Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR TECHNIEK EN. Associate degree opleiding ONDERWIJSONDERSTEUNER TECHNIEK

Vergelijkbare documenten
Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR GESCHIEDENIS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR AARDRIJKSKUNDE

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR BIOLOGIE

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR NEDERLANDS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR SPAANS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR FRANS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR ENGELS

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR SCHEIKUNDE

Studiegids. Bacheloropleiding KOPOPLEIDING

Studiegids. Bacheloropleiding LERAAR AARDRIJKSKUNDE

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Gezondheidszorg en Welzijn

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar geschiedenis

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Spaans

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Frans

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Duits

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar omgangskunde

Studiegids. Bacheloropleiding. Kopopleiding

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Nederlands

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar scheikunde Hogeschool Utrecht, juli /122

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar geschiedenis Hogeschool Utrecht, juli /124

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

Studiegids. Bacheloropleiding. Wiskunde Hogeschool Utrecht, juli /120

Praktijkopleider agrotechniek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Frans Hogeschool Utrecht, juli /122

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar omgangskunde Hogeschool Utrecht, juli /121

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Engels Hogeschool Utrecht, juli /121

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bachelor of Teacher Education in Welfare and Health Care - Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Leraar Geschiedenis

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bachelor of Teacher Education in Welfare and Health Care - Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills -

Onderwijs- en Examenregeling HU Bacheloropleidingen, Hoofdstukken 10. Versie 1 september Hogeschool Utrecht, Utrecht, 1 september 2017

Programma van toetsing

Informatie werkplekleren

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bachelor of Teacher Education in Welfare and Health Care

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Plaatsingsbeleid werkplekleren ITT onbetaald

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

master leraar voortgezet onderwijs

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd

Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Programma van toetsing

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd. Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd

Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd. Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Studiegids. Masteropleiding LERAAR BIOLOGIE

Studiegids. Masteropleiding. Leraar wiskunde /89

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek /114

Studiegids. Ik word docent

De onderwijs- en examenregeling

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Lerarenopleiding Omgangskunde - flexibele deeltijd. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Deeltijd

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Associate degree Deeltijd

Aantekenformulier van het assessment PDG

Studiegids. Bacheloropleiding. Facility Management Versie 1.1. Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013

Pakket Versneld Studeren voor aanvang studie. Instituut Archimedes. Samenstelling René Karman Portefeuillehouder onderwijs Instituut Archimedes FE

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Informatica

Deze bijlage maakt deel uit van de hierboven genoemde Leerarbeidsovereenkomst.

Dit is een wettelijk vastgestelde rol met een beroepsprofiel waar ieder zich mee bemoeit: politiek niet in de laatste plaats. Waarom.

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Studiegids. Associate degree Eventmanager

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen Afstudeerrichting Bedrijfscommunicatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement voltijd

2

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Civiele Techniek Voltijd

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica Duaal

Studiegids. Associate Degree Kinderopvang. Pedagogiek, deeltijd

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde (duaal)

Studiegids. Masteropleiding LERAAR ENGELS

Studiegids. Bacheloropleiding. AD Eventmanager

Transcriptie:

Studiegids Bacheloropleiding LERAAR TECHNIEK EN Associate degree opleiding ONDERWIJSONDERSTEUNER TECHNIEK 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012

Inhoudsopgave 1 Voorwoord 6 2 Inrichting van de opleiding 8 2.1 Beroepsprofiel... 8 2.1.1 Beroep... 8 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 8 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar... 8 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde... 10 2.1.5 Werkveld en functies... 10 2.1.6 Associate Degree of Education (AD)... 10 2.2 Opleidingsprofiel... 11 2.2.1 Algemeen... 11 2.2.2 Doelstelling opleiding... 15 2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding... 15 2.2.4 Didactische uitgangspunten... 16 2.2.5 Taalvaardigheid Nederlands in de lerarenopleiding... 22 2.3 Inrichting opleiding... 23 2.3.1 Opleidingsvarianten... 23 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes... 24 2.3.3 Getuigschriften... 24 2.3.4 Graden en titulatuur... 25 2.3.5 Opleidingsstructuur... 25 2.4 Propedeuse... 26 2.4.1 Programma... 27 2.4.2 Studieadvies... 28 2.4.3 Overstappen... 30 2.5 Hoofdfase... 30 2.5.1 Toelating hoofdfase... 31 2.5.2 Programma s... 31 2.5.3 Stages en stagewaardigheid... 36 2.5.4 Profileringsruimte... 36 2.5.5 Excellentie... 37 2.5.6 Afstuderen... 38 2.5.7 Vervolgopleidingsmogelijkheden... 39 2.6 Examencommissie... 39 2.6.1 Instelling en benoeming... 39 2.6.2 Samenstelling... 39 2.6.3 Taken en bevoegdheden... 40 2.6.4 Verzoekschrift... 40 2.7 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen... 41 2.8 Voorzieningen... 41 2.8.1 Begeleiding... 41 2.8.2 ICT-faciliteiten... 42 2.8.2.1 Algemeen... 42 2.8.2.2 Studentenmail... 42 2.8.2.3 Sharepoint... 42 2.8.2.4 OSIRIS Student... 43 2.8.2.5 Wachtwoord... 44 2.8.2.6 Informatiebeveiliging en privacy... 44 2.8.2.7 Registratie studievoortgang... 45 2.8.3 Studenten Informatie Punt (STIP FE)... 45 2.8.4 Studievereniging... 45 2.8.5 Opleidingscommissies... 46 2.9 Contactgegevens... 46 3 Cursussen 48 2/413

3.1 Cursusdeelname... 48 3.2 Inschrijving voor cursussen... 48 3.3 Aanwezigheidsplicht... 48 3.4 Beginvereisten... 49 3.5 Cursusbeschrijvingen... 49 4 Tentamens en examens 50 4.1 Introductie... 50 4.2 Vrijstellingen... 50 4.3 Organisatie tentamens... 53 4.3.1 Tentamenvorm en -duur... 53 4.3.2 Tentamenrooster... 53 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens... 54 4.3.4 Voorzieningen in geval van een functiebeperking... 56 4.3.5 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens... 57 4.3.6 Gang van zaken tijdens tentamens (zie art. 31 OER-HU)... 57 4.4 Beoordeling... 59 4.4.1 Toekennen resultaat en inzage... 59 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude... 60 4.4.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk... 61 4.4.4 Geldigheidsduur resultaten... 61 5 Diplomering 62 5.1 Procedure afgifte getuigschrift... 62 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen... 63 6 Roosters 64 6.1 Jaarrooster... 64 6.2 Vakanties en vrije dagen... 65 6.3 Lesdagen en tijden... 66 6.4 Openingstijden gebouw... 67 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen... 67 7 Klachten, bezwaar en beroep 68 7.1 Inleiding... 68 7.2 Bezwaar... 68 7.3 Beroep... 69 7.3.1 Beroep aantekenen... 69 7.3.2 Hoger beroep... 70 7.4 Klachten... 70 7.4.1 Klacht indienen... 70 7.4.2 Herzieningsverzoeken bij klachten... 70 7.5 Ongewenst gedrag... 71 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep... 71 8 Studentzaken 72 8.1 Studiebegeleiding... 72 8.2 Profileringsfonds... 72 8.3 Studentendecaan... 73 8.4 Vertrouwenspersoon... 73 8.5 Studentenarts... 74 8.6 Bureau Studentenpsychologen... 74 8.7 Mediation... 75 8.8 Studeren met een functiebeperking... 75 8.9 Verbetering taal- en schrijfvaardigheden... 76 8.10 Mediatheek... 76 8.11 International Office... 76 8.11.1 Study abroad... 76 8.11.2 Stage in het buitenland... 76 8.12 Medezeggenschap... 77 8.12.1 Inspraakorganen... 77 8.12.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten... 77 3/413

8.13 Studium Generale... 78 8.14 Studentenvereniging... 78 8.14.1 Algemeen... 78 8.14.2 Bestuursbeurs... 78 8.15 Topsport... 79 8.16 Trajectum... 79 8.17 Sport... 79 8.18 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren... 79 8.19 Verzekeringen: Wettelijke aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering... 81 8.20 Werken naast je studie... 81 8.21 Huisvesting... 82 9 Over de HU 83 9.1 Algemene informatie... 83 9.1.1 Onderwijsprofiel HU... 83 9.1.2 Bachelor- en Masterstelsel... 84 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen... 84 9.1.4 Orderegels... 86 9.1.5 Kwaliteitszorg... 86 9.1.6 Organogram HU... 87 9.1.7 Locaties HU... 87 9.2 Algemene informatie faculteit Educatie... 87 9.2.1 Algemeen... 87 9.2.2 Organogram faculteit... 88 9.2.3 Contactgegevens... 88 9.2.4 Plattegrond... 89 9.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen... 89 9.2.6 Faciliteiten... 90 9.2.7 In- en uitschrijven voor de opleiding... 92 9.2.8 Toelatingsonderzoek... 93 9.2.9 Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming... 93 9.2.9.1 Collegegeld... 93 9.2.9.2 Kosten voor boeken en leermiddelen... 95 9.2.9.3 Overige kosten... 95 9.2.9.4 Financiële tegemoetkoming... 95 10 Cursusbeschrijvingen 96 10.1 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek VT jaar 1... 96 10.2 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek VT jaar 2... 133 10.3 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek VT jaar 3... 170 10.4 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek VT jaar 4... 208 10.5 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek DT jaar 1... 221 10.6 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek DT jaar 2... 257 10.7 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek DT jaar 3... 294 10.8 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek DT jaar 4... 332 10.9 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek AD DT jaar 1... 345 10.10 Cursusbeschrijvingen bachelor Techniek AD DT jaar 2... 381 11 Bijlagen 413 11.1 Onderwijs- en examenregeling... 413 11.2 Overige regelingen... 413 Deze studiegids is op 15 mei 2012 vastgesteld door Instituutsdirectie na advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 22 juni 2012. 4/413

NB. Waar in deze studiegids gesproken wordt over de opleiding wordt bedoeld de B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Techniek geregistreerd in het crohoregister onder nummer 35254 en de Ad Onderwijsondersteuner Techniek geregistreerd in het crohoregister onder nummer 80051. 5/413

1 Voorwoord Beste student, Voor je ligt de studiegids 2012-2013 van de opleiding Techniek. We hopen dat je bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd hebt. In deze studiegids vind je belangrijke spelregels en informatie die je daarbij kunnen helpen. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs aan. Competentiegericht:dat wil zeggen dat jij goed voorbereid bent als je het beroepsleven begint (zie 2.1 1.). Vraaggestuurd: we streven ernaar het onderwijs en ook de ondersteuning eromheen zo in te richten dat jij je in en tijdens je studie kunt ontwikkelen op een manier die jíj belangrijk vindt en die bij je past. Hieronder vind je informatie over de belangrijkste aspecten van je studie en de keuzes die jij kunt maken. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld of verbeterd op initiatief van je medestudenten. De hogeschool beschouwt je als partner, je maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht daarom veel waarde aan jouw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar je als student je oordeel en verbetertips kan geven. Ook organiseren we op opleidingen of faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over je opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.12). We vragen je elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En ben je bijzonder tevreden over het onderwijs van de ene docent (e); nomineer hem/haar als docent(e) van het jaar! Excelleren De HU kent verschillende vormen van excellentie. Als je uitstekende resultaten in je studie haalt, kan je bij je diploma de aantekening cum laude of met genoegen ontvangen (5.2). Maar je kan ook uitblinken op andere aspecten als innovatie en leiderschap. Ook dat wil de HU graag onderstrepen, en hiervoor is het SIRIUS-programma ontwikkeld. Je kan sterren verzamelen, en als je erg goed bent, ontvang je het predicaat Excellente student (2.5.5.). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen, waarin je je kunt specialiseren op een onderdeel van je vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde vrije profileringsruimte (van 30 EC, een half jaar), die je kunt gebruiken om je te verdiepen binnen je eigen vakgebied, maar ook om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Binnen jouw faculteit, een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (2.5.4). Ook kan je een eigen examenprogramma ontwikkelen, je studieloopbaanbegeleider (SLB er, 2.8.1) kan je hierover adviseren. De examencommissie van je opleiding (2.6) moet daar toestemming voor geven. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? Je kunt je studietijd natuurlijk ook willen benutten om je zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring buiten je reguliere studie op te doen. Wil je een tijdje studeren in het buitenland (8.11)? Of dacht je erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld je studievereniging, je gezelligheidsvereniging of je studentensportclub? (8.14, 8.17). Hiervoor noemden we al medezeggenschap en opleidingscommissies. Of combineer je topsport met een studie (8.15)? Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan ook dat je studie door allerlei oorzaken niet verloopt zoals je dat graag zou willen. Als dat komt door oorzaken waar jij niets aan kunt doen, bijvoorbeeld ziekte of relatieproblemen, zijn er verschillende regelingen zijn waarop je een beroep kunt doen. Als je door jouw persoonlijke situatie tentamens mist, kan je om een extra herkansing vragen (4.3.3). Haal je te weinig studiepunten en dreig je een negatief studieadvies te krijgen, dan krijg je hulp bij een studieplanning waar de examencommissie wel rekening mee moet houden (2.4.2). En had je een studiebeurs, maar studeer je door deze omstandigheden zo lang 1 De nummers verwijzen naar een paragraaf in de studiegids 6/413

dat je geen er recht meer op hebt? Dan is er een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8.) In al deze gevallen geldt: meldt het zo spoedig mogelijk aan je studieloopbaanbegeleider (2.8.1) of je studentendecaan (8.3)! Als je te lang over je studie doet, kan je langstudeerder worden. Om dat te voorkomen bieden opleidingen soms extra inhaaltrajecten aan. Die worden via Sharepoint bekend gemaakt. En heb je een functiebeperking? Dan kan je mogelijk langer over je studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die jou in je studie kunnen ondersteunen (8.8). Problemen en klachten Heb je problemen die je studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat je niet precies weet waar je terecht kunt? Bij je SLB er (2.8.1) of een studentendecaan (8.3) ben je aan het juiste adres, zij kunnen je adviseren of doorverwijzen. Als je klachten hebt over de bejegening door studenten of medewerkers, kun je ook een vertrouwenspersoon (8.4) inschakelen. Zijn er bijvoorbeeld samenwerkingsproblemen in je projectgroep: als je ze op tijd inschakelt kunnen onze studentmediators vaak escalatie voorkomen en de samenwerking weer herstellen (8.7). En gaat er binnen de HU iets fout of ben je het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar je terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Wat verwacht de HU van jou? Wij streven ernaar je een opleiding en studieklimaat te bieden waarin je je optimaal kunt ontplooien. We willen niet dat dit door andere studenten wordt verpest door ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hatemails, verbaal of fysiek geweld), en verwachten dan ook dat je je aan onze interne regels houdt (9.1.4) Als je een diploma haalt, moet je dat ook verdiend hebben. Fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als het gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kunnen leiden tot verwijdering van de opleiding. Je ziet, er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. Je vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door, voordat je aan je studie begint. Via de inhoudsopgave kun je altijd achterhalen waar je iets kunt vinden. Maar is het niet duidelijk of kun je het niet vinden: kijk op Sharepoint, of vraag het je SLB er of bij STIP FE (2.8.3). We wensen je een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar, mede namens alle collega s die aan jouw opleiding bijdragen, Stef Heinsman Directeur Instituut Archimedes 7/413

2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel 2.1.1 Beroep Na het behalen van het diploma heb je de startbekwaamheid bereikt om les te kunnen geven in het tweedegraads onderwijsgebied. Het tweedegraads getuigschrift geeft toegang tot verschillende onderwijstypen: hiermee kun je lesgeven in de onderbouw HAVO/VWO, het VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs) en de BVE-sector (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie). In de regio Utrecht gaat het merendeel van de leerlingen naar het beroepsonderwijs (70%). Je bent na het behalen van het diploma bevoegd om les te geven in het vak waartoe je bent opgeleid. In jouw geval dus Techniek. Overigens komen niet alle afgestudeerden in het onderwijs terecht, omdat het diploma ook daarbuiten beschouwd wordt als een waardevol document.. 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel Voor het beroep van leraar is in de Wet BIO (beroepen in het onderwijs) vastgelegd aan welke bekwaamheidseisen een leraar moet voldoen. Dit is uitgewerkt in zeven competenties. Deze liggen ten grondslag aan alle bacheloropleidingen van Instituut Archimedes. De vakkennis waarover een startbekwaam docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis van het vak. Per vak is landelijk een kennisbasis ontwikkeld en vastgesteld. De opleiding is een internationaal erkende opleiding die voldoet aan het niveau dat internationaal is vastgelegd in de Dublin descriptoren. In par. 2.1.3 staat een toelichting op de startkwalificatie van de afgestudeerde en wordt nader ingegaan op de SBL bekwaamheidseisen en de kennisbasis. In par. 3.2.3 worden de Dublin descriptoren nader toegelicht. De startkwalificatie van de afgestudeerde bestaat uit: Domeinspecifieke eisen: SBL bekwaamheidseisen; Kennis vereisten: Kennisbasis (generiek en vakspecifiek) Niveau eisen: Dublin descriptoren. 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Domeinspecifieke eisen: SBL bekwaamheidseisen Voor het beroep van leraar is in de wet BIO vastgelegd aan welke bekwaamheidseisen een leraar moet voldoen. De SBL bekwaamheidseisen zijn uitgewerkt in zeven competenties die zijn afgeleid van vier beroepsrollen: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke en didactische en de organisatorische beroepsrol. Deze rollen zijn in vier beroepssituaties verder geconcretiseerd. Zie het volgende schema. Beroepssituatie Met leerlingen Met collega s Met omgeving Met zichzelf Beroepsrollen Interpersoonlijk 1. interpersoonlijk competent 5. competent samenwerken met collega s 6. competent in samenwerking met de omgeving 7. competent in reflectie en ontwikkeling 8/413

Pedagogisch 2. pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch 3. vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch 4. organisatorisch competent Interpersoonlijk competent: leiding geven en zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen Pedagogisch competent: zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke sociale en morele ontwikkeling. Bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Vakinhoudelijk en didactisch competent: zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren. Organisatorisch competent: zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. Competent in samenwerken in een team: zorgen dat het werk afgestemd is op dat van de collega s. Bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Competent in samenwerken met de omgeving: in het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. Competent in reflectie en ontwikkeling: zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. Meer informatie is te vinden op www.lerarenweb.nl Kennisvereisten: kennisbasis Een kennisbasis bevat de beschrijving van de kennis, die de leraar aan het einde van zijn of haar opleiding minimaal moet hebben om professioneel bekwaam en zelfstandig aan het werk te kunnen in het onderwijs. De beroepskennis van leraren heeft wortels in twee domeinen. In de eerste plaats het domein van het vak of de vakken. In de tweede plaats in het pedagogisch-didactische domein, waarin kennis over lere, onderwijzen en ontwikkeling centraal staat. Die twee pijlers vormen samen het fundament onder de beroepskennis. Het vermogen om zijn kennis op een doelmatige manier in de praktijk over te dragen, maakt iemand tot een goede leraar. De opbouw van beroepskennis begint tijdens de opleiding. De aldaar verworven kennis heeft als fundament de kennisbases van de lerarenopleidingen. Deze vormen het minimumniveau van kennis waarover de leraar moet beschikken om vakbekwaam te worden verklaard. Die basis is vastgelegd in het curriculum van de opleidingen. Belangrijk is dat er naast deze kennis tijdens de opleiding ruim aandacht is voor beroepsvaardigheden en voor extra kennis, bovenop de landelijk geformuleerde kennisbases. Bij het afstuderen is de beginnende leraar startbekwaam, maar zal de eerste jaren nog veel kennis en vaardigheden moeten opdoen om ook volledig beroepsbekwaam te zijn. Ook daarna blijft het voor de leraar van belang om tijdens zijn/haar loopbaan kennis en vaardigheden, zowel op het gebied van zijn/haar vak als het beroep van leraar op peil houden door bij- en nascholing. De kennisbasis die je moet beheersen bestaat uit twee delen: Generieke kennisbasis. In deze kennisbasis zijn de vereiste kenniselementen opgenomen die te maken hebben met kennis van de leerling en kennis van leren en ontwikkeling. Vakspecifieke kennisbasis. In deze kennisbasis zijn de vereiste kenniselementen opgenomen die te maken hebben met het vak waartoe je opgeleid wordt. Dit gaat om kennis van onderwijsinhouden en kennis van vakdidactiek. Je vindt de complete kennisbases (generiek en van de verschillende vakken) op: www.kennisbasis.nl Tijdens de opleiding wordt getoetst of je de kennisbasis beheerst. Voor meer informatie over de beoordeling zie par. 2.2.4 en OER HU, hoofdstuk 10. 9/413

Een afgestudeerde beschikt over de hiervoor beschreven startkwalificatie. De opleiding leidt op tot deze startkwalificatie. In de cursusbeschrijvingen in OSIRIS wordt benoemd welke competenties (uit SBL bekwaamheidseisen) en welke kennis (op basis van de landelijk vastgestelde kennisbasis) aan bod zullen komen in de betreffende cursus. Tevens is van elke opleiding een overzicht beschikbaar waarin is aangegeven welke competentie en welk deel van de kennisbasis in een cursus aan bod komen. Het onderwijs van Instituut Archimedes leidt de student op tot het niveau dat in de Dublin descriptoren voor de bachelor opleidingen is vastgelegd. In de toetsing wordt vastgesteld of de student aan deze niveaueisen voldoet. 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde Als startbekwaam leraar techniek ben je competent in het ontwerpen en vervaardigen van producten; Je hebt kennis van ontwerpmethodologie en strategie, human technology interaction, ergonomie en vormgeving, technisch schetsen en tekenen, prototyping en simulatie, materialen bewerken, productiemethoden, het technieklokaal en werkplaatstechniek, machines en gereedschappen. Bezit je kennis van technische producten en systemen; systeem en systeemanalyse, krachten en bewegingen, constructies, elektriciteit en elektronica meet- en regelsystemen, mechatronica, Informatie-en communicatietechnologie, huisinstallaties en domotica, energietechniek en transportsystemen Bezit je kennis van techniek en samenleving; ontwikkeling van techniek, filosofie en ethiek van techniek, technische beroepen, de invloed van techniek op milieu en duurzaamheid Bezit je kennis van het leergebied mens en natuur; waaronder kennis van natuurkunde, scheikunde en wiskunde van belang voor techniek. Als startbekwaam docent bezit je kennis van leren, lesgeven en begeleiden; Je bezit de kennis, houding en vaardigheden om alle vakkennis op een betekenisvolle en didactisch verantwoorde wijze over te brengen op je doelgroep. Je bent competent in het ontwikkelen en implementeren van lesmateriaal en in het hanteren van verscheidene didactische werkvormen. Je bent bekwaam in het begeleiden van leerlingen in het leren en het ontwikkelen van sociale vaardigheden op een pedagogisch verantwoorde wijze. Zie ook par 2.1.3, Competenties beginnende beroepsbeoefenaar. 2.1.5 Werkveld en functies Het programma voor de lerarenopleiding techniek aan Instituut Archimedes biedt de basis voor lesgeven in het 2egraads gebied van techniek. Lesgeven in het leergebied Mens en Natuur of Science Op veel scholen wordt in de basisvorming gekozen voor het lesgeven in een vakkencombinatie. Als gekozen wordt voor een combinatie van natuur-, scheikunde en techniek ben je als student van deze opleiding goed voorbereid. Er zijn ook scholen die kiezen voor een combinatie met biologie en/of verzorging. Door te kiezen voor de minor Leergebied Mens en Natuur word je beter voorbereid op het lesgeven hierin door vakcursussen natuurkunde, scheikunde en biologie te volgen. 2.1.6 Associate Degree of Education (AD) Associate Degree of Education Techniek is een nieuw tweejarig HBO-opleidingsprogramma. Na het behalen van het diploma Associate Degree of Education ben je gekwalificeerd als onderwijsondersteuner niveau 2. Je bezit een brede vakkennis en pedagogische en didactische vaardigheden op hbo-niveau. Je ondersteunt de docent bij de vakinhoudelijke invulling van het onderwijs. Je bent in staat zelfstandig lessen te verzorgen en leerlingen te begeleiden. Je werkgebied is het tweedegraads onderwijsgebied. Dit omvat de onderbouw HAVO/ VWO, het VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs) en de BVE-sector (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie). Na afronding van het AD-programma ontvang je het HBO-diploma Associate Degree of Education Techniek. Het AD-programma Techniek maakt onderdeel uit van de bacheloropleiding Techniek. Het is 10/413

mogelijk om na het behalen van het AD-diploma door te stromen naar de bacheloropleiding en deze na nog eens twee jaar studeren af te ronden. Het AD-programma Techniek wordt aangeboden als deeltijd opleiding. De beschrijving die in deze studiegids wordt gegeven van de bacheloropleiding, geldt ook voor het ADprogramma. Waar het AD-programma afwijkt van de bacheloropleiding wordt dit expliciet aangegeven. 2.2 Opleidingsprofiel 2.2.1 Algemeen Instituut Archimedes Instituut Archimedes verzorgt de tweedegraads opleidingen voor Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. In totaal zijn dit veertien opleidingen in voltijd en deeltijd. Behalve deze tweedegraads opleidingen (bachelor opleidingen) biedt Instituut Archimedes ook eerstegraads lerarenopleidingen (master opleidingen) en twee trajecten die opleiden tot het Associate Degree (AD). Instituut Archimedes is een lerarenopleiding waar studenten, lerarenopleiders en docenten uit de scholen een inspirerende leeromgeving vormgeven, waar actief gewerkt wordt aan een onderzoekende houding en een stevige inhoudelijke basis gelegd wordt voor het vakgebied en het begeleiden van leerprocessen. Studenten van Instituut Archimedes worden vanuit verschillende invalshoeken opgeleid tot docenten die: Onderwijs uit kunnen voeren; Leerprocessen kunnen begeleiden; Leerprestaties kunnen beoordelen; Onderwijsleersituaties kunnen ontwerpen; Zodanig dat zij leerlingen kunnen inspireren tot leren en groei. Opleidingsvisie De opleidingsvisie die school maakt Onze maatschappelijke opdracht is het opleiden van leraren voor het voortgezet en (middelbaar) beroepsonderwijs. Wij leren onze studenten dat zij als leraar cultuurdrager zijn en een rolmodel voor hun leerlingen. Onze beroepsopleidingen zijn competentiegericht, waarbij we de studenten een stevige kennisbasis geven en hen begeleiden om deze kennis, gecombineerd met vaardigheden en de juiste beroepshouding, in te zetten in de beroepspraktijk. Hiertoe werken wij nauw samen met de scholen in de regio Utrecht volgens het Utrechts Model. Dit model staat voor kwaliteit en voor de verbinding tussen opleiden, professionaliseren en innoveren. In samenwerking met de scholen leiden wij leraren op die kennis van zaken hebben en breed inzetbaar zijn in het onderwijs. De diversiteit in de instroom in de lerarenopleiding is groot. Onze docenten beschikken over een breed didactisch repertoire om met deze diversiteit om te gaan. Zij vervullen een voorbeeldfunctie voor de studenten, want wij vinden het belangrijk dat ook onze studenten leren omgaan met de grote diversiteit binnen de Utrechtse leerlingpopulatie. We vinden het vanzelfsprekend dat de docenten van ons instituut ook experts zijn in hun vakgebied, breed inzetbaar zijn en meewerken aan de verdere ontwikkeling van de lerarenopleiding. Wij bieden een lerarenopleiding van hoog niveau. Waarbij we niet alleen eisen stellen aan het te behalen eindniveau, maar ook duidelijke eisen stellen aan het startniveau van de student. Het onderwijs van Instituut Archimedes is studentgericht en waar mogelijk vraaggestuurd, zodat we studenten met verschillende achtergronden een passend opleidingstraject kunnen bieden en hen opleiden tot startbekwaam leraar voor verschillende sectoren in het onderwijs. Om een innovatieve lerarenopleiding van hoog niveau te kunnen blijven bieden werken we aan inbedding van onderzoek in onze opleidingen. Wij richten ons op praktijkgericht onderzoek in de context van het beroep en gebruiken dit als katalysator voor de integratie van opleiden, professionaliseren en innoveren. Instituut Archimedes 11/413

Competentiegericht De opleiding is competentiegericht. Een competentie is een vaardigheid op grond van bijvoorbeeld kennis, vaardigheden en houdingen die nodig is om een taak in een bepaalde (beroeps)context uit te oefenen. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, maar altijd in een internationale context. Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruikgemaakt van moderne media (ICT). Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welke beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. Kennis is noodzakelijk om een goede leraar te kunnen worden, maar kennis alleen is niet genoeg. In een competentiegerichte opleiding laat je in de praktijk ook zien dat je er wat mee kunt, dat je competent bent. De praktijk is daarom een belangrijk onderdeel van de opleiding vanaf het eerste jaar. De opleidingsscholen spelen een belangrijke rol in de opleiding. Keuzemogelijkheden Geen student is gelijk. Daarom biedt Instituut Archimedes de volgende keuzemogelijkheden binnen haar opleidingen: Keuze van leerwerkplek. Je kunt per studiejaar kiezen voor een leerwerkplek in het algemeen voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs. Voorwaarde is dat je in beide sectoren ervaring opdoet, maar hoeveel jaar en in welk studiejaar je dat doet is jouw keuze. Keuze van een type opleidingschool. Instituut Archimedes onderscheidt vier typen, afhankelijk van de mate waarin wij met deze school samenwerken en de kwaliteit van het leren op de werkplek geborgd is. Je kunt kiezen voor een school waar wij nauw mee samen werken (een netwerk- of partnerschool). Het is dan mogelijk om meer delen van je opleiding op de leerwerkplek te doen. Je kunt ook kiezen voor een school waar wij minder intensief mee samenwerken (coördinator- of stageschool). In dat geval zul je een kleiner deel van je opleiding op de leerwerkplek kunnen doen en zal een groter deel van je opleiding op en onder begeleiding van het instituut uitgevoerd worden. Keuzes binnen onderwijseenheden. Binnen een onderwijseenheid kun je veelal een keuze maken uit een aanbod van opdrachten, te onderzoeken onderwerp, te bestuderen literatuur, keuze tussen context van algemeen voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, et cetera. In een aantal situaties heb je de keuzemogelijkheid tussen het volgen van een cursus op het instituut of het ontwikkelen van een beroepsproduct in opdracht van de school waar je werkt. Dit bespreek je met de betrokken docent en studiewerkbegeleider. Keuzes binnen de profileringsruimte. Dit is een vrije keuzeruimte van 30 EC (jaar 4). Door je keuze kun je een eigen accent geven aan je studie, zie par 2.5.4. Samenwerking met de scholen Het Utrechts model We zien de opleiding als een samenwerkingsverband tussen drie partners: de student, de scholen en Instituut Archimedes. We spreken van het Utrechts model. Het Utrechts model staat voor de krachtige samenwerking die we opgebouwd hebben met de scholen om samen goede leraren op te leiden. Vanaf het eerste jaar werk en leer je een dag per week op school als LIDO (lerende in voltijd opleiding). Samen met de scholen ontwikkelen we leerwerktaken die aansluiten bij de fase van de opleiding waar je als student in zit en de leervragen die je als student hebt. LIDO s worden inmiddels in de scholen gewaardeerd als taakverlichter en om hun inbreng bij innovatie in de school. Voor studenten is gebleken dat de betrokkenheid bij de praktijk motiveert en stimuleert. Je krijgt zo veel beter zicht op de verschillende scholen, bij welk schooltype je je het meest thuis voelt en waarop je je wil specialiseren in de Profileringsruimte, zie par. 2.5.4. 12/413

Keurmerk opleidingscholen Om te zorgen voor kwaliteit in het opleiden samen met de scholen heeft Instituut Archimedes met de scholen een keurmerk ontwikkeld. In september 2005 hebben de eerste scholen dit keurmerk behaald en inmiddels zijn een groot aantal scholen gecertificeerd. Zij hebben aangetoond aan de, gezamenlijk geformuleerde kwaliteitscriteria, te voldoen. Een voltijd-student is verplicht te leren en werken (zie Studie en Werk, par 2.2.4) op een opleidingschool met dit keurmerk. In overleg met de studie-en-werkbegeleider (SWB) kan hier slechts in bepaalde gevallen van af worden geweken. Vier typen opleidingscholen De opleiding kent twee domeinen: Vak en Beroep (zie par 2.2.4). Beide domeinen krijgen zowel op het instituut als in de praktijk vorm. Wat op de opleiding en wat in de praktijk gebeurt, is mede afhankelijk van jouw keuzes. Je kunt per studiejaar kiezen voor een leerwerkplek in het algemeen voortgezet onderwijs of het beroepsonderwijs. Voorwaarde is dat je in beide sectoren ervaring opdoet, maar hoeveel jaar en in welk studiejaar je dat doet is jouw keuze. De keuzes die een student kan maken binnen het programma worden mede bepaald door de school waar een student zijn werkplekleren vorm geeft. De ene school biedt meer mogelijkheden aan een student om zijn opleiding op de opleidingsschool vorm te geven dan de andere. In dit verband kennen wij vier samenwerkingsmodellen (op basis van de definitie van de Onderwijsraad in de publicatie Leraren opleiden in de school, Den Haag, 2005). Netwerkmodel; Partnermodel; Coördinatormodel; Stagemodel. Bij elk model wordt de student vanuit het Instituut begeleidt door een studie-en-werkbegeleider (SWB) en vanuit de school door een werkplekbegeleider (WB) zie ook par. 2.2.4. Netwerkmodel: de opleider in de school als leider van een opleidingsteam in de school In dit model doet de student een groot deel van de opleiding in de school en is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding. De school werkt ook actief mee aan de ontwikkeling van het programma. De school heeft een opleidingsteam bestaande uit (een) Schoolopleider(s) en Vakdocenten. Dit team verzorgt de delen van de opleiding die gericht zijn op het concrete handelen van de leraar en de professionele ontwikkeling van de op te leiden leraar. Alle werkbegeleiders zijn ook gecertificeerd als (algemeen) begeleider. De school heeft het Keurmerk Opleidingscholen. Naast de Studie-en-werkbegeleider wordt de student vanuit Instituut Archimedes begeleid door een Instituutsopleider (IO), die een deel van de studentbegeleiding van de SWB overneemt. De IO doet het lesbezoek, begeleidt het praktijkdeel en beoordeelt samen met de vakdocent van het Instituut de beroepsproducten (zie par 2.2.4, beroepsproducten) van de studenten. Daarnaast begeleidt de IO in dit model de student ook bij de ontwikkeling van het portfolio (zie par 2.2.4, het portfolio). Intervisie vindt plaats op de school onder begeleiding van de schoolopleider. De IO is ook op de hoogte van en betrokken bij de schoolontwikkeling. De student kan onderwijseenheden ook op deze school volgen, bijvoorbeeld in de vorm van beroepsproducten, maar ook een cursus op een school (multiculturele school, grote groepsdynamiek et cetera) mits de school daartoe naar het oordeel van het Instituut over voldoende expertise beschikt. De school biedt de student de gelegenheid om onderzoek in de school te doen. Binnen de netwerkscholen kunnen academische opleidingscholen worden onderscheiden. Een academische opleidingschool heeft een onderzoeksprogramma dat gekoppeld is aan de onderwijsontwikkeling van de school. Dit onderzoeksprogramma wordt in samenwerking met Archimedes opgezet en uitgevoerd. Er is een gecertificeerde schoolopleider en er is een onderzoeksbegeleider vanuit Instituut Archimedes. Op deze school zijn veel studenten van Instituut Archimedes aanwezig: minimaal 16. Partnermodel: de opleider in de school als opleider van professionals In dit model is de school medeverantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding. Naast het coachen van de op te leiden leraar verzorgt de school een deel van de opleiding. Hiertoe stelt de school een of meer opleiders binnen de school aan. Alle schoolopleiders en werkbegeleiders zijn gecertificeerd. De school heeft het Keurmerk Opleidingscholen. Naast de studie-en-werkbegeleider wordt de student vanuit Instituut Archimedes begeleid door een Instituutsopleider (IO), die een deel van de studentbegeleiding van de SWB overneemt. De portfoliobegeleiding blijft in dit model bij de SWB maar de IO doet het lesbezoek, begeleidt het praktijkdeel 13/413

en beoordeelt samen met de vakdocent van het Instituut de beroepsproducten van de studenten. Intervisie vindt plaats op de school onder begeleiding van de schoolopleider. De student kan onderwijseenheden ook op deze school volgen, bijvoorbeeld in de vorm van beroepsproducten, maar ook een cursus op een school (multiculturele school, grote groepsdynamiek et cetera) mits de school daartoe naar het oordeel van het instituut over voldoende expertise beschikt. De school geeft de student de mogelijkheid om onderzoek in de school te doen. Op deze school (of scholengroep) zijn veel studenten van Instituut Archimedes aanwezig: minimaal 16. Coördinatormodel: school met een centrale begeleider De school biedt de student de mogelijkheid om ervaring op te doen op de werkplek. Op een school in het coördinatormodel ligt de dagelijkse begeleiding van de student is in handen van de werkplekbegeleider (WB). Voor de begeleiding van de op te leiden leraar heeft de school één ervaren collega aangewezen die als schoolopleider optreedt. Deze persoon coördineert de werkzaamheden van de werkplekbegeleiders op zijn school en neemt soms ook een deel van de taak van de werkplekbegeleider over. Opleiden in de school vormt nog geen integraal onderdeel van het schoolbeleid. Vanuit het Instituut wordt de student begeleid door de studie-en-werkbegeleider. De SWB komt op lesbezoek. Intervisie en thema s gericht op morgen doe ik het beter vinden op het instituut plaats en worden begeleid door de SWB. In dit model heeft de student niet de mogelijkheid om extra onderwijseenheden (naast de verplichte drie) in de vorm van een beroepsproduct te volgen. Het is niet standaard dat de school de student de gelegenheid geeft om onderzoek te doen in de school. Het aantal studenten van Instituut Archimedes op dit type school is per school meestal 1 tot 8. Stagemodel: de school als werkplek In dit model is de school de werkplek waar de op te leiden leraar in de praktijk functioneert. De school biedt de student de mogelijkheid tot het opdoen van ervaring op de werkplek. Hij wordt daarbij begeleid door een ervaren leerkracht annex collega; de werkplekbegeleider (WB). Hij geeft feedback uitmondend in een ontwikkelingsgericht advies en bespreekt de activiteiten samen met de student. Alle andere opleidingsactiviteiten liggen bij het instituut. Vanuit het instituut wordt de student begeleid door een studie-en-werkbegeleider (SWB). De SWB komt op lesbezoek. Intervisie en thema s gericht op morgen doe ik het beter vinden op het instituut plaats en worden begeleid door de SWB. In dit model heeft de student niet de mogelijkheid om extra onderwijseenheden (naast de verplichte drie) in de vorm van een beroepsproduct te volgen. Het is niet standaard dat de school de student de gelegenheid geeft om onderzoek te doen in de school. Het aantal studenten van Instituut Archimedes op dit type school is per school meestal 1 of 2. Dit zijn vaak deeltijdstudenten die een baan hebben op de school. Begeleiding vanuit Instituut Archimedes Studie-en-werkbegeleider Bij Instituut Archimedes word je begeleid door een studie-enwerkbegeleider (SWB) bij het onderdeel Studie & Werk. Dit (SWB) bestaat uit studieloopbaanbegeleiding en leren op de werkplek. De SWB volgt en begeleidt je in je competentieontwikkeling en algehele studievoortgang. Instituutopleider (IO) Vakdocent / expert Je wordt ondersteund bij het leren van de ervaringen op je leerwerkplek door een Instituutsopleider (IO). De IO begeleidt je in samenwerking met de werkplekbegeleider en schoolopleider van de opleidingschool. De IO is verantwoordelijk voor de beoordeling. Je kunt inhoudelijke begeleiding krijgen van een vak- of onderwijskundig expert. Dit zal met name voorkomen bij het werken aan beroepsproducten. Begeleiding vanuit School (leerwerkplek) Werkplekbegeleider Een substantieel gedeelte van je opleiding voer je taken uit op (WB) je leerwerkplek in een school. Daar word je begeleid door een werkplekbegeleider (WB). Dit is een docent die werkzaam is op de opleidingschool. De werkplekbegeleider wordt ook wel coach genoemd. Schoolopleider (SO) Op scholen die in het bezit zijn van het keurmerk opleidingscholen, is ook een schoolopleider (SO). De SO Netwerkmodel Partnermodel Coordinatormodel Stagemodel Netwerkmodel Partnermodel Netwerkmodel Partnermodel Coordinatormodel Stagemodel Netwerkmodel Partnermodel Coordinatormodel Stagemodel Netwerkmodel Partnermodel 14/413

Vakdocent / Expert coördineert de werkzaamheden van de werkbegeleiders en neemt soms de taak van de werkbegeleider over. Een student kan inhoudelijke begeleiding krijgen van een andere docent in de school. Bijvoorbeeld als je werkt aan een beroepsproduct en je werkplekbegeleider niet de juiste expertise heeft om je hierbij inhoudelijk goed te begeleiden. Netwerkmodel Partnermodel 2.2.2 Doelstelling opleiding Het doel van de opleiding is om startbekwame leraren voor het vmbo, onderbouw havo en vwo, praktijkonderwijs en beroeps- en volwasseneneducatie (2 e graads) op te leiden. Je leert om in het onderwijs te zorgen voor een krachtige leeromgeving voor leerlingen door uitdagende opdrachten en materialen te ontwikkelen en deze toe te passen tijdens het werkplekleren. Het verkrijgen van vakinhoudelijke bagage blijft een belangrijke doelstelling. Vakinhoudelijke kennis en inzicht maakt het de student mogelijk snel en adequaat lesmateriaal te kiezen of te ontwikkelen en toe te passen in voorkomende situaties. De inhoud van de verschillende cursusonderdelen en daarmee van de opleiding sluit aan bij de vereiste startkwalificatie (zie par. 2.1.3). De startkwalificatie is voor elk cursusonderdeel uitgewerkt in doelstellingen. Zie voor een specifieke uitwerking de cursusbeschrijvingen in deze studiegids en de cursushandleidingen die bij de verschillende cursussen worden gebruikt. 2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding De HU heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)competenties te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd, de zogenaamde Dublin descriptoren: Kennis en inzicht; Toepassen van kennis en inzicht; Oordeelsvorming; Communicatie; Leervaardigheden. De Dublin descriptoren zijn in Europees verband vastgelegde generieke descriptoren waarmee aangegeven wordt op welk niveau een bachelor de competenties moet beheersen. De Dublin descriptoren zijn: Kennis en inzicht Toepassen van kennis en inzicht Oordeelsvorming Bezitten van theoretische (wetenschappelijke, actuele) en methodische kennis. - Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; - Functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarbij kennis van de laatste ontwikkelingen van het vakgebied vereist is. In een specifieke onderwijscontext kunnen ontwerpen en passend maken mede op basis van praktische kennis. - Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt over de competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Mede op basis van praktijkonderzoek (met inbegrip van diagnostiek), gericht op het verbeteren van de eigen (school)praktijk. - Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten en culturele en levensbeschouwelijke aspecten. 15/413

Communicatie Leervaardigheden Uitleggen en verantwoorden van keuzes, rekening houdend met de doelgroep. - Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Systematisch oriënteren, plannen, uitvoeren van ontwikkel- en verbeteracties en reflecteren op eigen handelen in de (school)praktijk. - Reflectie is een belangrijk aspect van de leervaardigheid en richt zich op elke competentie en doet een beroep op de diepere lagen van persoonlijke identiteit en beroepsidentiteit. - Bezit leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie, die een hoog niveau van autonomie veronderstelt, aan te gaan. Meer informatie over de Dublin descriptoren is te vinden op: www.minocw.nl/documenten/dublindescriptoren-beschrijving-20060608.pdf 2.2.4 Didactische uitgangspunten In het begin van de studie bepaalt het Instituut en deels de school de opzet en invulling van het programma, de inhoud van de opdrachten en de beoordelingscriteria. Tijdens de hoofdfase krijg je als student, in overleg met je school, meer invloed en meer verantwoordelijkheid bij het bepalen van de competenties die je wilt ontwikkelen, de opdrachten die daarbij passen en de wijze waarop die beoordeeld worden. Anders gezegd, de opleiding is in het begin aanbod- gestuurd en later meer vraag- gestuurd. Tijdens de opleiding neem je als student steeds meer zelf het stuur in handen bij het inrichten van het eigen leerproces. Instituut Archimedes blijft gedurende het hele opleidingstraject verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van jouw leerproces, de beoordeling en het faciliteren van het leren. Binnen je opleiding worden twee domeinen onderscheiden: Domein VAK; Domein BEROEP. Domein VAK en BEROEP Bij competentiegericht leren en opleiden ligt de nadruk op de beroepspraktijk en het adequaat leren handelen als professional. De professional, de competente leraar kan in uiteenlopende situaties en in verschillende rollen gewenste resultaten boeken. Je hebt daarvoor een flinke dosis kennis (concepten) nodig, veel vaardigheden en een passende houding. Daarbij heb je als docent kennis en vaardigheden nodig met betrekking tot het vak waarin je lesgeeft en het lesgeven zelf. Daarom onderscheiden we binnen de opleiding de volgende domeinen: Domein VAK. Dit domein is gebaseerd op de kennisbasis van het vak. In dit domein komt aan de orde vak, vakdidactiek en vakverbreding. Domein VAK vormt 120 EC. Domein BEROEP. Dit domein is gebaseerd op de generieke kennisbasis (zie par 2.1.3). Tot dit domein behoren onderwijseenheden gericht op algemene beroepsvoorbereidende thema s. Denk bijvoorbeeld aan: vakken gericht op het begeleiden van leerlingen, omgaan met diversiteit in de klas, klassenmanagement en dergelijke. De werkvormen die gebruikt worden in domein VAK en BEROEP zijn benoemd in de cursusbeschrijvingen (zie OSIRIS of hoofdstuk 10 van deze studiegids). Naast de domeinen VAK en BEROEP bestaat je opleiding uit de volgende onderdelen: Studie en Werk; Beroepsproducten; Profileringsruimte; Assessments. Deze programma-onderdelen worden hierna nader beschreven. Dit wordt afgesloten met een beschrijving van de beoordeling tijdens de opleiding. Opleidingsmodel in schema Schematisch ziet het opleidingsmodel per studiejaar er als volgt uit: Jaar Onderdeel EC totaal VAK (35 EC) 16/413

1 BEROEP (10 EC) 60 STUDIE en WERK (10 EC) ASSESSMENT (5 EC) VAK (35 EC) 2 BEROEP (10 EC) STUDIE en WERK (10 EC) BEROEPSPRODUCT (5 EC) 60 VAK (25 EC) 3 BEROEP (15 EC) STUDIE en WERK (15 EC) BEROEPSPRODUCT (5 EC) 60 STUDIE en WERK (15 EC) 4 BEROEPSPRODUCT (10 EC) PROFILERING (30 EC) ASSESSMENT (5 EC) 60 STUDIE en WERK Binnen domein VAK en domein BEROEP kun je op verschillende plaatsen leren. Binnen het instituut of binnen de opleidingschool, waarbij de invulling en de begeleiding zo goed mogelijk op elkaar is afgestemd. Instituut Archimedes heeft de studieloopbaanbegeleiding en de begeleiding van het leren van praktijkervaringen die je opdoet op je leerwerkplek samen opgenomen in het studieonderdeel Studie en Werk. Je studie-en-werkbegeleider (SWB) heeft zowel zicht op je werk op de school als op de manier waarop je je ervaringen en inzichten uit dat werk met die van je studie verbindt. Je SWB heeft daarmee een goed beeld van je professionele ontwikkeling en kan je daardoor ondersteunen bij het plannen en monitoren van je studie èn het werken aan je competentieontwikkeling. Met behulp van je SWB en je medestudenten stel je telkens nieuwe leervragen ten aanzien van je werk op de school enerzijds en ten aanzien van het verloop van je studie anderzijds. Deze leervragen zijn altijd gerelateerd aan de lerarencompetenties. Reflectie speelt een belangrijke rol bij het werken aan de leervragen. Je onderzoekt de relatie tussen je praktijkervaringen, je zelfbeeld, je competentieontwikkeling en je studievoortgang en maakt keuzes voor de invulling van je verdere opleidingstraject. De instrumenten voor het systematisch werken aan je competentieontwikkeling zijn o.a. het studieplan, de nulmeting, de reflectieformats en het ontwikkelingsportfolio. Je houdt in een ontwikkelingsportfolio relevante documenten en producten bij die als bewijsstukken voor je recente ontwikkeling kunnen dienen. Op basis daarvan stel je je beeld van jezelf als (toekomstig) docent bij en stuur je je toekomstige leren in de praktijk. Binnen Studie en Werk bereid je je ook voor op de assessments, waarin je aan moet tonen te voldoen aan het competentieprofiel op het niveau van het betreffende assessment. De begeleiding van Studie en werk vindt gedurende de gehele opleiding plaats door middel van groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken. Voor de duidelijkheid wordt hieronder op de begeleiding van de studie (studieloopbaanbegeleiding) en op de begeleiding van het werk (leerwerkbegeleiding) apart ingegaan. Studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin je je eigen studie en loopbaan leert sturen. Doelen daarbij zijn dat je: inzicht verwerft in het beroep en in de eisen die de beroepsuitoefening stelt; op basis daarvan kunt beoordelen of je jezelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; je daadwerkelijk bekwaamt in de beroepsuitoefening, zodat je na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; optimaal gebruik maakt van de beschikbare middelen en tijd, zodat een maximaal studierendement wordt bereikt. 17/413

Binnen de Hogeschool Utrecht heeft elke student recht op begeleiding door een studieloopbaanbegeleider. Bij Instituut Archimedes is dat de SWB (studie-en-werkbegeleider). Deze volgt en begeleidt je in je competentieontwikkeling en algehele studievoortgang. De SWB heeft o.a. de volgende taken: gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs; adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn; bewaken en bespreken van studieresultaten en competentieontwikkeling; samen met de student een studieplanning opstellen als de student een waarschuwing bij een tussentijds studieadvies heeft gehad; verwijzen naar een studentendecaan indien de vragen en problemen niet direct met de studie hebben te maken (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep). Afhankelijk van de opleidingsfase kan de studieloopbaanbegeleiding verschillende accenten hebben. In de propedeuse Je oriënteert je op de eisen die de studie en de beroepspraktijk stellen om in een zo vroeg mogelijk stadium verkeerde verwachtingen te corrigeren. Je geeft antwoord op de vragen: Is dit het beroepenveld waarvoor ik opgeleid wil worden, welke competenties vragen ze, wat houden deze in, wat kan ik, hoe leren we hier op deze opleiding? Kortom: is dit de opleiding die ik kan en wil doen? Er is een duidelijke aansluiting bij cursussen gericht op beroepsoriëntatie. Een goede en tijdige selectie is van belang voor jou als student en voor de opleiding. Het gaat dan vooral om de vragen: hoe bevorderen we zelfselectie door de student en waarop willen we als opleiding met name selecteren? Er wordt een start gemaakt met competentieontwikkeling: het reflecteren op eigen competentieontwikkeling n.a.v. studie- en werkervaringen en resultaten. De zogenaamde nulmeting is hierbij een belangrijk instrument. De competentieontwikkeling wordt vastgelegd in een intakeportfolio t.b.v. het assessment intake (deeltijd) of in het presentatieportfolio t.b.v. het assessment hoofdfasebekwaam (voltijd). Met je SWB zul je onder andere gesprekken hebben over het bindend studieadvies. De rol van de SWB in de propedeuse is intensiever dan de jaren daarop: informatiegevend, adviserend, sturend en stimulerend; contactmomenten zijn gestructureerd. In de hoofdfase Studieloopbaanbegeleiding is hier gericht op het zelf sturen en zichtbaar maken van je competentieontwikkeling. Van hier uit maak je keuzes voor type school, (beroeps)producten, minor, volgorde van modules en de snelheid waarmee je het curriculum doorloopt. Je stelt een profileringsplan op waarin je je keuzes in het licht van een te verwachten loopbaankeuze of ontwikkeling onderbouwt. Aan de hand van je ontwikkelingsportfolio laat je tweemaal per jaar zien hoe jouw competentieontwikkeling vordert. Met je SWB zul je onder andere gesprekken hebben over de profilering. In de afstudeerfase In de eindfase van de studie is de studieloopbaanbegeleiding vooral gericht op het complementeren en vastleggen van de competentieontwikkeling en de voorbereiding van het assessment startbekwaam (voltijd- en deeltijdstudenten). Met ingang van 1 september 2012 zullen studenten die meer dan 1 jaar uitlopen op de nominale studieduur (langstudeerders) een boete moeten betalen van 3000 euro bovenop het reguliere collegegeld. Het ministerie hanteert hierbij de regel dat een studiejaar uit 60 EC bestaat, ongeacht of de opleiding in voltijd of deeltijd wordt gevolgd. Elke opleiding van 240 EC kent dus een nominale studieduur van 4 jaar. Leerwerkbegeleiding Een substantieel gedeelte van je opleiding voer je taken uit op je leerwerkplek in een school. Daar word je begeleid door een werkplekbegeleider (WB). Een voltijdstudent is gemiddeld binnen een school werkzaam: Jaar 1 1 dag per week (7 uur) Jaar 2 1 dag per week (7 uur) Jaar 3 2 dagen per week (14 uur) Jaar 4 LIO stage 80 dagen (van 7 uur) in totaal. Een deeltijdstudent heeft doorgaans een baan in het onderwijs als docent. Ook als dit niet het geval is moet de deeltijdstudent aan de volgende eisen voldoen: Jaar 1 minimaal 10 dagen per jaar, minimaal 5 (delen van) lessen uitvoeren Jaar 2 minimaal 20 dagen per jaar, minimaal 20 lessen uitvoeren Jaar 3 minimaal 40 dagen per jaar, minimaal 40 lessen uitvoeren Jaar 4 (studiejaar 2012-2013) minimaal 26 dagen per jaar, minimaal 40 lessen uitvoeren Jaar 4 (studiejaar 2013-2014) minimaal 40 dagen per jaar, minimaal 80 lessen uitvoeren 18/413