ONTWRP BSLUIT OMGVINGSVRGUNNING Brabant Noord Onderwerp Wij hebben op 14 november 216 van B.V., Hemelrijkstraat 11 te een verzoek ontvangen voor het gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning voor de ativiteit inrihting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 Wabo, voor de inrihting gelegen aan Hemelrijkstraat 11 te Odiliapeel, kadastraal bekend gemeente Uden, setie nummers 1141, 164 en 1142. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 269234. Besluit Wij zijn voornemens, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze beshikking en gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen (Wabo), te besluiten: de op 8 mei212 verleende omgevingsvergunning, gedeeltelijk in te trekken. dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: o het verzoek t o t intrekking d.d. 14 november 216 Dat de intrekking betrekking heeft op het niet realiseren van de dogtunnel. De mest wordt nu diret afgevoerd. Pedure De besluitvormingspedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.3 van de Wabo (de uitgebreide voorbereidingspedure). het kader van de pedure is getoetst aan artikel 2.33, lid 2 onder b van de Wabo, dat gaat over het intrekken van een omgevingsvergunning, voor wat betreft inrihtingen (artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 Wabo). De overwegingen zijn in bijlage II opgenomen. Ondertekening Burgemeester en wethouders van Uden Namens dezen, De heer J.A.J. Lenssen, Direteur Omgevingsdienst Brabant Noord 2 februari 217 Verzending Verzonden op: 2 februari 217 en exemplaar van deze beshikking is gezonden aan: de aanvrager; Adviesbureau van Gerwen v.o.f. t.a.v. mevr. M.T.G. van Gerwen; Omgevingsdienst Brabant Noord, t.a.v. de heer K. Giesen.
Ter inzagelegging/zienswijzemogelijkheid De ontwerpbeshikking met bijbehorende stukken worden op gnd van de Algemene wet bestuursreht met ingang van 9 februari 217 ter inzage gelegd. U kunt binnen zes weken na start van de ter inzage termijn eventuele zienswijzen tegen of adviezen over de ontwerpbeshikking indienen bij gemeente Uden, Markt 145 te Uden. 2
INHOUDSOPGAV BIJLAG I. PROCDURL OVRWGINGN 1 BIJLAG II. INHOUDLIJK OVRWGINGN 1 1 INTRKKING OMGVINGSVRGUNNING 1 BIJLAG III. DIRTABL 1
BIJLAG I. PROCDURL OVRWGINGN Brabant Noord PROCDUR Algemeen Op 14 november 216 hebben wij van B.V. een verzoek ontvangen om de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e van de Wabo, die wij op 8 mei 212 hebben verleend, voor de inrihting gelegen aan Hemelrijkstraat 11 te Odiliapeel, gedeeltelijk in te trekken. De inrihting is kadastraal bekend gemeente Uden, setie nummers en 1142. Pjetbeshrijving Het verzoek riht ziht op het gedeeltelijk in trekken van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 van de Wabo. Het verzoek heeft betrekking op het intrekken van de realisatie van een dogtunnel met geperforeerde metalen platen. Vergunde situatie Op 8 mei 212 hebben wij voor de inrihting een omgevingsvergunning (revisie) verleend. Voor de bouwplihtige ativiteiten zijn de bouwvergunning verleend. De vergunning is onherepelijk en in werking getreden. Dit betekent dat de inrihting nu over een omgevingsvergunning beshikt, onform artikel 1.2, lid 1 van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande pjetbeshrijving, alsmede op het bepaalde in artikel 2.4 van de Wabo, artikel 3.3 van het Bor en ategorie 1, 2, 5, 8 en 9 uit onderdeel C bij de bijbehorende bijlage I zijn wij het bevoegd gezag om de omgevingsvergunning in te trekken. MIX Papier van verantwoorde herkomst CÛ2257 O
BIJLAG II. 1 INHOUDLIJK OVRWGINGN Omgevingsdienst Brabant Noord INTRKKING OMGVINGSVRGUNNING 1.1 Algemeen De intrekking heeft betrekking op een gedeelte van de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel lid 1 onder e, sub 3 Wabo voor het houden van pluimvee (legkippen) binnen de inrihting gelegen aan de Hemelrijkstraat 11 te Odiliapeel. Over de inhoud van de intrekking merken wij samenvattend het volgende op: De dogtunnel met geperforeerde metalen platen, als nageshakelde tehniek, wordt niet gerealiseerd. Na intrekking van de omgevingsvergunning mogen er nog de volgende dieren binnen de inrihting worden gehouden: 116.972 legkippen, koloniehuisvesting met (Rav.2.5.6) 1.2 Overwegingen bijlage III is een overziht gegeven van het aantal dierenen dat binnen de inrihting gehouden mag worden. Dít zijn de uitgangsgegevens voor het beoordelen van het intrekken van de omgevingsvergunning. 1.3 Conlusie Het belang van de besherming van het milieu verzet zih niet tegen de gedeeltelijke intrekking van de bedoelde omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 Wabo. Door het gedeeltelijk intrekken van de milieuvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e, sub 3 Wabo nemen de milieugevolgen voor de omgeving af. Dit leidt tot een positief effet voor de omgeving.
O o ra dj CL C/1 CO ín dj ' ū tt CM o x: oo oo - oo ZS o m o CN o" O