Sacrale Neuro Stimulatie (SNS) Urologie Operatief Dagbehandelingcentrum Inleiding U heeft een stoornis aan de blaas die moeilijk te behandelen is. In overleg met uw uroloog heeft u besloten om Sacrale Neuro Stimulatie (SNS) toe te gaan passen. Mogelijk kan dit ervoor zorgen dat uw klachten verdwijnen of minder erg worden. Deze tekst beschrijft in het kort wat Sacrale Neuro Stimulatie inhoudt. Daarnaast wordt het verloop van de behandeling en de verschillende fasen beschreven. Als u vragen heeft kunt u deze altijd stellen aan uw behandelend arts of verpleegkundige. Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Als u door ziekte of om een andere reden verhinderd bent om uw afspraak na te komen, vragen wij u om zo snel mogelijk contact op te nemen. Moment van afzeggen Wie bellen Telefoon en bereikbaarheid Als u de operatie afzegt op de operatiedag (ODBC) Operatief Dagbehandelingcentrum (050) 361 70 18 Bereikbaar van 8.00-17.00 uur. Als u de operatie eerder afzegt dan op de operatiedag Planbureau van de Urologie (050) 361 05 16 Bereikbaar van 9.00-11.00 uur. Als u een afspraak op de polikliniek bij de arts of de verpleegkundige afzegt Afdeling Urologie (050) 361 21 67 Bereikbaar van 8.30-12.00 uur. Wat is Sacrale Neuro Stimulatie (SNS)? Sacrale Neuro Stimulatie houdt in dat er een elektrode wordt geïmplanteerd naast een van de zenuwen die zich achter het heiligbeen bevinden. Deze zogenaamde sacrale zenuwen spelen een grote rol bij de besturing van de blaas en de dikke darm. De elektrode wordt aangesloten op een stimulator die lichte elektrische pulsjes afgeeft. Zo worden enkele sacrale zenuwen gestimuleerd. De stimulator is maar weinig groter dan een muntstuk van twee euro en wordt in uw bil vlak onder de huid geïmplanteerd. Na enkele weken heeft u geen last meer van de stimulator, ook niet als u zit. Sacrale Neuro Stimulatie wordt in twee fasen uitgevoerd: Fase 1: Het inbrengen van de elektrode en het aansluiten van de teststimulator. Altijd wordt eerst een test-stimulatie gedaan om vast te stellen of deze behandeling bij u het gewenste effect oplevert. Fase 2: Het inbrengen en aansluiten van de stimulator. Tijdens deze operatie sluit de uroloog de definitieve stimulator aan op de elektrode. Daarna wordt de stimulator in uw bil geplaatst. Beide operaties vinden plaats op het Operatief Dagbehandelingcentrum (ODBC). Fase 1 onder algehele narcose, fase 2 onder plaatselijke verdoving. 1
Voorbereiding op de operaties Bloedverdunners Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld ascal, marcoumar, persantin of acenocoumarol) stopt u voor beide operaties met het innemen van deze medicijnen. De uroloog bespreekt met u op welk moment u met de bloedverdunners moet stoppen. Overgevoelig of zwanger Bent u overgevoelig voor bepaalde geneesmiddelen of jodium? Bent u (misschien) zwanger? Het is noodzakelijk dat u dit vóór de operatie doorgeeft aan de uroloog. Afspraak Anesthesiologie U krijgt een afspraak thuisgestuurd voor het spreekuur van de polikliniek Anesthesiologie. Op de polikliniek heeft u een gesprek met de anesthesioloog over uw gezondheid en over eventuele medicijnen die u gebruikt. Verder bespreekt de anesthesioloog de narcose met u. De anesthesioloog geeft aan tot welk tijdstip u voor de operatie mag eten en drinken. Operatief Dagbehandelingcentrum (ODBC) U krijgt met de post een brief van het ODBC. In deze brief staan de datum en het tijdstip vermeld waarop u op het ODBC verwacht wordt voor de operatie. Ook staat in de brief vermeld tot welk tijdstip u mag eten en drinken op de operatiedag. Bijgevoegd is informatie over het ODBC. Vervoer Meestal gaat u op de dag van de operatie ook weer naar huis. Wij vragen u om voor vervoer terug naar huis te zorgen. U mag niet alleen naar huis en u mag zelf niet autorijden of fietsen. U kunt wel gebruik maken van het openbaar vervoer of een taxi. Wanneer u ver weg woont of wanneer u de eerste nacht alleen thuis bent, dan blijft u één nacht in het ziekenhuis. Fase 1. Het inbrengen van de elektrode en het aansluiten van de teststimulator. De operatie Het inbrengen van de elektrode Tijdens deze operatie wordt de elektrode onder in de rug naast een van de sacrale zenuwen geplaatst. De elektrode is een zeer dun kunststof buisje waarop vier metalen elektroden zitten. Deze elektroden worden verbonden met een teststimulator die elektrische impulsen geeft. Het plaatsen van de elektrode duurt meestal een half uur tot een uur. U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij het ODBC. Een verpleegkundige brengt u naar een kamer waar u de operatiekleding aan kunt doen. Eventueel krijgt u nog medicijnen. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer. Hier krijgt u een infuus en de anesthesioloog geeft u de narcose. De uroloog brengt een naald in uw onderrug om de juiste sacrale zenuw te vinden. Hierbij maakt de arts gebruik van lichte elektrische pulsjes. Als de beste plaats eenmaal gevonden is, vervangt de uroloog de naald door een elektrode. De uroloog maakt hierbij gebruik van röntgenstralen zodat de elektrode zichtbaar is. Wanneer de elektrode op de goede plaats zit, wordt een verbindingskabeltje aangebracht en wordt de elektrode onder de huid geplaatst. Het andere uiteinde van het verbindingskabeltje wordt door de huid naar buiten gebracht. De kleine wondjes worden gehecht en bedekt met een pleister. 2
Figuur 1. Het inbrengen van de elektrode en aansluiten van de teststimulator. Na de operatie Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als u pijn heeft of misselijk bent krijgt u medicijnen. Wanneer u goed wakker bent, gaat u naar de verblijfsruimte. Vaak heeft u dan nog een infuus. Zodra u er zin in heeft, krijgt u hier iets te eten en te drinken. U kunt uw eigen kleren weer aandoen. Vlak voordat u naar de polikliniek Urologie gaat, verwijdert de verpleegkundige het infuus. Als u zich goed voelt, gaat u aansluitend naar de continentieverpleegkundige op de polikliniek Urologie. Zij sluit de elektrode aan op de teststimulator. U draagt de stimulator altijd bij u en heeft hem altijd aanstaan. De continentieverpleegkundige geeft u alle informatie over de teststimulator. U gebruikt de teststimulator een tot drie weken. Complicaties De eerste dagen kunt u medicijnen tegen de pijn gebruiken. Complicaties na het inbrengen van de elektrode komen zelden voor. Neemt u contact op met het ziekenhuis wanneer: U koorts krijgt boven de 38.5 C. Een wondje blijft bloeden. U kunt van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur contact opnemen met de polikliniek Urologie, het telefoonnummer is (050) 361 21 67. Buiten deze tijden kunt u in geval van spoed bellen naar het algemene nummer van het UMCG, (050) 361 61 61 en vragen naar de dienstdoende uroloog. Telefoongesprek Een verpleegkundige van het ODBC belt u de dag na de operatie op om te vragen hoe het met u gaat. Als u nog vragen heeft, kunt u deze stellen. Adviezen voor thuis Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken (maximaal viermaal daags twee tabletten van 500 mg). Als u wilt douchen kunt u de aansluiting losmaken. Na het douchen laat u de aansluiting drogen en maakt u het kabeltje weer vast aan de stimulator. Beperkt u zich tot lichte of matige fysieke activiteiten. Zorg ervoor dat u altijd een penlight batterij bij de hand heeft voor het geval de batterij in de stimulator leeg is. Bij twijfel over de werking van de stimulator kunt u de stimulator uitzetten en contact opnemen met de continentieverpleegkundige. Haar telefoonnummer staat op de laatste bladzijde van deze informatie. 3
U heeft na de operatie een recept meegekregen voor antibiotica. Het is belangrijk dat u deze medicijnen inneemt. Belangrijk Wanneer u van houding verandert kan de stimulatie soms ook even veranderen. Dit heeft geen enkel risico maar de eerste keer schrikt u er mogelijk van. Houdt u daarom rekening met dit verschijnsel tijdens het besturen van een auto of bij het werken met gevaarlijke machines. Poliklinische controle Een week na de operatie wordt u gebeld door de continentieverpleegkundige. Als u effect merkt van de teststimulatie, dan spreekt zij een urodynamisch onderzoek voor u af. Daarna beoordeelt de uroloog of SNS een goede behandeling is voor u. Als dat zo is, dan komt u in aanmerking voor de implantatie van de definitieve stimulator. Wanneer u geen effect merkt van de teststimulatie, dan komt u een of meerdere malen op het spreekuur van de continentieverpleegkundige. Zij verandert de instellingen van de teststimulator. Als u effect merkt van de teststimulatie, dan gaat het traject verder zoals hierboven beschreven. Wanneer SNS geen geschikte behandeling voor u is, dan wordt de elektrode onder plaatselijke verdoving op de polikliniek verwijderd. Fase 2. Het inbrengen en aansluiten van de definitieve stimulator De voorbereidingen voor deze operatie zijn vergelijkbaar met die van de eerste operatie. Ze staan beschreven op pagina 2. Er is één verschil: u gaat niet weer naar de anesthesioloog. De operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij het ODBC. Een verpleegkundige brengt u naar een kamer waar u de operatiekleding aan kunt doen. Eventueel krijgt u nog medicijnen. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer. De uroloog sluit de ingebrachte elektrode aan op de definitieve stimulator. Daarna plaatst de arts de stimulator onder de huid in uw rechter- of linkerbil. Daarvoor is het nodig om een snede in de huid te maken van een paar centimeter. De wond wordt gehecht en afgedekt met een pleister. De operatie duurt ongeveer een half uur. Figuur 2. Het inbrengen van de definitieve stimulator. 4
Na de operatie Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als u pijn heeft, dan krijgt u medicijnen. U gaat al gauw naar de verblijfsruimte. Vaak heeft u dan het infuus nog in de hand. Zodra u er zin in heeft, begint u met eten en drinken. U kunt uw eigen kleren weer aandoen. Vlak voordat u naar huis gaat, verwijdert de verpleegkundige het infuus. De eerste dagen kunt u medicijnen tegen de pijn gebruiken. Complicaties Complicaties na het inbrengen van de stimulator komen zelden voor. Neemt u contact op met het ziekenhuis wanneer: U koorts krijgt boven de 38.5 C. Het wondje blijft bloeden. U kunt van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur contact opnemen met de polikliniek Urologie, het telefoonnummer is (050) 361 21 67. Buiten deze tijden kunt u in geval van spoed bellen naar het algemene nummer van het UMCG, (050) 361 61 61 en vragen naar de dienstdoende uroloog. Telefoongesprek Een verpleegkundige van het ODBC belt u de dag na de operatie op om te vragen hoe het met u gaat. Als u nog vragen heeft, kunt u deze stellen. Adviezen voor thuis Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken (maximaal viermaal daags twee tabletten van 500 mg). U kunt wellicht één of twee dagen niet werken, doe het rustig aan. Belangrijk Vertel altijd aan artsen en verpleegkundigen dat u, voor u aan een onderzoek of behandeling begint, drager bent van een stimulator. Dit moet u zeker doen als er sprake is van een van de volgende behandelingen: Ultrasone echografie. Niersteenvergruizer. Elektrocoagulatie (iedere operatie). MRI onderzoek. Cardiale defibrillatie. Wees alert als u veiligheidssystemen passeert, zoals antidiefstal systemen in grote winkels of veiligheidssystemen op luchthavens. Deze systemen kunnen de stimulator per ongeluk uitzetten. Het is mogelijk dat u een plotselinge stimulatie-impuls voelt als u dicht bij een veiligheidssysteem komt. Dit verandert de instellingen van de stimulator niet. Om problemen te voorkomen, kunt u op vertoon van uw Interstim -identiteitskaart vragen om het veiligheidssysteem niet te hoeven passeren. Poliklinische controles Twee weken na de operatie heeft u een afspraak bij de continentieverpleegkundige. Zij controleert de wond, stelt de stimulator in en zet hem aan. U krijgt de afstandsbediening mee waarmee u zelf nog veranderingen in de stimulatie kunt aanbrengen. Uiteraard wordt alles uitgebreid uitgelegd. Drie maanden later komt u bij haar terug voor controle. Soms worden de instellingen van de stimulator nog iets gewijzigd. 5
Vragen Daarna heeft u jaarlijks een afspraak bij de continentieverpleegkundige. Als er problemen zijn, kunt u tussendoor een afspraak maken. Zo nodig wordt er een afspraak bij de uroloog gemaakt. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de continentieverpleegkundige. Zij is van maandag tot en met woensdag van 8.00-16.30 uur te bereiken. Haar telefoonnummer is (050) 361 35 40. www.urologie.umcg.nl Het (web)adres voor informatie over de afdeling Urologie van het UMCG. Voor meer informatie kunt u ook de onderstaande internetsites raadplegen: www.bekkenbodemcentrum.umcg.nl www.pvvn.nl van de Patiëntenvereniging voor neurostimulatie www.bekkenbodem.net van de Stichting Bekkenbodem Patiënten Patiënteninformatie VLC117_1403 6