signalering MEE Rotterdam Rijnmond Vastgesteld MO: Auteur: Jacomine Goudzwaard Status: definitief versie 1
Protocol signaleren in SISA en risicoprofiel Pre ambule MEE Rotterdam Rijnmond is een dienstverlenende organisatie. De vraag van de cliënt is uitgangspunt van handelen. Het signaleren in SISA kan op gespannen voet staan met het uitgangspunt van hulpverlening in het vrijwillige kader. Het belang van kinderen en hun recht op bescherming is de enige reden om af te wijken van het principe van het vrijwillige kader. Dit protocol schept duidelijkheid over welke stappen er vooraf gaan aan een signalering in SISA en welk risicoprofiel daarbij gehanteerd wordt. Algemeen Onder SISA wordt verstaan het Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak, zoals dat werkzaam is binnen de gemeente Rotterdam en de omliggende gemeenten die hierbij aangesloten zijn. De consulent draagt op basis van kennis, ervaring en mogelijkheden een bijzondere en directe verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling, gezondheid en veiligheid van het kind met wie hij beroepshalve direct of indirect- in aanraking komt. De consulent is in staat signalen van kinderen en hun omgeving te duiden als mogelijke aanwijzing van een zorgelijke situatie die signalering behoeft. Kennis en deskundigheid worden op peil gehouden door bijscholing. Bij de intake wordt standaard de vraag gesteld naar toestemming om informatie te mogen opvragen bij school en andere instellingen die van belang kunnen zijn. De intake vindt plaats aan de hand van een standaardformulier. Aan het begin van ieder hulpverleningstraject wordt in samenspraak met de cliënt een plan van aanpak gemaakt, waarmee de cliënt akkoord gaat. Te volgen stappen voorafgaand aan en tijdens de signalering in SISA Consulenten beoordelen hun casussen of een SISA-melding van toepassing is voor de betrokken jeugdige tot 23 jaar. De weging vindt plaats aan de hand van de richtlijn Wegingskader en het risicoprofiel van de jeugdige. Consulenten die een signaal af willen geven voor een jeugdige in SISA treden vooraf in overleg met de praktijkbegeleider. De teammanager toetst het voorgenomen signaal. Na een inhoudelijke afweging waarin de belangen van de jeugdige maatgevend zijn, kan tot signalering over gegaan worden. Dit wordt vastgelegd in het dossier van de cliënt/de jeugdige. Cliënt en/of ouders/verzorgers worden vooraf ingelicht over de signalering in SISA door de consulent en ontvangen schriftelijke informatie over SISA. Als cliënt en/of ouders/verzorgers bezwaar maken tegen deze signalering wordt in het belang van het welzijn van de cliënt/de jeugdige alsnog een melding gemaakt en ouders gewezen op onze klachtenprocedure. Toetsing heeft immers al door de teammanager plaats gevonden. In SISA worden alleen naam, geboortedatum en NAW-gegevens geregistreerd, geen inhoudelijke gegevens. Cliënt en/of ouders/verzorgers worden door SISA ingelicht als er meerdere hulpverleners betrokken zijn en deze gegevens uitgewisseld worden.
Als er meerdere hulpverleners bij betrokken zijn is de regiehouder verantwoordelijk voor het contact leggen met de verschillende hulpverleners. (Wie regiehouders is, is vooraf vastgelegd in SISA, kan per casus verschillen afhankelijk van de betrokken hulpverleners.) Cliënt en/of ouders/verzorgers worden door de consulent of de regiehouder betrokken bij het uitzetten van vervolgstappen. Zolang een jeugdige geregistreerd is in SISA, blijft deze actief binnen MEE en is er een consulent bij betrokken. Afmelding binnen SISA vindt plaats als de problematiek voldoende verminderd is of de inzet van adequate hulp gerealiseerd is. Het besluit ligt bij de consulent na toetsing door praktijkbegeleider en teammanager. Het leidend principe na het afgeven van een signaal door MEE is conform de werkwijze in Rotterdam Rijnmond als volgt: Consulenten onderhouden volgens de geëigende werkwijze van MEE contacten met andere instanties die nodig zijn voor het ondersteuningstraject. Het afgeven van een signaal komt niet in de plaats van het gangbare bilaterale overleg tussen instanties, deelname aan bestaande netwerken en/of het afgeven van zorgmeldingen bij Bureau Jeugdzorg. In de algemene brochure van MEE wordt vermeld dat MEE deelneemt in SISA. Deze deelname is ten behoeve van kinderen waar zorgen over zijn en waarbij het van belang is dat in een vroeg stadium betrokken hulpverleners van elkaars hulpaanbod op de hoogte zijn en dit met de cliënt en/of gezin kunnen afstemmen.
Wegingskader voor invoering in SISA voorafgaand aan de signalering Een aantal factoren kunnen als risicovol aangemerkt worden. Meestal zal er sprake zijn van een combinatie van factoren. Kindfactoren: - Jeugdigen die risico lopen mishandeld en/of misbruikt te worden. - Jeugdigen die zich op het grensvlak van criminaliteit bewegen. - Jeugdigen die bekend zijn met verslavingsproblematiek. - Jeugdigen die zwerven. - Jeugdigen met veelvuldig schoolverzuim. - Jeugdigen in crisissituatie in relatie met grensoverschrijdend gedrag. Ouderfactoren: - Verstandelijk gehandicapte ouders en/of ernstige psychiatrische problematiek bij ouders/verzorgers. - Verslavingsproblematiek bij ouders/verzorgers. - Ouders/verzorgers die hulpverlening afhouden terwijl er ernstige signalen zijn van opvoedingsonbekwaamheid. - Ernstige schulden in het gezin. Gezinsfactoren: - Geweldsproblemen in het gezin. - Criminaliteit in het gezin. - Problemen met meerdere kinderen uit een gezin en betrokkenheid diverse organisaties zonder mogelijkheid tot afstemming. - Crisissituatie in relatie tot onvoldoende draagkracht van ouders/verzorgers. Wanneer wordt een signaal afgegeven? - Wanneer er in de thuis- en/of kindsituatie problemen spelen op meerdere vlakken dat het welbevinden en/of de ontwikkeling van de jeugdige benadeelt en waar mogelijke samenwerking met andere hulpverleners van belang is bij de ondersteuning van het gezin of de jeugdige. en - De cliënt en/of diens ouders/verzorgers ondersteuning afwijzen. - Noodzakelijke hulp langer dan gewenst uitblijft bijvoorbeeld in verband met wachtlijsten. - Het ondersteuningstraject of de ingezette hulp vastloopt of dreigt te lopen omdat de ondersteuning of hulp niet afdoende blijkt te zijn. - Bij een inbreng in DOSA-overleg, inbreng Lokaal Zorgnetwerk, verzoek tot raadsonderzoek en melding huiselijk geweld ten behoeve van kinderen. Bijlage 1 De regiehouder heeft de taak om contact te zoeken met de andere hulpverleners en cliënt/ouders/verzorgers en een plan van aanpak op te stellen. Het overzicht regiehouder na match is uitgangspunt, hiervan kan in een casus afgeweken worden in onderling overleg als de situatie daar aanleiding toe geeft. Overzicht regiehouder na match Bij match met organisatie regiehouder 1 Bureau Jeugdzorg BJZ
o.a. ook: Jeugdreclassering 2 Politie MEE 3 Reclassering Nederland Reclassering Nederland 4 Jeugdplein MEE 5 Onderwijs MEE 6 CJG o.a. GGD en Ouder en Kind Zorg CJG 7 Hartelborgt MEE 8 Humanitas o.a. prostitutie mw, Pak je Kans, Nieuwe Perspectieven 9 Pander Aanpak (interventieteams, hebben zelf geen inzicht in SISA) MEE MEE 10 Kinderopvang MEE 11 Ziekenhuis/huisarts MEE 12 AMW MEE 13 Jeugd en Jongerenwerk MEE 14 SoZaWe o.a. Kredietbank MEE 15 Leerplicht/RMC/Jongerenloket Leerplicht/RMC/Jongerenloket 16 17