3.22 Bouwliften voor goederenvervoer

Vergelijkbare documenten
4.15 Veiligheidsnetten

4.18 Eindwandsteigers

5.04 Hefsteigers. Normen en regels

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

5.15 Consoleconstructie met werkbruggen

5.12 Draagbaar klimmaterieel

5.07 Hoogwerkers. Normen en regels

4.23 Stalen schroefstempels

4.12 Leuningwerk. Normen en regels

WERKEN OP HOOGTE MET DE ROLSTEIGER

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

5.08 Rolsteigers. Normen en regels

3.17 Werkbak ingericht voor het vervoer van personen

4.09 Staalconstructies

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

5.33 Steigers - veiligheidsaspecten gebruiker

3.18 Begeleiden van lasten

Toolboxfiche U011 09/2016

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Veilig werken met apparaten en machines

80 LIFTINSTALLATIES ALGEMEEN BEGRIPPEN: ALGEMEEN

Tijdelijk werken op hoogte

5.33 Steigers - veiligheidsaspecten gebruiker

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

Grondverzetmachines en hijsen

Werken op hoogte vanuit een werkbak

4.01 Valgevaar vanaf vloeren en platte daken (uitvoeringsfase)

Het aanwerken van vrije ruimte en sparingen rondom de liftschacht en deurkozijnen behoren tot

Artikel Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.

2.04 Tijdelijke verkeersmaatregelen rondom bouwplaatsen

Gebruikershandleiding.

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

Handleiding Vlonderframes

Blitz steiger. Montage- en gebruikshandleiding. Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers

PREVENTIEMAATREGELEN ACTIVITEIT ARBEIDSMIDDELEN RISICO S AR RR NVT. Risicoanalyse : WERKEN OP HELLENDE DAKEN

Voorbereidingsblad Verbetercheck Tijdelijk werken op hoogte

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

Gebruikershandleiding.

GEBRUIKSVOORSCHRIFT. steiger-hd ,6 x 3/2,5 TOEPASSING OPBOUW. Art Versie: GEVELSTEIGER HANDLOCK

Gebruikershandleiding

4.02 Valgevaar vanaf hellende daken (uitvoeringsfase)

1 Beschrijving. Figuur 1: Voorbeeld van een steiger als opvangvloer

VEILIG GEBRUIK VAN HOOGWERKERS

Inspectie-actie bouw april Veilig werken met ladders, trappen & rolsteigers Programma: > Inspectie SZW / sector bouw

WERKEN OP EEN ROLSTEIGER BRON: MENS&WERK EN ARBOUW

Toolboxmeeting. Toolboxmeeting Werken op hoogte / Valbeveiliging

Arbobesluit over werken op hoogte.

Veilig werken in de bouw

WERKEN OP HOOGTE MET DE HOOGWERKER

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

!"# $% % & $ $&& $ + ( & 7( 78 (9 : $ $'*( % & $ $ $ ( $ & $ = '*+ & ( % : && & & = ')*5$ (9 : & & & &= '*5 % $$ $ $& $&& $ && ( &$ & $ =

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

BEVEILIGING VAN STEMPELS EN METAALPERSEN September 1981 Blz. 1

Handleiding. Opbouw en gebruik kamersteiger Alumexx FS 75 basic. Versie: 1.1 Datum: Deze handleiding is samengesteld door: Alumexx BV

Cilinderpers. 1 Inleg 2 Inlegtafel 3 Overpakmoment tussen inlegtafel en cilinder 4 Cilinder 5 Inktwerk 6 Drukvormtafel 7 Uitleg

U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie

Het gebruik van (hoge druk) waterslangen op een gevelonderhoudsinstallatie

Omschrijving Toepassing Verklaring van de tekens

HANDLEIDING MONTAGE CUPLOK TRAPPENTOREN

Het aanwerken van vrije ruimte en sparingen rondom de liftschacht en deurkozijnen behoren tot

3.04 Werken met vorkheftrucks

laatste wijziging: Rims melding RIMS Zie 4.5 Datum laatste uitgave 29 oktober 13

Veilig bedienen van Hangbruginstallaties

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

REFERENTIES BIJLAGE 1: OPBOUWINSTRUCTIE STAP 1 T/M 8 ZELFBOUW ROLSTEIGERS BIJLAGE 2: CHECKLIST WERKEN MET ZELFBOUW STEIGERS / BORDESTRAP

De CE-markering voor de FABRIKANT ( dus niet voor de gebruiker) houdt in :

Ref. no. : Doc. no. : G-483 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 Status : FINAL Revisie : O Onderwerp : LADDERS EN TRAPPEN Datum :

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Safety Event Didi Rinkel en Martin Krüger. Aansprakelijkheidskwesties rondom machines.

Risico s Vallen van hoogte. Collectieve beschermingsmiddelen Niet van toepassing.

LAYHER ROLSTEIGERS MONTAGEMETHODE. Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers. Editie

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Steigercontroleur (AV-022) Versie TC-K

Platformlift met schuivende vloer

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

Gebruikshandleiding Rechte dakrandbeveiliging

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

4.0 Opstellen van de verhuislift

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0

5.08 Rolsteigers. Normen en regels

4.01 Valgevaar vanaf vloeren en platte daken (uitvoeringsfase)

ARBOCOMMISSIE NEN 3140:2011

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

KEURINGSCHEMA. voor het keuren van hijs- en hefwerktuigen voor beroepsmatig personenvervoer

Collectieve valbeschermingsmiddelen

TCVT Hoogwerkerboek. TCVT Hoogwerkerboek W7-00 blad 1 van 20. Identificatiecode: TCVT W7-00/ Opgesteld door: Werkkamer 7 Keuring Hoogwerkers

De verplaatsbare Lift

Steigerbouwer. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig steigerbouwen. Informatie voor de werknemer

Checklist inrichting werkplek

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

Omschrijving Toepassing Verklaring van de tekens

Blokzijltcl installatietechniek B.V.

Gipsblokkensteller. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over het gezond en veilig stellen van gipsblokken

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 5

vervolg VEILIG werken met de hoogwerker

Transcriptie:

3.22 Bouwliften voor goederenvervoer Voor het verticale transport van bouwmaterialen wordt veelal gebruik gemaakt van bouwliften. Bij deze liften wordt de wagen van het platform langs een mast geleid en wordt het platform betreden voor laden en lossen. Ze hebben één of meer stopplaatsen voor laden en lossen. Pannenliften blijven in deze Abomafoon buiten beschouwing. De meest voorkomende ongevallen zijn het vallen van hoogte, het bekneld raken met ledematen en het getroffen worden door vallende voorwerpen. Meestal worden deze ongevallen veroorzaakt door een onjuiste opstelling, slecht onderhoud of onjuist gebruik van de bouwlift. Normen en regels Onderzoek beproeving en technisch dossier - In 2000 is de geharmoniseerde norm NEN-EN 12158-1 verschenen. Bouwliften die overeenkomstig deze norm zijn gefabriceerd voldoen daarmee aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van het Warenwetbesluit machines. Van andere sinds 1995 gefabriceerde bouwliften dient de fabrikant in het bijbehorende Technisch Dossier aan te geven op welke wijze hij invulling heeft gegeven aan genoemde essentiële eisen. Beide categorieën zijn voorzien van een CE-markering en een EGverklaring van overeenstemming. De voor 1995 gefabriceerde bouwliften dienen te voldoen aan de Nederlandse norm NEN 1080 en het Arbobesluit. - Een bouwlift dient minstens eenmaal per jaar door een deskundige te worden onderzocht en beproefd op werking en staat van onderhoud (zie matrix in bijlage). - Voor elke bouwlift moet een dossier worden bijgehouden met daarin: de conformiteitsverklaring; het jaarlijks ingevulde beproevingsformulier voor bouwliften; de (afleid)certificaten; de tekening van de samenstelling; schema s met een verklaring van de gebruikte symbolen; een duidelijke instructie in het Nederlands die alle gegevens bevat voor opbouw, veilig gebruik en goed onderhoud; instructies voor het vervangen van de staalkabel; alle van belang zijnde wijzigingen van de bouwlift; vervanging van staalkabels en andere belangrijke onderdelen. Opstelling, gebruik, opbouw en onderhoud In deze Abomafoon staan de belangrijkste aspecten van opstelling, gebruik en onderhoud. Bovendien geeft de matrix (in de bijlage) per risico aan: - de voorschriften van respectievelijk NEN 1080, Machinerichtlijn 2006/42/EG, NEN-EN 12158-1, en - de noodzakelijke aanvullende voorzieningen om aan het Arbobesluit te voldoen. Opstelling - Een bouwlift moet zijn opgesteld op een vlakke en draagkrachtige ondergrond met de stempels geheel uitgeschoven. De opbouwinstructie verschaft informatie over de benodigde draagkracht. Als vuistregel voor de afmetingen van het onderstoppingsmateriaal geldt voor de mast 400 x 400 mm en voor de stempels 300 x 300 mm. - Een bouwlift moet aan vaste punten, van bijvoorbeeld het bouwwerk, worden verankerd (informatie hierover moet duidelijk op de lift zijn aangegeven). Het verankeren aan een tijdelijke voorziening, zoals steigerwerk, is niet toegestaan; tenzij een berekening aantoont dat dit kan en de fabrikant van de lift hierin toestemt (schriftelijk). De steiger mag wel gebruikt worden als knikverkorter, mits deze daarop is ontworpen (getekend en berekend). - Plaats de lift op minimaal 5 m van toegangen tot de bouw. Blad 1 van 11 Abomafoon 3.22

Gebruik en uitvoering - Bouwliften mogen niet worden bediend vanaf het platform en dat moet dan ook niet mogelijk zijn. - Er mogen zowel beneden als bij de laad- en losplaatsen bedieningsknoppen zitten. - Indien er beneden met een losse bediening wordt gewerkt, moet deze bij voorkeur zijn aangebracht op minstens 5 m vanaf de baan van het platform aan een vast punt. - Bij een hefhoogte van minder dan 21 m mag zowel vasthoudbesturing als overneembesturing worden toegepast. Verdiepingsafslagen worden niet verlangd, wél uiteraard etagehekken. - Bij bouwliften met een hefhoogte van meer dan 21 m moet: overneembesturing zijn aangebracht, en afslagen aanwezig zijn die het platform op de gewenste stopplaats automatisch tot stilstand brengen. - Een besturing die het platform op elke verdieping laat stoppen wordt als overneembesturing beschouwd. - Het verdient aanbeveling om reeds vanaf een hefhoogte van 12 m overneembesturing toe te passen (in plaats van op 21 m). Dit in verband met het noodzakelijke goede zicht op de stopplaatsen. - Voor grote hefhoogten worden tandheugelliften aanbevolen. Ze kennen niet zoals kabelliften, de veereffecten van de staalkabel en er kan evenmin een kabel slap raken of breken. Bovendien zijn de veiligheidscontacten bij tandheugelliften minder storingsgevoelig, want de bron voor elektra gaat mee met het platform. - De mast van een bouwlift moet zo zijn uitgevoerd dat de wagen voorbij de hoogste stopplaats kan doorlopen. Na de bovenste stopplaats moet een onafhankelijke eindschakelaar en noodeindschakelaar de opwaartse beweging van het platform afstoppen. Deze mag niet als verdiepingsafslag worden gebruikt. - Het platform van een bouwlift moet aan alle zijden voorzien zijn van hekwerken of leuningen. - Om het valgevaar op de stopplaatsen tegen te gaan zijn maatregelen nodig. De enkele sluitboom is achterhaald en voldoet niet aan de Machinerichtlijn 2006/42/EG. De stopplaatsen voert men uit met etagehekken van volledige hoogte of etagehekken met een bovenleuning op 1,10 m, een knieregel en een voetstootlijst van 0,15 m. Zie bijlage Opstelling en uitrusting voor een veilig gebruik (zowel voor tandheugel- als draadliften). Om te voldoen aan de aangepaste Machinerichtlijn (2006/42/EG, invoering op 29 december 2009) mogen alleen nog maar etagehekken worden toegepast, die voorzien zijn van een interlock, zodat het etagehek alleen te openen is indien de lift voor dit etagehek staat. Dus machines met op de typeplaat 2010 dienen uitgerust te zijn met etagehekken voorzien van interlocks. - De elektrische installatie moet zijn beveiligd tegen het omkeren van de fasen. - De maximale toelaatbare belasting van het platform moet duidelijk zijn aangegeven. - De lift mag uitsluitend worden bediend door geïnstrueerde personen van minstens 18 jaar oud (zie tabel 1). Tabel 1 Aan werknemers te stellen eisen bij bouwliften Werkzaamheden Eisen aan werknemer - Laden en lossen van platform - Doeltreffend geïnstrueerd en minstens 18 jaar - Bedienen op stopplaatsen - Idem - Bedienen op het basisstation in geval van een - Idem liftbasisafscherming van minstens 2 m hoogte - Bedienen op het basisstation in geval van een lage liftbasisafscherming - Als boven; bovendien door werkgever of leidinggevende aangewezen - Opstellen, onderhouden en demonteren - Speciaal hiervoor opgeleide en bevoegde werknemers die specifieke, door werkgever toegewezen, taken uitvoeren Blad 2 van 11 Abomafoon 3.22

- De lift mag niet worden gebruikt voor personenvervoer (het bijbehorende tekstbord dient op de achterwand te zijn geplaatst) of als klimgelegenheid. - De bouwlift mag niet onbeheerd worden achtergelaten, tenzij het platform in de laagste stand staat en de hoofdschakelaar is uitgeschakeld. De hoofdschakelaar of kast moet dan door middel van een deugdelijk slot zijn vergrendeld. - Alle liften met een betreedbaar platform dienen voorzien te zijn van een vanginrichting. Voor staalkabelliften geldt nog het volgende: - Platforms zijn voorzien van een vang die in werking komt bij kabelbreuk of slap worden van de kabel. - Wanneer de slappe kabelbeveiliging is aangesproken dienen na herstel de mast en de staalkabel te worden gecontroleerd op beschadigingen. - De hijskabel moet op deugdelijke wijze aan het platform zijn bevestigd (U-boutklemmen zijn niet toegestaan) en er moeten nog minstens twee windingen op de trommel zitten als het platform helemaal beneden is. - De elektrische installatie dient bij het slap worden of breken van de staalkabel(s) automatisch te worden uitgeschakeld. Opbouw en onderhoud De bouwlift dient uitsluitend door deskundige personen te worden opgebouwd, onderhouden en gerepareerd (zie tabel 1). Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstand van de bouwlift worden uitgevoerd. - Laat de bouwlift na opstelling, wijzigingen en reparaties keuren. - Vervolgens bij voorkeur iedere twee maanden controleren aan de hand van een controlelijst (zie bijlagen van deze Abomafoon). Dit dient te gebeuren door degene die voor de lift verantwoordelijk is of door iemand die daartoe door de verantwoordelijke is aangewezen. - Personen die bij het opbouwen en/of afbreken van de bouwlift betrokken zijn, mogen zich slechts met het platform verplaatsen indien: de bediening vanaf het platform zelf geschiedt door middel van vasthoudknoppen. De overige bedieningsmogelijkheden moeten dan buiten werking zijn gesteld en op het platform dient een noodstopschakelaar aanwezig te zijn. Vast op het platform aangebrachte drukknoppen mogen tijdens normaal gebruik niet bediend kunnen worden (slechts toegankelijk met behulp van gereedschap); zij tegen vallen zijn beschermd door een harnasgordel met veiligheidslijn; maatregelen zijn getroffen om de hijskabel correct op de hijstrommel en schijven te houden en te brengen. Verwijzing - Arbobesluit art. 3.2, 3.3, 3.16, 3.17, 7.2 t/m 7.4. - Machinerichtlijn (2006/42/EG). - NEN-EN 12158-1:2000. Bouwliften voor goederenvervoer - Liften met betreedbaar platform. - NEN-EN 12158-1+A1:2010, Bouwliften voor goederenvervoer - Liften met betreedbaar platform 2010. - NEN 1080 Bouwliften voor goederenvervoer (voor bouwliften vóór 1995). - NEN-EN 294 Veiligheid van machines - Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones met de bovenste ledematen. - Opstelling en uitrusting bouwliften voor een veilig gebruik (matrix in overleg met KOMAT). Datum: Oktober 2016 Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave - Tekst geactualiseerd (diverse wijzigingen, onder andere verouderde term sluitbomen gewijzigd in etagehekken en machines 2010 dienen uitgerust te zijn met etagehekken voorzien van interlocks). Uitgave: Aboma bv Maxwellstraat 49 a Postbus 141 6710 BC Ede tel. 0318 69 19 20 www.aboma.nl Heeft u naar aanleiding van deze informatie vragen, opmerkingen of verbetersuggesties, geef het aan ons door via Abomafoon@aboma.nl Wij helpen u graag! Blad 3 van 11 Abomafoon 3.22

Bijlage Bouwliften voor goederenvervoer Opstelling en uitrusting voor een veilig gebruik (zowel voor tandheugel- als draadliften) Nr. Risico s Wet- en regelgeving A Arbobesluit (wet voor gebruiker) B Bouwjaar lift < 1995 NEN 1080* C Bouwjaar lift 1995 Machinerichtlijn (wet voor fabrikant) D Bouwjaar lift > oktober 2000 NEN-EN 12158-1 1 1.1 Algemeen Ontstaan van technische gebreken door montage, demontage, uitzonderlijke gebeurtenissen; invloeden die leiden tot 1.2 verslechtering A1.2 A1.1 Een bouwlift wordt vermoed te voldoen als hij is voorzien van een CE-markering Opstellingskeuring na elke montage op een nieuwe werkplek 1.3 A1.3 Keuring na uitzonderlijke gebeurtenissen (bijv. na verandering lift, ongeval, natuurverschijnsel of langdurig buiten gebruik) of mogelijke verslechtering 1.4 A1.4 Keuring door een deskundige 1.5 A1.5 Uitgevoerde keuringen bijhouden in een onderhoudsboek (liftboek) B1.1 CE-markering niet van toepassing B1.2 Aanbeveling: Keuring door een werknemer met specifieke deskundigheid en ervaring B1.3 Bij voorkeur 1 x per 2 maanden keuring uitvoeren B1.4 Minstens 1 x per jaar keuring uitvoeren door een deskundige B1.5 Aanbeveling: Keuringsrapport desgevraagd op de werkplek kunnen tonen (Inspectie SZW) C1.1 Controle op aanwezigheid CE-markering, vergezeld van een EGverklaring van overeenstemming C1.2 -X- Aanbeveling: Keuring door een werknemer met specifieke deskundigheid en ervaring C1.3 -X- Aanbeveling: Bij voorkeur 1 x per 2 maanden keuring uitvoeren C1.4 -X- Aanbeveling: Minstens 1 x per jaar keuring uitvoeren door een deskundige C1.5 Aanbeveling: Keuringsrapport desgevraagd op de werkplek kunnen tonen (Inspectie SZW) D1.1 Controle op aanwezigheid CEmarkering, vergezeld van een EGverklaring van overeenstemming D1.2 Opstellen en demonteren mag alleen door deskundige. Aanbeveling: Keuring door een werknemer met specifieke deskundigheid en ervaring D1.3 -X- Aanbeveling: Bij voorkeur 1 x per 2 maanden keuring uitvoeren D1.4 Frequentie van onderzoek en beproeving volgens eisen fabrikant. Aanbeveling: Minstens 1 x per jaar keuring uitvoeren door een deskundige D1.5 Aanbeveling: Keuringsrapport desgevraagd op de werkplek kunnen tonen (Inspectie SZW) Blad 4 van 11 Abomafoon 3.22

Nr. Risico s Wet- en regelgeving A Arbobesluit (wet voor gebruiker) B Bouwjaar lift < 1995 NEN 1080* C Bouwjaar lift 1995 Machinerichtlijn (wet voor fabrikant) D Bouwjaar lift > oktober 2000 NEN-EN 12158-1 2 2.1 Knelgevaar Op grondniveau in aanraking komen met het bewegende platform 2.2 Bekneld raken van ledematen tussen het platform en de mast 2.3 Op tussenliggende werkniveaus in aanraking komen met het passerende platform 3 3.1 Getroffen worden door vallende voorwerpen Getroffen worden door van het platform vallende materialen A2.1 Arbeidsplaatsen zijn veilig toegankelijk. Getroffen worden door in beweging komende voorwerpen moet worden voorkomen A2.2 Bewegende delen die gevaar opleveren moeten zijn afgeschermd A2.3 Hefwerktuigen zodanig opstellen dat werknemers niet geraakt kunnen worden door het platform of de last A3.1 Plaatsen waar gevaar van vallende voorwerpen aanwezig moeten worden gemarkeerd B2.1 Lift zo plaatsen dat de ruimte onder het platform geen doorgang is. Aanbeveling: zone onder en naast platform afzetten, op minstens 0,50 m en niet meer dan 2,00 m afstand (zie opmerking op laatste blad) B2.2 Achterwand (aan mastzijde) minstens 1,80 m hoog B2.3 Opstelling mag geen knelgevaar voor personen opleveren. Aanbeveling: Een afstand aanhouden van minstens 0,50 m tussen platform en vloer (die gepasseerd wordt en waar zich personen kunnen bevinden); of andere passende maatregelen B3.1 Afstand van minstens 5 m tussen mast en bedieningsplaats (met zicht op de baan). Aanbeveling: Bij toepassing van afstandsbediening 5 m van de baan van het platform verwijderd blijven i.v.m. zicht op de baan. Bij voorkeur platform minstens 5 m verwijderd houden van doorgangen C2.1 D2.1 Toegang tot werkplek Volledig afgesloten zodanig uitgerust dat in afscherming van 2 m aanraking komen met hoog of een het platform niet mogelijk is. Aanbeveling: zone op 2 m hoogte automatische stop onder en naast platform gecombineerd met afzetten, op minstens een afgezette zone 0,50 m en niet meer dan onder en naast het 2 m afstand (zie opmerking op laatste blad) 0,50 m en niet meer platform, op minstens dan 2 m afstand C2.2 Bekneld raken moet worden voorkomen. Aanbeveling: afscherming mastzijde minstens 1,80 m hoog D2.2 Afscherming mastzijde 1,80 m hoog en ter breedte van de mast plus 0,20 m aan weerszijden C2.3 D2.3 De last die een bepaalde baan volgt moet zijn moet zijn afge- De baan van een lift voorzien van een inrichting die gevaar voor- afstand aanhouden schermd. Een komt. Aanbeveling: Een van minstens 0,50 m afstand aanhouden van tussen platform en minstens 0,50 m tussen vloer (die gepasseerd platform en vloer (die gepasseerd wordt en waar personen kunnen wordt en waar zich zich personen kunnen bevinden); of andere bevinden); of andere passende maatregelen passende maatregelen C3.1 Vallen van een last moet worden voorkomen. Aanbeveling: Bij toepassing van afstandsbediening 5 m van de baan van het platform verwijderd blijven i.v.m. zicht op de baan. Bij voorkeur platform minstens 5 m verwijderd houden van doorgangen D3.1 Onbelemmerd zicht op de baan. Aanbeveling: Bij toepassing van afstandsbediening 5 m van de baan van het platform verwijderd blijven i.v.m. zicht op de baan. Bij voorkeur platform minstens 5 m verwijderd houden van doorgangen Blad 5 van 11 Abomafoon 3.22

Nr. Risico s Wet- en regelgeving A Arbobesluit (wet voor gebruiker) B Bouwjaar lift < 1995 NEN 1080* C Bouwjaar lift 1995 Machinerichtlijn (wet voor fabrikant) D Bouwjaar lift > oktober 2000 NEN-EN 12158-1 3.2 Van het platform vallende materialen 3.3 Vallen van materialen tussen het platform en de laad-/losvloer door 4 4.1 Vallen van hoogte Van het platform vallen tijdens laden en lossen A3.2 Randbeveiligingen moeten zijn uitgevoerd met een kantplank van minstens 0,15 m hoog A3.3 Afstand tussen werkvloer en bouwwerk bedraagt ten hoogste 0,10 m A4.1 Aanbrengen doelmatige hekwerken of leuningen B3.2 Het platform voorzien van minstens 2 vaste dichte wanden. Indien derde wand wegdraaibaar is (en zich aan de van het gebouw afgekeerde zijde bevindt), moet deze in gesloten stand worden vastgezet en zijn voorzien van een veiligheidscontact. Aanbeveling: alle zijden van het platform voorzien van kantplanken B3.3 Afstand tussen het platform en de vloer van de stopplaats mag niet groter zijn dan 0,10 m B4.1 Platform voorzien van twee vaste dichte wanden. Aanbeveling: alle zijden van het platform waar valgevaar is, voorzien van leuningwerk of gelijkwaardig. Indien de derde wand wegdraaibaar is, moet deze in gesloten stand worden vastgezet en zijn voorzien van een veiligheidscontact C3.2 Niet specifiek genoemd. Aanbeveling: alle zijden van het platform voorzien van kantplanken en hekken C3.3 Aanbeveling: opening tussen drempel platform en drempel stopplaats niet groter laten zijn dan 0,10 m C4.1 Niet van het platform kunnen vallen. Aanbeveling: alle zijden van het platform waar valgevaar is, voorzien van leuningwerk of gelijkwaardig. Indien de derde wand wegdraaibaar is, moet deze in gesloten stand worden vastgezet en zijn voorzien van een veiligheidscontact D3.2 Afscherming platform minstens 0,60 m hoog met een voetstootlijst van 0,15 m D3.3 Opening tussen drempel platform en drempel stopplaats, voordat stopplaatshek wordt geopend, niet groter dan 0,15 m. Tijdens laden en lossen niet groter dan 0,05 m D4.1 Aan alle zijden van het platform wanden van minstens 0,6 m hoog waarvan 0,15 m volledig dicht. Indien risico bestaat dat personen vallen, aan 3 zijden leuningwerk minstens 1,10 m hoog, met een knieregel en een voetstootlijst van 0,15 m. Draaibaar platformhek (of klep) (minimaal 0,60 m) moet in gesloten stand worden vastgezet en zijn voorzien van een veiligheidscontact Blad 6 van 11 Abomafoon 3.22

Nr. Risico s Wet- en regelgeving A Arbobesluit (wet voor gebruiker) B Bouwjaar lift < 1995 NEN 1080* C Bouwjaar lift 1995 Machinerichtlijn (wet voor fabrikant) D Bouwjaar lift > oktober 2000 NEN-EN 12158-1 4.2 Vanaf de laad-/ losvloer vallen 5 5.1 Omvallen Omvallen van de bouwlift A4.2 Aanbrengen doelmatige hekwerken of leuningen A5.1 Werkplekken zijn stabiel en stevig. Omvallen en kantelen moeten worden voorkomen B4.2 Etagehek op een hoogte van 1 m. Aanbeveling: laad-/losvloer minstens 0,40 m door laten lopen buiten het etagehek. Leuningwerk of hekwerk omzetten (zijafscherming) ter hoogte van stopplaats B5.1 Verankering deugdelijk aan het bouwwerk C4.2 -X- Niet genoemd. Aanbeveling: werkvloer stopplaats minstens 0,40 m door laten lopen buiten het etagehek. Leuningwerk of hekwerk omzetten (zijafscherming) ter hoogte van stopplaats C5.1 Stabiliteitsproef laten verrichten. Aanbeveling: Onderstoppen en verankeren volgens voorschrift fabrikant/ leverancier D4.2 Etagedeuren of stopplaatshekken met leuning 1,10 m, knieregel en een voetstootlijst 0,15 m. Opening tussen drempel platform en drempel stopplaats niet meer dan 0,05 m. Opening tussen platform en de zijafscherming voor de stopplaats niet meer dan 0,15 m D5.1 Door middel van berekeningen door de fabrikant aan te geven. Aanbeveling: Onderstoppen en verankeren volgens voorschrift fabrikant/ leverancier Bij bouwliften die niet volgens NEN-EN 12158-1 zijn gefabriceerd, kan een grondafscherming (zie risico 2.1 van de matrix) achterwege blijven. Daarbij moeten ze wel aan de onderstaande voorwaarden voldoen. Altijd: - uitgerust met een automatische stop op 2 m hoogte of vasthoudbediening beneden; - de bediener heeft volledig zicht op de opstelplaats; - de bouwlift is niet opgesteld in de nabijheid van doorgangen of openbare gebieden; - de bediening is buiten het bereik van het platform aangebracht. Bij een automatische stop op 2 m hoogte geldt verder nog dat: - de laatste 2 m van de baan alleen vanaf het grondstation door middel van vasthoudbediening worden afgelegd. Bij vasthoudbediening beneden geldt verder nog dat: - de bouwlift lager is dan 21 m of - bediening vanaf de etagestopplaats(en) niet mogelijk is, tenzij er een automatische stop is op 2 m. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan is grondafscherming noodzakelijk. Hierbij adviseert Aboma naast het platform een afstand van minimaal 0,5 m tot maximaal 1,0 m om te voorkomen dat mensen tussen het platform en de afscherming doorlopen. Verklaring van de tekens = in orde, staat vermeld in de norm/richtlijn = komt onvoldoende ter sprake in de norm/richtlijn -X- = komt niet ter sprake in de norm/richtlijn. Als de aanbevelingen uit deze matrix niet wordt opgevolgd, dienen andere maatregelen getroffen te worden, die tot een gelijkwaardig veiligheidsniveau leiden. * Bij het verschijnen van NEN 12.158-1 en -2 is NEN 1080 ingetrokken. Echter voor bouwliften < 1995 geldt dat zij minimaal aan NEN 1080 Bouwliften voor goederenvervoer moeten voldoen. Blad 7 van 11 Abomafoon 3.22

Bijlage Opstellingscontrolelijst bouwlift volgens Arbobesluit (In te vullen na opstelling en eenmaal per 2 maanden) Fabricaat / type :...... Machinenummer :...... Masthoogte :...... Aantal stopplaatsen :...... Aantal verankeringen :...... Eigenaar :... Project :... Aantal mastdelen ::... Opstellingslocatie :... Volgende controle uiterlijk :... Aandachtspunten 01 Opstelling algemeen - bij voorkeur meer dan 5 m van toegangen tot het gebouw; - stabiel op vlakke en voldoende draagkrachtige ondergrond; - stempels volledig uitgeschoven; - onderstopt met hout; - verankerd aan het gebouw; - liftbaan geheel te overzien vanaf de bedieningsplaats; - onafhankelijke noodeindschakelaar voorbij de bovenste en onderste stopplaats; - schakelkast op slot. 02 Bedieningsknoppen/bedieningsplaats - op/stop/neer duidelijk herkenbaar op bed.knoppen; - bedieningsknoppen minimaal 1,5 m verwijderd van alle stopplaatsen of bediening met knoppen die minimaal 3 seconden ingedrukt moeten worden voordat de overneembesturing wordt geactiveerd; - bedieningsknoppen aan vast punt bevestigd; - bediening bij de basis minimaal 5 m van het platform of bediening met knoppen die minimaal 3 seconden ingedrukt moeten worden voordat de overneembesturing wordt geactiveerd. 03 Liftbasis - knelgevaar voorkomen door: rondom 2 m hoge hekken of het platform tot 2 m hoogte laten dalen tot automatische stilstand. Rest van daling uitvoeren met vasthoudbediening vanuit de basis, of de volledige daling met vasthoudbediening vanuit de basis, of zone onder/naast het platform afzetten. Afstand tot platform min. 0,5 m en max. 2 m. 04 Platform - voorzien van opschriften: Personenvervoer verboden Maximaal toelaatbare belasting kg - vaste achterwand (mastzijde) van het platform minimaal 1,10 m hoog en over de mastbreedte plus 0,2 m aan weerszijden 1,8 m hoog; - andere zijden van het platform voorzien van: een opstaande wand van minstens 0,6 m hoog (tegen vallende voorwerpen) en een leuning van minstens 1,10 m hoog en wegdraaibare of -klapbare wanden voorzien van een grendel en een veiligheidscontact. In orde ja nee Opmerkingen / maatregelen Blad 8 van 11 Abomafoon 3.22

Project:......... Aandachtspunten In orde ja nee Opmerkingen / maatregelen 05 Verdiepingslaad-/losplaatsen - afslagen aanwezig; - stopplaatshek: minstens 1,10 m hoog; met een werkend veiligheidscontact; - opening tussen het platform en de verdiepingslaad-/losplaats kleiner dan 0,05 m; - knelgevaar voorkomen door horizontale afstand tussen platform en etagehek minstens 0,5 m; - opening tussen kooi en leuningen van de opstap < 150 mm. 06 Staat van onderhoud bouwlift - jaarlijkse keuring uitgevoerd; - vrij van beschadigingen; - vanginrichting minimaal 1x per jaar beproefd; - goed functionerende afslagen: verdiepingsafslagen; onafhankelijke noodeindschakelaars; automatische stop op 2 m hoogte benedenafslag; veiligheidsschakelaar van wegdraaibare of wegklapbare wand; - elektraverbindingen in goede staat; - voorzien van een beveiliging tegen omkeren van de fasen. 07 Kabellift - slappe kabelbeveiliging; - hijskabel spoelt juist op de trommel; - minimaal twee windingen op trommel bij platform beneden; - kabeltrommel afgeschermd; - hijskabel loopt geheel vrij; - bevestiging hijskabel aan mast/platform/ trommel (U-boutklemmen niet toegestaan). 08 Tandheugellift - tanden gesmeerd; - tanden van het rondsel grijpen correct in de tandheugel. Controle d.d. :... door functie :... :... Gezien d.d. :... door functie :... :... Toelichting / nadere bijzonderheden: Blad 9 van 11 Abomafoon 3.22

Toolbox Bouwliften voor goederenvervoer Overige aandachtspunten Onderstoppingsmateriaal van juiste kwaliteit. Verankeren volgens voorschrift fabrikant. Bedienen vanaf platform niet toegestaan. Platform aan alle zijden waar valgevaar bestaat voorzien van hekwerken. Valgevaar op de stopplaatsen tegengaan (ten minste etagehekken, maar bij voorkeur etagehekken van volledige hoogte). Lift niet gebruiken voor personenvervoer. Bij werkonderbreking platform in laagste stand zetten en hoofdschakelaar uitschakelen. Blad 10 van 11 Abomafoon 3.22

Registratieformulier toolbox Project: Gehouden door: Datum: Functie: Onderwerp: Presentielijst Naam Bedrijfsnaam Handtekening Eventuele opmerkingen: Blad 11 van 11 Abomafoon 3.22