op het milieu... 4 3. Kapbeleid 2003... 5 4. Kapbeleid 2008: Minder regels, meer bescherming... 6 4.1 Het kapbeleid... 6 4.2 De procedure van de kapvergunning... 6 4.3 Uitvoering van de kap... 8 4.4 Illegale kap... 8 4.5 Herplantplicht... 9 4.6 Waardebepaling van bomen... 10 4.7 Compensatie onderhoud waardevolle bomen... 10 4.8 Leges... 11 Bijlage 1: De Algemene Plaatselijke Verordening... 12 Bijlage 2: Beoordelingsschema Kapvergunning... 15 Bijlage 3: Beoordelingslijst Overlast... 16 Bijlage 4: Lijst met inheemse voorkeurssoorten... 17 Bijlage 5: Beoordelingslijst Herplantwaarde... 18 2
1. Inleiding Bomen en houtopstanden zijn van groot belang voor het landschap en voor de woon- en leefomgeving. Niet allleen omdat ze beeldbepalend zijn voor een dorp of wijk, maar zeker ook in het belang voor natuur en milieu en dus voor de mens in de bebouwde omgeving en daarbuiten. Regelmatig ontstijgt dit algemeen belang de belangen van de particuliere boomeigenaar. De gemeente staat voor dit algemeen belang en dient hierin een verantwoord en goed onderbouwd beleid te voeren. De raad van de gemeente Gennep heeft in november 2006 aangegeven dat de huidige regeling voor het kappen van bomen in het kader van deregulering dient te worden herzien. Met minder regels moet dezelfde bescherming worden geboden voor het behoud van waardevolle en beeldbepalende bomen. De regeling voor het kappen van bomen en houtopstanden is opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Gennep. In deze beleidsnotitie wordt aangegeven hoe de regeling voor het kappen van bomen in de praktijk wordt toegepast. Hierbij wordt ingegaan op de volgende punten: wanneer en hoe moet een vergunning worden aangevraagd, hoe moet worden omgegaan met de herplantplicht, wat als er een boom illegaal is gekapt. Voor al deze vragen is een vast kader van belang, zodat de voorliggende gevallen op gelijke wijze kunnen worden behandeld. 1.1 Doel beleidsnotitie Het doel van deze beleidsnotitie is het beleid ten aanzien van bomen en houtopstanden vast te leggen op een zodanige wijze dat dit leidt tot een goede bescherming en instandhouding van de huidige groenelementen. De aanleiding van het wijzigen van het kapbeleid is de wens om het kapbeleid te vereenvoudigen en te dereguleren. Oftewel: om met minder regels dezelfde bescherming te bieden. 3
2. Het belang van bomen De meeste mensen hechten grote waarde aan bomen. In dit hoofdstuk wordt nader toegelicht waarom bomen eigenlijk belangrijk zijn. - Bomen zijn van belang voor de ruimtelijke kwaliteit; - Bomen hebben grote invloed op het milieu. 2.1 Ruimtelijke kwaliteit Bomen zijn van groot belang voor de ruimtelijke kwaliteit. Ze geven de openbare ruimte een groen aanzicht. Bewezen is dat bomen de leefkwaliteit aanzienlijk verhogen. Mensen voelen zich prettiger wanneer ze groen om zich heen hebben. Mensen vinden na financiële aspecten als de hypotheek of de huur de groene omgeving het belangrijke aspect van wonen. Verder is uit onderzoek van Alterra (Alterra Rapport 1356, 2006) gebleken dat in een groene omgeving het percentage kinderen met overgewicht 15% lager is dan in een omgeving met minder groen. De prijzen van vergelijkbaar onroerend goed, met uitzicht op groen zijn hoger dan wanneer er geen uitzicht is op groen. Ook is uit dit onderzoek gebleken dat groen mensen met midden-en hoge inkomens bindt aan wijken. Verder helpen bomen ook tegen geluidhinder. Uit belevingsonderzoek (Goossen e.a. 1997) komt naar voren dat het ontbreken van lawaai een belangrijk kwaliteitsaspect is, waarbij burengerucht op nummer één staat. Bomen hebben een sterk dempend effect op lawaai. Ook komt in dit onderzoek naar voren dat bomen een positief effect hebben op het voorkómen van astma, huidkanker en stressgerelateerde ziekten door het filteren van de lucht, de reductie van geluid en het bieden van een attractieve en kalmerende omgeving voor recreatie. 2.2 Invloed op het milieu Bomen hebben ook grote invloed op het milieu. Bomen zuiveren de lucht, waarbij loofbomen voornamelijk gassen zoals stikstofdioxide opnemen en naaldbomen fijnstof afvangen. Bomen helpen bij het bufferen van water, doordat ze water opnemen en doordat water bij bomen kan infiltreren. Een volwassen beuk produceert tot wel 1.3 kilogram zuurstof per uur, waarmee deze voorziet in de zuurstofbehoefte van 50 mensen. Verder filtert een gezonde, volwassen naaldboom bijna één ton stof per jaar. 4
3. Kapbeleid 2003 De regeling met betrekking tot het kappen van bomen is opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Het kapbeleid is voor het laatst aangepast in 2003. Het kapbeleid in de gemeente Gennep is gebaseerd op twee beleidsdoelen: - Het beschermen van bomen en houtopstanden - Een eenduidige en vereenvoudigde regelgeving van aanvragen van kapvergunningen. Het huidig beleid kenmerkt zich door het feit dat in de veruit de meeste gevallen een kapvergunning dient te worden aangevraagd. Slechts in enkele gevallen is geen vergunning vereist. Daarnaast geldt er een structurele herplantverplichting voor elke gekapte boom. Uitgezonderd van de vergunningplicht zijn: Bomen en houtopstanden binnen de bebouwde kom met een dwarsdoorsnede van de stam van maximaal 25 cm; Bomen en houtopstanden buiten de bebouwde kom met een dwarsdoorsnede van maximaal 10 cm; vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, geteeld en bestemd als kerstbomen; kweekgoed; houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld; houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college. De structurele herplantverplichting wordt gerealiseerd door: - Een instandhoudingsplicht, zowel voor particulieren als voor gemeente; - Een kwantitatieve compensatie (vervangen van de te kappen boom door een nieuwe boom); - Een kwalitatieve compensatie (de waarde van de nieuwe boom moet in waarde gelijkwaardig zijn met de te kappen boom); - Herplant in de omgeving te laten plaatsvinden of door het storten van een financiële bijdrage in het gemeentelijk herplantfonds, zodat de gemeente zorgt voor herplant; - De belevingswaarde van een boom via de methode Raad in geld uit te drukken. Dit is de meest gebruikte methode in Nederland, om de boomwaarde in geld uit te kunnen drukken. De structurele herplantverplichting is in de gemeente Gennep ingevoerd in het jaar 2001. Vanaf de tweede helft van 2002 zijn alle vergunningen verleend met een herplantplicht. In 2002 is 72% van de vergunningen verleend met een herplantplicht. Vanaf 2003 wordt elke vergunning verleend met een herplantplicht. Uit verschillende reacties van burgers is naar voren gekomen dat men van mening is dat de regelgeving rondom de kap van bomen meer kan worden vereenvoudigd. Reden hiertoe is het feit dat voor vrijwel elke boom een vergunning dient te worden gevraagd, waarna een vrij nauwkeurige en tijdsintensieve beoordeling volgt. Slechts 5% van de aanvragen wordt overigens afgewezen. 5
4. Kapbeleid 2008: Minder regels, meer bescherming Centraal bij het nieuwe kapbeleid staat het verminderen van de regeldruk rondom het kappen van bomen, zonder het niveau van bescherming van de waardevolle en beeldbepalende bomen binnen de gemeente Gennep te verminderen. Hiervoor is zowel de aanvraagprocedure als de interne procedure gewijzigd. 4.1 Het kapbeleid De regeldruk wordt in het nieuwe kapbeleid verminderd doordat in veel minder gevallen een kapvergunning moet worden aangevraagd. Een kapvergunning dient slechts in drie gevallen te worden aangevraagd: 1. De boom bevindt zich in een kapvergunningplichtig gebied (zie Kaart Kapvergunningplichtige Gebieden); 2. De boom is opgenomen op de Waardevolle Bomenlijst (zie Waardevolle Bomenlijst gemeente Gennep); 3. Het betreft een Maasheg. Kaart Kapvergunningplichtige gebieden Op de Kaart Kapvergunningplichtige Gebieden zijn gebieden binnen het grondgebied van de gemeente aangewezen waarvoor een kapvergunning dient te worden aangevraagd. De kapvergunningplichtige gebieden bestaan uit beschermwaardige houtopstanden en uit de groene hoofdstructuur. Indien een boom zich bevindt in een kapvergunningplichtig gebied, zal een kapvergunning moeten worden aangevraagd. Voor bomen die niet in een kapvergunningplichtig gebied staan, geldt dat in beginsel géén kapvergunning hoeft te worden aangevraagd. Waardevolle Bomenlijst Voor bomen die op de Waardevolle Bomenlijst staan opgenomen geldt echter dat altijd een kapvergunning moet worden aangevraagd, ook wanneer zij in een gebied staan dat niet als kapvergunningplichtig gebied is aangewezen. Op de Waardevolle Bomenlijst staan in totaal circa 1700 bomen, waarvan er circa 300 in bezit zijn van particulieren. Deze bomen kenmerken zich door het feit dat zij beeldbepalende en waardevolle bomen zijn. Maasheg Tenslotte geldt voor Maasheggen dat altijd een kapvergunning moet worden aangevraagd, ook wanneer deze niet in een gebied staan dat als kapvergunningplichtig gebied is aangewezen. Door middel van bovenstaande systematiek geldt dat in veel gevallen géén vergunning hoeft te worden aangevraagd. Dit vermindert de administratieve lasten van zowel burgers als de gemeente. Door het aanwijzen van specifieke gebieden, alsmede het aanwijzen van specifieke waardevolle bomen, geldt de vergunningplicht wel voor de bomen die beschermwaardig zijn. Hierdoor blijft bescherming voor waardevolle en beeldbepalende bomen gegarandeerd. Indien na beoordeling van de aanvraag vergunning kan worden verleend, zal een herplantverplichting aan de vergunning worden verbonden. De te herplanten waarde wordt aan de hand van een puntenwaardering vastgesteld. 4.2 De procedure van de kapvergunning Vooraf: nagaan of vergunning is vereist De perceelseigenaar of een door hem gemachtigd persoon die voornemens is een boom te kappen, dient voorafgaand een formulier in te vullen. Dit formulier is zowel via de gemeentelijke internetsite als via het omgevingsloket verkrijgbaar. Aan de hand van dit formulier kan de burger zelf nagaan of hij een vergunning moet aanvragen of niet. 6
Niet in alle gevallen is een vergunning vereist om een boom te kappen. De vergunningplicht geldt enkel voor: - bomen die op de Kaart Kapvergunningplichtige Gebieden staan; - bomen die op de Waardevolle Bomenlijst staan; - Maasheggen. Dit betekent dat géén vergunningplicht geldt als de boom niet in een kapvergunningplichtig gebied staat, én niet is opgenomen op de Waardevolle Bomenlijst én het geen Maasheg betreft. In deze gevallen kan de boom zonder vergunning of melding worden gekapt. Uitzonderingen kapvergunningplicht In sommige gevallen hoeft geen kapvergunning te worden aangevraagd voor bomen die in een kapvergunningplichtig gebied staan. De uitzonderingen waren onder het oude kapbeleid ook al van kracht. De uitzonderingen zijn opgenomen in artikel 4.5.2 APV en betreffen o.a.: - vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; - fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, geteeld en bestemd als kerstbomen; - kweekgoed; - houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld; - houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving van het college; - bomen buiten de bebouwde kom met een stamdiameter van minder dan 10 centimeter, tenzij deze zijn geplant op grond van een herplantplicht. Aanvraag Als blijkt dat een vergunning moet worden aangevraagd dient de aanvrager het aanvraagformulier naar het omgevingsloket van de gemeente te verzenden. De behandelaar van de aanvraag toetst of het aanvraagformulier volledig is ingevuld en stuurt de aanvraag door naar de groenspecialist van de gemeente. Beoordeling van de aanvraag De groenspecialist bekijkt de situatie ter plaatse en bepaalt aan de hand van een beoordelingsschema of de kapvergunning kan worden verleend. De Beoordelingsschema Kapvergunning is opgenomen als bijlage 2 van deze beleidsnotitie. Haagconifeer Allereerst zal er bekeken worden om welk soort boom het gaat. Gaat het hier om een conifeer die als haag geplant is, dan kan vergunning worden verleend. Afstand: < 2mtr, hinder voor boom en/of bouwwerk Vervolgens wordt er bekeken of de boom overlast oplevert doordat deze te dicht tegen een gevel of bouwwerk aanstaat, waar de boom en/of bouwwerken hinder van ondervinden. Als de boom minder dan twee meter van de gevel of bouwwerk staat, kan vergunning worden verleend, mits de boom en/of bouwwerk hierdoor hinder ondervinden. In dit geval geldt géén herplantverplichting. Afstand > 2 mtr, gevaar Als blijkt dat de boom verder dan 2 meter uit de gevel staat, wordt er door middel van de VTAmethode (Visual Tree Assessment) bekeken of de boom gevaar oplevert voor de omgeving. Bij deze beoordeling wordt onder andere gekeken naar de hoeveelheid dood hout en een eventuele afwijkende vorm van de boom. Als blijkt dat de boom gevaar oplevert, kan vergunning worden verleend. Aan de vergunning zal telkens een herplantverplichting worden verbonden. 7
Afstand > 2mtr, ernstige overlast Als blijkt dat de boom geen gevaar vormt voor de omgeving, wordt er bekeken of de boom voor overlast zorgt. Onder overlast wordt verstaan: - Schaduwwerking van de boom. Een boom staat bijvoorbeeld bij iemand voor het huis, waardoor er bijna geen lichtval meer is in de woonkamer. - Zichtbeperking door de boom. De boom staat voor een huis, waardoor de bewoners bijvoorbeeld geen zicht hebben op de straat. De volgende zaken worden uitdrukkelijk niet als overlast beschouwd: - Bladval - Stuifmeel - Bessen(val) - Insecten - Vruchten - Pluisvorming Om kapvergunning te kunnen verlenen, dient de mate van overlast ernstig te zijn. De mate van overlast wordt bepaald aan de hand van de Beoordelingslijst Overlast, die als bijlage 3 bij deze beleidsnotitie is opgenomen. Slechts indien 60 of meer punten wordt gescoord op onderstaande beoordelingslijst, kan een kapvergunning worden verleend. Aan de kapvergunning wordt telkens een herplantverplichting verbonden. Het besluit De behandelaar van de aanvraag stelt het besluit op schrift en stuurt deze aan de aanvrager van de vergunning. De behandelaar van de aanvraag draagt er zorg voor dat de leges worden voldaan. Publicatie van het besluit, bezwaar en beroep Het besluit om kapvergunning te verlenen wordt bekendgemaakt via de gemeentepagina in de Maasen Niersbode en via de gemeentelijke website. Aan de vergunning kan de voorwaarde worden verbonden dat gedurende de bezwaarperiode geen gebruik mag worden gemaakt van de kapvergunning, en wanneer een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend dat geen gebruik mag worden gemaakt van de vergunning totdat op het verzoek is beslist. 4.3 Uitvoering van de kap In artikel 4.5.5 van de APV wordt vermeld dat burgemeester en wethouders bij het verstrekken van de kapvergunning gerechtigd zijn aanvullende voorwaarden te stellen door enkele bijzondere vergunningsvoorschriften op te nemen. Gezien de waarde van bomen en houtopstanden voor flora en fauna, kan de voorwaarde worden verbonden dat binnen het broedseizoen niet mag worden gekapt. De schade door het kappen van de boom kan zo aanzienlijk beperkt worden. Wel dient men rekening te houden met overwinterende dieren. Oude, holle bomen worden regelmatig gebruikt door vleermuizen en andere zoogdieren. Vleermuizen genieten bovendien een wettelijke bescherming. Het vernietigen van hun biotoop of het doden van vleermuizen is dus strafbaar. Bij de beoordeling van de kapaanvraag wordt nagegaan of er zich grote holten in de boom bevinden en of de boom wordt bewoond. 4.4 Illegale kap In artikel 4.5.6 van de APV wordt als regel gesteld dat er een herplantverplichting wordt opgelegd zodra er illegale kap is geconstateerd. Er moet immers voorkomen worden dat de illegale kapper in een situatie gaat verkeren die gunstiger is dan die van een legale kapper. Van illegale kap wordt aangifte gedaan bij de politie zodat proces-verbaal kan worden opgemaakt. Vervolgens wordt alsnog beoordeeld of de kapvergunning, indien een aanvraag zou zijn ingediend, destijds zou zijn verleend dan wel geweigerd. 8
Indien het niet meer mogelijk is om te achterhalen of er al dan niet een kapvergunning zou zijn verleend, dan wel dat het niet waarschijnlijk is dat destijds een kapvergunning zou worden verleend, wordt op basis van de APV als regel een herplantverplichting opgelegd. In dit geval bedraagt de waarde van de herplant 30% van de werkelijke waarde van de boom. De werkelijke waarde wordt vastgesteld door een bomentaxateur. De waarde van de herplantverplichting kan in dit geval een fors oplopen. Indien de kapvergunning bij aanvraag waarschijnlijk kon worden verleend, volgt de normale procedure. Zo wordt er leges in rekening gebracht en geldt er in dit geval een herplantplichtplicht, volgens de normen van de normale procedure. De herplantplicht wordt vastgesteld aan de hand van een puntenwaarderingssysteem (zie paragraaf 4.6). 4.5 Herplantplicht Een herplantplicht is een doeltreffend middel om het bomenbestand op peil te houden, doordat er een compensatie plaatsvindt voor een gekapte boom. Het opleggen van een herplantplicht is een beperking voor de grondgebruiker en moet dan ook gemotiveerd gebeuren. In deze beleidsnotitie is uitgegaan van zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve compensatie. De kwantitatieve compensatie betekent dat een boom wordt vervangen door een nieuwe boom. De kwalitatieve compensatie betekent dat de waarde van een boom wordt vervangen door een soortgelijke waarde. Bij de waardebepaling wordt gebruik gemaakt van een puntenwaarderingssysteem. Zo kan de kap van een waardevolle, oude boom leiden tot de aanplant van een groot terrein met verschillende boomsoorten. Wanneer herplantplicht? Uitgangspunt is dat aan een kapvergunning een herplantplicht wordt verbonden. In bepaalde gevallen zal er geen herplantplicht opgelegd worden. Dit geldt voor coniferen die als haag zijn geplant en voor bomen die gekapt worden omdat ze minder dan 2 meter uit de gevel van een bouwwerk staan, waardoor hinder aan de boom en/of het bouwwerk ontstaat. Hoe herplantplicht? Bij de compensatie in de vorm van een herplant dient te worden nagegaan hoe het beste kan worden gecompenseerd zodat binnen een redelijke termijn een kwalitatief soortgelijke situatie kan ontstaan. Dat kan door de herplant van bomen van dezelfde grootte, dan wel door herplant van meerdere jonge bomen. Bij dit laatste geldt dat het langer duurt voordat een vergelijkbaar beeld is ontstaan en tevens dient rekening te worden gehouden met inboet. Als vuistregel geldt dat voor de compensatie van een volwassen boom zonder bijzondere waarde een herplant geldt van tenminste drie jonge bomen, met een minimummaat van 10/12. Als gevolg van uitval en dunning zal daarvan uiteindelijk statistisch gezien slechts één exemplaar overleven. Zowel de plaats als de soort bomen die worden herplant zijn van belang. Voordat daadwerkelijk wordt overgegaan tot de herplant, moet eerst een herplantplan in overleg met de groenspecialist van de gemeente worden opgesteld. Zoveel mogelijk zal bij de beoordeling van de kapaanvraag ter plaatse in overleg met de aanvrager het herplantplan worden opgesteld. De herplant zal in de regel plaats moeten vinden in de omgeving van de te kappen boom. Dat zal echter niet altijd mogelijk zijn. In deze gevallen dient compensatie elders plaats te vinden. Herplant kan ook plaatsvinden door het betalen van een financiële bijdrage, zodat de gemeente de herplant op gemeentegrond kan verzorgen. Dit biedt uitkomst in de gevallen waarin het niet mogelijk is de herplant op eigen terrein te verzorgen. Bij de herplant dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van inheemse boomsoorten. Dit om vervreemding van de natuur te voorkomen. Een lijst met inheemse boomsoorten, die geschikt zijn om herplant te worden, is opgenomen als bijlage 3 van deze beleidsnotitie. 9
4.6 Waardebepaling van bomen Bepaling van de herplantwaarde De herplantplicht wordt aan de hand van een beoordelingslijst vastgesteld, deze lijst is als bijlage 5 bij deze beleidsnotitie opgenomen. De waarde van de herplantverplichting wordt op grond van de volgende criteria vastgesteld: - plaats in de ruimtelijke structuur - cultuurhistorische waarde - vervangbaarheid - ecologische waarde - zichtbaarheid - levensverwachting In totaal kunnen 85 punten worden toegekend. Aan iedere 5 punten wordt een bedrag toegekend, afhankelijk of de boom een snelgroeiende dan wel langzaamgroeiende boom is. Voor snelgroeiende bomen geldt een bedrag van 10,- per vijf punten, en voor langzaamgroeiende bomen geldt een bedrag van 12,50 per vijf punten. De maximale herplant bedraagt derhalve voor snelgroeiende bomen 170,- en voor langzaamgroeiende bomen 212,50. Het prijsindexcijfer voor de herplant dient ieder jaar opnieuw bepaald te worden. De reden voor het onderscheid in een langzaamen snelgroeiende bomen is het feit dat het duurder is een langzaamgroeiende boom te compenseren, vanwege het feit dat deze pas na langere tijd zijn uiteindelijke grootte bereikt. 4.7 Compensatie onderhoud waardevolle bomen Op de Waardevolle Bomenlijst staan circa 1700 bomen, waarvan circa 300 in bezit zijn van particulieren. De bomen die op de Waardevolle Bomenlijst staan, vertegenwoordigen een algemeen belang. Zij leveren een bijdrage aan het woon- en leefmilieu van de gemeente Gennep. Gelet op het algemene belang, wordt aan de eigenaar van een boom die op de Waardevolle Bomenlijst is opgenomen een onderhoudscompensatie toegekend. Door het toekennen van een onderhoudscompensatie brengt de gemeente tot uitdrukking dat zij waarde hecht aan het behoud van waardevolle bomen en tevens worden boombezitters die een compensatie in de onderhoudskosten ontvangen gestimuleerd om deze boom te behouden en te onderhouden. Een onderhoudscompensatie wordt enkel verleend voor bomen die in bezit zijn van particulieren. Bedrijven en overheden die in bezit zijn van waardevolle bomen dienen de onderhoudskosten zelf te dragen. De minimale onderhoudskosten bedragen per jaar 80,-. De gemeente voorziet in de helft van de minimale onderhoudskosten. Er wordt elk jaar een boomcontrole uitgevoerd, om te kijken in welke staat de boom verkeert en welk onderhoud er nodig is. Deze controle kost 3,- per boom. Aan de eigenaar van de waardevolle boom wordt jaarlijks een bedrag van 37,- worden toegekend. Voor bomen die in groepen staan van meer dan 10 stuks, wordt een aangepaste compensatie gegeven. Dit omdat het onderhoud van bomen in groepsverband in de meeste gevallen goedkoper is dan onderhoud van solitaire bomen. Aan eigenaren van bomen die in groepen staan wordt de helft van de minimale onderhoudskosten van de groep vergoed, minus de kosten van de jaarlijkse boomcontrole, tot een bedrag van maximaal 37,- per boom. Indien blijkt dat men niet voldoet aan de onderhoudsplicht kan het college op grond van artikel 4.3.6 lid 3 APV aanwijzingen geven aan de eigenaar van de boom om alsnog aan de onderhoudsplicht te voldoen. Deze aanwijzingen moeten verplicht worden opgevolgd. Dit geldt overigens niet alleen voor bomen die op de Waardevolle Bomenlijst staan, maar voor alle kapvergunningplichtige bomen. 10
4.8 Leges Overwogen wordt dat de leges voor de behandeling van een kapaanvraag kostendekkend dienen te zijn. Een aanvraag om kapvergunning zal naar verwachting 1,5 uur aan behandeltijd vergen, hetgeen gelijk staat aan 98,28 aan arbeidskosten. De leges zullen worden vastgesteld op 100,- per aanvraag. De hoogte van de leges zullen jaarlijks worden geïndexeerd. 11
Bijlage 1: De Algemene Plaatselijke Verordening Hieronder volgt de tekst van afdeling 3 van hoofdstuk 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening, zoals gewijzigd naar aanleiding van het Kapbeleid 2008. Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden Artikel 4.3.1 Begripsomschrijvingen 1. In deze afdeling wordt verstaan onder: a. houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen; b. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen; c. dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand; d. bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de Boswet; e. iepziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C.Moreau); f. iepspintkever: het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistriatius (Marsh) en Scolytus pygmaeus. 2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Artikel 4.3.2 Kapverbod 1. Het is verboden zonder vergunning van het college houtopstand te vellen of te doen vellen indien de houtopstand: a. binnen een gebied staat dat op grond van de Kaart Kapvergunningplichtige Gebieden is aangewezen als kapvergunningplichtig gebied; b. op de Waardevolle bomenlijst gemeente Gennep staat; c. een Maasheg betreft. 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor: a. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen, tenzij deze zijn geknot; b. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; c. fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; d. kweekgoed; e. houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld; f. houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten de bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die: - ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are; - ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen; g. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van het college, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 4.3.6. 3. Het in het eerste lid van dit artikel genoemde verbod is niet van toepassing op bomen met een stamdiameter: - van minder dan 10 centimeter indien de boom zich bevindt buiten de bebouwde kom; zulks gemeten op een hoogte van 1.30 meter boven het maaiveld; in geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam; uitgezonderd hierop zijn beplantingen die ten gevolge van een opgelegde herplantplicht zijn aangebracht. 12
Artikel 4.3.3 Aanvraag vergunning 1. De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die, krachtens zakelijk recht, of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. 2. Wanneer door of namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het college een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het college dit afschrift mede als een vergunningaanvraag. 3. Er dient gebruik gemaakt te worden van het door of namens het college vastgestelde aanvraagformulier kapvergunning. Artikel 4.3.3.a Weigeringsgronden De vergunning kan in elk geval worden geweigerd op grond van: a. de natuurwaarde van de houtopstand; b. de landschappelijke waarde van de houtopstand; c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon; d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand; e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand; f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand. Artikel 4.3.4 Waardevolle bomen 1. De raad stelt een kaart vast met gebieden waarvoor een kapvergunningplicht geldt. Deze kaart wordt Kaart kapvergunningplichtige gebieden Gennep genoemd. Het college is bevoegd de kaart te wijzigen. 2. De raad stelt een lijst samen met waardevolle bomen en houtopstanden. Deze lijst wordt Waardevolle bomenlijst gemeente Gennep genoemd. Het college is bevoegd de lijst te wijzigen.de waardevolle bomenlijst omvat in ieder geval een omschrijving van de boom, de standplaats, het kadastrale perceelsnummer, de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde. 3. Het college kan een bijdrage verlenen in de te maken kosten voor werkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van waardevolle bomen. Hiervoor in aanmerking komen bomen in particulier bezit, die op de Waardevolle bomenlijst gemeente Gennep staan. De bijdrage wordt toegekend aan de eigenaar van de grond waarop de boom aanwezig is. Artikel 4.3.5 Bijzondere vergunningsvoorschriften 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant. 2. Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften behoren dat een geldelijke bijdrage gestort dient te worden in het gemeentelijke bomenfonds. De compensatiebedragen voor herplantplichtige bomen die gestort worden in het bomenfonds mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van de uitbreiding en handhaving van de in de gemeente bestaande houtopstanden. 3. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 4. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat de vergunning pas van kracht wordt met ingang van de dag na de dag waarop de bezwaartermijn afloopt en dat indien gedurende de bezwaartermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, de vergunning niet van kracht wordt voordat op dat verzoek is beslist. 13
5. Een verleende kapvergunning vervalt, indien van de vergunning niet binnen één jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning volledig gebruik is gemaakt. 6. Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht hieraan te voldoen. Artikel 4.3.6 Herplantplicht en instandhoudingsplicht 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn. 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen. 4. Degene aan wie een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht hieraan te voldoen. Artikel 4.3.7 Schadevergoeding Indien en voorzover blijkt dat een belanghebbende door de toepassing van artikel 4.5.2, artikel 4.5.5 of artikel 4.5.6, schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen en waarvan de vergoeding niet anderszins is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Artikel 4.3.8 Bestrijding iepziekte 1. Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn: a. indien de iepen in de grond staan, deze te vellen; b. de iepen te ontschorsen en de schors te vernietigen; c. of de niet ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen. 2. a. het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren. b. het verbod is niet van toepassing op geheel ontschorst iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 cm. c. Het college kan ontheffing verlenen van het onder a van dit lid gestelde verbod. 14
Bijlage 2: Beoordelingsschema Kapvergunning Ja Gaat het om een haagconifeer De boom mag gekapt worden, zonder herplantverplichting Nee Nee Staat de boom dichter dan 2 meter uit de gevel en is sprake van hinder? Ja Levert de boom gevaar op? (VTA) Ja Nee De boom mag gekapt worden, er geldt een herplantverplichting Geeft de boom overlast? (zie beoordelingslijst overlast) Ja Nee De boom mag gekapt worden, er geldt een herplantverplichting (zie beoordelingslijst herplantwaarde) De boom mag niét gekapt worden De boom mag gekapt worden, zonder herplantverplichting 15
Bijlage 3: Beoordelingslijst Overlast Bij ernstige mate van overlast kan kapvergunning worden verleend. Hiervan is sprake als 60 of meer punten worden gescoord op onderstaande Beoordelingslijst Overlast. Beoordelingslijst Overlast Tijdsduur overlast in weken per jaar Meer dan 26 weken per jaar overlast 50 12-16 weken per jaar overlast 30 5-12 weken per jaar overlast 10 Minder dan 5 weken per jaar overlast 5 Uren overlast per dag Meer dan 6 uur per dag overlast 50 3-6 uur per dag overlast 30 1-3 uur per dag overlast 10 Minder dan 1 uur per dag overlast 5 Totaal 16
Bijlage 4: Lijst met inheemse voorkeurssoorten Bij de herplant gaat de voorkeur uit naar inheemse boomsoorten. Bij de herplantplan dient hier zoveel mogelijk rekening mee te worden gehouden. Lijst met inheemse voorkeurssoorten Boomsoort Acer campestre Alnus glutinosa Betula pendula Betula pubescens Carpinus betulus Crataegus laevigata Crataegus monogyna Fagus sylvatica Fraxinus excelsior Malus sylvestris Pinus sylvestris Populus nigra Populus tremula Prunus avium Prunus padus Prunus spinosa Pyrus pyraster Quercus patrea Quercus robur Quercus x rosacea Salix soorten Tilia cordata Tilia platyphyllos Ulmus glabra Ulmus laevis Ulmus minor Nederlands naam Veldesdoorn Zwarte els Ruwe berk Zachte berk Haagbeuk Tweestijlige meidoorn Eenstijlige meidoorn Gewone beuk Gewone es Wilde appel Grove den Zwarte populier Ratelpopulier Zoete kers Vogelkers Sleedoorn Wilde peer Wintereik Zomereik Wintereik x Zomereik Wilg Kleinbladige linde Grootbladige linde Ruwe iep Fladder iep Gladde iep 17
Bijlage 5: Beoordelingslijst Herplantwaarde Aan de hand van onderstaande criteria wordt de waarde van de herplant bepaald. In totaal kunnen 85 punten worden toegekend. Beoordelingslijst Herplantwaarde. Plaats in de ruimtelijke structuur Is onderdeel van de hoofdstructuur 20 Behoort tot een bos of houtopstand, of staat in een wijk waar weinig groen is 10 Staat in een tuin of bedrijfsomgeving en is hierdoor minder van belang voor de ruimtelijke structuur 0 Vervangbaarheid Als de boom weggehaald wordt, kan op deze locatie geen boom meer herplant worden 15 Als de boom weggehaald wordt, kan op deze locatie alléén nog maar een kleinere boom groeien 10 Als de boom weggehaald wordt, kan hier dezelfde soort en grootte weer groeien 0 Zichtbaarheid Boom is voor meer dan 50% zichtbaar vanaf openbaar terrein 15 Boom is voor 5 tot 50% zichtbaar vanaf openbaar terrein 10 Boom is voor minder dan 5% zichtbaar vanaf openbaar terrein 0 Cultuurhistorische waarde De boom is cultuurhistorisch waardevol 10 De boom is cultuurhistorisch niet waardevol 0 Ecologische waarde De boom heeft een grote ecologische waarde 15 De boom heeft een geringe ecologische waarde 10 De boom heeft geen bijzondere ecologische waarde 0 Levensverwachting De levensverwachting is groter dan 15 jaar 10 De levensverwachting is tussen de 5 en 15 jaar 5 De levensverwachting is kleiner dan 5 jaar 0 Totaal 18
Toelichting op beoordelingsschema herplantverplichting 1. Plaats in de ruimtelijke structuur In de Gennep is een van de belangrijkste sturende stukken voor het groenbeleid het groenstructuurplan. In dit plan staan de gebieden beschreven die belangrijk zijn voor de gemeente gennep. Als een boom in één van deze gebieden valt, is het vaak van belang om deze boom te behouden. Hierdoor krijgt een boom die binnen deze gebieden valt een waardering van 20 punten. Ook kan het zo zijn dat de te kappen boom onderdeel uitmaakt van een bos(je) of houtopstand. Deze bosjes en houtopstanden zorgen voor de groene uitstraling van Gennep. Hierdoor krijgen deze bomen een waardering van 10 punten. Ook kan het zo zijn dat de boom staat in een wijk waar weinig groen aanwezig is. Ook hier is het van belang om de boom te behouden, waardoor deze boom ook een waardering krijgt van 10 punten. 2. Vervangbaarheid van de boom Als de boom gekapt wordt, kan het zo zijn dat op de plaats waar de boom staat bijvoorbeeld gebouwd gaat worden. Hierdoor zal de groeiplaats van deze boom verloren gaan. In dit geval krijgt de boom een waardering van 15 punten. Het kan ook zo zijn dat wanneer de boom gekapt wordt, op dezelfde locatie uitsluitend een kleinere boom kan groeien. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de boom gekapt wordt ten behoeve van een weg die er langs gelegd wordt. Hierdoor zal een grote boom hier niet volledig meer kunnen uitgroeien, omdat deze anders overlast zou veroorzaken voor het verkeer. In dit geval krijgt de boom een waardering van 10 punten. Ook kan het zo zijn dat wanneer de boom gekapt wordt, op dezelfde locatie een boom teruggeplant kan worden die uit kan groeien tot een boom van dezelfde grootte. Aan deze boom wordt dan een waardering van 0 punten toegekend. 3. Zichtbaarheid vanaf openbaar terrein Het kan zo zijn dat een boom voor meer dan 50% zichtbaar is vanaf openbaar terrein. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een boom langs een weg staat of geplant is in een park. Deze boom is dient vaak een breder dan persoonlijk belang. In dit geval wordt aan de boom een waardering van 15 punten toegekend. Ook kan het zo zijn dat een boom voor 5% tot 50% zichtbaar is vanaf openbaar terrein. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een boom in iemands tuin staat en zo groot is dat men de halve kroon boven de huizen uit kan zien. In dit geval wordt aan de boom een waarde toegekend van 10 punten. Verder kan het zo zijn dat een boom voor minder dan 5% zichtbaar is vanaf openbaar terrein. Dit kan zo zijn waneer een boom in een tuin staat en de kroon niet zichtbaar is vanaf openbaar terrein. Aan deze boom wordt een waardering toegekend van 0 punten. 4. De cultuurhistorische waarde van een boom Een boom kan een bepaalde cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. In veel gevallen zijn deze bomen opgenomen op de waardevolle bomenlijst van de Gennep. In de gevallen dat dit niet zo is, wordt aan deze boom een waarde toegekend van 10 punten. Een boom is cultuurhistorisch waardevol als deze herinneren aan een bepaalde gebeurtenis of als ze een belangrijk punt markeren. Als een boom cultuurhistorisch niet waardevol is, wordt aan deze boom een waardering gegeven van 0 punten. 5. De ecologische waarde van een boom In feite hebben alle bomen waarde voor de ecologie. Het is echter in veel gevallen zo dat bomen een grote ecologische meerwaarde vertegenwoordigen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er veel verschillende soorten planten en dieren in en om de boom leven. In dit geval krijgt de boom een waardering van 15 punten. 19
Ook kan het zo zijn dat de boom een geringe ecologische meerwaarde vertegenwoordigd. Dit is het geval wanneer er wel dieren in deze boom leven, maar zich ook gemakkelijk weer in een andere boom kunnen vestigen. In dit geval krijgt deze boom een waardering van 10 punten. Verder kan het zo zijn dat een boom geen bijzondere ecologische meerwaarde vertegenwoordigd. Dit is het geval wanneer er nagenoeg geen planten of dieren in en om de boom leven. In dit geval krijgt de boom een waardering van 0 punten. 6. De levensverwachting van de boom In sommige gevallen is het zo dat bomen gekapt worden terwijl ze nog een zeer goede levensverwachting hebben. Aan bomen die gekapt worden terwijl ze een levensverwachting hebben van meer dan 15 jaar, wordt een waarde toegekend van 10 punten. Er zijn ook bomen waarvan men weet dat ze het eind naderen van hun levenscyclus. In dit geval krijgt de boom een waardering van 5 punten. Ook zijn er bomen waaraan te zien is dat ze niet lang meer leven. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer er een ernstige ziekte in de boom zit of wanneer men weet dat de boom aan het eind van zijn levenscyclus zit. In dit geval wordt een waarde van 0 punten toegekend. 20