Agro-nieuwsbrief juni 2016

Vergelijkbare documenten
AGRO. actueel. Woord vooraf

Juni Tel

In deze nieuwsbrief: 1. Het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan, is lager door realisatie van een

Juni In deze uitgave onder andere:

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Uitgave: juni Voorwoord RESULTAAT EN PRESTATIE

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer,

AgroActualiteiten. Juni 2016 Jaargang 17, nummer 3. Inhoud

Agro-Nieuwsbrief juli 2017

Nieuwsbrief. Controle referentie voor fosfaatrechten. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Agro-nieuwsbrief september 2016

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

Agro-Nieuwsbrief juni 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nieuwsbrief. Overdracht grond, ook overdracht recht. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

SPECIAL EDITION. Agro-nieuwsbrief april 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015

documentnr.: INT/C/13/02282 zaaknr.: Z/C/13/02901 Raadsinformatiebrief

Beste ondernemer, Editie februari PAS: een oplossing?

Nieuwsbrief. PAS: een oplossing? Welkom Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Voorwoord. Uitgave: juni Geslaagd!!

Nieuwsbrief. Liquiditeitsbeheer: onmisbaar in deze tijd. Ruimte mestaanvoer akkerbouwer. Van der Woude Adviesbureau. ALGEMEEN vervolg ALGEMEEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Agro Actualiteiten #3

De colleges van gedeputeerde staten van alle provincies hebben inmiddels formeel met de vaststelling ingestemd.

Agro-Nieuwsbrief Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Postbus 35, 9050 AA Stiens, Uitgave: juni 2015

AGRO. actueel. Boeren fietsen in 8 dagen van Italië naar Rotterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergroeningseisen. Agenda. Aan vergroeningseisen voldoen voor uitbetaling Basispremie Vergroeningspremie

AgroActualiteiten. Augustus 2016 Jaargang 17, nummer 4. Inhoud. Controle referentie voor fosfaatrechten

Nieuwsbrief. Grond voorwaarde bij groei melkveestapel. Prijsontwikkelingen blijven onzeker. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

PAS op 1 juli van start

Nieuwsbrief. Druk bezochte klantenavond. Heeft u voldoende mest verwerkt in 2014? Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN.

AGRO. actueel. Special: Gecombineerde Opgave Woord vooraf

Effecten van het nieuwe GLB. Vlas en Hennep.NL. Erik Beumer Beumer Agro Service

Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen

LTO Noord afdeling Gooi, Vecht en Amstelstreek 10 november 2015 Harry Streng

Agro-Nieuwsbrief. Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Postbus 35, 9050 AA Stiens, Uitgave: juni 2017

Fosfaatrechten Melkveehouderij. Marcel van Alphen

Juni Tel In deze uitgave onder andere: Verplichte bijdrage akkerbouw-onderzoek

Bedrijfsoverdracht melden bij RVO.NL. Bert Knegtering en Christel Pieterse

Agro-nieuwsbrief april 2016

Juni Tel In deze uitgave onder andere: Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen

Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer, In deze nieuwsbrief. Ontbinding pachtovereenkomst afgewezen AGRO. Juni 2017

AgroActualiteiten. <Zet hier uw informatie> December 2015 Jaargang 16, nummer 6. Inhoud. Controleer beschikking betalingsrechten

Agro-Nieuwsbrief. Fosfaatrechten en zelfzuivelaars. In deze nieuwsbrief:

Juni Tel

Agrarische nieuwsbrief, uitgave juni 2018

T E U S K O O L P R O D U C T I E R E C H T E N T H E M A D A G L A N D E L I J K V A S T G O E D. N L. Productierechten

Uitslag KringloopWijzer

Agro-Nieuwsbrief. Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Seegers 4, 9051 VE Stiens, Uitgave: juni 2018

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Uitgave: juni Voorwoord

Nieuwsbrief Agrarisch

Agro-nieuwsbrief November 2016

Agro-nieuwsbrief juni 2014

Nieuwsbrief. Agrarische schouw Kringloopwijzer in 2016 verplicht voor alle melkveebedrijven. Van der Woude Adviesbureau.

Agrarische grondmarkt eerste kwartaal 2013

AGRO. actueel. Special: Nieuwe Bedrijfstoeslagregeling. Woord vooraf

Teelthandleiding wettelijke regels

Uitgave: juni Voorwoord. Op de fiets

Mestbeleid in Nederland

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Mest Mineralen Kringloopwijzer

Agrarische grondmarkt tweede kwartaal 2013

Tempel A D V I E S. Agrarisch adviesbureau. in Lunteren. Ir. FCA van den Tempel Tel

Verplichte bijdrage akkerbouwonderzoek

CDM-Advies Kortingspercentage fosfaatrechten. Samenvatting

AgroActualiteiten. Ammoniak kopen nu het nog kan. Juni 2014 Jaargang 15, nummer 3. Inhoud

Agrarische grondmarkt derde kwartaal 2012

Teus Kool. Flash VAB. Fosfaatrechtenstelsel. ComponentAgro. Specialist en mede-eigenaar ComponentAgro B.V.

Grondgebondenheid melkveehouderij op micro- en macroniveau

2014 en 2015 bepalend voor 2016

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

AgroActualiteiten. Bijeenkomsten liquiditeitsplanning. Blad 1 van 5

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

Uitslag Excretiewijzer

Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer?

Pachtnormen Berekening hoogst toelaatbare pachtprijzen voor los land, agrarische bedrijfsgebouwen en agrarische woningen

Agro-Nieuwsbrief. Voorwaarden EA-vanggewassen. Wel herziening omzetbelasting op gebruiksvee mogelijk. In deze nieuwsbrief:

Wel herziening omzetbelasting op gebruiksvee mogelijk

Inhoud: Subsidies. - Wat zijn de exacte investeringskosten in mijn situatie en kan ik het combineren met andere aanpassingen in mijn gebouw?

De KringloopWijzer & bodem

Groeiregulering in de melkveehouderij

Februari Tel In deze uitgave onder andere: Geen betalingsrechten meer na 2020

Groeimogelijkheden verkend bij AMvB grondgebonden melkveehouderij

Agrarische grondmarkt vierde kwartaal 2013

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Agro-Nieuwsbrief februari 2015


Agro-Nieuwsbrief. Uitbreiding mogelijkheden invulling ecologisch aandachtsgebied. Geen betalingsrechten meer na In deze nieuwsbrief:

Transcriptie:

Agro-nieuwsbrief juni 2016 U wilt dat uw bedrijf optimaal resultaat oplevert. Kennis van de markt is daarbij onontbeerlijk, zeker in combinatie met de steeds complexere (financiële) situatie waar u mee te maken krijgt; ontwikkelingen die ook uw bedrijf raken. Wij kennen de agrarische markt en haar spelers als geen ander. En dát is onze toegevoegde waarde. Dit is een uitgave van: Baker Tilly Berk N.V. Postbus 508 8000 AM ZWOLLE 038-4258600 zwolle@bakertillyberk.nl Baker Tilly Berk N.V. Postbus 85 4460 AB GOES 0113-242000 goes@bakertillyberk.nl www.bakertillyberk.nl/agro Inhoudsopgave Maximale productie melkvee staat vast!...1 Fosfaatefficiëntie melkvee...2 Knelgevallenregeling wet grondgebonden groei melkvee...3 Mestscheiding vereist scherp toezicht...4 Meer gebruiksruimte akkerbouw...5 Vanaf 01/08 beperkingen uitrijperioden...6 Bedrijfsoverdracht en fosfaatrechten...7 Wijziging gebruik percelen na 15 mei...7 Wijzigen zaaidatum EA-vanggewas...8 GPS-meting bewijst ongelijk RVO niet...9 Geen bedrijfstoeslag na verhinderen bedrijfscontrole...9 Gebruik grond om niet is geen pacht...10 Onduidelijkheid over betalingsrechten...11 Verrekenen bij afwijzing PO-huur...11 Wijziging pachtnormen...12 Vaccineren tegen Q-koorts voor 1 augustus...14 Uitvoering en actualiteit huwelijkse voorwaarden...15 Stoppersregeling alleen voor stoppers...15 Subsidie voor investeringen in energie glastuinbouw...16 Extra aankoop leveringsrechten suiker...17 Korte wenken...17 Agenda...19 Maximale productie melkvee staat vast! Met de GO heeft u uw percelen en eventueel ook de bijbehorende fosfaattoestand opgegeven. Hiermee is uw fosfaatruimte voor 2016 vastgesteld. In het kader van de grondgebondenheid ligt daarmee ook uw maximale fosfaatproductie van het melkvee vast (tenzij u kunt groeien zonder grond ). www.bakertillyberk.nl/agro 1

De berekening van uw maximale fosfaatproductie melkvee is niet eenvoudig. Wij kunnen u hierbij van dienst zijn. Referentie 2014 In het kader van de grondgebondenheid moet u vanaf 2016 uw maximale melkveefosfaatoverschot (MFO) bepalen. Wordt het MFO groter omdat u bijvoorbeeld bent gegroeid t.o.v. 2014, dan moet u extra grond in gebruik nemen. Voor de referentie 2014 mag u met de forfaitaire productie rekenen of met BEX. Of de forfaitaire normen of BEX gunstiger is, is afhankelijk van uw bedrijfssituatie. Deze keuze staat los van de gebruiksnormenberekening. Maximale fosfaatproductie melkvee Heeft u, in het kader van de grondgebondenheid, extra grond nodig? Dan moest u deze grond op 15 mei in gebruik hebben en met de GO hebben opgegeven. Nu de fosfaatruimte 2016 vaststaat, kunt u, met de referentie 2014, uw maximale fosfaatproductie van uw melkvee in 2016 berekenen. Productie verlagen of riskeren boete Dreigt de werkelijke fosfaatproductie 2016 hoger te worden dan de maximaal toegestane productie, dan kunt u dit alleen corrigeren door de productie te verlagen (bijv. extra BEX-voordeel, minder jongvee of minder melkkoeien). Een lastige keuze! Verlaagt u de productie niet, dan riskeert u een boete. Fosfaatefficiëntie melkvee De fosfaatefficiëntie is voor veel melkveebedrijven een belangrijk kengetal. Een lagere fosfaatproductie levert namelijk een aantal belangrijke voordelen op: - er hoeft minder mest verwerkt te worden; - er hoeft mogelijk minder mest afgevoerd te worden (ook afhankelijk van de stikstofproductie) - voor hetzelfde aantal stuks vee zijn minder fosfaatrechten nodig. De fosfaatefficiëntie kan verbeterd worden door: - verlaging fosforgehalte in het voerrantsoen; - verlaging jongveebezetting; - verhoging levensproductie per koe, waardoor minder jongvee nodig is; - verhoging melkproductie per koe. Fosforarme voeders In rundveerantsoenen is veelal voldoende fosfor aanwezig, waarvan een groot deel afkomstig is uit het eigen ruwvoer. Ook hier is het mogelijk de fosforaanvoer te verlagen. Dit levert alleen financieel voordeel op als er wordt deelgenomen aan de Bedrijfs Specifieke Excretie. Het gaat hierbij om het gebruik van voedermiddelen waarmee relatief weinig fosfor wordt aangevoerd. Er is daarbij een sterke relatie met het ruweiwitgehalte. Het is daarom zinvol krachtvoergrondstoffen en bijproducten te gebruiken met een zo laag mogelijke fosfor/ruweiwit-verhouding. www.bakertillyberk.nl/agro 2

Deze regeling geldt vanaf 1 januari 2017. Voor dit jaar kan er geen gebruik van worden gemaakt. Knelgevallenregeling wet grondgebonden groei melkvee Per 1 januari 2016 is de AMvB grondgebonden groei in werking getreden, die bepaalt dat melkveebedrijven de groei van het melkveefosfaatoverschot ten opzichte van 2014 gedeeltelijk moeten compenseren met extra grond. De AMvB zal per 1 januari 2017 worden vervangen door een wet met dezelfde strekking. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft onlangs een knelgevallenregeling bekend gemaakt voor melkveebedrijven die in 2014 door buitengewone omstandigheden een ongewoon laag melkveefosfaatoverschot hadden. Buitengewone omstandigheid In de volgende situaties is sprake van een buitengewone omstandigheid: 1. Het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan, is lager door realisatie van een natuurgebied of publieke infrastructuur. 2. De productie van dierlijke meststoffen door melkvee was in kilogrammen fosfaat in 2014 minimaal 5% lager door: a. dierziekten of ernstige diergezondheidsproblemen; b. ziekte of overlijden van een persoon van het samenwerkingsverband van de landbouwer of een bloed- of aanverwant in de eerste graad; c. of vernieling van de stal waar het melk-vee werd gehouden (bijv. door brand). Aanmelden voor 1 april 2017 Een landbouwer die meent dat er sprake is van een situatie zoals hierboven beschreven, moet zich vóór 1 april 2017 aanmelden bij de RVO.nl. Daarvoor komt een formulier beschikbaar, waarop de volgende gegevens vermeld moeten worden: De fosfaatproductie in 2014 op basis van de werkelijke omvang van de melkveestapel in dat jaar. De productie mag op basis van forfaits of BEX berekend worden. De fosfaatruimte in 2014 op basis van de werkelijke oppervlakte grond in gebruik bij het bedrijf in dat jaar. De gecorrigeerde fosfaatproductie in 2014 op basis van de omvang van de melkveestapel zoals deze zou zijn geweest zonder ziekte of overlijden van de landbouwer, dierziekte of ernstige diergezondheidsproblemen, of vernieling van de stal. De gecorrigeerde fosfaatproductie wordt vastgesteld op basis van forfaits. De gecorrigeerde fosfaatruimte 2014 op basis van de gebruikte oppervlakte landbouwgrond, met aftrek van de tijdelijk in gebruik zijnde grond vanwege medewerking aan de realisatie van een natuurontwikkelingsproject of publieke infrastructuur. Daarbij moet sprake zijn van een bestemmingswisseling van landbouwgrond. www.bakertillyberk.nl/agro 3

De aanmelding moet onderbouwd worden met schriftelijke bewijsstukken, zoals medische verklaringen, verklaringen van veeartsen of verzekeringsmaatschappijen en documenten die deelname aan natuurontwikkelings- of infrastructuurprojecten aantonen. Mestscheiding vereist scherp toezicht Afvoer van vaste of gescheiden mest wordt steeds vaker door de RVO geweigerd of gewaardeerd tegen lagere gehaltes. Het gevolg is een grote overschrijding van de gebruiksnormen en torenhoge boetes. Wat is er aan de hand en waar moet u rekening mee houden? En wat zegt de rechter? Landbouwers laten mest scheiden om te besparen op mestafzetkosten. De meest gehoorde reden is dat de dunne fractie met lage gehaltes dan op eigen land kan worden uitgereden. De praktijk is dat, als uit de afgevoerde dikke fractie blijkt dat er voldoende fosfaat is afgevoerd, de mestboekhouding sluitend gemaakt kan worden door de rest van de mest af te zetten op eigen land of de eindvoorraad administratief sterk te verlagen. Dit succesverhaal doet veelvuldig de ronde, waardoor steeds meer bedrijven besluiten een mestscheider in te huren om met de dikke fractie een flinke hoeveelheid mineralen af te zetten. Dit is echter vaak het begin van een hoop ellende. De RVO ziet de hoge gehaltes in de mest en stelt vragen of dat wel kan kloppen. Dit controleert de RVO aan de hand van de soort mestscheider, de capaciteit van de scheider en de hoeveelheid mest die gescheiden is. Als er 1.000 ton mest met 5 kg fosfaat per ton is gescheiden, dan moet er een scheider hebben gestaan die in die tijd ook die 1.000 ton moet kunnen verwerken, moet er opslag zijn voor de dunne fractie en kan in de dikke en dunne fractie samen nooit meer dan die 5.000 kg fosfaat zitten dan waarmee is begonnen. De praktijk is vaak dat deze hoeveelheid bijna geheel in de dikke fractie zit, of zelfs meer. De RVO vraagt dan aan de landbouwer bewijsstukken van de mestscheiding. Deze zijn er vaak onvoldoende. Vervolgens gebruikt de RVO wetenschappelijke rapporten om haar gelijk te bewijzen. De wet zegt dat bij mestscheiding een inzichtelijke administratie gevoerd moet worden. Dit wil zeggen dat er een sluitende administratie moet zijn van input en output van de mestscheider, aangevuld met bewijzen van de mestscheiding die heeft plaatsgevonden. Foto s zijn hierbij onontbeerlijk. www.bakertillyberk.nl/agro 4

De RVO accepteert hoge gehaltes in de dikke fractie niet zo maar. Dit moet een landbouwer ook niet doen. Dat geldt ook voor hele lage gehaltes in de dikke fractie. Afvoer van vaste mest, en dus ook van dikke fractie, is fraudegevoelig. Bij hele hoge gehaltes is het van belang dat zeker is dat deze ook echt in de mest zaten. Hoge gehaltes kunnen ook een meetfout of een foutief monster zijn. Door input en output van dikke en dunne fractie met elkaar af te stemmen valt een meetfout er snel uit. Dit geldt niet alleen voor hele hoge gehaltes. Bij tegenvallende gehaltes geldt dezelfde denkwijze. Hoge gehaltes plaatsen landbouwers voor lastige vragen bij de bepaling van de juiste eindvoorraad. Meestal worden de tonnen eindvoorraad maar naar beneden bijgesteld. Dit is in strijd met de wetgeving. Het is beter om de berekende eindvoorraad af te stemmen met de werkelijke voorraad. Daar mag best een klein verschil in zitten, de inhoud van een put is nooit op één kuub nauwkeurig te bepalen. Er kan ook sprake zijn van iets hogere of lagere gehaltes in de aanwezige mest. Grote verschillen duiden echter op structurele fouten. Als dat speelt is het zaak om de mestboekhouding (en de bepaling van de eindvoorraad) nog eens heel kritisch tegen het licht te houden. De rechter heeft ook zijn ideeën over mestscheiding. De RVO schrapte in een zaak de afvoer van gescheiden mest met hele hoge gehaltes volledig, omdat deze volgens haar nooit kon hebben plaatsgevonden. Een hoge mestboete was het gevolg. In deze zaak weerlegde de landbouwer dat met getuigenverklaringen van loonwerkers, vervoerders en derden. Doordat de RVO de hoge gehaltes niet ter discussie had gesteld, bleef de afvoer meetellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De RVO zal hier ongetwijfeld van geleerd hebben en de volgende keer beter beslagen ten ijs komen. De voorgestelde regels voor verhoging van de gebruiksnormen bevatten veel details. Wij kunnen met u de (on)mogelijkheden op een rijtje zetten. Moraal van dit verhaal: accepteer niet klakkeloos hoge of lage uitslagen van mestscheiding. Zorg dat uit de administratie, onderbouwd met bewijsstukken, blijkt dat de uitkomst een goede weergave is van wat werkelijk is gebeurd. Hiermee voorkomt u dat mestscheiding het begin is van een hoop ellende. Meer gebruiksruimte akkerbouw Op dit moment is er een regeling in de maak waarbij akkerbouwers hogere stikstof- en/of fosfaatgebruiksnormen mogen hanteren. De hogere normen voor bouwland gelden bij een bepaalde gewasopbrengst per ha, bij een beperkt gebruik van drijfmest en/of bij rijenbemesting met GPS bij maïs. De regeling gaat mogelijk deels al per 2016 in. www.bakertillyberk.nl/agro 5

Grondsoort Bij de extra gebruiksnormen worden vaak voorwaarden gesteld per grondsoort. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen kleigrond, veengrond, zandgrond (centraal, noordelijk, westelijk en zuidelijk) en lössgrond. Gewasopbrengst Als de gemiddelde gewasopbrengst over de drie voorgaande jaren op een bepaald niveau ligt, geldt een extra stikstofnorm. Dit systeem geldt al voor suikerbieten, aardappelen en granen op klei en wordt uitgebreid naar meerdere gewassen en alle grondsoorten. Daarnaast komen er meerdere staffels, afhankelijk van de gewasopbrengst. De extra stikstofnorm varieert van 4 t/m 75 kg/ha. Er gelden aanvullende voorwaarden, zoals bijvoorbeeld een maximale drijfmestgift per ha. Gebruik drijfmest Als het gebruik van drijfmest beperkt is (0 t/m 65 kg stikstof per ha) gaat een extra stikstofnorm gelden, die opgevuld mag worden met bepaalde kunstmeststoffen. De extra stikstofnorm loopt van 5 t/m 30 kg stikstof per ha. De extra norm is voor zuidelijke zandgrond en lössgrond lager dan voor de overige grondsoorten. Rijenbemesting Bij de teelt van maïs op zand- en lössgrond gaat een extra stikstofnorm gelden bij de teelt van maïs, indien rijenbemesting met GPS wordt toegepast. Fosfaatnorm Voor de teelt van aardappelen, suikerbieten, zaaiuien, wintertarwe, zomergerst en maïs kan een extra fosfaatgebruiksnorm (5 t/m15 kg/ha) gelden. De gewas-opbrengst in de afgelopen 3 jaar moet wel een bepaald niveau bereikt hebben. Vanaf 01/08 beperkingen uitrijperioden Welke uitrijverboden gelden ook alweer in de zomer en najaar? Drijfmest, uitrijverbod vanaf 01/08 op bouwland, tenzij uiterlijk 31/8 winterkoolzaad of een groenbemester wordt gezaaid of bloembollen worden geplant (najaar). 01/09 algeheel verbod op gras- en bouwland. Vaste mest, uitrijverbod vanaf 01/09 op zand- en lössgrond behalve op bouwland vóór aanplant bomen. 16/09 op grasland, klei- en veengrond. www.bakertillyberk.nl/agro 6

Bij een bedrijfsoverdracht spelen steeds meer zaken een rol. Betrek uw adviseur tijdig bij uw plannen Bedrijfsoverdracht en fosfaatrechten Volgens de huidige plannen worden op 1 januari 2017 fosfaatrechten voor melkvee ingevoerd. Bij overdracht vindt een afroming van 10% plaats. De Staatssecretaris is van plan om deze afroming niet toe te passen als er sprake is van bedrijfsoverdrachten in familieverband (1e, 2e of 3e graad). Uitwerking nog niet bekend De exacte uitwerking is niet bekend, maar mogelijk wordt aangesloten bij de werkwijze die toegepast wordt bij de overdracht van de melkveefosfaatreferentie (MFR). Dit zou betekenen, dat de fosfaatrechten niet worden afgeroomd als bij bedrijfswijzigingen het KvK-nr niet wijzigt. Wijzigt het KvKnr wel, maar is er sprake van een overdracht binnen de familie (bloed of aanverwantschap in de 1e, 2e of 3e graad), dan wordt ook niet afgeroomd. Overdracht referentie voor 1 januari 2017 Bij een bedrijfsoverdracht na de referentiedatum 2 juli 2015 en voor 1 januari 2017, dan zal de referentie (aantal dieren op 2 juli 2015) moeten worden overgedragen. De fosfaatrechten zijn immers nog niet toegekend. De vraag is wanneer een referentieoverdracht mogelijk is en of hierover ook een afroming plaatsvindt. Waarschijnlijk wordt bij een overdracht van de referentie geen afroming toegepast bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie (tot 3e graad). Wel afroming? Bij overige bedrijfsoverdrachten voor 1 januari 2017 is de kans groot dat de referentie wel wordt afgeroomd. Het zou kunnen, dat dit niet het geval is bij bedrijfsoverdrachten voor 3 maart 2016 (datum publicatie Kamerbrief over fosfaatrechten). Zekerheid is echter niet te geven. Via mijn.rvo.nl kunt u uw perceelsregistratie bijwerken. Indien gewenst kan uw adviseur u hierbij helpen. Wijziging gebruik percelen na 15 mei Als u na 15 mei een perceel in gebruik neemt of uit gebruik geeft, dan moet u deze wijziging registreren in de perceelsregistratie van RVO ( Mijn percelen ). Wijziging percelen Op 15 mei heeft u uw percelen opgegeven met de GO. Als u na deze datum een perceel in gebruik neemt, moet u dat opgeven bij Mijn percelen. Degene die het perceel uit gebruik geeft moet een einddatum invullen bij het betreffende perceel. www.bakertillyberk.nl/agro 7

Tot 1 november Als u een perceel op of na 1 november in gebruik neemt of uit gebruik geeft, dan is het niet verplicht deze wijziging direct in Mijn percelen vast te leggen. U mag hiermee ook wachten tot de volgende GO. Het is overigens wel aan te raden dit direct te doen. Immers als de andere partij de wijziging wel doorgeeft kunt u een melding van RVO ontvangen dat het perceel bij twee relaties is geregistreerd. Zorg wel dat u beiden dezelfde datum aanhoudt! Bedrijfsoverdracht Bij een bedrijfsoverdracht kunnen alle percelen worden overgezet naar het nieuwe bedrijf. Bij het melden van de overdracht moet u dan aangeven dat de percelen mee overgaan. RVO registreert de percelen dan bij het nieuwe bedrijf. De percelen hoeven dan niet afzonderlijk te worden af- en aangemeld. Meststoffenwet en agrarisch natuurbeheer Een juiste perceelsregistratie is van belang voor de Meststoffenwet en voor bijvoorbeeld subsidieaanvragen agrarisch natuurbeheer. Wijzigen zaaidatum EA-vanggewas Eén van de vergroeningseisen is de invulling van het Ecologisch aandachtsgebied (EA). Wilt u dit invullen met vanggewassen, dan heeft u het vanggewas en de verwachte zaaidatum ingevuld met de Gecombineerde opgave (GO). Wijzigt de zaaidatum, dan kunt u dit t/m 30 september doorgeven aan RVO, door de GO opnieuw in te dienen. Zorg dat u aan de 10- wekentermijn kunt voldoen op basis van de opgegeven zaaidatum. Geef wijzigingen uiterlijk 30 september door. 10 wekentermijn Een EA-vanggewas moet minimaal 10 weken worden geteeld. De in de GO opgegeven zaaidatum is in principe de startdatum voor deze 10 wekentermijn. Wijkt de werkelijke zaaidatum af dan moet u, formeel, uiterlijk op de zaaidatum de werkelijke zaaidatum doorgeven. Als u de zaaidatum later meldt, dan geldt de melddatum als startdatum voor de 10 wekentermijn. Wanneer eerdere zaaidatum doorgeven? Als de werkelijke zaaidatum eerder is dan in de GO is opgegeven, en u komt in de problemen met de 10-wekentermijn vanaf de opgegeven datum, dan is het zinvol om de werkelijke (eerdere) zaaidatum door te geven. Komt u niet in de problemen met de 10 wekentermijn, omdat u geen werkzaamheden hoeft uit te voeren (bijv. ploegen of inscharen van schapen), dan is het opgeven van een eerder zaaidatum niet nodig. www.bakertillyberk.nl/agro 8

Doorgeven uiterlijk 30 september. U kunt t/m 30 september de zaaidatum van het EA-vanggewas doorgeven. Voor deze wijziging van de GO wordt geen korting opgelegd. GPS-meting bewijst ongelijk RVO niet Menig landbouwbedrijf heeft een GPS-meting laten uitvoeren om daarmee aan te tonen dat de opper-vlakte landbouwgrond groter is dan dat de RVO aanneemt. Ze laten zich daarbij overhalen door mooie verhalen van het meetbureau: de GPS-meting is erkend door de RVO en leidt in de praktijk tot een toename van de oppervlakte tot zo n 2%. Helaas valt het eindresultaat (de vaststelling van de oppervlakte door de RVO) vaak tegen, terwijl men wel aanzienlijke kosten heeft gemaakt voor de GPS-meting. De resultaten van de GPS-meting kunnen ingelezen worden in de Gecombineerde opgave. De RVO gaat de opgave vervolgens controleren met luchtfoto s. In de praktijk blijkt dan nogal eens dat de RVO de GPSmeting niet of slechts gedeeltelijk overneemt. Meerdere rechters hebben geoordeeld dat de werkwijze van de RVO op zich juist is. Het is aan de landbouwer om (in een bezwaar-procedure) met aanvullend bewijsmateriaal aan te tonen dat de vaststelling door de RVO op basis van luchtfoto s onjuist is en dat de GPS-meting wel correct is. Helaas voeren de meetbureaus wel een GPS-meting uit, maar wordt de meting lang niet altijd onderbouwd met aanvullend bewijsmateriaal (bijv. foto s). Het is zelfs de vraag of een GPS-meting wel noodzakelijk is om het ongelijk van de RVO aan te tonen. Met goede argumenten en bewijsstukken komt men zelf vaak een heel eind. Geen bedrijfstoeslag na verhinderen bedrijfscontrole Een controleur van het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) bezocht begin oktober 2013 een veehouder voor een onaangekondigde controle op de randvoorwaarden. De veehouder gaf aan niet aan de controle te willen meewerken, omdat de aardappelen dringend gerooid moesten worden en er op dat moment ook een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaande was. De controleur van het COKZ bood aan de controle alleen uit te voeren, maar de veehouder weigerde dit en stuurde de man in niet mis te verstane bewoordingen weg. Daarop werd de aanvraag om bedrijfstoeslag voor het jaar 2013 geheel afgewezen. www.bakertillyberk.nl/agro 9

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de staatssecretaris van Economische Zaken zich terecht op het standpunt had gesteld dat de veehouder de controle had verhinderd. Het college sloot niet uit dat in zeer uitzonderlijke omstandigheden de landbouwer zich zou kunnen beroepen op een noodsituatie, die het voor hem onmogelijk maakte op dat moment mee te werken aan de controle. In dit geval was echter van zo n situatie geen sprake. De veehouder had immers niet alle mogelijke maatregelen genomen die in de gegeven omstandigheden van hem hadden kunnen worden verlangd om te waarborgen dat toch een controle kon worden uitgevoerd. Het college kon wel enig begrip opbrengen voor de hectische situatie ten tijde van de controle, maar de veehouder had in ieder geval kunnen overleggen met de COKZ-controleur en deze in contact kunnen brengen met de aanwezige NVWA-controleurs om tot een oplossing te komen. De controleur gaf in de zitting aan dat hij, bij nijpende situaties op het te controleren bedrijf, in overleg een andere keer had kunnen komen voor een onaangekondigde controle. Ook een beroep op het evenredigheidsbeginsel slaagde niet. De belangenafweging op grond van de Algemene wet bestuursrecht vindt plaats voor zover niet uit een wettelijk voorschrift een beperking voortvloeit. De EG-verordening stelt dwingend dat een landbouwer die een controle verhindert, volledig van steun moet worden uitgesloten. Hierbij is geen ruimte gelaten voor een belangenafweging. De staatssecretaris had zich terecht op het standpunt gesteld dat hij is gebonden aan het Europese sanctiestelsel en niet bevoegd is hiervan af te wijken. Het beroep van de veehouder werd ongegrond verklaard. Gebruik grond om niet is geen pacht In twee recente rechtszaken draaide het om de vraag of er sprake was van een pachtovereenkomst. Voor het aannemen van een pachtovereenkomst moet aan twee kernvereisten worden voldaan. Ten eerste moet een boerderij of grond in gebruik verstrekt worden ter uitoefening van de landbouw, waarbij onder landbouw bedrijfsmatig gebruik wordt verstaan. Ten tweede moet er een tegenprestatie zijn overeengekomen. Een tegenprestatie kan uit geld bestaan, maar dit hoeft niet. www.bakertillyberk.nl/agro 10

In de ene zaak had een veehouder een aantal jaren een perceel grond in gebruik van een particulier. Nadat de particulier het gebruik opzegde, vorderde de veehouder bij de rechter vastlegging van de pachtovereenkomst. Het gebruik kon de veehouder wel bewijzen, maar niet dat hiervoor een vergoeding was bedongen (en betaald). In de andere zaak oordeelde de rechter dat het houden van twee koeien en twee kalveren, eigendom van de eigenaar van de boerderij, niet als bedrijfsmatige landbouw kon worden aangemerkt. Daarnaast was het passen op deze dieren geen serieuze tegenprestatie voor het bewonen van de boerderij. Er was slechts sprake van een bruikleenovereenkomst. In beide gevallen oordeelde de rechter dat er geen sprake was van een pachtovereenkomst. Daarmee konden beide eigenaren het gebruik opzeggen. Onduidelijkheid over betalingsrechten Door de late toekenning van betalingsrechten en bezwaren die nog lopen tegen de toekenning of afwijzing van betalingsrechten, weten veel landbouwers niet waar ze aan toe zijn bij de benutting voor 2016. Hierdoor kunnen zich lastige situaties voordoen. Bijvoorbeeld landbouwers die in 2015 dachten rechten te huren of verhuren maar geen betalingsrechten toegewezen hebben gekregen, weten vaak niet hoe ze in 2016 hun rechten moeten benutten. Nog complexer wordt het als de verhuurder van plan is deze grond met betalingsrechten aan een ander te verhuren. Ook landbouwers die ten onrechte geen betalings-rechten hebben gekregen en deze in 2016 niet kunnen benutten omdat ze geen actieve landbouwer meer zijn, leiden schade. In dit soort situaties is het raadzaam om het bezwaar aan te vullen met het verzoek deze rechten alsnog te mogen overdragen of benutten, of om hiervoor een schadevergoeding te vragen. Verrekenen bij afwijzing PO-huur Bent u als huurder in 2015 een PO-huur aangegaan? En is deze PO-huur door RVO afgekeurd? Dan heeft u op de gehuurde grond betalingsrechten in eigendom gekregen. Dit heeft gevolgen voor uw overgangsbetaling. www.bakertillyberk.nl/agro 11

Houd rekening met de hoogte van de overgangsbetaling t/m 2018, de vergroeningspremie en eventuele (budget)kortingen. Informeer zo nodig naar de uitgangspunten van de berekening. PO-huur Met een PO-huur was het de bedoeling om op de gehuurde grond gehuurde betalingsrechten te krijgen. Is een PO-huur 2015 afgekeurd, dan gaat RVO er vanuit dat er geen PO is afgesproken. U heeft dan, als huurder, op deze grond rechten in eigendom gekregen. Had u een referentie (waarde toeslagrechten 2014), dan is de overgangsbetaling ook over deze rechten verdeeld. Overdragen betalingsrechten Blijft u de betalingsrechten zelf benutten, dan ontvangt u zelf de basispremie inclusief uw overgangsdeel. Is de grond inmiddels terug gegaan naar de verhuurder en heeft u betalingsrechten mee overgedragen, of gaat u dat doen voor 2018, dan gaat een gedeelte van uw overgangsbetaling mee over. Verrekenen U kunt met de nieuwe eigenaar van de betalingsrechten (verhuurder grond) afspraken maken over het verrekenen van de overgangsbetaling t/m 2018 (eventueel inclusief de daaraan gekoppelde vergroeningspremie). Ook als de verhuurder de grond met betalingsrechten verhuurd aan derden, dan kunt u de verrekening regelen met de verhuurder van de grond. De verhuurder kan vervolgens afspraken maken met de nieuwe huurder. Wijziging pachtnormen Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) heeft de hoogst toelaatbare pachtprijzen berekend, welke op 1 juli 2016 van kracht worden. Los bouw- en grasland De pachtnormen voor los bouw- en grasland zijn gebaseerd op de bedrijfsresultaten van grote en middelgrote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2010 tot en met 2014. De normen stijgen in de regio s met overwegend melkveehouderij fors vanwege de goede bedrijfsresultaten in de melkveehouderij in 2014 en het wegvallen van het slechte jaar 2009. Voor de akkerbouwbedrijven geldt dat 2014 iets minder goed was dan 2009, met uitzondering van de bedrijven met zetmeelaardappelen. De normen voor de regio s IJsselmeerpolders en het Zuidwestelijk akkerbouwgebied dalen daarom licht, terwijl de norm voor akkerbouwbedrijven in het Noordoosten stijgt. www.bakertillyberk.nl/agro 12

Tabel 1: Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage voor los bouw- en grasland. Pachtprijsgebied Bouwhoek en Hogeland Veenkoloniën en Oldambt Noordelijk weidegebied Oostelijk veehouderijgebied Centraal veehouderijgebied IJsselmeerpolders Westelijk Holland Waterland en Droogmakerijen Hollands/Utrechts Weidegebied Rivierengebied Zuidwestelijk Akkerbouwgebied Zuidwest-Brabant Zuidelijk veehouderijgebied Zuid-Limburg Norm 2016 ( / ha) 836 806 901 815 756 1.118 775 527 Norm 2015 ( / ha) 714 689 738 634 622 1.174 660 394 Veranderpercentage 1.043 819 27 986 667 836 708 18-6 816 901 977 734 751 935 11 20 4 17 17 22 29 22-5 17 34 Los tuinland In tabel 2 staan de pachtnormen voor de twee pachtprijsgebieden van los tuinland vermeld. De hoogst toelaatbare pachtprijs voor los tuinland stijgt zowel in Westelijk Holland als in het gebied Rest van Nederland door de goede resultaten in 2014 en het wegvallen van het matige inkomensjaar 2009. In Westelijk Holland gaat het voornamelijk om bloembollenbedrijven, in Rest van Nederland zijn boomkwekerijen in de meerderheid. Tabel 2: Nieuwe regionorm, oude regionorm en veranderpercentage voor los tuinland. Pachtprijsgebied Westelijk Holland *) Rest van Nederland Norm 2016 ( / ha) 2.652 1.073 Norm 2015 ( / ha) 2.380 811 Veranderpercentage 11 32 *) excl. boomkwekerij in het landbouwgebied Boskoop en Rijneveld www.bakertillyberk.nl/agro 13

Agrarische bedrijfsgebouwen De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische bedrijfsgebouwen en de pachtprijs voor bestaande overeenkomsten worden verhoogd met 1,06%, gelijk aan de gemiddelde bouwkostenindex over de periode 2011-2015. Tabel 3: Hoogst toelaatbare pachtprijs in euro s per hectare voor bedrijfsgebouwen in 2016, afhankelijk van doelmatigheid gebouwen. Aard bedrijf Doelmatigheid Nieuw Zeer goed Goed Redelijk Matig Slecht Akkerbouw Melkvee Overig 469 369 281 207 145 84 1.205 948 724 532 370 212 725 572 436 320 223 127 Agrarische woningen De maximale pachtverhoging voor agrarische woningen met pachtovereenkomsten van voor 1 september 2007, bedraagt 2,1% (inflatie van 0,6% plus 1,5%). Dat is het basishuurverhogingspercentage volgens het huurprijzenbeleid woonruimte. De hoogst toelaatbare pachtprijs van overeenkomsten voor agrarische woningen die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan, wordt bepaald aan de hand van het puntenstelsel. De tabel van het puntenstelsel stijgt overeenkomstig de Uitvoeringswet huurprijzen woon ruimte met 0,6% (inflatiepercentage over 2015). Vaccineren tegen Q-koorts voor 1 augustus Publieksbedrijven (bijvoorbeeld kinderboerderijen, zorgboerderijen en boerencampings), professionele melkschapen- en melkgeitenbedrijven en opfokbe-drijven hebben tot 1 augustus 2016 de tijd om hun schapen en geiten te vaccineren tegen Q-koorts. Geiten- en schapenhouders moeten de vaccinatie altijd zelf betalen. De vaccinatie is verplicht voor alle melkgeiten- en melkschapenbedrijven en opfokbedrijven met meer dan 50 dieren en voor alle bedrijven met een publieks functie. De vaccinatie moet voor 1 augustus geregi streerd worden in het I&R-systeem. Alle overige geiten- en schapenhouders kunnen hun dieren vrijwillig laten vaccineren. Dieren die worden aangevoerd op een keuring of tentoonstelling, moeten uiterlijk drie weken voor het evenement gevaccineerd worden. www.bakertillyberk.nl/agro 14

Vanaf 1 augustus gaat de NVWA controleren of het vaccineren ook daadwerkelijk is gebeurd. Als er geen vaccinatie heeft plaatsgevonden, zal een bestuurlijke boete worden opgelegd. Daarnaast zal de vaccinatie alsnog moeten worden uitgevoerd. Wanneer een publieksbedrijf niet aan de vaccinatieplicht heeft voldaan, zal de publieksfunctie opgeheven worden tot het moment dat alle dieren volledig zijn gevaccineerd. Uitvoering en actualiteit huwelijkse voorwaarden Veel ondernemers kiezen ervoor om te trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Enerzijds wordt daarmee bij een eventuele echtscheiding voorkomen dat de partner meedeelt in het ondernemingsvermogen. Anderzijds is daarmee de partner niet aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Het is echter erg belangrijk dat de huwelijkse voorwaarden correct worden uitgevoerd. In de akte van huwelijkse voorwaarden staat meestal een zogenaamd verrekenbeding. Dit beding bepaalt in veel gevallen dat het inkomen dat de echtgenoten jaarlijks verdienen minus de huishoudelijke kosten gelijkelijk over beiden verdeeld moet worden. In de praktijk wordt het verrekenen vaak niet uitgevoerd. Dit kan er toe leiden dat de rechter bij de echtscheiding bepaalt dat er gewoon sprake was van een huwelijk in gemeenschap van goederen, met alle consequenties van dien voor de onderneming. Ga daarom na of de jaarlijkse verrekening juist is uitgevoerd. Als dit niet gebeurd is, zijn er wellicht nog mogelijkheden dit te herstellen. Daarnaast is het raadzaam om te kijken of de voorwaarden in de akte nog actueel zijn en fiscaal gunstig uitpakken. Stoppersregeling alleen voor stoppers Alle varkens- en pluimveehouders moeten in principe voldoen aan het Besluit huisvesting. In het Actieplan Ammoniak Veehouderij is een uitzondering gemaakt voor veehouders die willen stoppen voor 1 januari 2020. Voorwaarde is dat zij met andere maatregelen een even grote emissiereductie realiseren als wanneer emissiearme stalsystemen zouden worden toegepast om aan de emissie-eisen van het Besluit huisvesting te voldoen. Het aantal dieren mag niet uitgebreid worden binnen deze stoppersregeling. www.bakertillyberk.nl/agro 15

Voor bedrijven die meedoen aan deze regeling, bestaat de mogelijkheid het bedrijf na 1 januari 2020 voort te zetten of al op een eerder moment uit te breiden. Zij moeten dan met behulp van emissiearme technieken voldoen aan de maximale emissiewaarden. Onlangs heeft de Raad van State geoordeeld dat een bedrijf dat een vergunning aanvraagt voor een uitbreiding, vanaf dat moment geen stoppend bedrijf meer is en dus niet meer onder de stoppersregeling kan vallen. Het betreffende bedrijf was al geruime tijd bezig een vergunning te verkrijgen voor een uitbreiding. De milieuvereniging MOB verzocht de gemeente handhavend op te treden wegens overtreding van het Besluit huisvesting. Volgens de rechter betekende het feit dat de gemeente wilde meewerken aan de uitbreiding, niet dat zij niet handhavend hoefde op te treden. Dit had tot gevolg dat de bestaande stallen per direct aangepast moesten worden. Hebt u een beroep gedaan op de stoppersregeling en wilt u alsnog doorgaan of uitbreiden met varkens of pluimvee, dan moet u er rekening mee houden dat na het aanvragen van een nieuwe vergunning de bestaande stallen direct aangepast moeten worden. Subsidie voor investeringen in energie glastuinbouw Glastuinbouwers kunnen met de subsidie Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw 2016 investeren in milieuvriendelijke maatregelen. Voorheen viel deze regeling onder twee subsidies: Investeringen in milieuvriendelijke maatregelen (IMM) en Investeringsregeling energiebesparing (IRE). Subsidiabele investeringen Voor de volgende investeringen is subsidie mogelijk: tweede energiescherm verticale ventilatoren diffuus glas met antireflectiecoating aansluiting op een warmtenetwerk of cluster aansluiting op een biogas of koolstofdioxyde-netwerk of cluster biomassaketel of kachel De subsidie wordt alleen verstrekt voor de kosten (exclusief btw) die men heeft gemaakt voor de aanschaf van nieuwe machines en apparatuur. Installatiekosten komen niet voor subsidie in aanmerking. www.bakertillyberk.nl/agro 16

Voorwaarden Voor de regeling gelden de volgende voorwaarden: De investering moet uitgevoerd worden in Nederland. Men heeft voor de aanvraag een overeenkomst afgesloten met de leverancier. Er is een ontbindende voorwaarde opgenomen voor het geval de subsidie niet toegekend wordt. Om te voorkomen dat de subsidie een prijsopdrijvend effect krijgt, moet de marktconformiteit van de kosten aangetoond worden. De investering mag niet in strijd zijn met de EU-wetgeving en de nationale milieubeschermings-wetgeving. Indien men tevens subsidie ontvangt via een andere regeling, bedraagt de subsidie nooit meer dan men via deze regeling of de Europese steunkaders kan ontvangen. Voor een tweede energiescherm, diffuus glas en een biomassaketel zijn er aanvullende voorwaarden. Hoogte subsidie De subsidie bedraagt maximaal 25% van de subsidiabele kosten. Het subsidiebedrag moet minimaal 5.000 bedragen. Er geldt een maximaal subsidiebedrag per investering. Aanvragen De subsidieregeling wordt opengesteld in de periode 1 juli tot en met 1 oktober. Aanvragen moeten ingediend worden via het eloket op mijn.rvo.nl. Extra aankoop leveringsrechten suiker Bepaal nu of extra LLB s voor u interessant zijn. Bij de afschaffing van de suikerquotering door de EU in 2017, vervangt Cosun de basisreferentie suiker en het systeem van aandelen door Ledenleveringsbewijzen (LLB). In juni kunnen leden extra LLB s aanschaffen. Extra LLB s In april 2016 hebben leden van Cosun een bericht gehad over het overzetten van basisreferentie suiker naar LLB s. In de maand juni krijgen leden van Cosun de mogelijkheid om 20% extra LLB s aan te schaffen. Korte wenken Oogst hoofdgewas bij onderzaai Teelt u een EA-vanggewas als onderzaai in een hoofdgewas, dan moet u het hoofdgewas voor 1 oktober oogsten. Dit is anders dan in 2015. In 2015 mocht u het hoofdgewas ook na 1 oktober oogsten. RVO heeft haar standpunt gewijzigd zonder dit duidelijk en tijdig te communiceren. Als u het hoofdgewas na 30 september oogst en u komt, bij controle, in de problemen met de vergroenings-eisen, neem dan contact met ons op. Wij kunnen u helpen bij het opstellen van een bezwaarschrift. www.bakertillyberk.nl/agro 17

Bijwerken bemestingsplan Nu alle percelen met de juiste oppervlakte zijn opgegeven met de GO, kunt u uw bemestingsplan (voor derogatie) actualiseren. Derogatie en 80% grasland Heeft u derogatie? Dan moet u in de periode van 15 mei t/m 15 september minimaal 80% grasland hebben. Deze 80% wordt berekend op basis van het totaal areaal landbouwgrond dat u op 15 mei in gebruik had. De percelen grasland moeten in deze periode onafgebroken grasland zijn. Afvoer na mestscheiding Als u op uw bedrijf mestscheiding toepast en u voert de dikke en/of de dunne fractie af van uw bedrijf, dan moet u deze scheidingsproducten afvoeren via een intermediair. Vanaf 2015 moeten, bij afvoer, de scheidingsproducten worden bemonsterd. Ook is AGR/GPS en het wegen van de mest verplicht. Deze verplichtingen gelden ook als u gier afvoert. Bodem- en bemestingsadviezen Bent u akkerbouwer of vollegronds- groenteteler en heeft u vragen over bodem- of bemestingszaken? Raadpleeg dan de website: www.handboekbodemenbemesting.nl. Naast bemestingsadviezen is ook informatie over o.a. bodem-vruchtbaarheid, bodemgezondheid en bodemstructuur gratis beschikbaar. Verdelen ruimte bij overdracht Bij een volledige bedrijfsoverdracht kunt u, bij de gebruiksnormenberekening het principe samen droog over de sloot toepassen. Hierbij voldoen het oude en nieuwe bedrijf samen aan de gebruiksnormen. In het kader van de grondgebondenheid mag dit niet zo worden toegepast. Beide bedrijven moeten voor de grondgebondenheid een afzonderlijke berekening maken. Dit kan problemen geven voor één van de bedrijven omdat maar één van beide de grond op 15 mei in gebruik heeft en dus de fosfaatruimte heeft. Om aan deze problematiek tegemoet te komen mag de fosfaatruimte onderling worden verdeeld. Hiermee is het probleem vaak opgelost, omdat het nieuwe bedrijf in het eerste jaar meestal geen fosfaatruimte nodig heeft. Het nieuwe bedrijf heeft immers geen referentie en mag het eerste jaar groeien zonder grond. Ook voor de berekening van de mestverwerking mag de fosfaatruimte worden verdeeld Grasland Natura 2000-gebieden Vanaf 1 januari 2015 geldt, in het kader van de vergroeningseisen, een vernietigingsverbod voor blijvend grasland in Natura 2000-gebieden. Herinzaaien van grasland is hierdoor niet toegestaan, maar doorzaaien wel. Vanaf 1 april 2016 is het toegestaan om lichte bewerkingen uit te voeren, bijv. ten behoeve van het doorzaaien. www.bakertillyberk.nl/agro 18

Agenda 1 juli t/m 1 oktober 2016 Openstelling subsidieregeling voor investeringen in energie glastuinbouw. Vanaf 1 augustus Uitrijverboden dierlijke mest, zie elders in deze nieuwsbrief T/m 15 september toegestaan Gebruik stikstofkunstmest op gras- en bouwland. Graslandvernietiging op klei- en veengrond. Uiterlijk 30 september Inzaai EA-vanggewas. Oogst hoofdteelt bij onderzaai EA-vanggewas. Met onze Agro-nieuwsbrief willen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen die mogelijk uw bedrijf raken. Wij hebben aan de samenstelling de grootst mogelijke zorg besteed. Baker Tilly Berk N.V. aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en of handelingen gebaseerd op de informatie uit de Agro-nieuwsbrief. Wilt u op basis van deze informatie actie ondernemen, dan is nader advies noodzakelijk. Voor een dergelijk advies kunt u een afspraak met ons maken www.bakertillyberk.nl/agro 19