SLO is het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Al 35 jaar geven wij inhoud aan leren en innovatie in de driehoek beleid, wetenschap en onderwijspraktijk. De kern van onze expertise betreft het ontwikkelen van doelen en inhouden van leren, voor vele niveaus, van landelijk beleid tot het klaslokaal. We doen dat in interactie met vele uiteenlopende partners uit kringen van beleid, schoolbesturen en -leiders, leraren, onderzoekers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (ouders, bedrijfsleven, e.d.). Zo zijn wij in staat leerplankaders te ontwerpen, die van voorbeelden te voorzien en te beproeven in de schoolpraktijk. Met onze producten en adviezen ondersteunen we zowel beleidsmakers als scholen en leraren bij het maken van inhoudelijke leerplankeuzes en het uitwerken daarvan in aansprekend en succesvol onderwijs. Burgerschap in kaart gebracht Instrument voor het inventariseren van het onderwijsaanbod burgerschap in vakken en leergebieden primair onderwijs SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO Piet Heinstraat 12 7511 JE Enschede Postbus 2041 7500 CA Enschede T 053 484 08 40 F 053 430 76 92 E info@slo.nl www.slo.nl
Burgerschap in kaart gebracht Instrument voor het inventariseren van het onderwijsaanbod burgerschap in vakken en leergebieden Primair Onderwijs November 2010
Verantwoording 2010 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. Dit instrument is in 2009 uitgegeven onder de naam Burgerschap en Integratie: inventarisatie van het aanbod. Het instrument is ontwikkeld in samenwerking met de Protestants Christelijke Basisschool De Waalse School, Rotterdam. In 2010 is het instrument aangepast om het te laten aansluiten bij het kernleerplan actief burgerschap, dat onderdeel uitmaakt van de SLO publicatie uit 2009 Leerplanverkenning actief burgerschap. Handreiking voor schoolontwikkeling. Die publicatie omvat eveneens een verantwoording van de inhoudelijke keuzes van dit instrument. Auteurs: Jeroen Bron en Annette Thijs Eindredactie: Jeroen Bron Informatie SLO Secretariaat O&A Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 666 http://jongeburgers.slo.nl E-mail: o&a-mt@slo.nl AN: 7.5622.328
Doel en inventariseren Doel Het doel van dit instrument is om zicht te krijgen op de wijze waarop burgerschap vorm krijgt in het onderwijsaanbod op school. Dit instrument bevat een lijst van thema's en activiteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van actief burgerschap bij leerlingen. De onderwerpen zijn geclusterd rondom drie hoofdthema's: Democratie: laten zien hoe democratie werkt. Participatie: laten zien hoe je kunt participeren in een democratie. Identiteit: laten zien hoe ieder mens anders is en dat je daar respectvol mee omgaat. Het instrument sluit aan bij het Basisleerplan Actief Burgerschap en Sociale Integratie voor het Primair Onderwijs (zie http://jongeburgers.slo.nl/). Inventariseren In kolom A kunt u aangeven hoeveel aandacht besteed wordt aan de genoemde onderwerpen door het aantal klokjes in te kleuren.! : incidenteel, 1 uur of minder!! : incidenteel, enkele uren/dagdeel of meer!!! : structureel, 1 uur of minder : structureel, enkele uren/dagdeel N.B. Natuurlijk kan er incidenteel meer tijd aan het onderwerp besteed worden dan structureel. Doordat er echter minder borging is voor een incidentele activiteit, geven de hoeveelheid klokjes wel een goede indicatie van de plaats die een bepaald onderwerp in het aanbod inneemt. In kolom B kunt u aangeven op welke wijze aandacht besteed wordt aan het onderwerp: welke werkvormen en materialen gebruikt u, welke aspecten staan centraal? Indien het onderwerp niet relevant of van toepassing is op het leerjaar dat wordt geanalyseerd, dan wordt dit aangeven met NVT. Van inventariseren naar waarderen Na het inventariseren volgt de fase van het waarderen van de uitkomst: welke punten zijn sterk uitgewerkt, welke minder of zelfs onvoldoende. Zijn we daarmee tevreden of vraagt dit om bijstellingen? Soms kan ook blijken dat de visie aanpassing behoeft. Dit kan voorkomen als bepaalde onderdelen sterk scoren bij het team, maar dat dit in de schoolvisie niet tot uitdrukking komt. Er is dan sprake van een discrepantie tussen visie en praktijk. De werkwijze bij deze stap, is het aangeven van aspecten die teamleden sterk of juist zwak vinden. Een eenvoudige methode hiervoor is het werken met gekleurde stickers. Ieder lid van de groep die bij de inventarisatie betrokken was, krijgt een vast aantal -bijvoorbeeld zes- groene aantal rode stickers. Groen staat voor positief en rood voor negatief. De deelnemers verdelen de stickers over de gezamenlijke uitkomst van de inventarisatie van de drie domeinen. 3
Vervolg geven Na telling blijkt hoe de punten uit de inventarisatie gewaardeerd worden. Met deze informatie kan besloten worden tot het stellen van beleidsdoelen. Bijvoorbeeld door de sterke punten op te nemen in de schoolvisie en uit te dragen naar bijvoorbeeld de ouders, of door een verbeterplan voor de minder sterke punten op te stellen 4
. DEMOCRATIE Laten zien hoe democratie in Nederland werkt Democratie 1. Oplossen van conflicten: a. Problemen benoemen en bespreekbaar maken, oplossingen aandragen. b. Waarderen en respecteren van tegengestelde opvattingen en belangen. c. Bijdragen aan een goed gespreksklimaat. A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 2. (Spel)regels en afspraken: a. In de klas, op school, thuis. 3. Macht: a. Meerderheid/minderheid, machtsmisbruik. b. Rol van gezagsdragers (politie, justitie, leraren). 4. Kritische meningsvorming: a. Informatie verzamelen uit verschillende bronnen. b. Volgen van actualiteit en media. c. Eigen mening vormen. 5. Discussiëren en debatteren: a. Eigen mening verwoorden en onderbouwen met argumenten. b. Luisteren naar andere opvattingen. c. Reflecteren op eigen standpunt. 5
DEMOCRATIE Laten zien hoe democratie in Nederland werkt Democratische rechtstaat 1. Leren over rechten en plichten van burgers in een democratie: a. Grondwet: grondwettelijke vrijheden. b. Kinderrechten. c. Mensenrechten. d. Rechten en plichten: in de klas, op school, thuis, in de samenleving. e. Open samenleving, persvrijheid. A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 2. Leren over politieke besluitvorming: a. Verkiezingen, politieke partijen. b. Regering, Eerste en Tweede Kamer, Prinsjesdag. c. Gemeentelijk bestuur: gemeenteraad, wethouders. d. Europese Unie: Europese Commissie, Europees parlement. Democratische basiswaarden 1. Vrijheid van meningsuiting. 2. Gelijkwaardigheid. 3. Verdraagzaamheid. 6
PARTICIPATIE Laten zien hoe iedereen in een democratie kan participeren Inspraak en samenwerken 1. Leren over vormen van inspraak: a. In de buurt (wijkvereniging). b. In de stad: gemeenteraad. c. In de klas en op school (leerlingenraad). A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 2. Samenwerken en afspraken maken: a. Groepswerk: taken verdelen, toebedeelde taken uitvoeren. b. Met elkaar afspraken maken: in de klas, bij een activiteit. c. Ruimte bieden voor de inbreng van anderen. d. Samen besluiten nemen. e. Vergaderen: vergadertechnieken, rollen in vergadering. 3. Inspraak uitoefenen: a. In de klas: kiezen van taakjes, opstellen van regels, klassenvergadering. b. Op school: leerlingenraad, schoolkrant. 7
PARTICIPATIE Laten zien hoe iedereen in een democratie kan participeren Verantwoordelijkheid 1. Meehelpen in klas en op school: a. Klasgenoten helpen. b. Zorg dragen voor een nette omgeving: klas opruimen, schoolplein opruimen. A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 2. Solidariteit tonen: a. Zieke leerlingen bijhouden. b. Opkomen voor de veiligheid van anderen. c. Leren over goede doelenorganisaties (bijv. Unicef, Amnesty). 3. Meehelpen, organiseren of initiëren van een activiteit: a. Klas: organiseren van feest of uitje. b. School: organiseren van schoolfeest of actie ter verbetering van de school. c. Omgeving: activiteit met mensen of instanties in de buurt, vrijwilligerswerk, omgeving schoon houden. d. Goede doelenactie, sponsorloop meedoen aan publieke acties (bijv. Kinderpostzegels). 8
IDENTITEIT Laten zien dat ieder mens anders is en dat je daar respectvol mee omgaat Wie ben ik? 1. Ontwikkelen van zelfbeeld: a. Karaktereigenschappen, uiterlijk, hobby's etc. b. Talenten, capaciteiten. c. Eigen gedachten, gevoelens en verwachtingen kunnen uiten. A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 2. Reflectie op eigen achtergrond: a. Familie, stamboom, nationaliteit. b. Culturele en religieuze achtergrond. Religie/levensbeschouwing 1. Geloof: a. Godsbeeld, gebedshuizen, symboliek. b. Vieringen en rituelen. 2. Geestelijke stromingen: a. Christendom, Islam, Jodendom, Boeddhisme, Hindoeïsme, Humanisme. 3. Godsdienstvrijheid. 9
IDENTITEIT Laten zien dat ieder mens anders is en dat je daar respectvol mee omgaat Multiculturele samenleving A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 1. Etnische groepen op school en in de samenleving. a. Culturele gewoonten en feesten. b. Vieren van culturele feesten. 2. De multiculturele samenleving. c. Ruimte voor culturele diversiteit. d. Migratie. e. Integratie, allochtonen, autochtonen. 3. Identiteit a. Eigen identiteit: wat leerlingen bindt thuis, op school, in Nederland. b. Nationale identiteit (nationale feestdagen en symbolen). 10
IDENTITEIT Laten zien dat ieder mens anders is en dat je daar respectvol mee omgaat Respect voor diversiteit 2. Waarden en normen a. Hoe gaan we respectvol met elkaar om? b. Rekening houden met een ander. c. Verschillen en overeenkomsten tussen gedrag thuis, op straat en op school. A. Hoeveel aandacht wordt er aan besteed? B. Hoe wordt hier aandacht aan besteed? Welke werkvormen? Welke materialen? 3. Ik en de ander a. Cultuurgebonden verschillen en overeenkomsten herkennen en begrijpen. b. Kunnen inleven in (uitingen van) de ander. c. Een ander ruimte geven voor eigen opvattingen en gedrag. d. Reflecteren op eigen opvattingen en gedrag. e. Een ander aanspreken op ongewenst gedrag. 4. Tolerantie a. Respect, vooroordeel, stereotypen, uitsluiting, discriminatie. b. Samenwerken met verschillende klasgenoten. c. Actief verkennen van grenzen van eigen tolerantie. 11
SLO is het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Al 35 jaar geven wij inhoud aan leren en innovatie in de driehoek beleid, wetenschap en onderwijspraktijk. De kern van onze expertise betreft het ontwikkelen van doelen en inhouden van leren, voor vele niveaus, van landelijk beleid tot het klaslokaal. We doen dat in interactie met vele uiteenlopende partners uit kringen van beleid, schoolbesturen en -leiders, leraren, onderzoekers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (ouders, bedrijfsleven, e.d.). Zo zijn wij in staat leerplankaders te ontwerpen, die van voorbeelden te voorzien en te beproeven in de schoolpraktijk. Met onze producten en adviezen ondersteunen we zowel beleidsmakers als scholen en leraren bij het maken van inhoudelijke leerplankeuzes en het uitwerken daarvan in aansprekend en succesvol onderwijs. Burgerschap in kaart gebracht Instrument voor het inventariseren van het onderwijsaanbod burgerschap in vakken en leergebieden primair onderwijs SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO Piet Heinstraat 12 7511 JE Enschede Postbus 2041 7500 CA Enschede T 053 484 08 40 F 053 430 76 92 E info@slo.nl www.slo.nl