26 jaargang no. 3 - september 1993 - verschijnt 4 x per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Vergelijkbare documenten
Café Kerkemeijer te Rekken


HUNGERINK. Generatie I

De tijd die ik nooit meer

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Het erve Meenderink gelegen aan Zonneweg 1 gelegen aan de rand van het dorp wordt voor het eerst vermeld in 1385.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Interview met de heer J.W. Wesselius

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Zus Mina van den Berg

NEUTENBERG-NOTTEBERG. Generatie I. Generatie II

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Mijn mond zat vol aarde

Pagina 1

LAMBERTUS VAN SCHIJNDEL EN HELENA VAN OORSCHOT. BERTJE EN LEENTJE VAN SCHIJNDEL LAMBERTUS VAN SCHIJNDEL HELENA VAN OORSCHOT

Fragment-genealogie Smeets (3)

Sinterklaas. Lees het verhaal en beantwoord de vragen.

MOERWINKEL. Generatie I. Generatie II

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

Werkgroep Genealogie

De Uffelter familie Odie

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Turfgravers worden binnenschippers

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Uitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp.

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951.

Wat vertelde Jozef zijn broers over de hongersnood? Dankzij wie had Jozef de positie van onderkoning van Egypte bereikt?


Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Anderhalve eeuw in Oisterwijk. Vugts Vugts

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

D67, Hintelstraat 12


Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

Het Snijdersplein. Voorwoord

De nakomelingen van Aelbert MENTINCK

Heilige Mis ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie in de St.Lambertuskerk te Swalmen

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Waar wil je heengaan?

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd



Ytzen Lieuwes Tamminga # Hiltje Karsjens Kalma * , *

Het ontstaan van een familietak ter Haar

Verhaal: Jozef en Maria

De aansluiting van De Tak Rotterdam-Giessendam

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

LES 11. Respect tonen of een lesje leren? Sabbat

Het karakteristieke pand op de hoek Molenstraat-Denekamperstraat 1

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Gerardus BESSELING Anna, Mactiae CRAMER (KRAEMETS) Joannis CRAMER (CREMER) Mariae HOEVEN Hendrick BESSELING Annitje BESSELING

D74, thans Kruisstraat 12

Kees van Rijn / Voorzitter heemkundegroep Arfgood Buurse

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

De nakomelingen van Arnoldus Jacobus Legius (De Lege)

DE GEBOORTE VAN JEZUS

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag


Rembrandt van Rijn. Hoofdstuk 1 : Rembrandt zijn eerste jaren.

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Een Eemnesser familie Ruijter die in Blaricum terechtkwam

De gelijkenis van de verloren zoon.

Zal ik jullie vertellen over een oma die ik ken? Het is een heel vreemd oud. Bloemen op het dak. Door Ingibjörg Sigurdardóttir

Samen zingen. Zwaai, zwaai, zwaai, met jonge groene takken. Zing, nu nader komt op een ezel nooit bereden Hij die doet wat moet gedaan.

Parenteel van Willem van Dielen (van Deelen)

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Gerechtsbestuur Schalkwijk, (105)

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Voor meer informatie van de boerderij Hoestink zie op onze website onder historisch overzicht per pand: Stokkum boerderijnr. 2.2.

Wat is de betekenis van urbi et orbi? Door wie is Jezus verraden? Wat vieren we op Pasen? Wanneer herdenken we het laatste avondmaal?

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

Het leven van Petronella Kortenhof (l ), een Haarlemse vondelinge en inwoonster van Heemstede.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Blad 1. Kwartierstaat van Antoon van den Berg ( ) Broer Herman van den Berg

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was

De steen die verhalen vertelt.

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september in deze dienst zal. Julia Brugge.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Cornelis van Huijk(Huik) ( )

ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Parenteel van Jan van Gent. Generatie I. Generatie II. Generatie III. Generatie IV

Parenteel van Petrus (Peter) Eijsermans

negentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij, na te noemen getuigen: JACOBA CATHARINA MARIA MEIJER-

Het restaurant in Otterlo.

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Welk persoon uit het geslacht van Elimelech komt in beeld?

Transcriptie:

26 jaargang no. 3 - september 1993 - verschijnt 4 x per jaar ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN

Aold Hoksebarge 1681 Door omstandigheden heeft de drukker voor de uitgave van de 26e jaargang no. 2 te weinig copy ontvangen, zodat blz. 1680 blanco gebleven is. JAARVERGADERING De Redactie. Op dinsdag 20 april j.l. vond de jaarlijkse jaarvergadering plaats in de Richtershof en werd bijgewoond door ongeveer 70 personen. De notulen van de vorige jaarvergadering en de jaarverslagen van de secretaris en penningmeester werden ongewijzigd goedgekeurd. Wegens drukke werkzaamheden en in Denekamp wonend wenste de heer G.H.J.M.Rengerink af te treden. Voor hem in de plaats werd in het bestuur gekozen mevr. M.C.Waaijerdink - Mentink. Aaangekondigd werden twee excursies: de eerste een dagexcursie op zaterdag 5 juni naar Ter Apel en Bourtange en een tweede excursie op zaterdag 25 september naar Duitsland. Verder werd meegedeeld, dat er een onderzoek had plaats gevonden naar de grensstenen met Duitsland en dat er dit jaar een onderzoek zal plaats vinden naar de nog bestaande markepalen. Hierna was er een lezing, die gehouden werd door dhr. A.L.Hottenhuis uit Zenderen met als titel: "Wij doen in huis meestentijds Hollands". Twentisme in het bestbedoelde Algemeen Nederlands. Het bestuur. VOORJAARSEXCURSIE Op zaterdag 5 juni j.l. vond de eerste excursie van dit jaar plaats naar Ter Apel en Bourtange. Het was voor de eerste keer, dat onze kring een hele dag op stap ging. Deze daftocht werd gemaakt samen met leden van de Heimatverrein Ahaus. De belangstelling was groot, want het gezelschap bestond uit 43 kringle-den en 32 leden van de Heimatverein Ahaus. De tocht naar het Noorden ging grotendeels over Duits grondgebied. In Ter Apel werd na afloop van een kof-fïestop het enige middeleeuwse plattelandsklooster dat nog in Nederland bestaat bezichtigd. Hier werden we door in middeleeuwse klederdracht gestoken gidsen rondgeleid. Na Ter Apel ging het richting het vestingsstadje Bourtange. Hier werd allereerst de lunch gebruikt, die bestond uit een Westerwoldse koffïetafel. In de voormalige smederij werd met behulp van een diaklankbeeld het ontstaan en de reconstructie van de vesting toegelicht. Vervolgens werd onder leiding van VVV gidsen een rondwandeling door het stadje gemaakt. Tijdens de terugreis werd er een koffie pauze gehouden in het stiftklooster Frenswegen bij

1682 Nordhorn. Het was een geslaagde dagtocht onder prachtige weersomstandigheden. BEZOEK HEIMATVEREIN GRAES. Het Bestuur. Op zaterdag 26 juni j.1. brachten ongeveer 20 leden van de Heimatverein Graes een bezoek aan Haaksbergen. Op de parkeerplaats achter het Gemeentehuis werd het gezelschap door bijna het voltallige bestuur van onze kring welkom geheten. Gezamelijk werd er een bezoek gebracht aan de Richtershof, N.H. kerk, Pancratiuskerk en tenslotte aan de Oostendorper watermolen. Voldaan keerden de gasten hierna huiswaarts. Het Bestuur. Gehoord en of Gelezen Wat ons bespaard bleef. Zeg, Oom, zei mijn neefje Jantje (Hij is negen jaren pas) 'k Had toch het wel leuk gevonden, Als er ket gekomen was. Zeg, Oom, wat is distributie? Gaat dat ongeveer nét zoo Als bij ons de distributie Van goedkoope radio? Zeg eens Oom, waarom heeft tante Drie flesch sla-olie gekocht? En waarom zei de Minis ter, Dat dat eigenlijk niet mocht? Zeg, Oom, waarom huilde tante Toen ze in de kranten las Van den Vrede? Vond ze 't jammer, Dat de oorlog er niet was? Jantje, twintig jaar geledenhadden wij hier wel die "keet" 'k Zal je er eens van vertellen, Het is goe&, datje dat wéét. 's Morgens vroeg al moest je tante In een lange rij gaan staan En ze kwam er uren later met een onsje vet vandaan. Boterbonnen, erwtenbonnen, Bon vor dit en bon voor dat, Suiker, rijst en boonenbonnen, O, als je geen bonnen had! Ging je ergens koffiedrinken, Ging je ergens op "diner", Dan nam lerdereen zijn vet-bon En zijn bruinebroodkaart mee. Bij je aankomst zei je gastvrouw! Zóó, héél prettig, je te zien; Mag ik eventjes je broodkaart En je boterbon misschien? O, dat brood! Het smaakte heerlijk: Stopverfdeeg met houten korst; 't Werd gemeubileerd met kunstvet En twee plakjes Eenheidsworst. Eenheidsworst dat is een worstsoort, Zéér speciaal gefabriceerd; Maar daarom werd Neerlands Éénheid Op zijn best gedemonstreerd. Echte thee heeft in die dagen Vrijwel niemand meer gehad; Tante zette thee van eiken of lindeboomenblad, 't Kookgas werd

1683 vaak afgesloten, 't Brandde maar per dag één uur, En in 't hééle huis één kachel, Met een klein en vrij koud vuur. Ieder ging briketten maken: Kiezelstenen, klei en zand; Dat werd flink gekneed met water En dat staken ze in brand, 's Avonds licht? dat kun je denken! Dikwijls was 't een eindje knars; Er was bijna niets bij te krijgen, Wét er was, was slechts en schaarsch. Niemand mocht een varken slachten Als hij geen vergunning had en de dikste menschen werden mager als een pannelat. 'k Weet nog, dat een van mijn vrienden Voor één ham vijf tientjes gaf, En toen hij er mee naar huis ging, Pakten ze die ham weer af. Als je dood kalm over straat ging met een doosje of een tasch, Keken de kommiezen of er Soms verboden waar in was. 'n Dame liep met een vioolkist in 't Haagje over straat; Kist sprong open: meel, rijst, suiker, Een kluif varkenscarbonaad. 's Avonds zaten de families Zwijgend om de tafel heen; Bijna niemand was voltal lig. Overal ontbrak er een. Want de vaders, broers en zonen Waren naar de grens gestuurd; Daar was 't koud, vervelend, eenzaam, Dat heeft drie, vier jaar geduurd. En géén "burger" kan beseffen, Wat daar door een eenzaam mensch Is geleden en gestreden Al die maanden aan de grens, 's Avonds, als je zat te kij ken Naar het ondergaan der zon, Hoorde je, héél in de verte, Het gebulder van 't kanon. Lange rijen vluchtelingen Kwamen huilend in ons land, Want het huis, waar ze in woonden, Was vernield of platgebrand. Als er nu, na twintig jaren, Nóg eens weer een oorlog was, Na dien prachtigen vooruitgang In techniek en in het gas... Toen er in die arme wereld Eindelijk weer vrede kwam, Was zij ziek en dood ellendig En volkomen vleugellam. Zwaar, zwaar moest die wereld boeten, 't Was een booze, booze droom... Toen zei Jantje: ik ben blij hoor, Dat hier maar géén keet kwam, Oom. 1-12-1938 4 E.HJ.Overbeeke- Scholten.

1684 De Stad Ze kwamn binn in n tearoom. Ze hann alle dree lak an de skoone, Di ene har rood Met zelfs nogfeguurn der in. Ze genootn van t segretjen. "Mag hier wa rookt wordn?" "Ik zag gen asbeksken." Ze harn alle dree Wa aarig "eboskopt". De weenkels harn 't Good met uur ehad. De Stad De wermte van de zunne, Mer ok de weend, Dit duur n autojech. Het lawaai van t verkeer, Mer ok het rythme Da'j der in heurt. En op nen kotn afstaand Krie 'w zelfs aarige meziek. n Auto dichje: Is t zelfde vekeer, Allene mer luk gesoeste, Eeglik nen eane vor. Ie riegelt 't geluud, Had of heanig, wa'j mer wilt. H.S.V. F.G.M. Gebbink - Broekhuis.

IN EN ROND DE BOERDERU HET JAAR ROND, DOOR DE EEUWEN HEEN VIL Juli 1685 Sint Jacobus 25 juli, "Sint Jaopik" in het dialect, een datum die vroeger bij jong en oud, bij boer en burger hier in Twente bekend was. Afhankelijk van het weer begon rond Sint Joapik het rogge maaien. Rogge, het voornaamste voedsel voor mens en dier op de zadgronden hier. Einde 18e eeuw werd rogge als hoofdgewas ten dele door aardappelen vervangen. De Twentse essen waren vroeger zeker voor 2/3 bedekt met het gewas rogge. Het kon dan ook niet uitblijven dat bij velen 25 juli wel bijna de voornaamste datum in hun leven was. In tijden van armoede, van hongersnood, hunkerde men naar nieuwe oogst, naar brood op de plank in letterlijke zin. Het vroeger zo voorname gewas rogge inspireerde mij voor het maken van het volgende gedicht. Van honderden jaren lang voorbij. Zware eiken zorgvuldig bewaard. Schuilend daaronder de boerderij. Met 't boerengezin om de haard. Voor de ploeg dampende paarden, Erachter loopt de trotse boer. Omgekeerd wordt de zwarte aarde. Het erfdeel wat hij trouw zwoer. In oktober wordt rogge gezaaid. Om ie voldooien deze kringloop, Wordt juli daarop weer gemaaid. Opbrengst van gekoesterde hoop. De molenstenen malen het graan, Om te worden gebakken tot brood. Voornaam eten voor karig bestaan. Opbrengst die de grond hem bood. Tijd gaat snel, er verandert veel. Vernieuwing gaat steeds voort. De natuur blijft steeds zijn doel. Denk: God heeft het laatste woord.

1686 In volgorde van rijp worden was het eerst de gerst aan de beurt, dan de rogge en tot slot het havergewas. Vroeger gebeurde dit ook weer allemaal in handwerk, tijdrovend en zwaar werk. Het hele gezin, ook kinderen boven de tien jaar, moesten veelal meehelpen.eén vrouw kon de door twee man gemaaide garven graan bijhouden met het opbinden. Tegen zonsondergang werden de garven opgehokt aan hokken van 4 of 6 garven. Bij ongedorst graan spreekt men van garven. Als het gedorst is zegt men schoven. Mannen droegen in de oogsttijd vaak een strohoed. Ook waren er wel vrouwen de dan een trohoed droegen. Bovendien droegen de vrouwen witte schorten met lange mouwen. In plaats daarvan werden ook wel aparte witte lange mouwen gedragen om de huid van de armen te beschermen. Een graangewas onkruid vrij houden was een bijna onmogelijke taak. In het bijzonder als in het gewas de akkerdistel voorkwam waren de lange mouwen geen overbodige luxe. Meer dan eens gebeurde het dat men bij heel warm zonnig weer last kreeg van een zwerm gevleugelde mieren. Het gekke is dat deze insecten voorkeur hebben voor wit. Deze beestjes konden dan knap vervelend zijn als ze neerstreken op de in het wit gehulde dames. Met spoed werden dan her en der witte lappen en kranten in de buurt uitgelegd. Ook op de witte was aan de lijn of de witte windveren van het huis strijken de kroelende mieren wel eens neer.. Het stro werd ook voor vele doeleinden gebruikt. Het diende als voedsel of strooisel voor het vee, het werd gebruikt in de bedstee en later ook wel in het ledikant, voor dakbedekking, het maken van bijenkorven en zo zou ik nog een hele tijd door kunnen gaan. In de middeleeuwen en daarna tot 1700 waren er maar heel weinig eigen boeren. Negentig procent van de boederijen was in het bezit van kasteelheren, provincie, kerken en kloosters. Vaak moesten abnormale hoge pachten opgebracht worden. Veelal in de vorm van gedorst graan en dat was dan meestal rogge. Uit een berekening van Prof. Sticher van Bath blijkt, dat het volgende, in procenten uitgedrukt, moest worden opgebracht: voor 1760 na 1760 voor belasting en pacht 55% 47,5% voor zaaizaad 12,5% 12,5% over voor eigen voeding en veevoer 32,5% 40% Voor Twickel golden meestal andere normen en waarden. Hier volgt een greep uit het verleden van mijn verre voorouders, toen die nog onder Twickel woonden en het volgende moesten opbrengen. 1749 f. 180,00, 4 kippen, 50 eieren en 60 schoven stro. 1766 235 pond spek. 1790 hand en spandiensten, hout hakken, turf steken, met paard en wagen bakstenen halen uit Lage Duitsland, (denk aan de muur rond de tuin van Twickel).

1688 snoeren en halsringen. Zo zijn er in het Haaksbergse veen een paar kleine maal-stenen gevonden. Is men verdronken of verdwaald? Tot de verbeelding spreekt echter het allermeeste de gevonden menselijke resten. Komt men in het Provinciaal Museum van Drente te Assen dan kan men daar twee veenlijken aanschouwen, een man en een vrouw. Deze zijn gevonden in het Weerdingerveen. Er zijn sporen van kleding gevonden. Aandacht verdient ook het lijk van een jong meisje dat werd gevonden in een Veentje bij Ide. Haar lichaam was gekleed in een geweven wollen doek die haar lichaam bedekte. Om haar hals had ze een strop. Dit zou erop kunnen wijzen dat ze in koelen bloede is vermoord of dat ze het slachtoffer was van een terechtstelling of een offerritueel. Zo zijn er in Nederland en elders in West Europa op tal van plaatsen veen-lijken gevonden. De meeste veen lijken kan men dateren rond het jaar 0. B. Asbreuk. "Bolschermolen" naar een borduurwerk. De Bolschermolen stond aan de Gorsveldsweg in Ambt Delden, 200 meter van de Haaksbergse grens. Het betreft een grote stenen, beldmolen, gebouwd in 1820. In 1960, door bliksem getroffen, brandde de molen geheel uit en*in 1968 werd de molen tot de grond afgebroken. Vele Haaksbergse boeren, hier uit de buurt, lieten door deze molen hun graan malen. B. Asbreuk Bolschersmolen

1689 DE ERVEN SWERINK IN BRAMMELO (3) H. ARNOLDUS SCHOLTEN, gedoopt 1790 11/12, overleden 1833 30/1, gehuwd 1828 22/5 met JOHANNA TEN VREGELAAR, geboren als dochter van Egbert en Willemina Kerkemeijer op het Kate ten Polle, overleden 1833 21/5 Kinderen; 1. Gerhardus Scholten, geboren 1829 11/8, overleden 1846 13/9 2. Egbertus Scholten, geboren 1830 6/8, overleden 1830 11/10 3. Hermina Scholten, geboren 1832 26/9, gehuwd 1854 12/11 met Johannes Hendrikus Harbers te Beltrum. Notarieel archief:; 1833 21/5 Joanna ten Vregelaar weduwe van Arnoldus Zwerink in Brammelo stelt haar broer Gerrit ten Vregelaar, bakker in Haaksbergen, aan tot voogd over haar twee minderjarige kinderen Gerhardus en Hermina. Door dit drama op Groot Swerink moest het erf verpacht worden. Het werd eigendom van het echtpaar Harbers -Scholten te Beltrum en hun erfgenamen. J. JAN WIELENS, gedoopt 1780 23/7 als zoon van Joannes en Grietje Bargerink, gehuwd te Delden ca. 1810 met JOANNA KEMERINK, die 1821 26/9 overleed, wgarna Jan ca. 1822 hertrouwde met GEERTRUI MESSELINK, geboren 1798, overleden 1878 8/2. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Joanna Wielens, geboren 1811 20/3, gehuwd 1839 16/6 met Frederikus Vaan hold en hertrouwd 1846 20/2 met Gerardus Ellenbroek. 2. Catharina Wielens, geboren 1813 2/3, gehuwd 1840 13/7 met Joannes Messelink en hertrouwd 1852 17/11 met Hendrik Jan Heetpas. 3. Arend Wielens, veehandelaar, geboren 1815 8/1, gehuwd 1858 26/11 met Hendrica Kruisen. 4. Joannes Wielens, geboren 1818 5/7. Kinderen uit het tweede huwelijk: 5. Jenneke Wielens, geboren 1823 25/3, gehuwd 1853 22/7 met Joannes Overbeek, weduwnaar van Hermina Stammers.

1690 6. Jan Hendrik Wielens, geboren 1827, gehuwd 1868 21/4 met Anna Geertruida Brevink. 7. Wilhelmina Wielens, geboren 1832, gehuwd 1856 28/11 met Jan Hendrik Barink. 8. Johanna Wielens, geboren 1835, gehuwd 1868 27/4 met Jannes Ottink. Jan Wielens was in 1830 landbouwer op het Meijerinkbroek in Boekelo maar-werr van 1840 tot 1869 vermeld als landbouwer op Groot Swerink. Vanaf 1870 werden hier als pachters vermeld : K. ANTONIUS GROOT MENTINK, geboren Beltrum 1808 29/4 als zoon van Antonius en Anna Maria Elferink, overleden 1871 4/1, gehuwd ca. 1835 met HENRICA SCHURINK, geboren Eibergen 1810 25/3, overleden 1887 25/7. Kinderen; 1. JOHANNES THEODORUS GROOT MENTINK, zie L. 2. Johannes Groot Mentink, geboren Eibergen 1839 20/4, overleden 1886 16/3 Aanvankelijk was Johannes landbouwer op Groot Swerink, maar toen hij ongetrouwd bleef keerde Johannes Theodorus naar zijn vaderlijke erf terug. L. JOHANNES THEODORUS GROOT MENTINK, geboren Eibergen 1836 11/8, overleden 1895 2/9, gehuwd Rietmolen 1865 2/12 met MARIA LUB-BERINK, geboren Neede 1832 15/8, overleden 1910 21/11 Dochter: ANNA MARIA GROOT MENTINK, zie M. Johannes Theodorus emigreerde eerst naar de U.S.A. keerde terug en werd bouwman op Bonekamp in Rietmolen, waar Maria Lubberink geboren was. Vanaf 1876 was hij landbouwer op Groot Swerink, dat naar hem de naam Mentink Dorus kreeg. M. ANNA MARIA GROOT MENTINK, geboren 1866 30/4, overleden 1926 8/11 gehuwd Rietmolen 1893 30/1 met JOHANNES HENDRIKUS TEM- MINK, geboren Neede 1865 28/9 als zoon van Johannes op Groot Temmink en Johanna Teetink, overleden 1926 15/11 Kinderen: 1. Johanna Maria Theodora Temmink, geboren 1895 20/11 2. Johanna Hendrika Maria Temmink, geboren 1897 2/3 3. JOHANNES THEODORUS TEMMINK, geboren 1899 8/5, erfopvolger op Groot Swerink 4. Johanna Hermina Maria Temmink, geboren 1902 26/9

5. Anna Maria Hendrika Temmink, geboren 1904 7/6 6. Johannes Antonius Temmink, geboren 1906 14/5 7. Hendrika Gerharda Maria Temmink, geboren 1908 15/1 1691 Omstreeks 1909 kon J.H.Temmink de boerderij, die thans bewoond wordt door G.J.F. Temmink, van nazaten Harbers aankopen. KLEIN SWERINK Klein Swerink, na 1660 eigendom geworden van Sweer ten Noever te Bathmen, werd vanaf ca. 1635 bewoond door Jan ter Braak alias Swerink, die waarschijnlijk familie was van de ter Braaks op Groot Swerink, allen verwant aan het erve Braok in Brammelo. A. JAN TER BRAAK alias SWERINK, gehuwd ca. 1635 met NN kinderen: 1. Geertje Swerink, gehuwd Neede 1667 8/9 met Jan ter Hoonte te Wolterszoon, die voordien Neede 1661 17/3 gehuwd was met Berentje in 't Raa Alberts dochter. Geertje hertrouwde 1671 2/12 met Arend Hesselink Geertszoon. 2. ALBERT SWERINK, zie 3 3. Harmken Swerink, vermeld in 1684 Gerichtsprotocollen: l 1652 21/6 Advocaat Couper pandt Jan Rotgerinks pacht van het halve Swerink wegens verdiend salaris. 1652 25/10 Derk Menten pandt Jan bouwman op Swerink wegens verdiend salaris. 1657 9/11 Drost arresteert Jan Rotgerinks pacht en grond van het goed Swerink wegens belediging van het gericht en geweld. 1672 11/3 Herman Roerink pandt Braak Jan op Swerink. 1674 6/7 Reint Swerink bespreekt zijn nabuur Jan Swerink. Jans zoon belooft Reint te betalen. 1675 11/10 Geertje Homölle op de Bult bespreekt Braak Jan op Swerink f. 5,50.

1692 1681 14/3 Albert Swerink arresteert hout, dat Marie Rotgerink op Swerink heeft laten houwen. 1684 23/12 Testament van Harmken Swerink, zeer krank, dochter van wijlen Jan Swerink. Erfgenamen de twee kinderen Berendje en Clara van haar wijlen zuster Geertje. De 7 gulden, die broer Albert haar wegens een koe schuldig is, moeten dienen voor de begrafenis. Hoofdgeld 1675: Jan Swerink, 2 personen. Vuurstedenregister 1682: Albert Swerink, is in 1751 Hendrik Swerink. B. ALBERT SWERINK, gehuwd 1671 12/6 met ELSKEN TER MAAT, dochter van Arend Kinderen; 1. Geertje Swerink, gedoopt Neede 1671 26/11 2. TRIJNE SWERINK, zie C. 3. Gerrit Swerink, gehuwd 1697 21/11 met Berendje ten Vaarwerk, dochter van Herman. Zie Berg. 4. Hendrikje Swerink, gehuwd 1711 18/4 met Gerrit Vlierhaar Reintszoon. Landbouwer op Vlierhaar in het Brammelerbroek. 5. Jan Swerink, gehuwd 1708 10/6 met Lysbeth Groothuis, dochter van Esken. 6. Jan Swerink, gehuwd 1711 26/4 met Trijne Eeltink, dochter van Jan. Gerichtsprotocollen: 1708 30/1 Albert Swerink arresteert en derde deel van land en veen in Langelo, bebouwd door Jan Jan de Maatert en eigendom van Engelbert Hon deling in Neede. 1709 8/7 De mulder Arent Lankheet pandt Albert Swerink. C. TRIJNE SWERINK, gehuwd 1695 16/2 met HENDRIK TEMMINK ook genaamd BRAS, zoon van Gerrit Kinderen: 1. Geesken Swerink, gehuwd 1722 6/10 met Harmen Bouwmeester, zoon van Jan. 2. GRIETJE SWERINK, zie D. 3. Arend Swerink, gehuwd 1733 15/3 met Geesken Lubberink Hendriksdochter, en hertrouwd Neede 1741 28/10 met Geesken Hondelink Teunisdochter. Arend woonde onder Delden. 4. Jan Swerink, verschillende keren peter bij dopen van neefje en nichtjes. 5. Geertje Swerink, gehuwd 1735 9/1 met Willem Kranenborg, bouwman op de Kraane bij het Laakmors.

6. Geertje Swerink, gehuwd 1736 24/6 met Jan te Lintelo. 7. Aaltje Swerink, gehuwd 1739 23/8 met Jan Gelkink en hertrouwd 1751 22/8 met Jan Koenderink, weduwnaar van Aaltje Bos. 8. Janna Swerink, gehuwd 1741 26/3 met Jan Scholten, landbouwer op deel Laakmors in de Hones. 9. Harmken Swerink, gehuwd 1743 24/1 met Claas Groothuis. 10. Janna Klein Swerink, gehuwd 1744 21/6 met Martin Keizers. Gerichtsprotocollen: 1715 5/3 Hermanus te Lintelo pandt Hendrik Bras op Klein Swerink. 1744 15/6 Nazaten van Evert ten Noever te Bathmen cederen hun aandeel Klein Swerink aan Willem Schoolthof, Gerrit Heetkamp en Albert Spikvoort, die reeds gedeeltelijk eigenaar zijn. Register op de 50e penning: 1725 22/2 Arend Swerink koopt names Wilhelm Hietbrink van Evert Noeverman en kwart van Klein Swerink voor f 659,00 1743 15/9 Gerrit Heetkamp cum suis kocht van Harmen oever en Evert Noeverman een kwart Klein Swerink voor f 650,00 Hoofdgeld 1723: Hendrik Swerink, 4 personen en een oude vrouw in de 80 jaar. (wordt vervolgd). GREPEN UIT DE HAAKSBERGSE GERICHTSPROTOCOLLEN 1693 1633 23/9 Verdrag tussen Egbert ter Weheme en Egbert en Gerdt in't Laekmors, 'die elkaar vergeven voor in dronkenschap gesproken beledigde I woorden, omdat ze elkaar als naburen goed kennen. De eerste, die weer gaat schelden, verbeurt 25 gulden vor Godes Armen. 1633 9/11 Henrick Luekens als man en momber van huisvrouw contra Aele Rickerinck volgens libellum injuriarum (aanklacht van beledigingen). Aele Rickerinck vraagt copie en 14 dagen uitstel, zeggende dat zo beklaagde klagers huisvrouw heeft beledigd, dit in haast is geschied en vraagt excuus. 1633 12/11 Verhoor van Jan Meijerinck, ingezetene van Boculo ter onder vraging van Gerdt ten Nienhuis in het dorp van Herma Rundeel in Eppenzolder. Deze kunnen niet weigeren op straffe van 50 goudgulden + verbeurde wegens meineed. Gerdt ten Nienhuis zegt tussen de 60 en 70 jaar oud te zijn, Herman Rundeel tussen

1694 de 50 en 60 jaar. Gerdt ten Nienhuis is geboren op erve Nijenhuis in Boculo en de jeugd doorgebracht, waardoor hij marke goed kent. Hij zegt, dat die van Boculo en dien van Bentelo een twist gehad hebben over een paal in de Schoeit, maar in zijn jeugd stond daar geen paal. Bij nacht hebben die van Bentelo daar een paal geplaatst zonder medeweten van Boculo. Zijn vader had de paal weer willen neerwerpen, maar dit was nagelaten. Bentelo beschouwde de paal als markepaal, die van Boculo niet. Getuige had daar 2 jaar met Kruse Welmers vader gewoond. Wijlen Weimer Meijerink, die toen op Meijerink woonde, was een zicht afgenomen dooer die van Bentelo, toen zijn knecht op het veld achter de Schoeit was. Toen deze echter niet wilde terug kopen, had Bentelo de zicht teruggebracht. Weimer Meijerink had ook gezegd, dat de laeke liep over de vuursteden van Schoetkotte en Wendermans. Getuige heeft gemeierd op de Ryth bij het Kleine Schoekatte, wat hem nooit verhinderd was. Herman Rundeel zegt, dat zijn zalige vader Jan Rundeel in zijn jeugd op Meijerink in Boculo gewoond en voor knecht gediend heeft. In de funtie hadden die van Bentelo hem in die Schoeit een zicht afgepakt. Bentelo had zicht zelf weer naar Meijerink moeten brengen. 1634 28/4 Hendrick Bruuninck van Enschede bespreekt Hendrick ter Stenborch voor een melkkoe, bij huwelijksvoorwaarden toegezegd. Deze zegt wel een bruidschat aan Gerdt Wolterinck toe gezegd te hebben, maar kent geen schuld van een koe aan Bruuninck. 1634 12/5 Hendrick Bruuninck vertoont huwelijksvoorwaarden, waaruit bewezen wordt, dat de koe van Hendrick ter Stenborch hem toebehoort. Wordt gegund. 1634 12/5 Uitspraak proces tussen Johan Meester ten Ellenveldt of Asbroick, Warner Koepers en Arent Wessels contra Engelbert Schuiten, Herman Wolterinck en Gerdt Wolterinck. Verweerders hebben in 1631 aan klagers aanbesteed het vervoer van Buurse naar Deventer van 3 wagens rogge en wol, van eigen verbouw, tarief voor ieder 28 stuivers. Aan de Bloemendael kwamen aanleggers soldaten tegen van de Coninks partie, die enige paarden uitgespannen hebben en er mee naar Anholt gereden waren, waar de paarden teruggekocht konden worden voor 50 rixder. Hierop hebben aanleggers zich te Deventer bij verweerders vervoegd om 50 der. terug te krij-

1695 gen, maar dit werd geweigerd. Als zij de waren echter van Marckelo, waar ze stonden, naar Deventer wilden brengen zou hun daar alsnog 50 rixder. uitbetaald worden; maar toen dit gedaan was, werd opnieuw geweigerd. Zij verzoeken nu wegens schade totaal 200 gld,. Vonnis, o.a. op advies van Georgius ab Ittersum: als verweerders bij ede verklaren niets beloofd te hebben, hoeven zij niets te betalen. 1634 29/9 Geerdt ten Rouwenhoeve bespreekt Jan Olthuis voor 4 rixder. meisterloon, daar Jan Olthuis hem in gezicht en hand gesneden heeft; verder voor smart en kwetsuur 25 der. overeenkomstig mening van gericht of twee onpartijdige mannen. 1634 25/10 Uitspraak proces Eszken Rickerinck contra Lambert Meijerinck. Eerste zegt, dat tweede op Deldenerwintermarkt 1633 in Stroinckhuis in bijzijn van Claesz ten Brummelhuisz klager voor openbaar verrader heeft uitgemaakt, welke uit spraak beklaagde 8 of 14 dagen later tussen Efftinck's ronde en lange kamp in bijzin van Jan ten Breteler herhaald had. Beklaagde moet in bijzijn van 2 of 3 goede mannen woorden intrekken. 1635 12/1 Esken Rickerinck laat beslag leggen op gerede goederen van Jan Kleinszman als borg voor Lambert Meijerinck. Laatste zal gegeseld worden als hij niet "reparatie van Ehre" doet. 1635 18/2 Geerdt in Lanckheet en Cleasz ten Dyckhuisz verklaren met ede. Uit het huis van eerste heeft een onbekend persoon het paard weggehaald van luitenant Bernhardt van Munster. Lanckheet's maagd zegt, dat Johan Simonszene en snider bij 'zich had, die een Peszer vertoonde, waaruit bleek, dat hij paard l mocht aantasten (in bezit nemen). Dyckhuisz getuigt, dat hij achter het Visterbroek Jan Simonszen en Abbinck snider ontmoet had, die op zijn vraag van waar zij gekomen waren, had den geantwoord, dat zekere ruiter met hen was overeengeko men en tot een wahrteicken een peszer gegeven had, dat zij een paard uit Lanckheet's huis zou halen zonder dat iemand te voren had bemerkt, dat het paard in dit huis huis stond. 1635 2/3 Trijne, dochter van Herman Crijger, verzoekt verklaring onder ede van Hendrick Bouwmeister, Benninck's knecht, of hij ooit vleselijke vermisschinge met haar had gehad of bij haar geslapen, zoals door anderen verteld. Hendrick Bouwmeister ver klaart, dat hij met haar wel gespeeld, maar nooit enige carnale conversatie gepleegd heeft.

1696 1635 13/4 Peter Maurits, sergeant van commandeur Arnolt Brant, zegt gehoord te hebben als zou zijn huisvrouw Jenneken de huis vrouw van Arent Abbinck, Anneken, voor "hoer" hebben uige scholden. Verzoek verificatie. 1635 27/4 Jan Breteler zegt dat hij voor ca. 2 jaar van Wolbert int Huntfeldt een zwarte os gekocht heeft, die Hendrick ten Hulszhoff zonder last van comparant te zijnen huize heeft afgehaald en aan Weimer Hilderinck verkocht. Jan Breteler ver zoekt restitutie. 1636 5/9 Jorrien Voncke klaagt, dat Hendrick ten Hobbenschot en zoon hem op 23/8 1636 hebben uitgescholden voor schelm en dief en verzoekt genoegdoening. Deze verklaren, dat klager hun huisvrouw hadden aangevallen, toen zij rogge opzette. 1645 24/2 Proces Jan Helmigs contra Tadea Sanagrana gesloten. Uitspraak: Jan Helmigs, Frederick de Bommaell en Lambert Festerinck, optredend mede voor andere zusters en broers, aanlegers ter ener zijde, en Tadea Sanagrana, geassisteerd met Jan Werners, haar voogd, verweerderen ter andere zijde. Broer Bernt Helmigs heeft enige jaren met Tadea zonder huwelijk in concubinaat en ontucht geleefd en is nu overleden, l onecht kind nalatend. Zij doet alsof ze wettige huisvrouw geweest is en in gemeenschap van goederen was, waardoor halfscheid aan kind en na diens dood aan haar als enige erfgenaam van vader van kind. Broers en zusters eisen goederen op. Tadea Sanagrana wil sterfhuis en andere landerijen, hoewel deze met haar mid delen" en ouderlijke goederen zijn aangekocht, overgeven, uitge zonderd een perceel van ca. 5 schepel gezaai. Zij verzoekt ech ter aan haar uit te keren, wat zijn in sterfhuis heeft ingebracht + interest, waarvan haar man vruchtgebruik gehad heeft, alsmede een somma van 660 gld. wegens 11 jaar verdiend loon en 100 der. morgengave (bruidsschat) wegens huwelijksvoorwaarden. Verder wat zij uit haar middelen en die van haar tegenwoordige echtgenoot heeft uitgelegd voor voor- en naschulden van wij len man, een somma van 900 car. gld. Bovendien wil zij ontsla gen zijn van verdere namaninge van overleden man. Met advies van rechtsgel. Georgius ab Ittersum en W. Royer wordt gevonnist, dat Tadea Sanagra na alle goederen van zalige Bernt Helmigs zal teruggeven behalve bruidsschat van 200 der.., de waarde van l koe en l mud rogge, de kostenfallinge en half

scheid van wat op bruiloft gebruugelt (huisraad door vrienden geschonken) en verder wat bij versterf harer ouders Bernt Helmigs uit deze nalatenschap aan koren, levende have en andere richheid heeft genoten. H.J.J. ten Hagen. 1697 HISTORIE DER KERKEN VAN HAAKSBERGEN PAROCHIE H.H. BONIFATIUS EN GEZELLEN (III) Pastoraat J.Brandsma 1933-1963. (vervolg) In de periode 1950-1955 deden zich regelmatig kapelaanswisselingen voor. Op 25 augustus 1950 werd kapelaan W.P.A. van Koeverden opgevolgd door kapelaan J.C.Schievels en deze werd op 5 september 1953 opgevolgd door pater Karmeliet J.W.Spekschate. Tijdens de periode, dat pater Spekschate in de Veldmaat kapelaan was, kwam de huidige kruisweg ( 14 staties ), gemaakt door J. Schoenmakers, in de kerk. Daarvóór was er ook wel een kruisweg, maar deze was geleend. Het was een buiten gebruik geraakte Beuroner Kruisweg, in bruikleen afgestaan cjpor de parochie van de H. Bonifatius te Op-den-Hoorn in de provincie Groningen. Verder kwamen er door toedoen van pater Spekschate enkele gebrandschilderde ramen in de kerk en werd er een Maria-Kapel opgericht aan de Veldmaterstraat. Deze kapel is bij het bouwrijp maken van de woonwijk De Els en het verbreden van de Veldmaterstraat weer afgebroken. Pater Spekschate vertrok in januari 1955 naar Amerika en tot september 1956 had de pastor geen vaste kapelaan. In de weekends kreeg hij assistentie en een tijdlang heeft hij toen hulp gehad van de priester F.O.Adema, een famililielid van hem. In 1954 vond een belangrijke gebeurtenis plaats nl. de opening van het parochiehuis op 10 september, zodat de parochie vanaf toen de beschikking kreeg over de tot dusver gemiste accomodatie voor het houden van uitvoeringen en vergaderingen. Op 24 oktober 1954 werd van de preekstoel een bisschoppe-

1698 lijke brief voorgelezen, dat met ingang van 6 november 1954 een nieuw dekenaat Enschede opgericht zou worden. Dat had tot gevolg, dat de Bonifatius paro-chie evenals de parochie van de Pancratius en Buurse met uitzondering van de Isidorushoeve van het Dekenaat Hengelo overgingen naar het Dekenaat Enschede. Op 15 augustus 1956 vierde pastoor Brandsma op grootse wijze zijn 40 jarig priesterfeest. Tijdens de plechtige hoogmis werd de feestpredikatie gehouden door pater Dr. Amandus van der Weij (O.Carm.), een familielid van de pastoor. Op 28 september 1956 kreeg de pastoor weer een vaste kapelaan in de persoon van Th.A.F.de Groot, die weer op 12 september 1958 werd opgevolgd door kapelaan H.R.T. Fierkens. Op zaterdag 26 juli 1958 was de kerk feestelijk versierd. Toen werd de eerste priesterszoon van de parochie, de neomist H.Boonk, op feestelijke wijze ingehaald. In 1959 maakte de parochie zich op om op feestelijke wijze te gedenken het feit, dat de parochie een kwart eeuw bestond. Men kon dit toch niet ongemerkt voorbij laten gaan. In januari was er al een geluidsinstallatie aangelgd voor de totale prijs van f 1770,-. Op het hoogfeest van pinksteren 17 mei 1959 werd het 25 jarig bestaan van de parochie gevierd. Het feest was bijna niet doorgegaan door het plotselinge overlijden van kapelaan Fierkens. Als zijn opvolger werd reeds op 22 mei J.S.Buisman benoemd als kapelaan. Niet tegenstaande deze droeve gebeurtenis was pastoor Brandsma van mening, in de getest van kapelaan Fierkens te handelen, het feest wel door te laten gaan. Tevens jtbileerde pastoor Brandsma zelf ook nl.25 jaar pastoor van deze parochie. Het parochie geschenk was de voltooing van het reeds eerder genoemde orgel. Het bovenste of tweede manuaal kon nu ook aan-geschaft worden. Tijdens de receptie in het Parochiehuis werd het pauselijk "Pro Ecclesia et Pontifici" uitgereikt aan de 81 jarige kerkmeester A.Wijlens (Oostendorpertone), die ook 25 jaar lang kerkmeester was geweest. De Veldmaat bleef in de feestroes. Op 11 juli van het zelfde jaar was er weer feest. Toen werd nl. de tweede priesterszoon van de parochie onder grote belangstelling ingehaald. Het was pater Hofstede, behorende tot de congregatie van de Salesianen. In de jaren 1960/61 is de bakenpacht afgeschaft. Alle plaatsen waren vanaf toen vrij. Het plaatsengeld was 25 cent voor mensen van 16 jaar en ouder en 10 cent voor de jongeren. Ook werd plaatsengeld geheven van de "staanders". Op 19

1699 mei 1962 verrichtte pastoor Brandsma de eerste steen legging van de in aanbouw zijnde Ludgerus school. Door samenvoeging van deze school heet deze school thans de Bonifatiusschool. Op 30 juni 1962 installeerde Th. Hogen uit Duivendrecht drie elektrische klokluidapparaten en een automatisch Angelus-apparaat. Totale kosten f 2860,-. Reeds geruime tijd liet de gezondheidstoestand van pastoor Brandsma te wensen over. Oudejaarsavond 1962 was hij nog voorgegaan in de kerk bij het afsluiten van het oudejaar. Reeds om één uur in de nieuwjaarsnacht waarschuwde hij zelf zijn kapelaan, dat hij zich niet goed voelde en een halfuur later is hij gestorven op de leeftijd van 74 jaar. Op zaterdag 5 januari 1963 vond de plechtige uitvaart plaats en werd hij begraven op het parochie Ie kerkhof. Pastoor Bransdma had zijn parochie in bijna dertig jaar zien groeien van 1100 naar bijna 2200 parochianen. (wordt vervolgd) HJ.J. ten Hagen HENRICUS PETRUS EDUARDUS FIERKENS kapelaan van de parochie St. Bonifatius en Gezellen te Haaksbergen Het H.Doopsel heeft hij ontvangen in de Kerk van de H. Martinus te Herwen en Aerdt op 11 juni 1928. Na zijn studies op het Klein-en Groot Seminarie is hij priester gewijd 20 juli 1958. Sedert 13 september 1958 was hij als kapelaan in "De Veldmaat" te Haaksbergen. In de avond van 5 mei 1959 is hij plotseling door de dood verrast, en nog gesterkt door het H.Oliesel opgegaan naar de Heer, die zijn jeugd verblijdt. Zijn lichaam hebben wij op 9 mei te ruste gelgd op het R. K. kerkhof te kapelaan Fierkens Herwen en Aerdt, waar het de blijde opstanding afwacht.

1700 JHR. VON HEUDENSTRAAT Deze winkelstraat in Haaksbergen is genoemd naar burgemeester Jhr. Hubertus Jozef Wilhelmus Joan von Heijden, geboren op Huize Onstein te Vorden25julil889. Hij werd bij K.B. van 25 november 1919 burgemeester van de gemeente Haaksbergen. Hij was de eerste burgemeester, die niet een gekombineerde functie van burgemeester en gemeentesecretaris had. Op l januari 1920 benoemde de raad J.A.M. Mallens tot gemeentesecretaris. In december 1920 huwde Von Heijden met Jacoba Eugenia baronesse van Hövell tot Westerflier van Wezenveld. Bij K.B. van 23 januari 1925 is burgemeester Von Heijden met al zijn wettige, zo mannelijke als vrouwelijke afstammelingen in de Nederlandse adel opgenomen met de predikaten van jonkheer en jonkvrouw. Tijdens zijn ambtsperiode is er veel in de gemeente veranderd en vernieuwd. Er werden betere en nieuwe wegen aangelegd en ongeveer de gehele gemeente werd van elektriciteit voorzien. Eén van zijn laatste grote werken was de bouw van een nieuw gemeentehuis in 1940. Op 15 november 1941 werd hij door de Duitse bezetter uit zijn Ambt gezet en op 21 april 1943 opgevolgd door de Duits gezinde Jan Hendrik Oonk. Als ambteloos burger verliet hij de burgemeesterswoning aan de Oostenstraat en ging toen wonen aan de Klaashuisstraat 18, waar hij bij het bombardement van Haaksbergen op 24 maart 1945 om het leven kwam. In mei 1945 vond een plechtige herdenking plaats van Burgemeester Von Heijden in het gemeentehuis, waarbij naast mevr. Von Heijden en de kinderen het nieuwe voorlopige gemeentebestuur en de vroegere gemeenteraad, alsmede het gehele gemeentepersoneel aanwezig waren. Bij deze gelegenheid werd de oude Oostenstraat omgedoopt in Jhr. Von Heij denstraat, wat historisch gezien eigenlijk te betreuren is. H.J.J. ten Hagen Von Heijden