Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Vergelijkbare documenten
Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 24 februari 2003 SFB/2003/ juni 2003

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Contactpersoon B. Spit

Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De beleidsartikelen (artikel 5) Wat willen we bereiken?

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

Bijeenkomst Wet educatie en beroepsonderwijs voor niet-bekostigd mbo. 28 november 2012 Renée van Schoonhoven

Scholen en professionals in stelling voor kwaliteit, afspraken over beleidsagenda voor de toekomst van het funderend onderwijs

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven

Advies Agenda BVE, uitgebracht aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Wiersma (VVD) van uw Kamer inzake de techniekopleidingen in het mbo.

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 5 april 2002 IB/02/ april 2002

Advies Escalatie. 2. Kader geschillencommissie

Verslag van de internetconsultatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1. Inleiding. 1.1 Adviesaanvraag

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag BVE/IenI/

Convenant Samenwerking ten behoeve van innovatie in het beroepsonderwijs

2 1 SEP. Z012 Update Uitvoeringskalender MBO Actieplan: Focus op vakmanschap

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. HBO/AS/2002/ juni 2002

Schiphol. Aan: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Plaats, datum Hoofddorp, 23 februari Ons kenmerk

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

SAMENWERKING TEN BEHOEVE VAN INNOVATIE IN HET BEROEPSONDERWIJS

samenvatting van de inventarisatie van verschillen algemeen één wettelijk kader, verschillen in uitwerking en effect

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage AV/A&M/2001/60552

Toelichting procedure deelname aan experimenten

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. FEZ/IR/2001/24182 van Rijn 13 juni 2001

4 Nieuwe bestuurlijke verhoudingen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 2 februari 2001 SFB/2001/ februari

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Doelstelling. Programma. Wet educatie en beroepsonderwijs Hoofdlijnen en actualiteiten. Studiemiddag WEB 18 juni 2013

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

4 Aanbevelingen Onderwijsraad

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Leergang mbo Programma

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 28 feb. en 6 DCE/02/ maart 2002

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Ministerie OCW Aan mevr. M. van Bijsterveld-Vliegenthart, Staatssecretaris Postbus BJ Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Focus op Vakmanschap in MBO

5. Onderwijs. minder regels

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

1 Inleiding. Adviesaanvraag. Focus en reikwijdte van het advies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Convenant OCW-SBO. Aanpak van het Lerarentekort

Convenant tussen de Staat der Nederlanden en de Bve Raad over de. gevolgen van de invoering van de Wet inburgering

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Overzicht OCW brieven 2018

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 13 juni 2002 HBO/AS/2002/ juli 2002

Gemeentelijk spoorboekje: vervolg op de toekomstvisie op het Beschermd Wonen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Leergang mbo Programma

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer WO/BS/2001/ maart 2001

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Centrale vraag bij het onderzoek is: Is het verzorgde onderwijs inclusief de periode van werkend leren en de examinering van voldoende kwaliteit?

18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403

: Voorstel inzake kaderstellende discussie Zorgloket

WEB 5: Regionale opleidingscentra en andere instellingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. 2 mei 2003 PO/LGF/03/ mei 2003

Leergang mbo Programma

Doorkiesnummer:

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Visie op de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en Colo. 9 juni 2008 publicatienr. 2/08

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo

Leergang bve Programma

Leergang bve Programma

Vragen waar deze maar ook de andere Zeeuwse onderwijsinstellingen onder meer voor staan zijn:

Het Onderwijsnummer in het Voortgezet Onderwijs ALGEMENE INFORMATIE OVER DE WET ONDERWIJSNUMMER VOOR SCHOLEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo

PRODUCTOVEREENKOMST EDUCATIE 2007 gemeente Hoogeveen - R.O.C. Drenthe College

Tweede Kamer der Staten-Generaal

en leerlingenvervoer

REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE VAALS COMMUNICATIEPLAN

Overleg met de Toezichthouder

er materiaal op tafel komt waarmee de overheid, de samenleving in brede zin, en de leerlingen, ouders en studenten de prestaties van het onderwijs kun

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap T.a.v. mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus BJ 'S-GRAVENHAGE (070)

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Transcriptie:

OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 23 23 Telefax (079) 323 23 20 Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer BVE/BDenI/02/62174 16 januari 2003 Onderwerp Agenda Koers BVE 2 Doorkiesnummer Tijdens de bespreking van Koers BVE en het Evaluatieverslag WEB heeft u er bij de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op aangedrongen om een Koers BVE 2 uit te brengen. Reeds enige tijd geleden is gestart met de voorbereidingen van Koers BVE 2. Een eerste stap in het traject naar Koers BVE 2 is het vaststellen van de agenda voor Koers BVE 2. Hierbij wil ik u graag deze agenda aanbieden. Tevens wil ik u informeren over het doel van Koers BVE 2, de relatie van Koers BVE 2 met de overige beleidstrajecten, de wijze waarop de agenda tot stand is gekomen, de agenda voor Koers BVE 2 en de vervolgprocedure. Ik zou het zeer op prijs stellen indien ik op korte termijn met u van gedachten kan wisselen over de agenda Koers BVE 2. Doel Koers BVE 2 Ik ben voornemens om in Koers BVE 2 mijn visie op het beroepsonderwijs te schetsen op de (middel)lange termijn en vanuit die visie waar mogelijk een aanzet te geven voor afspraken die ik na het verschijnen van Koers BVE 2 wil maken met de betrokken partijen. Ik ben verantwoordelijk voor de conclusies, standpunten en richtingen die in de Koers BVE 2 worden geschetst. Deze conclusies, standpunten en richtingen hebben weliswaar betrekking op de bve-sector maar zullen tot stand komen in het perspectief van de bijdrage die de bve-sector kan leveren aan het realiseren van doorlopende leerlijnen binnen het totale beroepsonderwijs (vmbombo-hbo) en de ontwikkeling van de beroepskolom. Relatie Koers BVE 2 en andere beleidstrajecten Niet alle beleidstrajecten die thans lopen krijgen een plek in Koers BVE 2. Er is een groot aantal trajecten waarover reeds gediscussieerd is, waar bestuurlijke afspraken zijn gemaakt en die in een fase van implementatie verkeren.

Blad 2 Voorbeelden van dergelijke trajecten zijn de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs, de examinering, de beroepspraktijkvorming, rekenschap, regie opleidingenaanbod, lerarenbeleid, alfabetisering en onderhoud bekostiging. Deze trajecten worden niet meegenomen in Koers BVE 2. Daarnaast is er een aantal majeure trajecten van strategische aard. Deze trajecten betreffen onder meer het maken van nadere afspraken rond doorstroom en voorkomen van uitval in de beroepskolom, het innovatiearrangement, het dereguleringsprogramma, het convenant publieke verantwoording en kwaliteitszorg en de aansluiting leerwegen en voortijdig schoolverlaten. Het kenmerk van deze strategische trajecten is dat de komende tijd met de betrokken partijen concrete afspraken worden gemaakt rond deze trajecten. Deze afspraken monden uit in diverse producten zoals een aanzet tot een hoofdlijnenakkoord, een convenant of een notitie. Deze trajecten maken eveneens geen onderdeel uit van Koers BVE 2. U wordt over deze trajecten afzonderlijk geïnformeerd. Het maken van concrete afspraken is slechts één aspect van deze majeure strategische trajecten. Een ander belangrijk aspect is het fundamenteel nadenken met betrokken partijen over de verdere ontwikkeling van het beroepsonderwijs en het ontwikkelen van een visie daarop. Deze visie behelst in feite de inbedding van de meer concrete trajecten in een samenhangend ontwikkelingsperspectief voor de (middel)lange termijn. Met betrokken partijen wordt in een interactief proces verkend welke gevolgen een ontwikkeling heeft voor het beroepsonderwijs, welke knelpunten zich daar voordoen en welke oplossing denkbaar is en onder welke randvoorwaarden en condities. Bij dit interactieve proces moeten alle partijen worden betrokken en moet de gedachtenontwikkeling zoveel mogelijk los van gevestigde standpunten en belangen plaatsvinden. De uitkomsten van het interactieve proces zal ik gebruiken als input voor het samenhangend ontwikkelingsperspectief in Koers BVE 2. Een essentieel verschil tussen Koers BVE 2 en de concrete trajecten is dat in Koers BVE 2 visievorming plaatsvindt met alle partijen en bij de concrete trajecten afspraken worden gemaakt met de bestuurlijke partijen. De stap die na het uitbrengen van Koers BVE 2 gezet zal worden is het omzetten van die visie in concrete afspraken. Daarover zal na het verschijnen van Koers BVE 2 het overleg met de betrokken bestuurlijke partijen worden gestart. Dit overleg zal uitmonden in bijvoorbeeld een implementatieplan waarover ik u afzondelijk zal informeren. De totstandkoming van de Agenda Koers BVE 2 Een eerste stap in het proces naar Koers BVE 2 is het vaststellen van de agenda. Welke onderwerpen worden nu ten behoeve van Koers BVE 2 verder uitgediept? De totstandkoming van de agenda Koers BVE 2 heeft langs de navolgende lijnen en inbreng plaatsgevonden. In de eerste plaats zijn met alle bve-instellingen t.w. de roc s, de aoc s, de vakinstellingen, de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (kbb s) en een tiental niet bekostigde onderwijsinstellingen gesprekken gevoerd. Het doel van

Blad 3 deze gesprekken was het veld te bevragen op onderwerpen die volgens hen in het kader van Koers BVE 2 verder bediscussieerd moesten worden. In de tweede plaats waren richtinggevend de politieke prioriteiten zoals die voortvloeien uit: het strategisch akkoord; de strategische beleidsagenda behorend bij de OCenW-begroting voor 2003; de enveloppebrief, die u is gezonden vóór de behandeling van de begroting voor 2003. In de laatste plaats is gebruik gemaakt van schriftelijke en mondelinge inbreng van de bestuurlijke partners in de bve-sector t.w. Bve Raad, AOC-raad, Colo, Paepon, VNG en JOB over de onderwerpen van de agenda en accenten die daar volgens partijen in moeten worden aangebracht. Agenda Koers BVE 2 Deze werkwijze heeft geresulteerd in de volgende onderwerpen die nader zullen worden uitgediept voor Koers BVE 2: 1. Bouwstenen voor een visie op het beroepsonderwijs Er zijn voortdurend trends, ontwikkelingen en veranderingen waarneembaar die van invloed zijn of kunnen zijn op het beroepsonderwijs. De vraag is om welke trends, ontwikkelingen en veranderingen het gaat en hoe daarop door welke partijen wordt gereageerd. Een eerste stap is om deze trends, ontwikkelingen en veranderingen in kaart te brengen. Dat gebeurt op verschillende niveaus t.w. op het niveau van het primaire proces, op het bestuurlijke niveau van de instelling en de omgeving van de instelling en op nationaal niveau in het bestel en de beroepskolom. Deze trends, ontwikkelingen en veranderingen worden vervolgens getoetst in een viertal sessies bij respectievelijk betrokkenen bij het primaire proces zoals deelnemers en docenten, bij de instellingen en de omgeving op bestuurlijk niveau en bij de bestuurlijke partijen, sociale partners, departementen, en deskundigen op nationaal bestelniveau in de beroepskolom. 2. De Middellange termijnverkenning beroepsonderwijs Enige tijd geleden heeft u de middellange termijnverkenning beroepsonderwijs ontvangen. In vervolg hierop zal in Koers BVE 2 vooral het vraagstuk van modernisering van het onderwijsproces en een eigen pedagogiek en didactiek in het beroepsonderwijs centraal staan. Een vraag daarbij is bijvoorbeeld welke invloed de competentieontwikkeling heeft op het onderwijsproces. 3. Het versterken van de relatie onderwijs bedrijfsleven. In aanvulling op trends, ontwikkelingen en veranderingen die in onderdeel 1 aan de orde komen, zal hier specifiek worden stilgestaan bij veranderingen op de arbeidsmarkt, in arbeidsorganisaties en in de relatie onderwijsarbeidsmarkt. De SER heeft hier in zijn adviezen: Het nieuwe leren en Koersen op vernieuwing (waar u overigens een kabinetsreactie op zal ontvangen) belangrijke input voor gegeven. Daarnaast zal in dit verband in het kader van de agenda leven lang leren worden verkend hoe de scheiding tussen het initiële en postinitiële leertraject moet worden afgebakend en hoe ver de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid in deze reikt.

Blad 4 4. Maatschappelijk ondernemen, dereguleren en sturen op prestaties Maatschappelijk ondernemen en sturen op prestaties zijn termen die al enige tijd gehanteerd worden en die in de praktijk al voorkomen. Zo wordt er reeds met bestuurlijke partijen overleg gevoerd over verdere deregulering om de instellingen als maatschappelijke onderneming de ruimte te geven hun eigen missie en taak vorm te geven en over het maken van afspraken rondom bijvoorbeeld doorstroom en terugdringen van uitval. In dit verband is het van belang na te denken over een aantal vervolgstappen. Hoe ontwikkelt zich het maatschappelijk ondernemen en waar kan via deregulering tot een betere bestuurlijke verhouding gekomen worden. Als er substantieel minder regels komen blijft wel de vraag hoe de ministeriële verantwoordelijkheid dan gehandhaafd blijft en welke consequenties dat heeft. Speciaal zal daarbij de mogelijkheid van het sturen op prestaties bekeken worden, en over welke prestaties we het dan hebben. Dit vraagstuk zal niet alleen vanuit sociaal economische invalshoek worden bekeken, maar ook vanuit de sociaal culturele invalshoek. Daarbij gaat het om de functie die het beroepsonderwijs heeft ten aanzien van aspecten zoals veiligheid, integratie en jeugdbeleid. 5. Besturingsfilosofie educatie Thans zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de educatie. Reeds in de vorige kabinetsperiode is aandacht gevraagd voor een aantal knelpunten in de educatie. De toenmalige minister van OCenW heeft besloten de huidige besturingsfilosofie te handhaven en heeft met de VNG een intentieverklaring afgesloten om de educatie soepeler te laten verlopen en een aantal knelpunten te ondervangen. Een afspraak was dat er een nadere verkenning zou plaatsvinden rondom de positie van het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO) en dat zou worden verkend onder welke randvoorwaarden en condities de gedwongen winkelnering (verplichte inkoop van gemeenten bij roc s) gefaseerd kan worden afgeschaft. In dit onderdeel zal de besturingsfilosofie onder de loep worden genomen en zal specifiek aandacht worden besteed aan vavo en gedwongen winkelnering. 6. Open Bestel Binnen de sector wordt het opleiden verzorgd door bekostigde en nietbekostigde aanbieders. Een vraag is waarom dit onderscheid gemaakt wordt, als beiden inhoudelijk aan dezelfde kwaliteitseisen (moeten) voldoen. De vraag is ook of meer concurrentie binnen de sector leidt tot kwaliteitsverbetering en een sterkere positie van de deelnemer. Het openstellen van het bekostigde deel van het bestel voor nieuwe aanbieders, een open bestel dus, zal onderzocht worden. Speciale aandachtspunten zijn toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel. Het gaat bij dit onderdeel met name om het ontwikkelen van een visie op de mogelijke effecten van een Open Bestel voor kwaliteit, doelmatigheid en toegankelijkheid en op de praktische (on)mogelijkheden van zo n bestel. Uitgangspunten binnen alle onderwerpen zijn de loopbaan van de deelnemer, de rol die de omgeving van de instellingen, zoals de gemeenten, kan spelen in het beleid van de instellingen, de rol van het bedrijfsleven, de ontwikkeling van de beroepskolom en de vraagsturing.

Blad 5 Vervolgprocedure Na het vaststellen van de agenda Koers BVE 2 volgt een interactief proces waarin op voornoemde onderwerpen inbreng vanuit de betrokken actoren in het veld kan plaatsvinden. Dit kan op een aantal manieren zoals via conferenties, ronde tafelgesprekken, versnellingskamers, thema-bijeenkomsten, schriftelijke bijdragen en dergelijke. Naast de bestuurlijke partijen zullen ook deelnemers, docenten, sociale partners en andere departmenten bij relevante discussie worden betrokken. Ook is het mogelijk dat partijen uit het veld de organisatie van een debat voor hun rekening nemen of dat er te zamen met OCenW een debat wordt georganiseerd. Dit interactieve proces zal in het eerste kwartaal van 2003 zijn beslag krijgen. De uitkomsten van het interactieve proces zullen als input dienen voor Koers BVE 2. De partijen die zijn betrokken bij het interactieve debat zijn niet gecommitteerd aan de standpunten, conclusies en visie die ik neerleg in Koers BVE 2. Zij kunnen na het verschijnen van Koers BVE 2 hun standpunt bepalen omtrent datgene dat in Koers BVE 2 is opgenomen. Ik zal tevens de Onderwijsraad en de Sociaal Economische Raad vragen mij te adviseren over (onderdelen van) Koers BVE 2. Ik ben voornemens om u Koers BVE in mei 2003 toe te zenden. Planning Resumerend ziet de planning er als volgt uit: Produkt Doel Betrokkenen Tijdstip Agenda Koers December BVE 2002 Interactief proces Koers BVE 2 Vaststellen van onderwerpen voor nadere uitwerking Koers BVE 2 Visievorming als Input voor het samenhange nd ontwikkeling sperspectief voor Koers BVE 2 Samenhange nd ontwikkeling Bveinstellingen, niet bekostigd onderwijs, aoc s, kbb s, bestuurlijke partijen. Afhankelijk van onderwerp: deelnemers, docenten, bveinstellingen, kbb s, sociale partners, deskundigen, bestuurlijke partijen, andere departement en Staatssecretar is 1 e kwartaal 2003 Mei 2003

Blad 6 Implementati eplan sperspectief voor het beroepsonder wijs. Uitwerken van Koers BVE 2 in concrete afspraken Bestuurlijke partijen December 2003 Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, (drs. Annette D.S.M. Nijs, MBA)