> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam GGD Drenthe T.a.v. de directie Postbus 144 9400 AC Assen Datum 31 juli 2014 Onderwerp Vastgesteld rapport Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg Geachte directie, De inspectie heeft uw brief van 30 juni jl. (met kenmerk: BMO/BA/HvdH/U140412) in goede orde ontvangen. Tevens heeft u op 7 juli jl. telefonisch contact gehad met van de inspectie over de vragen gesteld in uw brief. In het rapport is de leeftijdscategorie aan welke u zorg leverde ten tijde van het onderzoek aangepast. Bijgaand ontvangt u het aangepast en vastgesteld rapport van GGD Drenthe. Programma Publieke gezondheid Kabelweg 79-81 Amsterdam Postbus 20584 1001 NN Amsterdam T 020 580 01 00 F 020 580 01 50 www.igz.nl Inlichtingen bij Ons kenmerk 2014-1105738/V1001922 Uw kenmerk BMO/BA/HvdH/U140412 Uw brief 30 juni 2014 Bijlage 1 De in het rapport genoemde termijnen om voldoende te scoren op de normen waarop uw organisatie onvoldoende scoorde gaan in per datum van deze brief. Dat betekent dat de inspectie graag binnen 3 c.q. 6 maanden na datum van deze brief schriftelijk verneemt of en hoe u aan de normen voldoet. Flexibilisering is een onderdeel waar u mogelijk afwijkt van de norm. U geeft aan toestemming te hebben van de inspectie, maar de inspectie kan deze toestemming op dit moment niet terugvinden in haar systemen. Om het dossier compleet te krijgen vraagt de inspectie of het voor u mogelijk is om de verkregen toestemming in kopie naar de inspectie op te sturen. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Coördinerend specialistisch senior inspecteur jeugd en kindermishandeling Projectleider - Bijlage: aangepast en vastgesteld rapport GGD Drenthe Pagina 1 van 1
Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Drenthe juli 2014
Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding en belang 4 1.2 Onderzoeksvragen 4 1.3 Onderzoeksmethode, normen- en toetsingkader 4 1.3.1 Onderzoekmethode 4 1.3.2 Normenkader 4 1.3.3 Toetsingkader 5 1.4 Opbouw van het rapport 5 2 Resultaten 6 2.1 Inhoudelijke normen waarop onvoldoende werd gescoord 6 2.1.1 Bereik van de jeugdgezondheidszorg 6 2.1.2 Psychosociale problematiek 6 2.1.3 Overgewicht 6 2.2 Zicht hebben op de kwaliteit van zorg van uw organisatie 7 3 Handhaving 8 3.1 Maatregelen 8 3.1.1 Inhoudelijke normen 8 3.1.1.1 Flexibilisering contactmomenten 8 3.2 Vervolgacties 8 4 Openbaarmaking rapporten 9 Bijlage 1 Ingevulde vragenlijst Pagina 3 van 9
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en belang De jeugdgezondheidszorg (JGZ) bewaakt de gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen. Hiertoe ziet zij de kinderen op regelmatige basis, volgt zij de groei en ontwikkeling van het kind, stelt waar mogelijk ouders en kinderen gerust en signaleert (tijdig) problemen die zich voor kunnen doen. De JGZ moet haar werkwijze dusdanig inrichten dat zij bedreigingen van gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen tijdig signaleert en adequate hulp kan inzetten en blijven monitoren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder: inspectie) voerde in 2008 een onderzoek uit naar de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg. In dit onderzoek toetste de inspectie de aanpak van een aantal onderwerpen bij alle JGZorganisaties. De hoofdconclusie van dit rapport luidde dat de jeugdgezondheidszorg volop in ontwikkeling was en zich de komende jaren verder moest ontwikkelen om de gezonde en veilige ontwikkeling van jeugdigen beter te kunnen ondersteunen en volgen. In 2011 herhaalde de inspectie het onderzoek uit 2008 en vroeg ook naar de bijbehorende getallen. De inspectie concludeerde echter dat het ondanks de inzet van de JGZ-organisaties onvoldoende mogelijk was om met de gebruikte indicatoren vanuit de huidige digitale dossiers een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg te verkrijgen. Na overleg met externen (ActiZ, GGD Nederland, NCJ en het ministerie van VWS) besloot de inspectie het rapport over het toezichtonderzoek van 2011 niet uit te brengen. De inspectie besloot naar een alternatief te zoeken om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg in Nederland. Met het huidige kwalitatieve onderzoek toetst de inspectie of de JGZ zelf inzicht heeft in de kwaliteit van zorg. Daarbij toetst de inspectie de volgende onderwerpen: bereik, contactmomenten, psychosociale problematiek, kindermishandeling, overgewicht en monitoren van zorg en opschaling. Het is vervolgens aan de inspectie om te oordelen over de kwaliteit van de betreffende JGZ-organisatie. 1.2 Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen in dit onderzoek luiden: 1. Leveren de JGZ-organisaties verantwoorde zorg? 2. Hebben JGZ-organisaties voldoende inzicht in de kwaliteit van zorg op een aantal risicovolle onderwerpen? 1.3 Onderzoeksmethode, normen- en toetsingkader 1.3.1 Onderzoekmethode Om te bepalen in welke mate JGZ-organisaties aan de gestelde normen voldoen, ontvingen alle JGZ-organisaties in augustus 2013 een digitale vragenlijst. Aanvullend bracht de inspectie aan vijf willekeurig gekozen JGZ-organisaties een aangekondigd bezoek ter verificatie van de antwoorden uit de vragenlijst. 1.3.2 Normenkader Het normenkader is gebaseerd op de volgende wetten en normen/richtlijnen: Wet Publieke Gezondheid (WPG, inclusief memorie van toelichting); Kwaliteitswet Zorginstellingen; Wet op de Jeugdzorg; Standpunt Bereik van de Jeugdgezondheidszorg; Richtlijn Contactmomenten. Basistakenpakket JGZ 0-19; JGZ richtlijn Vroegsignalering van psychosociale problemen; Pagina 4 van 9
JGZ richtlijn Secundaire Preventie Kindermishandeling; Overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht; Signaleringsprotocol Overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg; Voortgangsrapportage samenwerken voor Jeugd. De gestelde normen zijn opgenomen in de vragenlijst in bijlage 1. 1.3.3 Toetsingkader De inspectie stelde per (sub)onderdeel van het inhoudelijke deel van de vragenlijst een scorelijst op met daarin verschillende score classificaties. Deze zijn vervolgens per norm in een voldoende of onvoldoende score omgezet. Bij het tweede onderdeel scoorde de inspectie of de organisatie voldoende of onvoldoende zicht had op de kwaliteit van zorg en welke argumentatie werd gegeven indien de organisatie onvoldoende zicht had op de kwaliteit van zorg. 1.4 Opbouw van het rapport In dit rapport zijn de normen waarop uw organisatie onvoldoende scoorde op basis van de ingevulde vragenlijst weergegeven in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 gaat in op de te nemen maatregelen door uw organisatie en handhaving. De informatie over de openbaarmaking van dit rapport vindt u terug in hoofdstuk 4. Pagina 5 van 9
2 Resultaten De resultaten zijn onderverdeeld in twee categorieën; een inhoudelijk deel over het leveren van verantwoorde zorg (onderzoeksvraag 1) en een deel dat betrekking heeft op de mate waarin u zicht had op de kwaliteit van zorg op een aantal risicovolle onderwerpen (onderzoeksvraag 2). Uw organisatie levert zorg aan: 4 tot 19 jarigen. Voor het inhoudelijk deel zijn de normen waarop u onvoldoende scoorde hieronder in paragraaf 2.1 weergegeven. 2.1 Inhoudelijke normen waarop onvoldoende werd gescoord 2.1.1 Bereik van de jeugdgezondheidszorg Norm A2. De jeugdigen in zorg bij JGZ-organisaties worden voldoende bereikt. Toelichting voor het bereik van bijzondere groepen van norm A2: dit gold voor alle groepen met uitzondering van kinderen van asielzoekers. 2.1.2 Psychosociale problematiek Norm C2. De in aanmerking komende jeugdigen zijn naar de juiste hulpverlening verwezen. Toelichting: in de vragenlijst gaf u aan de norm alleen voor opvoedingsondersteuning hanteert, niet voor overige vormen van hulpverlening. 2.1.3 Overgewicht Norm E1. Alle jeugdigen met overgewicht zijn zo vroeg mogelijk gesignaleerd en de in aanmerking komende jeugdigen hebben de juiste hulpverlening gekregen. Dit houdt in dat de JGZ: a. moet signaleren volgens de JGZ richtlijn preventie overgewicht; b. bij jeugdigen <2 jaar met risicofactoren voor het ontstaan van overgewicht op latere leeftijd consulten aanbieden conform richtlijn; c. bij jeugdigen >2 jaar bij obesitas verwijzen; d. bij jeugdigen >2 jaar met overgewicht, maar nog geen obesitas consulten aanbieden conform de richtlijn (mits bij jeugdigen >5 jaar de bloeddruk normaal is; e. bij jeugdigen >5 jaar met overgewicht en een verhoogde bloeddruk, maar nog geen obesitas, verwijzen naar huisarts/kinderarts; f. het eerste consult op indicatie plaats laten vinden op basis van de behoefte van kind en ouder, bij voorkeur <6 weken na het vaststellen van overgewicht, het 2 e en het 3 e consult op basis van behoefte van kind en ouder, bij voorkeur met een interval van <8 weken. De vervolgconsulten kunnen ook telefonisch of via e-mail verricht worden; g. bij voldoende effect (het gewicht blijft stabiel of middelomtrek neemt af of er is verbetering in de leefstijl) na een 2 e dan wel 3 e consult een nieuw consult na 1 jaar afspreken; h. bij onvoldoende effect (het gewicht neemt toe, middelomtrek neemt toe en/of geen verbetering in de leefstijl) na een 2 e dan wel 3 e consult het veranderplan bijstelt en/of verwijst naar huisarts/kinderarts en/of een leefstijlprogramma aanbiedt; i. na gaan of ouders/verzorgers de afspraak bij huisarts/kinderarts zijn nagekomen; j. met kinderarts/huisarts afspraken maken voor follow-up en terugvalpreventie. Toelichting: u gaf aan de norm niet te hanteren noch te halen. Pagina 6 van 9
2.2 Zicht hebben op de kwaliteit van zorg van uw organisatie Het viel de inspectie op dat: dat u bij meerdere vragen die betrekking hadden op hoe u zicht had op de kwaliteit van zorg, u onvoldoende SMART antwoorden formuleerde. Score voor zicht hebben op de kwaliteit van zorg: voldoende. Pagina 7 van 9
3 Handhaving 3.1 Maatregelen 3.1.1 Inhoudelijke normen U scoorde onvoldoende op de hieronder genoemde normen. De inspectie verwacht dat u binnen in de tabel gestelde termijn(en) alsnog voldoet aan de betreffende normen. Normen Bereik van bijzondere groepen Psychosociale problematiek Overgewicht Termijn(en) Binnen zes maanden Binnen drie maanden Binnen drie maanden 3.2 Vervolgacties De inspectie verwacht dat u binnen de gestelde termijn(en) aan de normen voldoet. De controle hierop vindt plaats tijdens het reguliere toezicht van uw accounthouder. Pagina 8 van 9
4 Openbaarmaking rapporten In principe maakt de inspectie alle rapporten van het thematisch toezicht actief openbaar. De inspectie is voornemens ook bijgevoegd rapport openbaar te maken via onze website www.igz.nl. De inspectie doet dit niet eerder dan drie weken na definitieve vaststelling van het rapport. Bij actieve openbaarmaking neemt de inspectie de wettelijke normen in acht, zoals gesteld in de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit betekent dat de inspectie in haar rapporten - waar mogelijk - geen persoonsgegevens opneemt, zoals medische gegevens van uw patiënten of cliënten. De functionarissen van de instelling worden zo nodig met hun functieaanduiding in het rapport genoemd. Meer informatie over actieve openbaarmaking van documenten door de inspectie kunt u vinden op onze website (www.igz.nl/onderwerpen). Pagina 9 van 9