ALGEMEEN DEEL SUBSIDIEBELEID De aanvraag moet voldoen aan de bepalingen van de Algemene subsidieverordening In de subsidieverordening is de procedure beschreven om in aanmerking te komen voor subsidie (van subsidieaanvraag tot subsidieverlening en subsidievaststelling). Hierin is aangegeven op welke tijdstippen wat moet worden ingediend en aan welke verplichtingen de subsidieaanvrager en de gemeente moeten voldoen. De Algemene subsidieverordening is afgestemd op het subsidiebeleid en de Algemene wet bestuursrecht. Het moet gaan om activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen op de verschillende beleidsterreinen De activiteit(en) moeten bijdragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen op de verschillende beleidsterreinen. Veelal zijn deze vastgelegd en vastgesteld in het coalitieakkoord, de programmabegroting en de betreffende beleidsnotities, zoals het gezondheids-, het jeugd- en Wmo-beleid. Immers, het instrument subsidies wordt ingezet om gemeentelijke doelstellingen op de diverse beleidsterreinen te kunnen bereiken, met maatschappelijke resultaten en/of effecten als gevolg. De activiteiten moeten gericht zijn op de inwoners van Zaltbommel Organisaties kunnen in principe alleen voor subsidie in aanmerking komen als: de activiteiten specifiek gericht zijn op (de inwoners van) de gemeente Zaltbommel en de vereniging/stichting minstens 25 leden/deelnemers/gebruikers heeft of met haar activiteit(en) een minimaal bereik heeft van 25 personen, die woonachtig zijn in de gemeente Zaltbommel. Het bovenstaande betekent dat bovenlokale, meestal landelijke opererende belangenverenigingen, actiegroepen e.d. die activiteiten ontplooien die geen directe binding hebben met (inwoners van) deze gemeente of slechts een kleine groep inwoners bereiken, niet (meer) voor subsidie in aanmerking komen. Dezelfde personen mogen niet tweemaal meegeteld worden. Met een wekelijkse activiteit met bijvoorbeeld 8 personen wordt dus niet voldaan aan deze toetsingscriteria. De gemeente kiest ervoor een ondergrens te hanteren, omdat relatief kleine activiteiten voor een relatief kleine doelgroep in een te beperkte mate bijdragen aan gemeentelijke doelen. Er is voor gekozen om de huidige 80% regeling, waarin aangegeven is dat de gebruikers, deelnemers en/of leden voor meer dan 80% afkomstig moeten zijn uit Zaltbommel, niet meer op te nemen als algemeen uitgangspunt in het nieuwe subsidiebeleid. Via de uitgewerkte regels zal moeten worden beoordeeld of een activiteit of prestatie bijdraagt aan het verwezenlijken van de gemeentelijke doelstellingen en of dit in voldoende mate ten goede komt aan de inwoners van de gemeente Zaltbommel. Dit maakt het mogelijk dat ook organisaties van buiten Zaltbommel, die zich specifiek inzetten voor Zaltbommel en haar inwoners, voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Alleen activiteiten die vrij en openbaar toegankelijk zijn komen voor subsidie in aanmerking De activiteiten moeten een meerwaarde hebben voor het (activiteiten) aanbod in Zaltbommel Alleen die activiteiten of organisaties komen in aanmerking voor subsidie, waarvan duidelijk is dat de activiteit of de organisatie een meerwaarde heeft voor het activiteitenaanbod. Er mag geen sprake zijn van meer van hetzelfde. Met andere woorden: er wordt gekeken naar het reeds aanwezige aanbod om doublures in de subsidiëring te voorkomen.
Organisaties moeten voor hun hulpverleners, begeleiders, trainers e.d. van de doelgroep jeugd een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunnen overleggen. Voor organisaties die activiteiten organiseren primair voor en met de doelgroep jeugd of hulpverlening bieden aan de doelgroep jeugd wordt verwacht dat zij een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunnen overleggen voor hun hulpverleners, begeleiders, trainers e.d. Deze VOG geldt voor vrijwilligers en professionals die zich primair en op structurele basis bezig houden met de doelgroep jeugd in de leeftijd van 0-23 jaar) en/of hiermee alleen kunnen zijn. Het moet dus gaan om personen die verantwoordelijk zijn voor de instelling en die namens deze instelling de belangen vertegenwoordigen. Het college heeft ervoor gekozen deze passage in het nieuwe subsidiebeleid specifiek te benoemen, maar wijst hiervoor tevens op het nemen van verantwoordelijkheid door de instelling zelf. Alleen rechtspersonen zonder winstoogmerk komen in aanmerking voor subsidie Dit betekent dat een natuurlijk persoon of een groep personen niet meer voor subsidie in aanmerking komt. Ook commerciële instellingen komen niet in aanmerking voor subsidiemogelijkheden. Een organisatie heeft zelf minimaal 50% van de gevraagde subsidie uit andere inkomsten gegenereerd. Dit betekent dat subsidie in principe aanvullend is op andere inkomstenbronnen. Een organisatie neemt daarmee de verplichting op zich om eigen bijdragen te vragen aan deelnemers, gebruikers of leden, bovenop andere inkomstenbronnen als fondsen, landelijke/provinciale subsidies, erfenissen e.d. Er wordt pas subsidie verstrekt als het subsidiebedrag, berekend op basis van de subsidiegrondslagen, meer dan 500,- bedraagt. De gedachte hierachter is dat het voor organisaties mogelijk moet zijn om dit bedrag zelf binnen de eigen begroting op te vangen. De gemeente is van mening dat een dergelijk subsidiebedrag in verhouding staat tot hetgeen de organisatie, maar ook de gemeente, aan handelingen moet verrichten. Vermogenstoets Medio juli 2010 heeft het college een richtlijn vastgesteld over hoe de hoogte van het vrij besteedbaar eigen vermogen van invloed is voor het verkrijgen van subsidie: Wanneer het vrij besteedbaar eigen vermogen* de laatste drie jaar 200% of meer bedraagt dan de te verlenen subsidie, wordt de subsidieaanvraag geweigerd. Deze richtlijn is tot stand gekomen omdat organisaties die over voldoende vrij besteedbare eigen middelen beschikken zelfvoorzienend kunnen zijn. Deze richtlijn is als formele weigeringsgrond in de nieuwe subsidieverordening opgenomen. * het vrij besteedbaar eigen vermogen is de waarde van de bezittingen minus de schulden. In de berekening van het vrij besteedbaar eigen vermogen worden de (bestemmings)reserves niet meegenomen. Het vrij besteedbaar eigen vermogen moet blijken uit de (ingediende) balans. Overgangsregeling voor onbedoelde financiële gevolgen voor structureel gesubsidieerde organisaties 1. tot en met 500,-: geen overgangsregeling 2. van 501,- t/m 1.000,-: afbouwregeling in twee jaren, jaarlijks 50%. Met ingang van het tweede jaar is het beoogde niveau bereikt. 3. van 1.001,- t/m 2.500,-: afbouwregeling in drie jaren, jaarlijks 33,33%. Met ingang van het derde jaar is het beoogde niveau bereikt. 4. vanaf 2.501,-: afbouwregeling in 4 jaren, jaarlijks 25%. Met ingang van het vierde jaar is het beoogde niveau bereikt.
BELEIDSREGEL CULTUUR Het behouden, stimuleren en uitdragen van een cultureel aantrekkelijke en rijke gemeente, waar zowel inwoners als bezoekers zich kunnen ontplooien en genieten van het aanbod op het gebied van kunst en cultuur. 1. Promotie: Zaltbommel te profileren als een gemeente met een hoogwaardig en divers cultuuraanbod. 2. Leren en Ontwikkelen: inwoners kennis te laten maken met de diversiteit van kunst en cultuur door aandacht te hebben voor educatie en amateurkunst. 3. Ontmoeten en Verbinden: het vergroten van de sociale cohesie en leefbaarheid in de Zaltbommelse samenleving. Deze beleidsregel wordt opgesplitst in vijf onderdelen; a. Culturele evenementen b. Culturele amateurkunstverenigingen c. Bibliotheekwerk d. Stichting Museum Stadskasteel Zaltbommel e. Theater De Poorterij a. Culturele evenementen Culturele gebeurtenissen die openbaar toegankelijk zijn en gericht op vermaak, educatie en de ontmoeting tussen deelnemers en bezoekers en ter promotie van de gemeente Zaltbommel. Het organiseren van een openbaar toegankelijk evenement met een promotioneel karakter, waar deelnemers en bezoekers van kunnen leren en genieten. Subsidie van maximaal 500,- per jaar per evenement. 1. Het evenement draagt bij aan het culturele aanbod van de gemeente. 2. Het evenement heeft promotionele waarde voor de gemeente Zaltbommel. 3. Het evenement is openbaar toegankelijk (voor iedereen te bezoeken, het heffen van entree wordt niet beschouwd als een beperking). 4. Het evenement legt verbindingen (integraal bv. onderwijs en cultuur) en is een samenwerking met andere organisaties. 5. Het evenement is de kerntaak van de organiserende partij. 1. De in de Algemene subsidieverordening genoemde algemene weigeringsgronden zijn van toepassing op deze beleidsregel. Daarnaast kan aan een organisatie, die niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden en verplichtingen, de subsidie worden geweigerd. 2. Een evenement wordt slechts eenmaal per jaar gesubsidieerd en kan niet onder meerdere beleidsregels vallen. 3. Evenementen met een kleiner bereik dan 25 bezoekers worden niet gesubsidieerd.
6. Doelgroep Organisatoren van niet-commerciële evenementen kunnen in aanmerking komen voor deze subsidieregeling. 7. Subsidieplafond Indien het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt, dan worden op basis van onderstaande regels de prioriteiten bepaald: Afbouwsubsidies op basis van het oude subsidiebeleid en de geldende afbouwregeling worden allereerst toegekend; Organisaties waarmee een structurele subsidierelatie bestaat, komen vervolgens in aanmerking voor subsidie; Daarna wordt subsidie toegekend aan de vereniging/stichting die het beste voldoet aan de prestaties, voorwaarden en verplichtingen zoals die in deze beleidsregel zijn beschreven. Tot slot bepaalt de volgorde van binnenkomst de toekenning van de subsidie binnen het subsidieplafond. b. Culturele amateurkunstverenigingen Inwoners kennis te laten maken met en deel te laten nemen aan diverse disciplines van amateurkunst, waardoor inwoners zich ontplooien en ontwikkelen en tevens elkaar ontmoeten. 1. Inwoners stimuleren om hen kennis te laten maken met en/of deel te laten nemen aan diverse disciplines van amateurkunst. 2. Openbare optredens en uitvoeringen organiseren, waar deelnemers en bezoekers van kunnen leren en genieten. 3. Het ontwikkelen, in stand houden en uitvoeren van samenwerkingsverbanden en - projecten met instellingen binnen de culturele sector en/of buiten de culturele sector (zoals onderwijs, sport, zorg en/of welzijn). Toneelvereniging: Subsidie van 1.000,- per productie (openbare uitvoering is verplicht met minimaal 25 bezoekers) met een maximum van 2 per jaar. Zangvereniging: Subsidie van 100,- per openbaar optreden (minimaal 25 bezoekers) met een minimum van 5 en een maximum van 8 optredens per jaar. Harmonieën, fanfares en muziekvereniging: Subsidie van 750,- per openbaar optreden met een minimum van 3 en een maximum van 8 per jaar (minimaal 25 bezoekers). Muziekonderwjis: Een bedrag voor ieder lid woonachtig in de gemeente Zaltbommel dat individueel muziekles krijgt. Dit bedrag wordt berekend door het totaal budget van 15.000,- te delen door het aantal leden in de gemeente met een maximum van 90,- per lid (met een maximum van 100 leerlingen per vereniging / organisatie).
Samenwerkingsprojecten Culturele verenigingen en stichtingen die een gezamenlijk project ontwikkelen en uitvoeren op het gebied van cultuur, onderwijs, sport, zorg en/of welzijn kunnen in aanmerking komen voor subsidie van 500,- per jaar voor een samenwerkingsproject binnen de eigen culturele sector en 700,- per jaar voor een samenwerkingsproject met een andere sector (zoals onderwijs, sport, zorg en/of welzijn). 1. De activiteiten dragen bij aan het culturele aanbod van de gemeente. 2. De activiteiten dragen bij aan de vorming/ontplooiing van deelnemers. 3. De vereniging/stichting organiseert openbaar toegankelijke optredens, uitvoeringen of voorstellingen. 4. De vereniging/stichting maakt zoveel mogelijk gebruik van dorpshuizen als huisvesting en podium voor uitvoeringen en optredens (aanvrager moet reden hebben om geen gebruik te maken van een dorpshuis). 5. Subsidie voor eenzelfde activiteit kan slechts door één vereniging/stichting worden aangevraagd. 6. De vereniging/ stichting legt verbindingen (integraal bv. onderwijs en cultuur) en werkt samen met andere organisaties. 7. Een samenwerkingsproject moet een bijdrage leveren aan minimaal één doelstelling per sector. 8. Een samenwerkingsproject moet aantoonbaar ten goede komen aan een specifieke doelgroep binnen de gemeente (kinderen, jongeren, ouderen, mensen met een beperking). 1. De in de Algemene subsidieverordening genoemde algemene weigeringsgronden zijn van toepassing op deze beleidsregel. Daarnaast kan aan een organisatie, die niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden en verplichtingen, de subsidie worden geweigerd. 2. Een activiteit wordt slechts eenmaal per jaar gesubsidieerd en kan niet onder meerdere beleidsregels vallen. 3. Een activiteit wordt slechts op basis van één uitgangspunt gesubsidieerd (NB. Een openbaar optreden wordt niet als evenement beschouwd.) 4. Maximaal één vereniging/stichting per kern van dezelfde cultuurdiscipline, gericht op dezelfde doelgroep (bijvoorbeeld zang, toneel of muziek) komt in aanmerking voor subsidie. Bij meerdere aanvragers uit dezelfde discipline en gericht op dezelfde doelgroep wordt de subsidie toegekend aan de vereniging/stichting die het beste voldoet aan de prestaties, voorwaarden en verplichtingen zoals die in deze beleidsregel zijn beschreven. 5. De openbare optredens / voorstellingen met een kleiner bereik dan 25 bezoekers per activiteit worden niet gesubsidieerd. 6. Doelgroep Alleen amateurverenigingen zoals zang- en muziekverenigingen, harmonieën en fanfares, toneelverenigingen kunnen in aanmerking komen voor deze subsidieregeling. 7. Subsidieplafond Indien het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt, dan worden op basis van onderstaande regels de prioriteiten bepaald: Afbouwsubsidies op basis van het oude subsidiebeleid en de geldende afbouwregeling worden allereerst toegekend;
Organisaties waarmee een structurele subsidierelatie bestaat, komen vervolgens in aanmerking voor subsidie; Daarna wordt subsidie toegekend aan de vereniging/stichting die het beste voldoen aan de prestaties, voorwaarden en verplichtingen zoals die in deze beleidsregel zijn beschreven. Tot slot bepaalt de volgorde van binnenkomst de toekenning van de subsidie binnen het subsidieplafond. c. Bibliotheekwerk De openbare bibliotheekvoorziening wordt geleverd door de Openbare Bibliotheek Rivierenland en valt onder een aparte subsidieverordening (Subsidieverordening Basisbibliotheek Gemeente Zaltbommel, d.d.11-12-2008). Deze beleidsregel betreft het overige bibliotheekwerk. Het hebben van een kwalitatief goede en openbaar toegankelijke bibliotheekvoorziening gericht op ontplooiing en ontmoeting, waar inwoners zo optimaal mogelijk gebruik van kunnen maken. 1. Het beschikbaar stellen van diverse vormen van media voor uitleen en raadpleging. 2. De dienstverlening is gericht op het aanbieden van informatie en diensten ten behoeve van educatie, zelfredzaamheid, algemene ontwikkeling en ontspanning. 3. Het bieden van ondersteuning bij het ontsluiten van informatie. 0,15 per uitgeleend boek (incl. verlenging met een maximum van 20.000 uitleningen). 800,- per openingsuur per week (met een maximum van 5 uren per week) 100,- voor collectieverbetering / uitbreiding per jaar. 1. Het in stand houden van de bibliotheekvoorziening. 2. De bibliotheekvoorziening is openbaar toegankelijk. 3. De bibliotheekvoorziening is gericht op informatie, educatie, cultuur en ontmoeting. 1. De in de Algemene subsidieverordening genoemde algemene weigeringsgronden zijn van toepassing op deze beleidsregel. Daarnaast kan aan een organisatie, die niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden en verplichtingen, de subsidie worden geweigerd. 2. Een activiteit wordt slechts eenmaal per jaar gesubsidieerd en kan niet onder meerdere beleidsregels vallen. 3. De subsidie is niet bedoeld voor huisvestingslasten. 6. Doelgroep Bestaande bibliotheekvoorzieningen waarmee reeds een subsidierelatie is opgebouwd, kunnen voor deze beleidsregel in aanmerking komen voor subsidie.
d. Stichting Museum Stadskasteel Zaltbommel De subsidieregels voor Stichting Museum Stadskasteel Zaltbommel zijn vastgelegd in een subsidieovereenkomst. Het ontsluiten van informatie over de geschiedenis van de stad Zaltbommel en de Bommelerwaard voor bezoekers door het beheren en exploiteren van het museum, gevestigd in het Maarten van Rossumhuis. 1. Het museum organiseert en beheert naast een vaste expositie, één wisseltentoonstelling of expositie per jaar. 2. Het museum is minimaal 60 uur per jaar geopend voor het publiek. 3. Het museum ontvangt minimaal 3.000 bezoekers per jaar. 4. Het museum dient voor iedereen toegankelijk te zijn (NB. Fysieke toegankelijkheid voor aan een rolstoel gebonden personen is gebouwtechnisch in het Maarten van Rossumhuis zelf niet mogelijk). 5. Het museum dient bij te dragen aan een positieve uitstraling van de gemeente Zaltbommel. 6. Het museum dient bij te dragen aan het behoud van het cultuur historisch erfgoed in de gemeente Zaltbommel. 7. Het museum dient inwoners in staat te stellen om in contact te komen met en te leren over het cultuur historisch erfgoed van de stad en de streek. 8. Het museum biedt ten miste 2 educatieve programma s per jaar aan. 9. Het museum neemt eigen verantwoordelijkheid in het ontwikkelen van een toekomstbestendige museumorganisatie (waaronder zorg voor collectie, marketing en merchandising). 10. Het museum legt verbindingen en werkt samen met het onderwijs en andere (culturele) instellingen. Subsidie van: 10,- per openingsuur; 10.000,- per tentoonstelling; 5.000,- per cursus / workshop; 7.500,- per educatief project; 5.000,- per deelgenomen evenement. De voorwaarden zijn in een overeenkomst vastgelegd. 1. De in de Algemene subsidieverordening genoemde algemene weigeringsgronden zijn van toepassing op deze beleidsregel. Daarnaast kan aan een organisatie, die niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden en verplichtingen, de subsidie worden geweigerd. 2. Een activiteit wordt slechts eenmaal per jaar gesubsidieerd en kan niet onder meerdere beleidsregels vallen. 3. De subsidie is niet bedoeld voor huisvestingslasten.
6. Doelgroep Alleen stichting Museum Stadskasteel Zaltbommel komt voor deze beleidsregel in aanmerking. 7. Subsidieplafond Als het totaal van de subsidieaanvraag het subsidieplafond overschrijdt, dan wordt het aantal cursussen/workshops, educatief projecten of deelname aan het aantal evenementen teruggebracht. e. De Poorterij De subsidieregels voor theater De Poorterij zijn vastgelegd in een subsidieovereenkomst. a. Het brengen van een breed programma van professionele podiumkunsten ten behoeve van de bevolking in de regio van Zaltbommel, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het gemeentelijk cultuurbeleid; b. Het verbeteren van het culturele klimaat van Zaltbommel en de Bommelerwaard door een bijdrage te leveren aan gemeentelijke (cultuur)beleidsdoelstellingen zoals verwoord in de beleidsnota Cultureel Mozaïek. a. Het verzorgen van een podiumkunstenprogramma: 1. De programmering van een eigentijds en kwalitatief goed podiumkunstenaanbod dat een evenwicht biedt tussen enerzijds laagdrempelig en anderzijds vernieuwend aanbod in de theaterzaal van De Poorterij. 2. Voor een breed publiek uit Zaltbommel en omgeving. Dit podiumkunstenaanbod omvat voorstellingen/uitvoeringen op het gebied van toneel, ballet/dans/bewegingstheater, kleine musicals, muziektheater, kleinkunst/cabaret, jeugdtheater, familievoorstellingen, lichte muziek/popmuziek, niet-westerse muziek. 3. Deelname aan een nationaal, regionaal of lokaal podiumkunsten festival. 4. Het beschikbaar stellen van de podia voor een beperkt aantal amateurproducties en (semi-) professionele producties uit de gemeente. 5. De tariefstelling voor het aanbod wijkt niet af van vergelijkbare theaters in Nederland. b. Het uitvoering geven aan de (cultuur)beleidsdoelstellingen die vanuit het gemeentelijk cultuurbeleid van belang zijn voor De Poorterij. 1. Doelgroep: inwoners van de gemeente Zaltbommel en omgeving. 2. Bijdragen aan een intensivering van het lokale culturele klimaat door samenwerking met andere, relevante culturele instellingen in de gemeente Zaltbommel. 3. Bijdragen aan gezamenlijke culturele initiatieven met lokale en/of regionale culturele instellingen. 4. De Poorterij werkt samen met het onderwijs met het oog op een op de leerlingen afgestemd aanbod. Samenwerking moet door beide partijen als zinvol worden gezien. 5. De Poorterij hoeft niet altijd aan alle gemeentelijke beleidsaccenten tegelijk te voldoen, zoals genoemd in de gemeentelijke beleidsnota Cultureel Mozaïek, maar is hierin ondersteunend. Een bedrag van 150.000,- per jaar voor: 1. tenminste 75 professionele theatervoorstellingen
2. tenminste 25 theatervoorstellingen van een kwalitatief behoorlijk niveau door plaatselijke amateurinstellingen op het gebied van muziek, toneel en dans 3. tenminste 3 overige activiteiten, die niet direct gerelateerd zijn aan de producten genoemd onder 1 en 2. De voorwaarden zijn in de overeenkomst vastgelegd. De in de Algemene subsidieverordening genoemde algemene weigeringsgronden zijn van toepassing op deze beleidsregel. Daarnaast kan aan een organisatie, die niet voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden en verplichtingen, de subsidie worden geweigerd. 6. Doelgroep Alleen Theater De Poorterij komt voor deze beleidsregel in aanmerking.