Vragenlijst WVD 41 : De Windmolenaar (1985) A. Algemeen 1. Hoe noemt u een vierkante houten windmolen die om een zware spil draait? 2. Hoe noemt u zo'n molen op een gemetseld onderstel? 3. en dit gemetseld onderstel alleen? 4. Hoe noemt u een molen waarvan enkel de kap draaibaar is? 5. een stenen molen met een stelling errond? 6. Hoe noemt u die stelling? 7. een stenen molen die plat op de grond staat? 8. een stenen molen die op een berg staat? 9. Hoe noemt u de heuvel waarop de molen staat? 10. de woning van de molenaar? 11. en de weg naar de molen? 12. Hoe wordt bij u de molenaar genoemd? 13. en de man die de molen komt repareren? 14. Hebt u een naam voor een slechte molenaar? 15. Hoe noemt u een molenaar die regelmatig zijn molen laat draaien zonder graan te malen? 16. Als een molen (oorzaak: geringe wind) traag draait, hoe noemt u dan de molenaar die op zo'n molen werkt? 17. Hoe noemt u de molenaarsvrouw? 18. en de knecht van de molenaar? 19. de knecht die graan haalt en meel rondbrengt? 20. Hoe noemt u het ophalen en thuisbrengen van graan? 21. en de kar die hiervoor gebruikt wordt? 22. het paard dat hiervoor gebruikt wordt? 23. Hoe noemt u de nagels die in een molen gebruikt worden? B. De roeden Hoe noemt u : 24. de 2 zware balken die kruislings door een ijzeren blok gaan? 25. de balk die het dichtst bij de molen zit? 26. de balk die het verst van de molen verwijderd is? -3-
27. Soms werden kortere balken gebruikt die verlengd werden met andere balken. Hoe noemt u die kortere balk die door de ijzeren blok gaat ~ 28. ende balken die daaraan bevestigd werden om de gewenste lengte te bekomen ~ 29. de 2 roeden samen ~ 30. de aan de roede bevestigde langse en dwarse latten samen ~ 31. Welke naam geeft u aan de dwarse ~ 32. en aan de langse ~ 33. de zoom die het verst van de molen verwijderd is ~ 34. de binnenste ~ 35. de zoom die het dichtst bij de roede is, aan de andere kant ~ 36. Hoe noemt u het grootste gedeelte van het latwerk, links van de roede ~ 37. het kleine gedeelte rechts van de roede ~ 38. Welke naam geeft u aan de planken die aan deze zijde van de roede zijn bevestigd ~ 39. Waarmee werden de planken op de roede vastgezet ~ 40. Hoe noemt u het hekwerk, de roeden en windplanken samen ~ (de molen heeft 4... ) 41. de gaten in de roede waardoor de dwarse latten gaan ~ 42. Hoe noemt u de ijzeren bekjes op de roede ~ 43. Waarmee werd de roede vastgezet in de gaten van de ijzeren blok ~ 44. Werd hier nog iets tegen geklopt om het schuiven te voorkomen ~ 45. De roede en het hekwerk zijn schuin gemaakt. Hoe noemt u die schuine stand? 46. Er wordt een doek op het hekwerk gelegd om de windvang te vergroten. Hoe noemt u dit doek? 47. Welke naam geeft u aan het touw dat of de ketting die ingenaaid is aan de zijkant van het zeildoek? 48. de lusvormige touwtjes waarmee het zeildoek aan de haken vastzit? 49. de 3 (of 4) touwen aan de zijkant waarmee het zeildoek kan worden uitgespannen over het hek? 50. het kortste? 51. het middelste? 52. het langste? 53. Als er een 4de touw is, naam? 54. de touwen, kettingen waarmee de hoeken van het zeildoek bovenaan worden bevestigd? -4-
55. de touwen, kettingen waarmee de hoeken van het zeildoek onderaan worden bevestigd? 56. Welke naam geeft u aan de klampen waarachter de opgerolde zeildoeken worden vastgelegd? 57. Hoe noemt u het aanbrengen van de zeildoeken? 58. het afnemen? 59. het aanbrengen van meer zeildoek? 60. een deel van het zeildoek wegnemen? 61. Hoe zegt u dat alle zeildoeken volledig uitgespannen zijn? 62. tot aan het eerste touw? 63. tot aan het tweede touw? 64. tot aan het derde touw? 65. tot aan het vierde touw? 66. zonder zeildoek? 67. Hoe noemt u het inbrengen van een nieuwe roede? 68. Hoe noemt u de stand van de wieken als een recht kruis (+)? 69. Hoe noemt u de stand van de wieken als een St.-Andreas-kruis (X)? 70. de stand waarbij de roede juist voor de molen is? 71. de stand waarbij de roede juist voorbij de molen is? 72. Kent u nog andere standen? 73. Soms werden vlaggen en bloemen aan de wieken bevestigd bij feestelijkheden. Hoe noemt u dit gebruik? 74. Kent u nieuwere systemen van wieken? Naam en werking a.u.b. c. De molens en het vangwiel 75. Welke naam geeft u aan de as waarrond één of meer wielen bevestigd zijn? (Afb. 5) 76. Hoe noemt u het deel van de as dat buiten de molen zit en waarin gaten zijn waardoor de roeden gaan? (Afb. 6) 77. Hoe noemt u de pen voor aan de askop? 78. de 2 gaten waardoor de roeden gaan? 79. Hoe noemt u het deel van de as dat op een arduinen steen rust? 80. Hoe noemt u deze arduinen steen? 81. Op welke balk rust deze steen? 82. Hoe noemt u de ijzeren platen in de baan/hals van de as? 83. Hoe noemt u het zware middendeel van de as? 84. Hoe was de as met de askop verbonden? -5-
85. Hoe noemt u het achtereind van de as? 86. Rust dit achtereind ook op een steen? Hoe heet die? 87. en de balk waarop deze steen staat? 88. Hoe noemt u het grotè wiel aan de molenas (als er 2 zijn, naam van het wiel met de rem errond)? (Afb. 9) 89. Als er meer dan 1 wiel op de as bevestigd is, hoe noemt u dan het andere? 90. een wiel met 4 gekruiste balken in het midden, die rond de as bevestigd waren? 91. een wiel met 2 gekruiste balken in het midden? Deze balken gingen door de as i.p.v. ernaast? (Nu worden deze wielen niet meer gebruikt.) 92. Hoe noemen die 2 gekruiste balken bij zo'n armwiel? 93. Hoe noemt u de 4 gekruiste balken midden in een stropwiel? 94. de 4 gebogen delen die samen het wiel vormen? 95. Hoe noemt u de kammen van dit kamwiel? 96. Hoe noemt u de kop van de kam? 97. Hoe noemt u het deel van de kam dat door het wiel gaat? 98. Hoe noemt u een hele kring kammen bij elkaar? 99. Hoe noemt u de gebogen plank waarin de gaten voor de kammen zijn? 100. Welke naam geeft u aan de pennen waarmee de kammen vastzitten? 101. Hoe noemt u de houten band om het wiel die dient ter versteviging? 102. de stukken hout die de ruimte tussen de kruisende balken en de as opvullen? D. De reminrichting 103. Hoe noemt u de hele reminrichting aan het grote kamwiel? 104. Hoe noemt u de ijzeren (soms houten) band die om het wiel zit en bij het remmen rond het wiel spant? 105. de zware balk die de band aantrekt bij het afremmen van de molen en waaraan de band bevestigd is? 106. de haak waaraan de zware balk in rusttoestand hangt? 107. de stok die uit de molenkap steekt en waaraan een touw of ketting is bevestigd waaraan getrokken wordt bij het afremmen? 108. het touw aan die stok? 109. Hoe noemt u het schijfwiel waarover de ketting of het touw in sommige molens zonder stok loopt? 110. Zijn er nog bepaalde onderdelen van de vang die niet gevraagd zijn? 111. Hoe noemt u het afremmen van de molen? -6-
112. Hoe noemt u de rem losmaken zodat de molen gaat draaien (dit gebeurt door aan het vangtouw te trekken waardoor de vangbalk weer aan de vanghaak komt te hangen)? 113. Hoe noemt u het plotseling gaan draaien van de molen ondanks dat de vang om het wiel klemt? 114. Hoe noemt u het draaien van de molen zonder dat de stenen werken? 115. Hoe noemt u het langzaam draaien van de molen? 116. Hoe noemt u het gewone draaien van de molen? 117. Welke naam geeft u aan het stuk hout dat tegen het wiel geplaatst wordt om te voorkomen dat het wiel in de verkeerde richting zou draaien? E. Staakijzer, lantaarn,... 118. Hoe noemt u het spillenrad dat bovenaan een rechtstaande staak bevestigd is en waarin de kammen van het kamwiel grijpen om de stenen aan te drijven? 119. de staven van dit rad? 120. de schijven waartussen de spillen staan? 121. de ijzeren banden rond die schijven? 122. Hoe noemt u de slijtage aan de spillen, veroorzaakt door aanraking met de kammen van het kamwiel? 123. Soms was er geen lantaarn, maar wel een kamwiel. Hoe noemt u dit? 124. de rechtstaande spil waaraan bovenaan de lantaarn zit en die de bovenste steen aandrijft? (Afb. 14). 125. het onderste vorkvormige gedeelte van deze spil? 126. de balk waarin het boveneinde van de spil draait? 127. het uitneembare stuk hout om de spil buiten werking te plaatsen? 128. Welke naam geeft u aan de houten latjes die aan de spil bevestigd zijn en die dienen om een bakje in schuddende beweging te houden? 129. Hoe noemt u het ijzer in de bovenste steen waarover de klauw staat? 130. zo'n ijzer met 4 takken? 131. en met 2? 132. Hoe heet het rechtstaande ijzer dat door de onderste steen gaat en op een balk staat? 133. Hoe noemt u het bovenste deel van deze spil, waarop de rijn rust? 134. Hoe noemt u de houten koker in de onderste steen waarin die spil draait? 135. Hoe noemt u de ijzeren pot waarin deze spil draait? -7-
F. Molenstenen 136. Hoe heten de grote stenen waarmee het graan gemalen wordt? 137. Hoe noemt u 2 bij elkaar horende stenen? 138. de bovenste steen? 139. de onderste steen? 140. Hoe noemt u een steen die gemaakt is van steen uit steengroeven? 141. Welke verschillende soorten kent u? a) Franse b) Engelse c) halfengelse d) Duitse 142. Hoe noemt u een nagemaakte gegoten steen? 143. Hoe noemt u een harde plek in de steen? 144. Hoe noemt u die zijde die het eigenlijke maalwerk verricht (de zijde met de groeven)? 145. Hoe noemt u de groeven in de stenen? 146. Hoe noemt u ieder van de delen wanneer de groeven in delen zijn verdeeld? 147. Hoe noemt u een groevensysteem waarbij het vlak in panden is verdeeld? 148. en zo'n groevensysteem waarbij het vlak in panden met rechte groeven is verdeeld? 149. en zo'n groevensysteem waarbij het vlak in panden met zwaaiende. groeven is verdeeld? 150. een groevensysteem met zwaaiende groeven maar zonder panden? 151. een groevensysteem met rechte groeven maar zonder panden? 152. Hoe noemt u de hoogliggende delen van de groeven? 153. en de uitgediepte delen? 154. de zijde van de groeven die het eigenlijke maalwerk verrichten? 155. de 'andere zijde? 156. Hoe noemt u het gat in de bovenste steen? 157. Hebt u ook een naam voor het gat in de onderste steen, waarin de steenbus zit? 158. Hebt u een naam voor het deel van het maalvlak dichtst bij het gat? 159. de buitenste rand? 160. het gedeelte tussen deze 2 in? 161. Hoe noemt u de ijzeren band die rond sommige stenen wordt gelegd? 162. Hoe noemt u het stelsel van balken waarop de onderste steen ligt? -8-
163. de houten kuip rond de stenen? 164. het ronde hout waarop de kuip staat? 165. het deksel van de kuip? 166. Hoe noemt u het stuk hout waarop het deksel ligt? 167. Welke naam geeft u aan de houten trechtervormige bak bovenop de kuip waarin het graan gestort wordt? 168. aan de 2 balkjes waarop de graanbak staat? 169. het kleine schuddende bakje onderaan de graanbak? 170. de vooruitstekende stok aan dat bakje die tegen de latjes van het staakijzer slaat? 171. stok met groeven aan het schuddende bakje bevestigd om dat bakje te kunnen verstellen en zo de graantoevoer te regelen? 172. een touwtje om dat bakje te verstellen? 173. het touw aan dat bakje waarmee de molenaar met heen en weer gaande beweging de graantoevoer regelt? 174. de houten bank bij de graanbak waarop de zakken gereed gezet worden? 175. het apparaat dat een belsignaal geeft als de graanbak bijna leeg is? 176. Hoe noemt u de hefboominstallatie om de stenen op te tillen en te verplaatsen? 177. de ijzeren beugels waarmee de stenen worden opgetild? 178. de schroef waarmee de steen omhoog geschroefd wordt? 179. Hoe noemt u de 2 gaten in de zijkant van de steen waarin de uiteinden van de beugels passen? 180. Welke naam gebruikt u voor het touw dat om de molenas geslagen wordt en waarmee men de stenen kan optillen? 181. de trapvormige wiggen, die men bij het ophijsen onder de stenen schuift? 182. de ijzeren staaf die bij het ophijsen wordt gebruikt? 183. Hoe noemt u de houten knuppel die als hulpmiddel dient om de loper van de ligger te verwijderen om te kunnen scherpen? 184. Hoe noemt u het aanbrengen van de groeven? 185. Bestaan er verschillende manieren van scherpen? Uitleg en benaming? 186. de houweelachtige hamers waarmee de molenstenen gescherpt worden? 187. Kent u nog andere soorten hamers die bij het scherpen gebruikt worden? 188. Hoe noemt u de hamers bij de smid langer laten maken? 189. de zak/het kussen die/dat bij het scherpen gebruikt wordt? 190. het stof dat bij het scherpen ontstaat? 191. het van hun plaats nemen van de stenen om ze te scherpen? 192. het weer op elkaar leggen van de stenen? -9-
193. de stenen goed op elkaar leggen? 194. Hoe noemt u de lat die gebruikt wordt om te kijken waar gescherpt moet worden? 195. Welke verf wordt hierbij gebruikt? 196. Hoe zegt u 'met de rei bepalen wat gescherpt moet worden? 197. Hoe zegt u 'de steen ligt onder de rei'? 198. het tegenovergestelde? 199. 'de steen is bot'? 200. Welk woord gebruikt u om aan te geven dat de steen toegeplakt raakt door deegachtig meel? 201. Hoe noemt u het over elkaar gaan van de stenen zonder graan? 202. Hoe noemt u een afgesleten steen weer nieuw maken door er een kunstlaag op te gieten? 203. Hoe zegt u 'de steen wil meer graan'? 204. 'de steen wil minder graan'? G. De licht 205. Hoe noemt u de inrichting waarmee de bovenste steen op en neer bewogen kan worden? 206. de horizontale balk daarvan waarop de kleine spil staat? 207. de horizontale balk waar de vorige balk aan 1 zijde op rust? 208. het lang vertikaal ijzer dat op de andere kant van de vorige balk rust? 209. Hoe noemt u het touw waarmee de licht in werking gesteld wordt? 210. Hoe noemt u de hefboom waaraan het lichttouw zit; aan de andere kant zit deze hefboom aan het lichtijzer. 211. het gewicht onder aan het lichttouw? 212. Hoe noemt u het verschuifbaar stuk hout op de balk waarop de taatspot staat? 213. Hoe noemt u de stukken hout om dat blokje vast te zetten? 214. Hoe noemt u de hamer waarmee de wiggen van het lichtwerk worden vastgeslagen? 215. Hoe noemt u het dichter bij elkaar brengen van de stenen? 216. Hoe noemt u het verder uit elkaar brengen van de stenen? 217. Hoe noemt u een moderner instrument dat de loper bij grotere draaisnelheid automatisch doet zakken? 218. Zijn er nog onderdelen van de licht die niet vernoemd zijn? -10-
H. Op de meelzolder 219. Welke naam gebruikt u voor de houten koker waardoor het meel naar beneden komt? 220. Hoe noemt u de schuif met tanden binnen in de meelgoot? 221. de houten bak onder aan de koker waaraan de zak wordt bevestigd? 222. het plankje dat in deze bak wordt geplaatst om het meel tegen te houden? 223. de haakjes aan de meelbak waaraan de zak gehangen wordt? 224. het touw met het haakje eraan om de zak open te houden? 225. Soms hangt er een doek onder aan de meelgoot om het stof tegen te houden? J. Het luiwerk 226. Hoe noemt u de installatie waarmee de zakken graan naar boven getrokken worden? 227. Hoe noemt u het touw waaraan de zak hangt (of de ketting)? 228. het touw waarmee de zakken binnen in de molen worden gehaald? 229. het touw waarmee de zakken buiten worden opgehaald? 230. Hoe noemt u het blokje hout of het stukje ijzer aan dit touw waarmee een lus om de zak gedaan wordt? 231. Welke naam geeft u aan de as waarop het touw gewonden wordt? 232. (enkel in houten molens) Hoe noemt u het tandwieltje aan die as, dat in het grote kamwiel grijpt? 233. de tanden van dit wieltje? 234. het balkje dat dit wieltje omhoog brengt, zodat de lui in werking treedt? 235. (meestal in stenen molens) Op de grote staande as is een schijf bevestigd. Hoe noemt u die? 236. Hoe noemt u het wiel dat aan de luias vastzit en contact kan maken met deze schijf? 237. Hebt u een aparte naam voor dit systeem? 238. Kent ti nog andere systemen van luiwerk? 239. Hoe noemt u het touw waaraan men trekt om het luiwerk in werking te laten treden? 240. Zit dit touw ergens aan vast? 241. Hoe noemt u het met haken bezette wiel aan de luias? 242. de haken aan het wiel? 243. het touw dat tussen deze haken loopt? 244. het stukje hout op de molenwand om dat touw vast te zetten? - 11-
245. het touw dat aan dat blokje hout is bevestigd om de klauwreep los te trekken ~ 246. het houten kapje dat bij de houten molen bevestigd zit boven het gedeelte van de luias dat naar buiten steekt? 247. Hoe noemt u het gat waardoor de luireep loopt en waardoor de zakken worden opgetrokken ~ 248. het luik/de luiken die het luigat afsluiten? 249. Hoe noemt u het optrekken van de zakken met behulp van die hijsinrichting ~ 250. het naar beneden laten gaan met behulp van die hijsinrichting? 251. de zakken graan beneden aan het touw vastmaken? 252. Hoe noemt u het in werking stellen van het luiwerk ~ J. Het kruiwerk 253. Hoe noemt u het naar de wind draaien van de molen? 254. Hoe noemt u de as of het wiel waarmee de molen of de kap in de wind gedraaid wordt ~ 255. Indien die as een zwengel heeft, hoe wordt die genoemd? 256. Hoe noemt u het touw of de ketting die op de as gewonden wordt? 257. de houten of ijzeren korte palen die rondom de molen in de grond geplaatst zijn, waaraan de kettingen of touwen worden vastgelegd? 258. Hoe noemt u al deze onderdelen samen? 259. Hoe noemt u het maar half op de wind zetten van de molen(kap)? K. De standaardmolen. 260. Hoe noemt u de zware vertikale boom waarop heel de houten molen rust? 261. Soms worden ijzeren banden rond de standaard gelegd ter versteviging. Hoe noemen die? 262. de 4 gemetselde blokken waarop het onderstel van de houten molen rust? 263. de 2 hoogste? 264. de 2 laagste? 265. de houten plankjes of blokjes die op deze teerlingen liggen? 266. de 2 elkaar kruisende balken waarop de standaard rust? 267. de 8 schuine steunbalken? 268. de 4 buitenste ~ 269. de 4 binnenste? - 12-
270. Waar de standaard over de kruisplaten komt, zijn er inkepingen in de standaard. Hoe noemt u deze 1 271. Hoe werd de staak op de kruisplaten bevestigd 1 272. Hoe noemt u de balkconstructie rondom de zware boom, bestaande uit 4 korte balken onderaan de molenromp? 273. Hebt u een naam voor elk balkje apart 1 274. Hoe noemt u het bovenste versmalde uiteinde van de staak 1 275. Hoe noemt u de zware horizontale balk dwars over de staak, ongeveer halverwege de molenromp? 276. Hoe noemt u de ijzeren of bronzen plaat die op de pin van de standaard ligt 1 277. het stuk hout onder tegen die balk (steenbalk) waarin de nok (pin) van de standaard draait 1 278. een stuk ijzer onderaan de balk in de vorm van een pan? 279. Welke benaming geeft u aan het hele draaibare molenhuis? 280. de 4 stijlen in de hoeken van de molenromp? 281. Welke naam geeft u aan de twee horizontale balken op de toppen van de hoekstijlen? 282. aan de twee horizontale balken ter hoogte van de steenbalk en evenwijdig aan de vorige? 283. de twee horizontale balken onderaan de molenromp en evenwijdig aan de vorige? 284. het gedeelte van de molen waarin zich het koppel stenen van de windzijde bevindt? 285. het gedeelte van de molen aan de kant van de ingang 1 286. Hoe noemt u de 4 (soms 2) loodrechte balken, in het midden van elke zijkant 2 (1), waartussen de einden van de steenbalk liggen? 287. de schuine balken die de verschillende lijsten en stijlen verbin~en en steunen? 288. Hoe noemt u de zijde waar de roeden zitten? 289. de loodrechte balk midden door die zijde? 290. de horizontale balk in deze zijde, bovenaan? 291. de horizontale balk ter hoogte van de steenbalk? 292. de horizontale balk onderaan, ter hoogte van de onderste zolder? 293. het stelsel balken gebouwd op de windpeluw? 294. de beide staande balken aan weerskanten van de halssteen? 295. de loodrechte balken in dit stelsel 1 296. de horizontale balk op de toppen van deze balken? - 13-
297. het schuine balkje onder tegen een van de loodrechte balken naast de steen? 298. Zijn er nog andere balken in de kap aan deze zijde 1 Waar liggen ze en hoe noemen ze? 299. de zijde van de molenromp waar trap en ingang zijn 1 300. de topgevel aan deze kant 1 301. de basisbalk van deze topgevel 1 302. de balk achter de pinbalk? 303. de loodrechte balk midden in deze topgevel 1 304. de horizontale balk boven in de voorzijde 1 305. Hoe noemt u de hele kapconstructie 1 306. de horizontale balk in de voorzijde waarop de staart rust 1 307. de stijlen van de deur 1 308. Hoe noemt u de 2 zware horizontale balken onderin de molenromp 1 Ze lopen van voren naar achteren en sluitende standaard tussen zich in 1 309. de korte balkjes tussen deze 2 in 1 310. de 4 vorige balken samen? 311. de 2 stukken hout onder aan die zware balken en een weinig op de zetel dragend 1 312. Hoe noemt u de zijkant van de molenromp waar de. reminrichting zit 1 313. Hoe noemt u de andere zijkant van de romp 1 314. de beide zijkanten samen 1 315. Welke naam geeft u aan de lange naar voren stekende balk waarmee men de molen kan verdraaien 1 316. de schuine balken aan weerszijden van het uiteinde van deze balk 1 317. de trap aan de voorkant van de molen 1 318. de zijplanken van de trap 1 319. de treden van de trap? 320. de 2 rechtstaande balken op de onderste trede? 321. de onderste, verzwaarde trede van de molentrap die over de grond sleept? 322. de leuning van de molentrap? 323. het kleine platform boven aan de molentrap 1 324. het dak van de molen-1 325. de zolder waar de stenen liggen 1 326. de zolder waar het meel opgevangen wordt, waar de molenaar werkt 1 327. Als er een derde zolder is, hoe wordt die genoemd 1 328. Hoe noemt u zo'n molen met 3 zolders 1-14-
329. Hoe noemt u de ronde openingen in de molenwand? 330. Hoe noemt u de luiken in de zijde waar de roeden zijn? 331. Hoe noemt u de planken die de buitenwand van de molen vormen? 332. Hoe noemt u de schaliën? L. De stenen molen 333. Hoe noemt u het gemetseld deel van de molen? 334. Hoe noemt u het dak bovenop dit gemetseld deel? 335. Hoe noemt u de zolder onmiddellijk onder de molenkap? 336. de zolder waar zich het luiwerk bevindt? 337. de zolder waar de stenen liggen? 338. de. zolder waar de molenaar werkt? 339. Als er nog zolders zijn, naam en plaats? 340. Hoe noemt u de zware staande as in het midden van de molen die de drijfkracht van de wieken via een aantal wielen overbrengt naar de stenen? 341. Hoe noemt u de balk waarin deze as staat? 342. Hoe noemt u depot waarin deze as draait? 343. Hoe noemt u het wiel boven aan de koning dat in het kapwiel op de as (vangwiel) grijpt? (Is het een kamwiel of een lantaarn?) 344. Hoe noemt u het wiel onder aan de koning dat in de lantaarn of het kamwiel van de staakijzersjklauwijzers grijpt? 345. Hoe noemt u de 2 dwarsbalken (een korte en een lange) die door de kap lopen en daar aan weerszijden uitsteken? 346. Hoe noemt u de langste? 347. Hoe noemt u de kortste? 348. Hoe noemt u de 4 schuine balken die aan het uiteinde van de vorige balken bevestigd zijn? 349. Hoe noemt u de langste? 350. Hoe noemt u de kortste? 351. de middelste balk die tussen de 4 vorige naar beneden gaat? 352. Hoe noemt u deze 5 balken samen? 353. Zijn er nog onderdelen Lv.m. de staart die hier niet ter sprake kwamen? 354. Hoe noemt u het systeem waarbij de molenkap gedraaid wordt op houten (of ijzeren) rollen? 355. Hoe noemt u deze rollen? 356. Hoe noemt u de houten ring boven op de molenromp waar de rollen op lopen? -15-
357. de houten ring waar de rollen in zitten 1 358. de houten ring onder aan de kap die op de rollen rust? 359. Hoe noemt u het systeem waarbij i.p.v. gewone rollen gietijzeren rollen met rand worden gebruikt 1 360. Hoe noemt u die rollen 1 361. Waarop lopen deze rollen 1 362. Zijn er nog onderdelen i.v.m. dit systeem? 363. Hoe noemt u het systeem waarbij de kap niet uitsluitend op rollen gedraaid wordt, maar waarbij de kap ook steunt op balken en ringen in het midden van de molen? 364. Hoe noemt u de 2 evenwijdige horizontaal geplaatste en dus dwars doorheen de molenromp gaande balken? 365. Hoe noemt u de 2 kortere balken die dwars over de vorige liggen? 366. Hoe noemt u de ijzeren ringen die hierboven liggen? 367. Hoe noemt u de balken die op deze ringen draaien 1 368. Hoe noemt u de 2 balken die hier dwars over liggen 1 369. Hoe noemt u de wielen op de molenromp waarop de kap eveneens steunt? 370. Welke onderdelen zijn niet vernoemd? 371. Hoe noemt u de zware balken door de kap van de molen, dwars t.o.v. de spruitbalken? 372. Hoe noemt u het samenstel van balken dat zich aan de voorkant (kant van de wieken) bevindt 1 373. het samenstel van balken dat zich aan de achterkant van de kap (de kant van de wieken) bevindt 1 374. Hoe noemt u de bovenste sluitbalk van dit samenstel van balken 1 375. Hoe noemt u de schuingeplaatste zijstijlen in dit samenstel van balken? 376. Hoe noemt u de loodrechte stijlen in het achterkeuvelens (373) 377. Hoe noemt u de horizontale balk waarin het boveneind van de koning draait 1 378. Nog onderdelen i.v.m. de kap die vergeten zijn? Naam? M. Varia 379. Hoe noemt u het malen? 380. Hoe noemt u slecht meel bij beetjes door het graan malen? 381. grof malen? 382. fijn malen? 383. zo malen dat het graan verbrandt? -16-
384. het verliezen van het meel tijdens het maalproces ~ 385. graantoevoer regelen 1 386. graantoevoer remmen? 387. gemalen graan 1 388. gezeefd meel 1 389. meel dat rondom de ligger in de steenkuip is gevallen 1 390. het gedeelte van het meel dat in de molen verstuift en in mindering komt van hetgeen de molenaar moet afleveren? 391. hele graankorrels die in het meel terecht gekomen zijn 1 392. het zeven van het meel? 393. Waarmee wordt het meel gezeefd 1 394. de vellen van het graan die overblijven na het malen van vooral tarwe 1 395. de fijnere afval van het malen die na het zeven overblijft? 396. de zakken meel wegzetten om ze te laten afkoelen? 397. het door warmte bederven van het meel? 398. Hoe heet de hoeveelheid graan of meel die de molenaar mocht scheppen als het loon niet in geld betaald werd? 399. Hoe noemt u het scheppen van dat meel? 400. Waarmee wordt meel uit de zak geschept 1 401. het weegtoestel waarmee alle zakken op het juiste gewicht worden gebracht? 402. Hoe noemt u de op een speciale manier geschreven getallen die molenaars gebruiken om het gewicht aan te geven 1 403. Hoe noemt u een wagentje dat dient om zakken graan te vervoeren? 404. Hoe noemt u graan in het algemeen 1 405. tarwe? 406. rogge? 407. gerst? 408. nog andere soorten graangewassen? 409. Hoe noemt u een mengeling van verschillende soorteh graangewassen die aan dieren wordt gegeven als dierenvoeder? -17-