Titelgegevens / Bibliographic Description Titel Auteur(s) Willem Teellinck in het licht zijner geschriften (29) / W.J. op 't Hof. Hof, W.J. op 't In Documentatieblad Nadere Reformatie, 10 (1986), no. 3, p. 73-76. Copyright 2007 / W.J. op 't Hof SSNR Claves pietatis. Producent Claves pietatis / 2007.07.17; versie 1.0 Bron / Source Annotatie(s) Website Nummer Onderzoeksarchief / Research Archive Nadere Reformatie Over: Treur-schrift. Sleutel tot de Nadere Reformatie B98013591 De digitale tekst is vrij beschikbaar voor persoonlijk gebruik, voor onderzoek en onderwijs. Respecteer de rechten van de rechthebbenden. Commercieel gebruik is niet toegestaan. The digital text is free for personal use, for research and education. Each user has to respect the rights of the copyright holders. Commercial use is prohibited. Het 'Onderzoeksarchief Nadere Reformatie' bevat digitale documenten over het gereformeerd Piëtisme en de Nadere Reformatie in Nederland tot 1800. Het is doorzoekbaar met de 'Bibliografie van het gereformeerd Piëtisme in Nederland (BPN)' op de website 'Sleutel tot de Nadere Reformatie'. The 'Research Archive Nadere Reformatie' contains digital documents about reformed Pietism and the Nadere Reformatie in the Netherlands until 1800. These can be retrieved by searching the 'Bibliography of the reformed Pietism in the Netherlands (BPN)' database at the 'Sleutel tot de Nadere Reformatie' website.
10de jaargang nr. 3-1986 X-73 WILLEM TEELLINCK IN HET LICHT ZIJNER GESCHRIFTEN(29) Trevr-schrift Trevr-schrift is het negenentwintigste geschrift dat van de hand van Willem Teellinck van de pers rolt:
X-74 Bibliografische notities: 4o; VIII, 95, 1 pp. l titelpagina III-VI voorrede aan alle oprechte liefhebbers van de gemeente Gods VII-VIII inhoudsopgave 1-95 tekst Een tweede keer verschijnt dit geschrift als onderdeel van Het Eerste stuck van de wercken van Mr. Willem Teellinck, J.U.D., Utrecht 1659 1. Voorrede Nadat de auteur aangewezen heeft dat men ondanks de grote en vele oorzaken tot treuren, onwillig is dat te doen terwijl men het over tijdelijke zaken wel doet, roept hij in de voorrede hartstochtelijk op tot treuren over de verdrukkingen van Gods volk elders in de wereld en tot te hulp komen van dat volk. Inhoud Aan Trevr-schrift ligt Nehemia 1:1-4 ten grondslag. Nadat deze tekst uitgelegd is, volgt het eerste leerstuk, nl. dat God Zijn volk soms in grote ellenden brengt. De nuttigheden hiervan zijn: 1. men ergere zich daar niet aan in die zin dat men de waarheid die beleden wordt, in twijfel trekt 2. men bereide zich zelf er op tijd op voor. Dit laatste doet men door: a. zijn hart te spenen van alle wereldse zaken die door de komende ellende ontnomen kunnen worden b. steeds bezig te zijn de stekel der verdrukkingen, nl. de onverzoende zonde, uit te trekken c. zich te voorzien van geestelijke gaven om in deze boze dag staande te kunnen blijven. Een volgende nuttigheid is voor de goddelozen: als Gods volk zo door God bezocht wordt, wat zal hun dan overkomen? De laatste nuttigheid is voor de godzaligen: zij worden opgewekt te verlangen ontbonden te worden en met Christus te zijn. Het tweede leerstuk is dat het een zeer droevige en beklagelijke zaak is als Gods volk in de ellende komt. Redenen hiervan zijn: 1. Gods Kerk is het allerschoonste dat de wereld heeft 2. de dwalenden en bandelozen worden daardoor geweldig gestijft in hun dwalingen en zonden 3. Gods heilige Naam wordt verschrikkelijk gelasterd 4. Gods grimmige toorn is dan kennelijk tegen Zijn eigen volk ontstoken. De Heere wil dat dit ter harte genomen wordt en dat er over getreurd wordt, ook al bevindt men zichzelf nog niet in nood. Teellinck wijst aan dat ook het volk Gods in zijn tijd op vele plaatsen in ellende verkeert. Het wordt echter weinig ter harte genomen en betreurd. Dit is een teken van geestelijke koud- en hardheid. Deze komen ook openbaar in de heersende zonden. Dat de verdrukking van Gods volk weinig ter harte genomen wordt, komt in de volgende vier dingen uit: 1. de harten zijn weinig beklemd en de ogen tranen weinig 2. men geeft zich nog over aan allerlei vermakelijkheden 3. men verfoeit zich
X-75 niet wegens bekeert zich niet van de zonden, die de oorzaak van de ellende zijn 4. men is niet bezig met de vraag hoe men de ellende kan doen ophouden 2. Het niet hartelijk bedroefd wezen over de ellende van Gods volk is een grote zonde. Teellinck laat dit zien aan de hand van de oorzaken en van de gevolgen van deze ongevoeligheid. De oorzaken zijn: 1. blindheid des harten 2. verwaandheid des harten 3. hardheid des harten 4. gebrek aan natuurlijke en geestelijke liefde. Als gevolgen noemt de auteur: 1. men verkloekt zich niet om verbetering in de ellende van Gods volk te brengen 2. God neemt de ellende ook niet ter harte 3. men zal als eerste en het ergst gestraft worden 4. men wordt er niet door verbeterd. Er worden vier beweegredenen voor de droefheid gegeven: 1. er bestaan geestelijke banden met die gemeenten die in ellenden verkeren 2. wie niet treurt, geeft daarmee te kennen geen deel te hebben aan de gemeenschap der heiligen 3. wie nu niet treurt over de ellende, zal straks over zijn eigen nood hebben te klagen. 4. wie treurt, ontvangt geestelijk profijt 3. Vervolgens geeft Teellinck vier middelen om het hart in te winnen voor de bedoelde droefheid: 1. terdege Gods gebod in dezen bedenken 2. de jammerlijke staat van Gods volk elders voor ogen stellen 3. betrachten hartelijke liefde tot dat volk te hebben 4. bidden of God een gevoelig hart wil geven. De nuttigheid die uit het voorgaande voortvloeit, is ook vierderlei: a. waarschuwing aan alle leden van de gereformeerde Kerk die nog niet treuren b. verschrikking van alle leden der gereformeerde Kerk die niet alleen niet treuren, maar tevens nog lichtzinnig voortleven c. bemoediging van allen die wel treuren d. opwekking aan allen tot rouw. Niemand denke dat het met de nood van Gods volk elders wel meevalt of dat de oproep tot rouw schadelijk zou zijn. De oproep dient niet tot het kleinmoedig voor de vijanden, maar wel tot het ootmoedig voor God maken 4. Men moet niet slechts van harte bedroefd zijn, maar ook zijn uiterste best doen Gods volk uit de ellenden te helpen, aldus het derde leerstuk. Op de vraag wat er gedaan moet worden, verwijst Teellinck naar zijn Balsem Gileads en geeft hij aan dat er al vasten-biddaqen gehouden en diplomatieke inspanningen gedaan zijn. Voor het heden beveelt hij een geestelijk en een politiek middel aan. Het politieke middel houdt in dat er orde op zaken gesteld wordt in de Politi/cke Regieringhe/ d'administratie van de Justitie/ de Crijghsordeninghe ende het stuck der Finantien 5. Teellinck zegt hier verder niets over en beveelt deze zaken aan hen die ze aangaan. Zelf bespreekt hij nog drie andere middelen: 1. eendracht in het land, in het bijzonder tussen de overheden en de ingezetenen des lands, en eendracht tussen alle gereformeerde koninkrijken en republieken 2. aanstelling van integere en godvrezende bestuurders 3. getrouwe belastingbetaling 6.
X-76 Verwijzingen Tweemaal wordt naar Balsem Gileads verwezen 7. Onderwerp Het centrale onderwerp is de ellende waarin vele buitenlandse gereformeerde kerken terecht zijn gekomen. Teellinck denkt hierbij aan Frankrijk, Zwitserland, Moravië, Silesië en de Palz. De Nederlandse christenen hebben met die medechristenen mee te leven, hen te beklagen en hen te hulp te komen. Het is duidelijk dat de gemeenschap der heiligen voor Teellinck een zwaarwichtige zaak was. Aan het centrale onderwerp zitten de thema's van de geestelijke koudheid, van de heersende zonden en van de reformatie des levens verbonden. Bijzondere thema's zijn: het verlangen om ontbonden te worden en de combinatie van geestelijke en politieke middelen. Aard Trevr-schrift is een gepassioneerde oproep tot beleving en concretisering van de gemeenschap der heiligen over 's lands grenzen heen. Zwaar helt de schaal over naar de kant van de menselijke verantwoordelijkheid. Naar de vorm is dit werk, gezien het weerkerend getal vier, een traktaat. Anderzijds wordt in het schema uitleg - leerstukken - nuttigheden de preekachtergrond zichtbaar. Conclusie De conclusies die uit Trevr-schrift te trekken zijn, luiden: 1. Voor Teellinck is de gemeenschap met medechristenen in de verdrukking en ellende een noodzakelijke en levende aangelegenheid. 2. Andere thema's zijn de geestelijke koudheid, de heersende zonden en de reformatie des levens. 3. Bijzondere thema's zijn het verlangen om ontbonden te worden en de combinatie van geestelijke en politieke middelen. 4. Weer ontvangt de menselijke verantwoordelijkheid alle accent. 5. In dit traktaat is de preekachtergrond duidelijk herkenbaar. W.J. op 't Hof Noten 1. Zie: W.J.M. Engelberts, Willem Teellinck, (Amsterdam 1898), 215, en J. van der Haar, Bibliografie, achter W. Teellinck, Noord-sterre, (Dordrecht 19711, 381 2. 1-30 3. 30-55 4. 55-74 5. 88a 6. 74-95 7. 76b en 77b