Provincie Oost-Vlaanderen Stad Geraardsbergen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 15/O6/2OtO Aanwezig: Martine Boelaert, voorzitter Freddy De Chou, burgemeester Eric Spitaels, Patrick Flamez, Erwin Franceus, Leonce Nachtergaele, Bram De Geeter, Ann Panis, Guido De Padt, schepenen Dirk Van der Maelen, Johan Vanden Herrewegen, Alex Wijnant, Andrée De Rom-Depreter, Daisy Van Wymeersch, Francine Van der Maelen, Carine De Bruyker, Hugo De Ceuleneer, Freddy Galle, Marijke Merckaert, David Larmuseau, Dieter Van den Bergh, Davy Coppez, Sarah De Backer, Véronique Fontaine, Thierry Malfroidt, Stephan Bourlau, Kathy Maes, gemeenteraadsleden Veerle Alaert, secretaris Verontsch u ld igd : Martine Duwyn, schepen Iris De Braekeleer, Lindy Van Den Bossche, Arthur Cambier, qemeenteraadsleden Gemeentelijk reglement leegstaande woningen en/of gebouwen. De raad in openbare zitting, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 4 februari 7997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd, waarin de leegstandsinventaris een verplichte gemeentelijke bevoegdheid wordt en tevens de mogelijkheid biedt om een leegstandsbelasting te innen; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Overwegende dat de langdurige leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen in de stad moet verhinderd en bestreden worden; Overwegende dat het wenselijk is dat op het op het grondgebied van de stad beschikbaar patrimonium voor wonen ook optimaal benut wordt; Overwegende dat in het Grond- en Pandendecreet en in de Vlaamse Wooncode de gemeente naar voren wordt geschoven als coördinator van het woonbeleid, als actor die het dichtst bij haar inwoners staat; Overwegende dat de uitwerking van reglementen rond huisvesting en wonen past binnen de vooropgestelde doelstelling van de intergemeentelijke samenwerking Wonen GeZo; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het artikel 42 g 3 van het gemeentedecreet; BESLUIT: Artikel 1: Akkoord te gaan het "Reglement op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden" goed te keuren. Artikel Artikel 2: 3: Onderhavig reglement treedt in werking op 01.06,2010. Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de praktische uitwerking van dit besluit. Artikel 4: Een afschrift van dit besluit over te maken aan de Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent en aan Wonen Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 4-6, 9000 Gent. Hoofdstuk f: Inleiding Reglement op leegstaande gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden. Artikel 1: Definities In dit reglement wordt verstaan onder: administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de inventarissen en het leegstandsregister bedoeld in art. 4; besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009, houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen en/of kamers en latere wijzigingen; bestemmingswijziging: wijziging van de functie van een pand, volledig of gedeeltelijk, al dan niet vergunningsplichtig; beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze: - een aangetekend schrijven - een afgifte tegen ontvangstbewijs - een elektronisch aangetekende zending - elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld; decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen; gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning en niet beantwoordt aan de definitie van kamer en met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, g I, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; hoofdverbliifplaats: de woning, vermeld in artikel 2, g I, eerste lid,
10o van de Vlaamse Wooncode; inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of de woning (woonhuis, kamer) voor de eerste maal in de inventaris verwaarlozing of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning (het woonhuis, de kamer) niet uit de inventaris verwaarlozing of uit het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving; inventaris verwaarlozing: de stedelijke inventaris waarin woningen en/of gebouwen met zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval, worden opgenomen; kamer: woning waarvan één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; Kamerdecreet: decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsen veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers; leegstaand gebouw: een leegstaand gebouw zoals gedefinieerd in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid; een gebouw dat voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste t2 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw, voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2o, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentel ij ke belasting.
leegstaande woning: een leegstaande woning zoals gedefinieerd in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid: een woning die gedurende een termijn van tenminste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: 1o hetzij de woonfunctie; 2o hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet- occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt; leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals bedoeld in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid; tweede verblijfplaats: een woning die voor diegene die er kan verblijven voor deze woning niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woningen, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt én waarvoor een aangifte is gebeurd overeenkomstig de bepalingen van de belastingverordening op tweede verblijven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad. Als tweede verblijfplaats wordt niet beschouwd een woning die de voorbije 12 maanden niet effectief werd gebruikt overeenkomstig de functie tweede verblijf. Vlaamse wooncode: het decreet van 15 juli 1.997 houdende de Vlaamse Wooncode; woning: een goed, vermeld in artikel 2 g 7, eerste lid, 31 van de Vlaamse Wooncode; elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; woonhuis: elk bebouwd onroerend goed waarin zich één of meerdere woningen bevinden; zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten: 1. de volle eigendom 2. het recht van opstal of van erfpacht 3. het vruchtgebruik Hoofdstuk II: de inventarisatie van woningen en gebouwen die als leegstaand worden beschouwd Artikel 2: De inventaris 51. De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De administratie maakt eveneens een afzonderlijke gemeentelijke inventaris "verwaarlozing" op.
Een woning die is geinventariseerd op de inventaris "ongeschikten/of onbewoonbaar" door Wonen Vlaanderen wordt niet opgenomen in het leegstandsregister. Artikel 3: Opname 91, 92. 53. De administratie is bevoegd om de leegstand van een woning en/of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De door het College van Burgemeester en Schepenen met de opsporing van leegstand belaste en beëdigde ambtenaar bezit de onderzoek, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in art. 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De opname in het leegstandsregister gebeurt vanaf de datum van de administratieve akte van de leegstand. Artikel 4: Vaststelling van leegstand 51. Het vermoeden van leegstand van de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen gebeurt op basis van een beschrijvend verslag waarin één of meerdere van onderstaande indicaties wordt opgenomen: - het ontbreken va n een insch rijving in het bevolkingsreg ister - het ontbreken van een aangifte als tweede verblijfplaats - de woning is ingeschreven als tweede verblijf in dezelfde stad, uitgezonderd in een recreatiedomein - het aanbieden als "te huur" of "te koop" - het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten tenzij de zakelijk gerechtigde, hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand. Het minimumwaterverbruik waaronder mag worden verondersteld dat de woning leegstaat, wordt vastgesteld op 5 ma per jaar. Een woning wordt verondersteld leeg te staan als de elektriciteitsmeter is verzegeld of het jaarlijks elektriciteitsverbruik kleiner is dan 100kwh. - het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning - het vermoeden dat de woning niet wordt bewoond, ondanks inschrijving in het bevolkingsregister - de aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van een leegstand of improductiviteit - aanvraag tot vermindering van het kadastraal inkomen op grond va n artikel 15 van het Wetboek van in komsten belasting - getuigenverklaringen: omwonenden, postbode, wijkagent... - a ndere ind icaties d ie ter plaatse ku n nen worden vastgesteld zoals opgesomd in het bijgevoegde technisch verslag
Deze lijst is niet limitatief. 52. Een gebouw, woonhuis, woning en/of kamer wordt als leegstand beschouwd als het pand volgens dit verslag een eindscore behaalt van minstens 15 punten. Een indicatie van categorie I geldt voor 1punt, van categorie II geldt voor 3 punten en van categorie III voor 9 punten. Uitzondering hierop zijn de gebouwen die vallen onder het decreet op leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten (decreet 19 april 1995, met latere wijzigingen) 93. De, door het College van Burgemeester en Schepenen met de opsporing van leegstand belaste en beëdigde ambtenaar is bevoegd om de leegstand van een gebouw en/of woning op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister, en aan de hand van het technisch verslag. Model van administratieve akte in bijlage. Artikel 5: Kennisgeving van leegstand De zakelijk gerechtigden van een woning, gebouw, woonhuis en/of kamer worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname van in het leegstandsregister overeenkomstig de bepalingen in afdeling 2 - hoofdstuk 3. Artikel 6: Betwisting inzake vaststelling 51. 92. De zakelijk gerechtigde, kan de administratieve akte van leegstand binnen 30 dagen, ingaand de dag na deze van het ontvangen van de administratieve akte van leegstand, betwisten bij het College van Burgemeester en Schepenen. Hij kan met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat een leegstaand gebouw en/of de woning effectief gebruikt wordt, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsreg ister. De zakelijk gerechtigde, die de inventarisatie wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het College. Overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister, dient het beroepschrift, dat ingediend wordt bij beveiligde zending, gedagtekend te zijn en minimaal de volgende gegevens te bevatten: - de identiteit en adres van de indiener, - de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft., - één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 16 van dit reglement en van
boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding naar de indiener(s) van het beroepschrift verstuurd. 53. 94. qs. Het beroepschrift is onontvankelijk in één van de volgende gevallen: - niet ingediend door zakelijk gerechtigde - niet binnen de termijn ingediend - niet conform overeenkomstig de bepalingen $2 - niet ondertekend - niet beveiligde zending De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. Het College doet uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt bij beveiligde zending betekend, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard. Artikel 7: Opname in het leegstandsregister 51 g2 Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw en/of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum vanaf de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsreg ister. Het College kan de bevoegdheden, vermeld in dit artikel, delegeren aan één of meer personeelsleden van de gemeente. Artikel B: Schrapping uit het leegstandsregister 91. Een woning, kamer en/of overige woongelegenheid wordt geschrapt uit het leegstandsregister, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat voormelde panden, gedurende een termijn van tenminste zes opeenvolgende maanden, aangewend worden in overeenstemming met de functie, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister.
De datum van de schrapping uit het leegstandsregister is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6, $2, eerste lid van decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 92. 53. 94. Een gebouw wordt geschrapt uit het leegstandsregister, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan 50o/o van de totale vloeroppervlakte van het gebouw, na de periode van leegstand, gedurende een termijn van tenminste zes opeenvolgende maanden effectief wordt gebruikt overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2.2.6, g3 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 6 $ 2 van het reglement. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing bij beveiligde zending. Artikel 9: Samen voorkomen op verschillende inventarissen 51. 92. Een gebouw, woonhuis of woning dat voorkomt op de stedelijke heffingsinventaris 'verwaarlozing', zoals omschreven in art. 1, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd. Woningen, kamers en/of overige woongelegenheid die voorkomen op de gewestelijke inventaris 'ongeschikt en /of onbewoonbaar', beheerd door Wonen Vlaanderen, kunnen niet worden opgenomen in het leegstandsregister. Aldus vastgesteld in de hierbovenvermelde namens de gemeenteraad: de secretaris, get, Veerle Alaert zitting, de voorzitter, get. Martine Boelaert Voor eensluidend uittreksel : de secretaris, de voorzitter,
Veerle Alaert Martine Boelaert