BESLISSING OP BEZWAAR

Vergelijkbare documenten
Nederlandse Zorgautoriteit

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve

2. Bezwaarde heeft haar bezwaar aangevuld bij brief van 23 januari 2014.

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

Door de zorgaanbieder is bij van 31 mei 2012 een eenzijdig nacalculatieformulier 2011 ingediend.

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

met inachtneming van: - Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

BESLISSING OP BEZWAAR

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN 2014

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

BESLISSING OP BEZWAAR

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

BESLISSING OP BEZWAAR

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding Geldig tot TB/REG juni januari 2017

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013

BESLISSING OP BEZWAAR

Reglement bezwaarprocedure SVWN

29282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, 22 april 2013.

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2132

Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BESLISSING OP BEZWAAR

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018

Prestatie- en tariefbeschikking gecombineerde leefstijlinterventie 2019 TB/REG

Tariefbeschikking generalistische basis-ggz TB/REG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

Nummer Datum ingang Datum beschikking Datum verzending januari oktober januari 2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg 2017

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

BESLISSING OP BEZWAAR

Beschikbaarheidsbijdrage continuïteit van zorg

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

BESLISSING OP BEZWAAR

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk HHSc/ Aanwijzing publicatie sterftecijfers 9 mei 2014

BELEIDSREGEL BR/CU-5066

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg 2018

BESLISSING OP BEZWAAR

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz

Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Kenmerk NR/CU-243

BESLISSING OP BEZWAAR

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Bijlage 4 BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN Inleiding. 2. Het macro-prestatiebedrag Zvw 2009

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk 50240/ Last onder dwangsom medewerking detailcontrole 4 oktober 2013

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nederlandse Zorgautoriteit

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/13/9c

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beschikbaarheidbijdrage continuïteit van zorg

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/11/55c 11D

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk 12D AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 3 mei 2012

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk 12D AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 25 april 2012

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR

Overige Geneeskundige Zorg

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

Overige Geneeskundige Zorg

Skal-Reglement bezwaar

Transcriptie:

BESLISSING OP BEZWAAR 112222-167609 Bij brief van 18 december 2014, die is ingekomen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 19 december 2014, is door de gezamenlijke zorgverzekeraars (bezwaarden) bezwaar gemaakt tegen de beschikkingen van 24 november 2014 met de kenmerken 0200900-PT- 2012-Z4T-DT01 en 0200900-PT-2013-Z4T-DT01. In deze besluiten heeft de NZa het definitieve verrekenbedrag 2012 en het definitieve verrekenbedrag 2013 vastgesteld van het Universitair Medisch Centrum Utrecht te Utrecht (de zorgaanbieder). Naar aanleiding van dit bezwaar zijn bezwaarden en de zorgaanbieder op 9 maart 2015 gehoord. Op de hoorzitting heeft de NZa bezwaarden gevraagd te onderbouwen waarom zij van mening zijn belanghebbenden te zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Op verzoek van bezwaarden heeft de NZa deze vraag op 20 maart 2015 per e-mail nader toegelicht. Bij e-mail van 7 april 2015 hebben bezwaarden hun antwoord aan de NZa toegezonden. Bij brief van 17 april 2015 heeft de zorgaanbieder de NZa zijn standpunt over de ontvankelijkheid van bezwaarden toegezonden. In haar vergadering van 9 juni 2015 heeft de Raad van Bestuur van de NZa een besluit op het bezwaar genomen. De NZa verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Dit betekent dat het bezwaar niet inhoudelijk wordt beoordeeld. Hieronder volgt de motivering daarvan. A. WETTELIJK KADER Op grond van artikel 105 van de Wet marktordening gezondheidszorg juncto artikel 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan enkel een belanghebbende tegen een besluit bezwaar aantekenen. Onder een belanghebbende wordt ingevolge artikel 1:2, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken. Daarbij geldt dat sprake moet zijn van een eigen, persoonlijk, objectief bepaalbaar, actueel en voldoende zeker en direct geraakt belang, wil een individu zich kwalificeren als een belanghebbende. Blijkens vaste jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven geeft het begrip 'rechtstreeks' aan dat er een direct en onlosmakelijk verband moet bestaan tussen het belang waarin de bezwaarde zich getroffen acht en het desbetreffende besluit. 1 B. STANDPUNT ZORGVERZEKERAARS Bezwaarden voeren aan een belang bij de bestreden besluiten te hebben omdat wat het Zorgverzekeringsfonds raakt, per definitie elke individuele zorgverzekeraar direct raakt. Dit omdat de financiering van elke individuele zorgverzekeraar, wat dit onderdeel betreft, afkomstig is uit het Zorgverzekeringsfonds. Het bestaat volgens bezwaarden dan ook geen twijfel dat zorgverzekeraars belanghebbende zijn in deze zaken, omdat de verrekenbedragen ten laste van het Zorgverzekeringsfonds komen. 1 Zie bijvoorbeeld CBb 14 oktober 2009, UN BK1196 1

C. STANDPUNT ZORGAANBIEDER De zorgaanbieder voert aan dat het bezwaar niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De zorgaanbieder voert hiervoor kort weergegeven vier standpunten aan. De zorgaanbieder merkt op dat ZN jaren na dato met het standpunt komt dat de afspraken zoals neergelegd in de gespreksverslagen van oktober 2012 niet zouden kloppen. Door jaren geen inhoudelijke reactie te geven heeft ZN haar recht tot het indienen van bezwaar op dit punt verwerkt. De zorgaanbieder merkt daarnaast op dat ZN in deze zaak geen rechtstreeks dan wel een eigen, persoonlijk en objectief bepaalbaar belang heeft. Gesteld noch gebleken is dat ZN krachtens haar statutaire doelstellingen een bezwaarprocedure kan voeren zoals in het onderhavige geval. De zorgaanbieder merkt verder op dat ZN geen procesbelang heeft bij de procedure omdat de uitkomst van de zaak op geen enkele wijze een feitelijke betekenis voor ZN kan hebben. Dit blijkt onder andere uit de wijze waarop de wet de uitvoering van het Zorgverzekeringsfonds heeft geregeld. De zorgaanbieder brengt ten slotte naar voren dat ook voor de individuele zorgverzekeraars geen feitelijke betekenis is aan te wijzen bij de uitkomst van deze procedure. Immers, ZN noch de individuele zorgverzekeraars dragen bij aan het vullen van het Zorgverzekeringsfonds. Het fonds wordt gevuld met overheidsmiddelen en de individuele zorgverzekeraars ontvangen enkel uit het fonds. D. BEOORDELING NZA Achtergrond beleid Sinds 1 januari 2012 is de NZa bevoegd een grens vast te stellen voor de som van de tarieven voor de betrokken prestaties. 2 Deze bevoegdheid is ingevoerd om de kosten van de gezondheidszorg beter beheersbaar te maken. 3 Het is zorgaanbieders verboden van een door de NZa vastgestelde grens af te wijken. 4 De vaststelling van een grens door de NZa geschiedt ambtshalve, op grond van door haar vastgestelde beleidsregels. Voor de overgang naar de prestatiebekostiging heeft de NZa de beleidsregel Transitie Bekostigingsstructuur Medisch specialistische zorg (BR/CU-2061) opgesteld. 5 In deze beleidsregel staat opgenomen dat door de NZa (per instelling) een transitiebedrag wordt vastgesteld. De NZa doet dit op basis van door de zorgaanbieder en zorgverzekeraar aangeleverde informatie. 2 art. 50 lid 2 Wmg. 3 Kamerstukken II 2009/10, 32 393, nr. 3. 4 Artikel 35 lid 7 aanhef en onder a Wmg. 5 Deze beleidsregel is vervangen door BR/CU-2080, BR/CU-2087, BR/CU-2107 en BR/CU-2132. 2

De NZa stelt voor elke instelling vervolgens een verrekenbedrag vast door het transitiebedrag te vermenigvuldigen met een verrekenfactor. Als het verrekenbedrag negatief is, betekent dit dat de vaste (instellings)grens is overschreden. De vaste grens is gelijk aan de omzet uit de prestatiebekostiging (van de zorgproducten die onder het transitiemodel vallen) plus het verrekenbedrag. 6 De instelling heeft in een dergelijk geval een te hoge gerealiseerde omzet uit de prestatiebekostiging. Omdat de zorgaanbieder de grens overschrijdt, verplicht de NZa die zorgaanbieder door middel van een aanwijzing er toe om een bedrag van ten hoogste de overschrijding af te dragen aan het Zorgverzekeringsfonds. 7 Als de verrekenbedragen positief zijn, betekent dit dat de instelling een lagere omzet uit de prestatiebekostiging heeft behaald dan dat zij onder de functiegerichte budgettering zou hebben verkregen. Deze instellingen worden door de NZa aangewezen als belast met een dienst van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese unie en/of belang als bedoeld in Protocol nr. 26 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 8 Voor deze instellingen acht de NZa het van belang dat de levering van de zorg niet als het gevolg van de verandering in de bekostigingssystematiek in gevaar komt. De instellingen ontvangen een subsidie in de vorm van een beschikbaarheidbijdrage tot de hoogte van de positieve verrekenbedragen. Het bedrag kan door de instelling in rekening worden gebracht bij het Zorginstituut Nederland (voorheen College van Zorgverzekeringen) voor uitkering uit het Zorgverzekeringsfonds. Rol van de zorgverzekeraars Binnen het transitiemodel is er een rol voor de zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars kunnen binnen de kaders van het beleid van de NZa over het jaar 2012 (schaduw)budgetafspraken maken met de zorgaanbieder alsof de functiegerichte budgettering nog van kracht is. Deze informatie gebruikt de NZa vervolgens om te berekenen wat het effect van de prestatiebekostiging bij de individuele zorgaanbieder is. De NZa is in het Bestuurlijk Overleg van 13 juni 2013 tussen de partijen die betrokken zijn bij het Hoofdlijnenakkoord op de hoogte gebracht dat ZN met de NFU en NVZ heeft afgesproken dat de zorgverzekeraars de formulieren gezamenlijk afhandelen. 9 Het team dat de formulieren bekijkt namens de zorgverzekeraars bestaat uit verschillende medewerkers van de individuele zorgverzekeraars en werkt onder begeleiding van de brancheorganisatie ZN. Het team staat bekend als het Centraal Team. Op 11 juni en 25 augustus 2014 heeft de NZa machtigingen van het Centraal Team ontvangen waaruit blijkt dat zij de zorgverzekeraars vertegenwoordigen in het kader van de aanlevering van de formulieren 6 Beschikking Transitiebedrag 14 december 2011 TB/CU 2004-01 en Beschikking Transitiebedrag 27 november 2012 TB/CU 2008-01. 7 art. 76 lid 2 Wmg 8 Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 december 2011, MC-3098541. Staatscourant 24 januari 2012, nr. 128. 9 Memo ZN aan Bestuurlijk overleg Hoofdlijnenakkoord van 7 juni 2013 met het kenmerk N- 13-7075mred1. 3

ter vaststelling van het transitiebedrag alsmede in de onderhavige bezwaarprocedure. De door de zorgaanbieder aangevoerde standpunten ten aanzien van ZN laat de NZa buiten beschouwing, nu deze zijn gebaseerd op de verkeerde opvatting dat het bezwaarschrift door ZN zelf is ingediend. Ontvankelijkheid De Algemene wet bestuursrecht heeft in artikel 7:1 en 8:1 specifieke eisen gesteld aan indieners van bezwaarschriften. Indieners moeten belanghebbende zijn. Is een bezwaarmaker geen belanghebbende dan is de NZa gehouden de bezwaarmaker niet-ontvankelijk te verklaren. Het bezwaarschrift wordt in een dergelijk geval niet inhoudelijk behandeld. Deze wettelijke bepaling is van openbare orde. Hieruit volgt dat de NZa hierin geen afwijkend beleid kan voeren dat de rechterlijke toetsing kan doorstaan. Dat de zorgverzekeraars bij het vaststellen van de verrekenbedragen weliswaar een rol hebben, betekent niet dat de zorgverzekeraars automatisch belanghebbende zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Van een belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is sprake als de bezwaarmaker een rechtstreeks belang bij het besluit heeft. In de bestreden besluiten heeft de NZa een beschikbaarheidbijdrage vastgesteld die door de zorgaanbieder in rekening kan worden gebracht bij het Zorginstituut Nederland voor uitkering uit het Zorgverzekeringsfonds. De beschikbaarheidbijdrage wordt niet door de zorgverzekeraar betaald. Van een rechtstreeks belang bij het besluit is daarom geen sprake. Door bezwaarden is aangevoerd dat zij belanghebbende zijn omdat de (hoogte van de) beschikbaarheidsbijdrage het Zorgverzekeringsfonds raakt en daarmee elke individuele zorgverzekeraar, omdat de zorgverzekeraars uit het Zorgverzekeringsfonds worden gefinancierd. Dat ook bezwaarden financiering uit het Zorgverzekeringsfonds ontvangen maakt bezwaarden echter geen belanghebbende bij de bestreden besluiten. De bijdrage Zvw die het Zorginstituut aan de zorgverzekeraars uitkeert, bestaat uit de som van de deelbedragen van het macro-prestatiebedrag (MPB), berekend met behulp van het somatische model en het GGZ-model 10 : minus de geraamde opbrengsten vanwege het verplicht eigen risico; minus de inkomsten op basis van de nominale rekenpremie; plus de geraamde aanvulling op de vereveningsbijdrage in verband met uitvoeringskosten voor verzekerden jonger dan 18 jaar. Dat de beschikbaarheidbijdragen ten laste komen van het Zorgverzekeringsfonds betekent niet dat deze, nadat zij door de NZa zijn vastgesteld, direct effect uitoefenen op de hoogte van het MPB. 10 Artikel 32 Zvw. 4

De hoogte van het macro-prestatiebedrag volgt uit kostenramingen die zijn opgenomen in de Rijksbegroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2012 11 en is voor 2012 bij ministeriële regeling reeds voor 1 oktober 2011 vastgesteld en vervolgens onderverdeeld naar verschillende deelbedragen. 12 De hoogte van de bedragen die bezwaarden ontvangen uit het Zorgverzekeringsfonds worden niet rechtstreeks beïnvloed door de hoogte van de beschikbaarheidbijdragen die de zorgaanbieder op grond van de bestreden besluiten ontvangt. De NZa stelt daarom vast dat bezwaarden geen rechtstreeks (financieel) belang bij de bestreden besluiten hebben. Omdat er geen sprake is van een rechtstreeks bij het besluit betrokken belang zijn bezwaarden geen belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De NZa verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Ingevolge artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto 8:6 Awb juncto hoofdstuk 2, artikel 4 van Bijlage 2 Awb (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-gravenhage. Het beroep dient conform artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en moet tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Indien beschikbaar dient een afschrift van het besluit te worden meegezonden. Hoogachtend, De Nederlandse Zorgautoriteit dr. M.J. Kaljouw voorzitter Raad van Bestuur 11 VWS, Bepaling macro-deelbedragen 2012 (www.zorginstituutnederland.nl). 12 Regeling risicoverevening 2012. 5