Bijlage 2 Bijlage EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen 1. Aanleiding Gegeven de huidige situatie van de overheidsfinanciën en het EMU-tekort van Nederland krijgt het EMU-saldo van de waterschappen en de informatievoorziening om dit saldo te kunnen monitoren naar verwachting de komende maanden weer de nodige aandacht in de Haagse overhedenoverleggen. Daarom is het goed daar periodiek bij stil te staan. Dat gebeurt met deze notitie. Aan het slot daarvan wordt ook nog ingegaan op de mate waarin de waterschappen er in slagen het CBS tijdig van informatie te voorzien. 2. Context Ter bescherming van de euro is in het EU-stabiliteitspact onder andere vastgelegd dat het EMU-tekort van een lidstaat niet meer dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Er is sprake van een EMU-tekort als de uitgaven van de overheid in een jaar de inkomsten van dat jaar overstijgen. Het gaat om het totaal van de gehele overheid; dus ook van de decentrale overheden. Met name door steunmaatregelen en verminderde inkomsten van het Rijk is het Nederlandse tekort door de crisis tot ruim onder de 3% BBP gedaald. In Europees verband is afgesproken dat de lidstaten er voor zullen zorgen dat het EMU-tekort, zodra het economisch herstel intreedt, zo snel mogelijk weer boven de 3% komt. De ingrijpende bezuinigingsmaatregelen van het kabinet moeten hieraan bijdragen en het kabinet heeft aangekondigd dat er met ingang van dit jaar sterk op de verbetering van het EMU-saldo zal worden gestuurd. Sturen staat of valt met goede informatie. Van de decentrale overheden wordt niet alleen verwacht dat zij het eigen saldo zelf beter gaan monitoren, maar ook dat zij betere informatie gaan verstrekken zodat het saldo ook door toezichthouders en ministeries beter kan worden gemonitord. In het Hoofdlijnenakkoord, waar de Unie mee heeft ingestemd, is het volgende opgenomen over het EMU-saldo.! "##$ % #&!' ( #&!' #&)*' & #&#+' #&#!', - "#, % ( &,., / #&!' & 01, 2,,,, 3, 01 ( 4 566,,,666"# #6# 6"+6,
Pagina 2 van 5 &, 7&,,., 89 ( &,, -, 1 : ;-3) <=> 1 3. De omvang van het EMU-saldo, waaronder dat van de waterschappen De geldende maximaal toegestane EMU-tekorten zijn in principe: 3% BBP voor Nederland; 2,5% voor de centrale overheid en de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen; 0,5% voor de decentrale overheden, waarbinnen 0,05% voor waterschappen, 0,38% voor gemeenten en 0,07% voor provincies. Voor inzicht in en gevoel voor het EMU-saldo worden in deze paragraaf wat cijfers over dit saldo op een rij gezet. Op 31 maart jl. heeft het CBS als tekort over 2010 5,4% BBP gepubliceerd. Dit percentage is als volgt opgebouwd: 4,6% voor de centrale overheid en de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen; 0,8% voor de decentrale overheden; 0,053% voor waterschappen 0,71% voor gemeenten 0,15% voor provincies. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het EMU-saldo sinds 2000 weergegeven op grond van openbaar gepubliceerde informatie. Totale overheid Lokale overheid Waterschappen Jaar % BBP mln. 's % BBP mln. 's % BBP mln. 's 2000 2,0 8.244 0,0 63-246 2001-0,2-1.076-0,1-379 -55 2002-2,1-9.709-0,5-2.255-153 2003-3,1-14.898-0,3-1.548-250 2004-1,7-8.584-0,2-966 -225 2005-0,3-1.359-0,2-874 -354 2006 0,5 2.919 0,0-256 0,045-243 2007 0,2 1.095-0,2-1.147 0,059-340 2008 0,7 4.200-0,4-2.579 0,062-368 2009-5,3-30.210-0,6-3.409 0,060-345 2010-5,4-32.000-0,8-4.651 0,053-316 In de volgende tabel zijn de gegevens van het begrote en het uiteindelijk gerealiseerde EMUsaldo van de waterschappen weergegeven.
Pagina 3 van 5-225 -354-243 -340-368 -345! We zien dat het begrote EMU-saldo en het uiteindelijk gerealiseerde saldo behoorlijk uiteen lopen. Dit komt met name door achterblijvende investeringsuitgaven en grotere subsidieontvangsten, met andere woorden te optimistische resp. pessimistische ramingen. In de regel is het zo dat de waterschappen op begrotingsbasis een forse overschrijding van de referentiewaarden lieten zien, maar op realisatiebasis dicht in de buurt van deze waarden kwamen. Dit is een vervelend feit als de Unie in Haagse gremia acteert waar wordt gesproken over sturing op het saldo op basis van begrotingsgegevens. Inzicht in en gevoel voor het EMU-saldo ontstaan ook door de opbouw van dit saldo te kennen. In de tabel hieronder is een specificatie van het EMU-saldo 2011 van de waterschappen op begrotingsbasis weergegeven. Bedragen in mln. 's Totaal 2011 EMU-exploitatiesaldo (saldo voor toevoeging/onttrekking aan reserves) -124 Invloed investeringen (zie staat van vaste activa) -/- bruto-investeringsuitgaven -/- 1.173 + investeringssubsidies + 217 + verkoop materiële en immateriële activa + 0 + afschrijvingen + 473 Invloed voorzieningen (zie staat van reserves en voorzieningen) + toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie + 44 -/- onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie -/- 5 -/- betalingen rechtstreeks uit voorzieningen -/- 68 + eventuele externe veermeerderingen van voorzieningen + 0 Invloed reserves (zie staat van reserves en voorzieningen) -/- eventuele betalingen rechtstreeks uit reserves -/- 2 + eventuele externe vermeerderingen van reserves + 0 Deelnemingen en aandelen + boekverlies + 0 -/- boekwinst -/- 0 EMU-saldo volgens begroting -638 In de september circulaire van het Gemeentefonds wordt het EMU-percentage van de waterschappen van 0,05% BBP altijd vertaald in een zogenaamde referentiewaarde. Voor 2011 is deze 307.650.000. Als verdeelmaatstaf voor deze waarde over de waterschappen gelden de netto-kosten van de waterschappen. In onderstaande tabel zijn de EMU-saldi 2011 van de individuele waterschappen op basis van de begrotingen 201 afgezet tegen de individuele referentiewaarden.
Pagina 4 van 5 Totale referentiewaarde: 307.650.000 Aandeel EMU-refe- EMU-saldo % Waterschap netto-kosten rentiewaarde begroting 2009 overschrijding 2011 (maximaal tekort) (tekort) referentie Aa en Maas 4,06% 12.484.285 48.016.000 285% Amstel, Gooi en Vecht 6,19% 19.039.475 28.821.140 51% Brabantse Delta 4,29% 13.198.396 26.254.000 99% De Dommel 4,04% 12.444.340 52.208.000 320% De Stichtse Rijnlanden 4,14% 12.726.796 16.700.000 31% Delfland 10,10% 31.085.174 73.611.965 137% Fryslân 4,46% 13.727.884 20.104.773 46% Groot Salland 2,49% 7.647.568 8.000.000 5% Hollands Noorderkwartier 7,61% 23.397.582 11.833.000-49% Hollandse Delta 5,67% 17.457.700 62.593.896 259% Hunze en Aa's 3,12% 9.590.552-1.167.000-112% Noorderzijlvest 2,22% 6.829.691 15.529.000 127% Peel en Maasvallei 2,12% 6.521.011 2.472.970-62% Reest en Wieden 1,73% 5.330.996 5.504.330 3% Regge en Dinkel 2,98% 9.163.349 18.585.000 103% Rijn en IJssel 3,26% 10.020.102 22.897.000 129% Rijnland 6,54% 20.122.005 78.668.000 291% Rivierenland 6,11% 18.805.040 25.785.000 37% Roer en Overmaas 3,23% 9.943.654 6.402.000-36% Scheldestromen 3,41% 10.483.966 21.613.058 106% Schieland en de Krimpenerwaard 3,04% 9.357.836 47.027.000 403% Vallei en Eem 2,47% 7.614.044 17.612.000 131% Velt en Vecht 1,71% 5.261.116-1.726.000-133% Veluwe 2,20% 6.779.396 17.750.000 162% Zuiderzeeland 2,80% 8.618.043 12.649.000 47% totaal 100,00% 307.650.000 637.744.132 107% De cijfers laten zien dat op begrotingsbasis 5 waterschappen binnen hun referentiewaarden blijven en dat de overigen dit saldo overschrijden, soms fors (tot met meer dan 400%). Bij het voorgaande is het belangrijk te weten dat: de in Europees verband afgesproken methodiek om het de EMU-saldo te meten (transactiestelsel) ongelukkig uitvalt voor overheden met een baten-lasten-stelsel, zoals de Nederlandse decentrale overheden. Met een sluitende exploitatierekening kunnen deze organisaties toch een redelijk groot EMU-tekort hebben. Dat laatste geldt zeker voor de waterschappen, omdat zij een groot investeringsvolume kennen; we als waterschappen in iedere (bestuurlijke) discussie over het EMU-saldo aangeven dat er bij eventuele maatregelen ter verbetering van het saldo voldoende ruimte moet zijn voor onze investeringen die inspelen op klimaatverandering en aangescherpte milieueisen, die voortvloeien uit internationale en nationale wetgeving en bestuursakkoorden. Inzet van de Unie aangekondigde onderzoek naar de toereikendheid van de EMU-percentages (zie ook paragraaf 2) is meer ruimte voor de waterschappen creëren. 4. Tijdigheid gegevensverstrekking aan CBS Om de ontwikkeling van het EMU-saldo goed te kunnen monitoren is tijdige kwalitatief goede informatie van groot belang. Uit onderstaande figuur blijkt dat de waterschappen momenteel nog steken laten vallen als het gaat om het tijdig aanleveren van de informatie aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Pagina 5 van 5 Omdat het belangrijk is dat waterschappen deze wettelijke verplichtingen goed nakomen en de waterschappen hier zelf belang bij hebben, doet de Unie in de brief waarbij deze bijlage hoort een oproep aan de waterschappen om voldoende aandacht te geven aan deze informatieverstrekking.