Projectplan Renheide op Peil

Vergelijkbare documenten
Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan Waterwet

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg)

Kansrijke maatregelen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Beverdam in de Scheide

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Voorstel waterhuishoudkundige afstemming Hanenplas - agrarische omgeving

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Projectplan. verplaatsen stuw BZ 135-AA

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterschap Hunze en Aa s

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Streefpeilbesluit Optimalisatie peilbeheer Leijgraaf

Memo * *

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

EBO (Eigendom, Beheer en Onderhoud) staten en toelichting Ecologische Verbindingszone Ter Wisch versie 25 mei 2012

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum:

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015

Ontwerpbesluit Projectplan Leuvenumse Beek

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers

Werking Buffersysteem Siberië fase 1 en 2 in 2015

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Bodem en Water, de basis

Herinrichting beekdal Oude Strijper Aa Beknopte toelichting op de plannen en procedure

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Ontwerp Projectplan Aanpassingen watersysteem Friese Hoek

Nieuwe indeling van watergangen

Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A

Ontwerp-Projectplan Waterwet Herprofileren Rijnwijckse Wetering

Projectplan - artikel 5.4 Waterwet Watergebiedsplan Vlieland

Optimalisatie peilbeheer St.Anthonis-Boxmeer. Streekbijeenkomst maart 2019

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Slimme oplossingen voor een klimaatrobuuster watersysteem Gaat u mee op reis? ALV BPG 11 november 2016

Maatregelen Normering. Projectplan Realisering maatregelen op locatie Beverborgsweg 10 en 12 te Beuningen

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland

Projectplan Watergebiedsplan Zoeterwoude- Zoetermeer

Memo Amsterdam, 20 juni 2016

Projectplan afwatering Bornerbroek

Ontwerp omleiding Eeuwselse Loop

Aanleg windwatermolen Schouw 14 te Deurne

Voorlopig Ontwerp Deurningerbeek. Maurice Wenker Landschapsontwerper Dienst landelijk Gebied

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Watervergunning Z43841/O82403

Nota van zienswijzen Geanonimiseerd. Ontwerp-projectplan Waterwet Beekherstel en EVZ Peelse Loop Benedenloop November Waterschap Aa en Maas

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Toelichting Peilbesluit Westerhornermolenpolder Polder De Oude Leij

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Projectplan Holsdiek Orvelte

ontwerp-projectplan Waterwet Aanleg waterstaatswerken landgoed Kolland

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Welkom. Evaluatie natuurontwikkeling en waterberging Geeserstroom. maandag 26 september 2016

Projectplan Waterwet EVZ Ter Wisch

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal

Memo. Zaaknr. : Kenmerk : Barcode : : Ronald Loeve en Julian Maijers. Via :

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam

Projectplan Essche Stroom Uilenbroek

Ontwerp-projectplan Waterwet. Optimalisatie watersysteem Raam Rijkevoort Oploose Molenbeek Sint Anthonis

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Projectplan C8514 Aanleg stuw Rooseboom en zandvang in de Zijdewetering (ontwerpbesluit)

Projectplan Aanleg stuwen skivijver te Naaldwijk, Gemeente Westland

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Projectplan Waterwet Verbetering waterbeheersing Molenweg te Doorn Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle

Projectplan Spoorsloot De Reigerstraat Delden

Memo. nummer JvRmemowateradvieswaterschap datum 17 september 2013 aan Roel van Ark Rudo Cleveringa

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Hatertse en Overasseltse Vennen

Transcriptie:

Projectplan Renheide op Peil Waterschap De Dommel maart 2012 P059801

Inhoud Samenvatting...3 DEEL I: Uitvoering maatregelen Renheide op peil...4 1. Aanleiding en doel...4 2. Ligging en begrenzing plangebied...5 3. Beschrijving en maatvoering van de waterstaatswerken...5 3.1. Peilbeheer Buulder Aa... 5 3.2. Peilaanpassing stuwen GA1-12578 en GA1-13685... 7 3.3. LOP-stuwen... 7 3.4. Aanpassing watergangen... 9 3.4.1.Duikers... 9 3.4.2. Duiker DR01... 9 3.4.3. Duiker DR02 en DR03... 9 3.4.4. Hydrologische effecten...10 3.4.5. Waterbehoefte perceel Maarheezeweg Zuid...11 3.4.6. Extra maatregelen...11 4. Wijze van uitvoering... 12 4.1. Wet en regelgeving...12 4.2. Archeologie...12 4.3. Mitigatie negatieve effecten...12 5. Legger, beheer en onderhoud... 13 6. Samenwerking... 13 DEEL II: VERANTWOORDING... 14 Inleiding... 14 1. Wetten, regels en beleid... 14 1.1 Waterwet...14 1.2 Omgevingsbeleid en regelgeving... 14 1.2.1 Gemeentelijke structuurvisie en bestemmingsplan...14 1.2.2 Monumentenwet/ archeologie...14 1.2.3 Flora- en faunawet...14 1.2.4 Natuurbeschermingswet 1998...15 1.2.5 Explosievenwet...15 1.2.6 Ontgrondingverordening...15 2. Hydrologisch / waterstaatkundig onderzoek... 15 Bijlagen... 16 Bijlage 1: Overzichtskaart en detailkaart maatregelen (2)... 16 Bijlage 2: Resultaten knelpuntenstudie... 17 Bijlage 3: Hydrologische modelstudie... 18 2

Samenvatting In dit document zijn de maatregelen van de pilot Renheide op peil uitgewerkt. Het plan geeft invulling aan optimalisatie van het (grond)waterbeheer in het landbouwgebied als wel optimalisatie van het peilbeheer in de Buulder Aa in het gebied Renheide, gemeente Heeze- Leende. De volgende maatregelen worden genomen: Aanpassing, verplaatsing en aanbrengen van nieuwe LOP-stuwen; aanpassingen aan watergangen; verbetering afvoer en aanvoer van percelen d.m.v. de aanleg van duikers; wateraanvoer perceel Maarheezeweg Zuid; aanpassing peilregime 2 stuwen Buulder Aa (GA1). Met de uitvoering van de maatregelen inclusief bijbehorende beheer en monitoring wordt het GGOR-traject (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime) in de Renheide gerealiseerd. Het plan geeft invulling aan het thema voldoende water en natuurlijk water uit het waterbeheerplan. Met een natuurlijker peilbeheer wordt gedeeltelijk invulling gegeven aan de KRW functie GEP-verweven zoals vermeld in het Waterbeheerplan en het provinciale waterplan (PWP). Totale invulling van de functie GEP verweven op de Buulder Aa is op dit moment niet mogelijk, aangezien grondaankoop in het kader van de EHS niet mogelijk bleek. Tevens wordt voldaan aan artikel 2.1 uit de waterwet. Met een natuurlijker peilbeheer wordt de hydrologische, chemische en ecologische situatie van de beek verbeterd. Met de maatregelen in landbouwgebied wordt de hydrologische situatie in landbouwgebied verbeterd, wordt de stuurbaarheid vergroot en worden eventuele effecten van het nieuwe peilbeheer geneutraliseerd. Zowel maatregelen om het water beter te kunnen vasthouden als maatregelen voor een verbeterde ontwatering worden genomen. 3

DEEL I: Uitvoering maatregelen Renheide op peil 1. Aanleiding en doel In het Waterbeheerplan 2010-2015 (blz 35) wordt aangegeven dat in een pilot-project de uitgangspunten voor grond- en oppervlaktewaterstanden worden bepaald. Het waterschap wil immers de komende jaren het peil van grond- en oppervlaktewater in haar gebied beter afstemmen op wat nodig is voor een gezond en duurzaam watersysteem. Dit is een watersysteem dat past bij de behoeften van mensen, bijdraagt aan economische belangen en aansluit bij de omgeving. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst. Het project Renheide op peil geeft hier invulling aan. Het pilot-gebied dat is gekozen is het gebied Renheide rond de Buulder Aa in de gemeente Heeze-Leende. De Renheide is het eerste gebied waarin we met deze opgave aan de slag zijn gegaan. Daarom noemen we het ook een pilot. In dit gebied moet het peil van grond- en oppervlaktewater de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven beter kan ondersteunen én kansen moet bieden voor biodiversiteit. In dit projectplan zijn de maatregelen voor Renheide op peil uitgewerkt. Dit project geeft invulling aan maatregelen om het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) in en rondom de Buulder Aa te realiseren. Dit plan geeft invulling aan optimalisatie van het (grond)waterbeheer in het landbouwgebied als wel optimalisatie van peilbeheer in (beek)natuur. Met de uitvoering van dit projectplan inclusief bijbehorende beheer en monitoring is het GGOR-traject in de Renheide gerealiseerd. In de huidige situatie zijn er door de betrokken landbouwers in agrarisch gebied knelpunten aangegeven. Op enkele plekken op de hogere delen in het gebied is het te droog en in het beekdal op een aantal plekken te nat voor agrarisch gebruik. Dit is zowel modelmatig als via interviews met betrokkenen geanalyseerd. Het peilregime in de beek heeft een tegennatuurlijk karakter waarbij de beek in zomer hoog wordt opgestuwd. Het zomerpeil is ongeveer gelijk aan het winterpeil. Het waterschap heeft een opgave om de GGOR voor landbouwgebieden te realiseren. Tevens heeft het waterschap de verplichting om de kaderrichtlijnwater doelstellingen te realiseren. Tijdens het project is echter de financiële situatie voor realisatie de ecologische hoofdstructuur veranderd. Hierdoor zijn op korte termijn geen gelden beschikbaar voor verwerving van gronden en beekherstel. Om deze reden is met de streek afgesproken dat in ieder geval tot 2020 geen beekherstelmaatregelen benedenstrooms het bosgebied zullen plaatsvinden. Uitvoering van beekherstel in het bosgebied is gepland vanaf 2012 en wordt gekoppeld aan het project beekherstel/waterberging Cranendonck (bovenstrooms de Renheide). De maatregelen dragen bij aan een gezond en duurzaam watersysteem. Hiervoor wordt een natuurlijker peil voor de Buulder Aa (GA1) nagestreefd met een in de winter hoger peil dan in de zomer. Dit gebeurt door instellingswijzigingen van stuwen (opgenomen in de legger): GA1-12578 en GA1-13685. Dit gaat samen met een betere sturing van de waterhuishouding op de landbouwpercelen Agrariers krijgen door de maatregelen meer invloed op het peil. 4

2. Ligging en begrenzing plangebied De Buulder Aa ligt in het uiterste zuidoosten van het beheersgebied van Waterschap De Dommel. De beek begint vlakbij Budel-Schoot, stroomt vervolgens langs Budel en Soerendonk om vervolgens nabij Leende uit te monden in de Groote Aa (zie figuur 1.1). Figuur 1.1: Overzichtskaart Buulder Aa Het grootste deel van het stroomgebied heeft een agrarische functie en bestaat uit een afwisseling van grasland en bouwland. Binnen het stroomgebied liggen de bebouwde kernen Budel, Soerendonk en Maarheeze. Leende ligt iets ten noorden van het stroomgebied. Ten noorden en ten zuiden van Soerendonk ligt een aantal aaneengesloten bos- en heidegebieden. Binnen het stroomgebied van de Buulder Aa ligt de natte natuurparel Buulder Aa - Buulderbroek, bestaande uit de deelgebieden Buulderbroek, Riesten, Cranendonckse Bossen en Ulkedonken. 3. Beschrijving en maatvoering van de waterstaatswerken Voor de maatregelen wordt ook verwezen naar de 2 kaarten in bijlage1 (overzichtkaart 2323-101 en detailkaart 2323-801b) Bij de uitvoering kan hier op detail (in overleg met de betrokkenen) van worden afgeweken, dit doet geen afbreuk aan de doelstellingen. De grondeigenaren langs de Buulder Aa hebben in de huidige situatie te maken met zowel te natte als te droge omstandigheden. Een aantal jaren geleden heeft het waterschap samen met de grondeigenaren op verschillende locaties LOP-stuwen geplaatst. In het project 5

Renheide op peil zijn deze LOP-stuwen samen met de grondeigenaren geëvalueerd. Dit heeft in een aantal situaties geleid tot het verwijderen of verplaatsen van een bestaande LOP-stuw of het plaatsen van een nieuwe LOP-stuw. Daarnaast is in detail geëvalueerd welke andere (innovatieve) maatregelen tot een verbeterde waterhuishouding kunnen leiden, deze zijn hieronder genoemd en in de volgendeparagrafen verder uitgewerkt. aanpassing van het peilregime van stuwen aanpassing, verplaatsing en aanbrengen van nieuwe LOP-stuwen; aanpassingen aan watergangen (demping, verontdieping); verbetering afvoer en aanvoer van percelen d.m.v. de aanleg van duikers; wateraanvoer perceel Maarheezeweg Zuid; aanpassing peilbeheer 2 stuwen Buulder Aa; 3.1. Peilbeheer Buulder Aa Het peilbeheer van de Buulder Aa in de huidige situatie is een vast peil in de zomer en winter, waarbij het peil tijdelijk verlaagd wordt in de perioden dat de grond bewerkt wordt en de oogst plaatsvindt. Om meer kansen te bieden voor biodiversiteit wordt het peilbeheer van de Buulder Aa aangepast in een meer natuurlijk regime met een zomerpeil dat lager is dan het winterpeil. In figuur 3.1 is het huidige en toekomstige peilregime van de twee stuwen in Renheide weergegeven. Peil 22,95 De stuwen zullen in de 22,9 zomermaanden op het lagere peil worden ingesteld. Voor de 22,85 bovenstroomse stuw bij Bierings betekent dit dat het peil in de 22,8 winterperiode met 10 cm wordt verhoogd en in de periode 22,75 februari tot september met 20 cm wordt verlaagd van 23,70 22,7 naar 23,50 m +NAP. De stuw bij 22,65 Liebregts wordt in dezelfde periode met 20 cm verlaagd van 22,6 22,90 naar 22,70 m +NAP. Ten opzichte van het oorspronkelijke plan wordt het zomerpeil eerder ingesteld om bewerking van het land in die periode mogelijk te maken. Peil 23,85 23,8 23,75 23,7 23,65 23,6 23,55 23,5 23,45 23,4 23,35 GA1-12578, Bierings GA1-13685, Liebregts Het aanpassen van het peilregime is met de huidige stuwconstructies mogelijk. Hiervoor hoeven geen aanvullende maatregelen te worden genomen. nieuw streefpeil huidig streefpeil nieuw streefpeil huidig streefpeil 6

3.2. Peilaanpassing stuwen GA1-12578 en GA1-13685 De stuwregimes van de stuwen GA1-12578 en GA1-13685 worden in het kader van een natuurlijker beek aangepast volgens de onderstaande tabellen. Het nieuwe peilregime kan met de huidige stuwen worden ingeregeld. Tabel 3.1: Huidig en toekomstig peilregime stuwen GA1-12578 en GA1-13685 GA1-13685 (stuw Liebregts) huidig nieuw 1-jan 22,9 22,9 15-jan 22,9 22,9 1-feb 22,9 22,9 10-feb 22,7 22,8 20-feb 22,7 22,7 1-mrt 22,7 22,7 1-apr 22,7 22,7 15-apr 22,7 22,7 1-mei 22,9 22,7 15-mei 22,9 22,7 1-jun 22,9 22,7 15-jun 22,9 22,7 1-jul 22,9 22,7 15-jul 22,9 22,7 1-aug 22,9 22,7 15-aug 22,9 22,7 1-sep 22,7 22,7 15-sep 22,7 22,8 -okt 22,9 22,9 15-okt 22,9 22,9 1-nov 22,9 22,9 15-nov 22,9 22,9 1-dec 22,9 22,9 15-dec 22,9 22,9 GA1-12578 (stuw Bierings) huidig nieuw 1-jan 23,7 23,8 15-jan 23,7 23,8 1-feb 23,7 23,8 10-feb 23,5 23,7 20-feb 23,5 23,6 1-mrt 23,5 23,5 1-apr 23,5 23,5 15-apr 23,5 23,5 1-mei 23,7 23,5 15-mei 23,7 23,5 1-jun 23,7 23,5 15-jun 23,7 23,5 1-jul 23,7 23,5 15-jul 23,7 23,5 1-aug 23,7 23,5 15-aug 23,7 23,5 1-sep 23,5 23,5 15-sep 23,5 23,65 1-okt 23,7 23,8 15-okt 23,7 23,8 1-nov 23,7 23,8 15-nov 23,7 23,8 1-dec 23,7 23,8 15-dec 23,7 23,8 3.3. LOP-stuwen Binnen het projectgebied is landbouw de grootste landgebruiker. Om optimaal te kunnen produceren dient de grondwaterstand gedurende de verschillende seizoenen optimaal te zijn. De sloten wateren onder vrij verval af op de Buulder Aa. De gronden langs de Buulder Aa liggen relatief laag en zijn vrij nat. Verder van de beek af loopt het maaiveld op en worden de 7

gronden droger. In droge perioden vallen de sloten verder van de beek zelfs droog. Om deze reden worden LOP-stuwen geplaatst. De LOP-stuwen houden het water langer vast in de sloten, zodat deze minder drainerend werken. In het gebied staat al een aantal LOP-stuwen. Sommige LOP-stuwen staan niet op de juiste plaats en moeten worden verplaatst. Enkele LOP-stuwen zijn overbodig en kunnen elders worden ingezet. Op een aantal plaatsen zijn nieuwe LOP-stuwen gewenst. Het gaat om de volgende aantallen: het verwijderen van 1 LOP-stuw; het verplaatsen van 2 LOP-stuwen; het plaatsen van 11 nieuwe LOP-stuwen. Figuur 3.2: Voorbeeld van een lop-stuw Om desgewenst na neerslag langer water vast te kunnen houden en de piekafvoer te stremmen worden de nieuwe LOP-stuwen, naast de gangbare balken, ook voorzien van een balk met een V-vormige opening. De grootte van het V-knijpgat is afhankelijk van de grootte van het afwaterende gebied. In de onderstaande tabel zijn de optimale afmetingen van het knijpgat voor verschillende groottes van het afwateringsgebied. In het gebied Renheide varieert de grootte van het afwaterende gebied tussen 1 en 25 hectare. Om praktische redenen (uniformiteit en uitvoerbaarheid) is besloten om uit te gaan van een standaard opening van 10 cm hoogte (optimaal voor 10-15 hectare). Tabel 3.2: Afmetingen LOP-stuwen met V-knijpgat Omvang afwateringsgebied Afvoercoëfficiënt * Hoek V-knijpgat 0-5 ha 0,67 l/s/ha 50º 6 cm 5-10 ha 0,67 l/s/ha 50º 8 cm 10-15 ha 0,67 l/s/ha 50º 10 cm 15-20 ha 0,67 l/s/ha 50º 12 cm 20-30 ha 0,67 l/s/ha 50º 15 cm * Op basis van kaart afvoercoëfficiënten van het waterschap Hoogte knijpgat In tabel 3.2 staan de maaiveldkenmerken van de afwaterende gebieden op de LOP-stuwen en de daarop gebaseerde LOP-stuwinstellingen. In tabel 3.3 zijn de afwaterende oppervlakken per LOP-stuw indicatief weergegeven. De LOP-stuwinstellingen gaan uit van een drooglegging van 50 cm onderkant V-knijpgat (maaiveldhoogte nabij de stuw minus 50 cm). De bovenkant van het knijpgat ligt op 40 cm beneden maaiveld. De overstorthoogte van de LOP-stuw (bij extreme afvoer) ligt op 30 cm minus maaiveld. De stuwinstellingen zijn gebaseerd op de maaiveldhoogtes ter plaatse van de stuw. 8

Tabel 3.3: Kenmerken per LOP-stuwen (afwaterend gebied, maaiveldstatistiek en stuwinstellingen)* maaiveld afwaterend minimum maximum gemiddeld verschil onderkant V bovenkant V overstort mv stuw oppervlak maaiveld maaiveld maaiveld maaiveld mv - 0,50 m mv - 0,40 m - 0,30 m Code m NAP¹ ha m NAP m NAP m NAP m m NAP m NAP m NAP L001 nieuw 23.2 8.1 22.35 24.21 23.25 1.86 22.70 22.80 22.90 L002 bestaand 23.2 1.3 23.08 24.46 23.98 1.38 22.70 22.80 22.90 L003 bestaand 23.35 4.8 22.00 24.09 23.38 2.09 22.85 22.95 23.05 L004 bestaand 23.35 5.8 22.49 24.85 23.74 2.36 22.85 22.95 23.05 L005 nieuw 23.9 4.2 23.09 24.83 23.89 1.74 23.40 23.50 23.60 L006 nieuw 24.1 0.8 22.96 24.98 24.13 2.02 23.60 23.70 23.80 L007 nieuw 23.8 6.1 23.04 25.41 23.92 2.37 23.30 23.40 23.50 L008 verplaatsen 23.0 1.2 23.67 25.04 24.38 1.37 22.50 22.60 22.70 L009 nieuw 24.7 24.1 22.97 26.12 24.91 3.15 24.20 24.30 24.40 L010 bestaand 24.2 21.6 23.67 26.41 24.89 2.74 23.70 23.80 23.90 L011 nieuw 24.6 5.3 23.52 25.26 24.33 1.74 24.10 24.20 24.30. L013 bestaand 24.7 13.3 24.50 27.18 25.37 2.68 24.20 24.30 24.40 L014 nieuw 24.5 2.4 24.23 25.29 24.76 1.06 24.00 24.10 24.20 L015 nieuw 23.9 13.8 23.26 26.27 25.16 3.01 23.40 23.50 23.60 L016 verplaatsen 24.9 12.3 24.60 27.66 25.65 3.06 24.40 24.50 24.60 L017 bestaand 25.0 13.0 23.60 25.95 25.27 2.35 24.50 24.60 24.70 L018 bestaand 24.8 10.7 23.85 27.08 25.47 3.23 24.30 24.40 24.50 L019 nieuw 25.6 9.5 24.56 27.36 26.11 2.80 25.10 25.20 25.30 L020 bestaand 26.0 4.3 24.33 26.72 26.01 2.39 25.50 25.60 25.70 L021 nieuw 25.8 13.7 25.40 27.84 26.53 2.44 25.30 25.40 25.50 L022 put 24.4 4.1 23.66 25.42 24.84 1.76 23.90 24.00 24.10 L023 put 24.4 9.7 24.01 26.41 25.16 2.40 23.90 24.00 24.10 L024 put 24.25 4.9 23.66 27.14 24.82 3.48 23.75 23.85 23.95 L025 put 24.25 19.3 23.79 26.36 25.05 2.57 23.75 23.85 23.95 ¹ op basis van beschikbare metingen en AHN *in overleg met de eigenaar is L012 vervallen 3.4. Aanpassing watergangen In het gebied zijn twee sloten aanwezig die nauwelijks water afvoeren en hierdoor overbodig zijn. Deze sloten zullen gedempt worden. Hierdoor ontstaan grotere aaneengesloten percelen wat bedrijfseconomisch een verbetering is. Om de afvoer van water mogelijk te houden wordt een drain rond 125 mm inclusief regelputje bij de uitstroom aangebracht. Om de kosten van deze ingreep te beperken wordt grond van elders van het project gebruikt om de demping van de sloten mogelijk te maken. Een andere sloot is verland. Deze sloot voert hierdoor minder water af dan wenselijk. Het verschil in bodemhoogte ter plaatse van het verlandde deel wordt aangepakt. Vooralsnog wordt hiervoor uitgegaan van het plaatselijk verdiepen van de sloot met maximaal 0,5 meter. Tijdens de uitvoering moet het verhang in de sloot bepaald worden, waardoor inzichtelijk wordt gemaakt waar uitdieping gewenst is. Hieruit kan blijken dat minder uitdieping gewenst is. De vrijkomende grond wordt over het aangrenzende perceel verspreid. De sloot die de afwatering verzorgt van een perceel van de heer van Mierlo functioneert niet goed en zal opnieuw worden uitgelijnd (zie overzichtskaart). 3.4.1.Duikers Met een 3-tal duikersystemen wordt op de percelen van 3 agrariërs de mogelijkheid vergroot om het waterpeil per perceel te sturen. 3.4.2. Duiker DR01 Benedenstrooms van stuw Liebregts (GA1-13685) aan de noordzijde van de Buulder Aa liggen twee percelen waarvan de sloten afwateren op het benedenstroomse deel van de stuw. In de de zomermaanden is hier behoefte aan water. Daarom wordt een 9

inlaatmogelijkheid geboden bovenstrooms van de stuw. Een leiding vanuit de Buulder Aa bovenstrooms van de stuw zal worden verbonden met de twee sloten op het perceel. De dimensionering van de diameter van de buis is afgestemd op de behoefte aan water van 2 mm per dag, rekening houdend met de lengte van de buis. Het oppervlak van de betreffende percelen bedraagt circa 10 hectare. Dit betekent een continue aanvoer van 2 l/s. Op basis hiervan is berekend dat kan worden volstaan met een buis van rond 125 mm. Op sommige momenten zal er minder water nodig zijn dan op andere momenten. Om het waterpeil te kunnen regelen wordt er bij het inlaatpunt een stuwput geplaatst. Deze stuwput wordt voorzien van een handmatig te bedienen schuif, waarmee de aanvoer dicht- of opengezet kan worden. 3.4.3. Duiker DR02 en DR03 Direct bovenstrooms van stuw Bierings (GA1-12578) hebben zowel percelen aan de noord als de zuidzijde langs de beek last van een te hoge grondwaterstand. Dit komt doordat de sloten van deze percelen afwateren op het bovenstroomse peil van de Buulder Aa. Feitelijk stellen de grondeigenaren dat de stuw iets te ver bovenstrooms staat. In de zomermaanden gaat het stuwpeil weliswaar met 20 cm omlaag (zie figuur 3.1), maar de last van de hoge grondwaterstanden doet zich vooral voor in de periodes dat men het land opmoet (vroege voorjaar en najaar). Om het waterpeil op deze percelen beter te kunnen sturen worden deze sloten losgekoppeld van het bovenstroomse peil van de Buulder Aa. Dit gebeurt door de huidige duikers bij de Buulder Aa in natte perioden af te sluiten en een nieuwe duiker parallel aan de Buulder Aa aan te leggen, die de sloten verbindt met het deel benedenstrooms van de stuw. De afmetingen rond 400 aan zowel de noordzijde als de zuidzijde zijn bepaald op basis van de volgende uitgangspunten: Een afvoer van 140% maatgevende afvoer (0,67 l/s/ha); Een situatie met 5 tot 10 cm grond in de duiker; De opstuwing in de buis dient onder deze omstandigheid verwaarloosbaar te zijn. Voor de duiker aan de zuidzijde betekent dit een afvoer van 15 l/s en voor de duiker aan de noordzijde 12 l/s. De opstuwing in de duikers bedraagt bij deze afvoeren respectievelijk 5 en 9 mm. Indien de buizen aanzanden neemt de opstuwing toe tot een orde van grootte van 1 cm. In droge perioden zal er minder water afgevoerd hoeven te worden. Om ervoor te zorgen dat er ook water in de sloten vastgehouden kan worden, worden LOP-stuwen geplaatst. De duikers worden hierop aangesloten. Vanuit de LOP-stuwen kunnen de duikers onderhouden worden. Door de buizen op de LOP-stuwen aan te sluiten kunnen de buizen tevens met voldoende dekking (minimaal 80 cm) aangelegd worden. 3.4.4. Hydrologische effecten Met de aangegeven stuwinstellingen zijn de vernattende effecten van het nieuwe peilbeheer in het voorjaar nihil. Tevens zorgt een verbeterde afwatering d.m.v. bovenbeschreven duikers er voor dat mogelijke vernatting in de winter en voorjaar tegen wordt gegaan. Mogelijke droogte door een lager zomerpeil wordt geneutraliseerd door waterconserverende maatregelen zoals de LOP-stuwen en demping van sloten. Daarnaast is er meer sturing mogelijk door de grondeigenaren en kan meer maatwerk plaatsvinden. 10

3.4.5. Waterbehoefte perceel Maarheezeweg Zuid In het gebied zoals globaal aangeduid op figuur 3.4 is bij droge perioden behoefte aan een hogere grondwaterstand. Dit kan gerealiseerd worden door bij droogte water uit de Buulder Aa te verpompen richting de sloten gelegen langs en in dit perceel. Water van benedenstrooms aanvoeren Waterbehoefte Figuur 3.4: Hoogtekaart (AHN) ter plaatse van percelen Maarheezeweg zuid Ter hoogte van de zijwatergang op de Buulder Aa wordt een pomp aangebracht. Wanneer mogelijk wordt deze naast de bestaande LOP-stuw geplaatst, zodat het peil ook bij natte periode regelbaar is. Dit kan gerealiseerd worden door naast de LOP-stuw een put met hierin de pomp aan te brengen. Om uitspoeling van de bodem en taluds te voorkomen zal tot enkele meters voor de LOP-stuw een bodembescherming (bijvoorbeeld betonblokkenmat of schraal beton) aangebracht worden. De pomp kan met de hand aan- en uitgeschakeld worden en wordt aangedreven met zonneenergie. Dit spaart de aanleg van een kabel, aansluiting op het bestaande net en energiekosten uit. Bij een zonnepaneel met een afmeting van 1 m 2 kan bij zonnig weer voldoende vermogen geleverd worden om een pomp met een capaciteit van 1,5 m3/uur aan te drijven. Een verdamping van 2 mm per dag kan hiermee niet gecompenseerd worden. Een dergelijke hoeveelheid te compenseren water vergt een zwaardere pomp en een aanzienlijk groter zonnepaneel (in dit geval ongeveer 8 m 2 ). Echter wordt verwacht dat een pomp van 1,5 m3/uur voldoende water levert om de situatie in droge perioden de situatie aanzienlijk te verbeteren. De verdamping kan weliswaar niet worden aangevuld, maar het hogere peil in de sloten verminderd de drainerende werking ervan. Het water kan worden vastgehouden met de twee bestaande LOP-stuwen (nr. L17 en L18) in de sloten haaks op de zijwatergang. 3.4.6. Extra maatregelen Binnen het project blijft voor grondeigenaren, ook tijdens de uitvoering, de mogelijkheid kleinschalige maatregelen voor te stellen ten behoeve van de waterhuishouding, zo wordt 11

ook aan grondeigenaren die niet deelgenomen hebben aan het proces alsnog de mogelijkheid geboden om alsnog kleinschalige verbetermaatregelen te nemen. Mocht in de praktijk het peil zich anders gedragen dan berekend met het hydrologisch model, dan nemen we aanvullende maatregelen. Uiteraard in goed overleg met de betrokken landbouwers. 4. Wijze van uitvoering Het project zal na de inspraakperiode in 2012 worden aanbesteed. Middels een RAW bestek wordt de resultaatverplichting voor de uitvoerende partij vastgelegd. Naast wat er aangelegd wordt zal hierin ook sturing worden gegeven aan de wijze waarop de uitvoering verloopt. Hierbij moet gedacht worden aan uitvoeringsperioden en bereikbaarheid. Met de betreffende eigenaren wordt door de aannemer en/of het waterschap individueel afspraken gemaakt over de praktische invulling van de uitvoering, rekening houdend met de bedrijfsvoering van de de betreffende grondeigenaar. 4.1. Wet en regelgeving Aangezien het om waterstaatswerken gaat is een besluit in het kader van de waterwet noodzakelijk. De voorwaarden die gekoppeld worden aan de omgevingsvergunning vanuit de volgende regelingen, zullen in het bestek worden opgenomen en tijdens de uitvoering worden nageleefd: 1. Flora en faunawet; 2. (Voortoets) Natuurbeschermingswet; 3. Bestemmingsplan 4. Ontgrondingverordening 5. Boswet en APV Ad 1 en 2 Het gebied valt buiten Natura2000 gebied en op locaties waar de maatregelen worden genomen komen in de huidige situatie geen beschermde dieren en planten voor. Een ontheffing in het kader van de NBwet en flora- en faunawet zijn om deze reden niet noodzakelijk. Voor uitvoering zal per maatregel de betreffende locatie op voorkomen van beschermde soorten worden gecontroleerd. Ad 3. Uitvoering van het plan ligt in lijn met de doelstellingen vanuit het bestemmingsplan (overleg J. Mol gemeente Heeze-Leende). Ad 4 Aangezien het kleinschalige maatregelen betreft is geen ontgrondingvergunning vereist Ad 5 Er worden in het project geen bomen gekapt, om deze reden niet relevant. 4.2. Archeologie Het gebied is gecontroleerd op archeologische waarden (zie rapportage bijlage 4). Aangezien grootschalige graafwerkzaamheden niet worden uitgevoerd en het gebied met een lage trefkans heeft voor archeologische waarden is aangeduid hoeft hier in de uitvoering geen rekening mee gehouden te worden. 4.3. Mitigatie negatieve effecten Zoals aangegeven worden mogelijke negatieve effecten van het veranderde peilbeheer door enkele maatregelen geneutraliseerd. Met name is hier te noemen DR01, 02 en 03 (zie vorige hoofdstuk). Deze maatregelen zorgen voor een betere stuurbaarheid van het waterpeil op de agrarische percelen en neutraliseren een mogelijke vernatting. Daarnaast zorgen de LOPstuwen er voor dat water in de zomer langer vastgehouden kan worden op de agrarische percelen waarmee het mogelijk verdrogende effect van een lager zomerpeil wordt geneutraliseerd. 12

5. Legger, beheer en onderhoud Ten aanzien van de legger het beheer in A-watergang GA1 zal het peilregime van de stuwen GA1-12578 en GA1-13685 wijzigen zoals vermeld in hoofdstuk 2. Voor het handhaven van dit peilregime ligt de verantwoordelijkheid bij het waterschap. Ook het (maai)onderhoud van de GA1 blijft de verantwoordelijkheid van het waterschap. Peilbeheer in B-watergangen (overwegend perceelsloten) is de verantwoordelijkheid van de aanliggende eigenaar/eigenaren. Het waterschap heeft in deze een adviserende functie. Het gaat hier met name om bediening van de LOPstuwen. In 2012, 2013 en 2014 zal monitoring van de 7 geplaatste peilbuizen blijven plaatsvinden waarmee het verloop van de grondwaterstanden gevolgd kunnen worden. Ook is bij de GA1-13685 een oppervlaktewaterpeil meetpunt aanwezig. 6. Samenwerking Het project kent een intensieve samenwerking met de streek (agrariërs, Staatsbosbeheer, gemeente en overige grondeigenaren). Bij de start van het project zijn alle grondeigenaren persoonlijk benaderd en zijn de meeste in huiskamergesprekken geïnterviewd door ZLTO Projecten. Daarnaast is een 3-tal gebiedsbijeenkomsten gehouden, is 3 keer een werkgroep georganiseerd waarin 3 agrariërs en 1 persoon van SBB zitting hadden. De maatregelen zijn tevens een keer doorgesproken met de betrokkenen in 4 groepjes van 4-6 man. Ondanks deze inspanningen klonk in de zienswijzen en in de gesprekken die daarop volgden pittige kritiek door op de communicatie. We trekken ons de kritiek dan ook aan en gebruiken deze voor betere communicatie bij volgende projecten. Zo erkennen we dat er te weinig aandacht is geweest voor het doel van project. Ook stellen we alsnog alles in het werk om grondeigenaren, waarvan we misschien ten onrechte verwachten dat ze geen belangstelling hebben, alsnog te betrekken. Op deze percelen blijft het mogelijk alsnog maatregelen te nemen, in de geest van de maatregelen op andere percelen. Afstemming met de gemeente dient plaats te vinden over het gebruik van het pad langs perceel Bierings. 13

DEEL II: VERANTWOORDING Inleiding Beschrijf het doel van deel II, de verantwoording. 1. Wetten, regels en beleid 1.1 Waterwet Sub a. Voorkoming en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste Met de uitvoering van de maatregelen inclusief bijbehorende beheer en monitoring wordt het GGOR-traject (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime) in de Renheide gerealiseerd. Het plan geeft invulling aan het thema voldoende water uit het Waterbeheerplan en de onlangs vastgestelde Kader voor GGOR AHS. Sub b. Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen Het plan geeft gedeeltelijk invulling aan het thema natuurlijk water uit het waterbeheerplan. Met een natuurlijker peilbeheer wordt gedeeltelijk invulling gegeven aan de KRW functie GEP-verweven zoals vermeld in het Waterbeheerplan en het provinciale waterplan (PWP). Totale invulling van de functie GEP verweven op de Buulder Aa is op dit moment niet mogelijk. Sub c. Vervulling van de maatschappelijke functies van het watersysteem In het plan wordt rekening gehouden met de wensen vanuit de landbouw en natuurdoelstellingen. Recreatie is hier niet aan de orde. 1.2 Omgevingsbeleid en regelgeving 1.2.1 Gemeentelijke structuurvisie en bestemmingsplan Het plan past binnen het bestemmingsplan. Het grootste deel van het pilotgebied langs de beek heeft bestemming agrarisch met natuur en landschappelijke waarden. Een bestemmingsplanwijziging is dan ook niet nodig. 1.2.2 Monumentenwet/ archeologie In bijlage 4 wordt het onderzoek naar archeologische waarde gerapporteerd. Hieruit blijkt dat de trefkans voor archeologische waarden zeer gering is. 1.2.3 Flora- en faunawet In het gebied waar de maatregelen worden uitgevoerd komen geen beschermde soorten voor. De locaties waar de maatregelen worden uitgevoerd worden voor uitvoer gecheckt op het voorkomen van beschermde soorten. 14

1.2.4 Natuurbeschermingswet 1998 N.v.t. 1.2.5 Explosievenwet N.v.t. 1.2.6 Ontgrondingverordening Er kan volstaan worden met een melding. Aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden zijn onderzocht (zie bijlage 4). 2. Hydrologisch / waterstaatkundig onderzoek Effecten van maatregelen zijn met een grondwater- en een oppervlaktewatermodel onderzocht (zie bijlage 3). We zijn ons ervan bewust dat een hydrologisch model, hoe goed ook, altijd een benadering is van de werkelijkheid. Ondanks enkele verschillen met de praktijk, hebben we het volste vertrouwen in het model dat de grondwaterpeilen in de Renheide voorspelt. Mocht het model er in de praktijk toch naast zitten, dan nemen we aanvullende maatregelen. 15

Bijlagen Bijlage 1: Overzichtskaart en detailkaart maatregelen (2) bijgevoegd 16

Bijlage 2: Resultaten knelpuntenstudie Te droog Te nat Figuur 1.1: Doelrealisaties te droog en te nat en knelpunten landbouw in Renheide Doelrealisatie: modelmatige berekening van de knelpunt gebieden Rode en blauwe vlakken (indicatief) uitkomsten knelpunt inventarisatie (interviews) te droog en te nat. 17

Bijlage 3: Hydrologische modelstudie bijgevoegd 18

Bijlage 4: Archeologisch en aardkundig onderzoek bijgevoegd 19