Iene Miene Media 2013



Vergelijkbare documenten
Iene$Miene$Media$2013!

Iene Miene Media 2014

Digitale vaardigheden kinderen van 0 t/m 6 jaar

Iene Miene Media 2014

Iene Miene Media Het onderzoek Iene Miene Media werd uitgevoerd door Stichting Mijn Kind Online, in opdracht van Mediawijzer.net.

Iene Miene Media. een onderzoek naar mediagebruik door kleine kinderen

Media in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang

Iene Miene Media Mediagebruik door kinderen van 0 t/m 6 jaar

A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik

Iene Miene Media Trendrapport 2018

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Mijn computer is leuk

Ouderavond Veilig Online. Dinsdag 21 februari,

Monitor Mediagebruik door kinderen van 0 t/m 6 jaar

Uitkomsten enquête online opvoeden

Utrecht, maart Rutgers Arthur van Schendelstraat MJ Utrecht Postbus GA Utrecht

Vragenlijst Groep 7 en 8

Multi-Screen Consument

VOLLEDIG ONDERZOEKSVERSLAG IENE MIENE MEDIA WORDT BINNENKORT BESCHIKBAAR GESTELD OP

Samen mediawijs. Met elkaar in gesprek over het gebruik van (social) media

Tipsheet Mediagebruik Adviezen voor ouders. 0- tot en met 5-jarigen

Moving Pictures: second screen en schermvoorkeur

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Zorgen ouders mediagebruik kinderen Mediawijzer.net

Tipsheet Mediagebruik Adviezen voor professionals. 0- tot en met 2-jarigen

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

VOLLEDIG ONDERZOEKSVERSLAG IENE MIENE MEDIA WORDT BINNENKORT BESCHIKBAAR GESTELD OP

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Lesbrief verslaving aan games of sociale media

Protocol Kinderen en media op de BSO

Op de volgende pagina volgen wat foto s

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Wil jij minderen met social media?

5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar Weet ik niet

Smartphone Onderzoek OTYS Recruiting Technology

STICHTING KIJKONDERZOEK TV IN NEDERLAND Pagina 27 van 30

m s Peuters en kleuters op internet Onder redactie van Remco Pijpers Onderzoekers Stefanie Jansen Clare Brouwer Marion Duimel

Mijn ouders zijn zo ouderwets! Kim, 8 jaar

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Brijder Cluster Jeugd Ouderbijeenkomst Social Media. Olga Kruize

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Moving Pictures: kijken naar audiovisuele content in Nederland

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen

Informatie voor ouders

In de volgende vragen zal je bevraagd worden over verschillende aspecten van digitale media en digitale apparaten, waaronder PC's, laptops,

Media wijsheid. Wifigeneratie. Privacy. Onderwerpen. Games. Cyberpesten

Liska Vulperhorst 2 november 2015

Mijn computer is leuk

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Spreekbeurt hoogbegaafdheid.

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

OUDER & KIND QUIZ YOUNGWORKS RAPPORT ONLINE ONDERZOEK OPZET MEDIAMASTERS ONDERZOEK

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

INKIJKEXEMPLAAR. inspiratie boekje. Media Ukkies. 20 TopTips van ouders over jonge kinderen en media

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012

Trends in Digitale Media december SPOT publicatie GfK onderzoek in samenwerking met KVB SMB, PMA, RAB, en SPOT

Deze vragenlijst bestaat uit 17 vragen. Het invullen daarvan duurt ongeveer twintig minuten.

Vaardigheden kinderen van 0 t/m 6 jaar

First of second screen? EEN ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN SECOND SCREEN OP TV KIJKGEDRAG. Stroom Mediacommunicatie B.V.

m s Peuters en kleuters op internet Onder redactie van Remco Pijpers Onderzoekers Stefanie Jansen Clare Brouwer Marion Duimel

Goede middag. Zo als belooft gaan we het hebben over de Smart TV. Maar laten we eerst eens onderzoeken welke plaats de Smart TV inneemt.

3 Hoogbegaafdheid op school

De Nederlandse ipad gebruiker. Oktober 2010

Trends in Digitale Media; nieuwe opportunities voor TV

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

Wiekslag Speciaal. Vanuit het kamertje

Tactus Verslavingszorg. Programma. Tactus op De Rede. Gamen & Internet. Gamen. Bianca Swart Preventiewerker

INTERNETMEMORIE. Maak in één les een 3D doosje met de App Foldify. Les in het kader van Code Kinderen project Mijn Kind Online.

Wanneer moeten we dat nog doen? We hebben vandaag, tijdens een andere vergadering, ons de vraag gesteld : waar moeten we naar toe om te melden dat

De Bibliotheek, BoekStart en digitale media 2-4 jaar

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

ipad enquête - ouders - 18 reacties (van 29 ouders)!

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Spinternet stappenplan

KINDEREN EN INTERNET 9-10 jaar

Een spreekbeurt houden

27 mei 2015 Sanne Louw Kikid & marion.kooij@brijder.nl

DE SNELWEG NAAR INFORMATIE OVER 50-PLUSSERS

Alcohol, Roken en opvoeding

Inleiding. Drie taalvormen

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Studiedag Voorleesexpress

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Opdracht 2 Checklist. Website 1 NTR Het Klokhuis -

Kind in de digitale wereld. Ouderavond AS-P

SAMENVATTING TRENDS IN DIGITALE MEDIA 2016

STICHTING KIJKONDERZOEK TV IN NEDERLAND Pagina 27 van 30

Onderzoek: Armoede. Publicatiedatum:

Stappenplan voor je spreekbeurt in groep 3/4

Opdracht: De leerling maakt kennis met oude media en. Meer informatie: zie Bijlage 2

Onderzoek Eenzaamheid onder jongeren

iphone & ipad Vergroot uw digitale wereld

7 oktober Onderzoek: 10 jaar smartphone

Informatieboekje (voor)lezen

Transcriptie:

Iene Miene Media 2013 Een onderzoek naar mediagebruik door kleine kinderen Mijn dochter is behoorlijk handig op de ipad. Ze kent de code en weet haar apps te vinden. Filmpjes enzo moeten wij voor haar opzoeken. (vader over zijn 2- jarige dochtertje) Mijn kind kan niet uit zichzelf stoppen of luistert helemaal niet meer als er iets gezegd of gevraagd wordt. (moeder over 6- jarige zoon) 2

Colofon Iene Miene Media 2013 Het onderzoek Iene Miene Media 2013 is uitgevoerd door Stichting Mijn Kind Online, in opdracht van Mediawijzer.net. Realisatie Remco Pijpers - coördinatie Marjon Schols data- analyse en tekst No Ties BV dataverzameling Prof. Dr. Peter Nikken wetenschappelijke adviezen Daniel Lechner wetenschappelijke adviezen Liesbeth Koenen eindredactie De Ruimte Ontwerpers design Mediawijzer.net Mediawijzer.net heeft tot doel mediawijsheid in Nederland te bevorderen. Het is een netwerkorganisatie waarin zich meer dan 600 organisaties, bedrijven en instellingen op het gebied van media hebben verenigd. De netwerkpartners van Mediawijzer.net verzorgen aansprekende projecten, spraakmakende initiatieven, solide onderzoeken en bundelen kennis die de Nederlandse burgers helpen hun mediawijsheid te vergroten. e- mail: info@mediawijzer.net website: www.mediawijzer.net Stichting Mijn Kind Online Stichting Mijn Kind Online is een kennis- en adviescentrum op het gebied van jeugd en (nieuwe) media, dat tot doel heeft meer inzicht te verschaffen in de mogelijkheden van nieuwe media, alsook het bevorderen van het verantwoord gebruik daarvan. De activiteiten van de stichting zijn vooral gericht op opvoeders en kinderen. De stichting werkt redactioneel onafhankelijk. e- mail: redactie@mijnkindonline.nl website: www.mijnkindonline.nl Copyright 2013 Mediawijzer.net, Stichting Mijn Kind Online 3

Inhoudsopgave 1. OPZET EN ACHTERGROND... 6 2. ZESTIEN IN HET OOG SPRINGENDE BEVINDINGEN... 8 3. MEDIA IN HUIS... 12 3.1 BESCHIKBARE APPARATUUR... 12 3.2 MEDIA IN DE SLAAPKAMER... 12 3.3 MEDIAGEBRUIK VAN JONGE KINDEREN... 13 3.4 MEDIAGEBRUIK THUIS... 15 4. LEEFTIJD EN TIJD... 18 4.1 STARTLEEFTIJD... 18 4.2 TIJDSBESTEDING... 19 5. TOEPASSINGEN... 22 5.1 COMMUNICATIETOEPASSINGEN... 22 5.2 SPELLETJES... 22 6. MEDIAVAARDIGHEID... 28 6.1 DE EERSTE STAPJES... 28 6.2 EENVOUDIGE TAKEN UITVOEREN... 29 6.3 BEHENDIGHEID... 30 7. GEVOLGEN... 34 7.1 POSITIEVE GEVOLGEN... 34 7.2 NEGATIEVE GEVOLGEN... 36 8. MEDIAOPVOEDING... 40 8.1 VORMEN VAN MEDIAOPVOEDING... 40 8.2 VRAGEN EN PROBLEMEN... 43 9. TOT SLOT: AANBEVELENSWAARDIG... 46 4

5

1. Opzet en achtergrond Kinderen lijken steeds jonger in aanraking te komen met digitale media. De ouderwetse voorleesboekjes zijn wel nog steeds het populairst, maar ook de allerjongsten spelen al met ipads en smartphones, of kijken filmpjes op de laptop. Dit blijkt uit het onderzoek dat stichting Mijn Kind Online deed voor Mediawijzer.net naar het mediagebruik van kinderen van 0 tot en met 7 jaar. Het onderzoek is een vervolg op het gelijknamige onderzoek Iene Miene Media uit 2012. Exact 1001 vaders en moeders deden mee aan de nieuwe enquête. Wederom blijkt dat ouders sterk betrokken zijn bij het mediagebruik van hun kind. Ze zeggen goed na te denken over wat zij hun kinderen aan media voorschotelen, praten met hun kinderen over het mediagebruik en stellen regels als een maximale tijdsduur voor mediagebruik op. Veilig internetgebruik van hun kinderen vinden ze erg belangrijk. Ze houden hun kinderen goed in de gaten, of doen samen dingen online met ze. Vooral de moeders. Die zijn vaker dan vaders samen met hun kinderen bezig met digitale media. Uit het onderzoek komen duidelijk de voordelen naar voren. Ouders zien hoe geïnteresseerd en nieuwsgierig hun jonge kinderen naar digitale media zijn, en hoeveel plezier ze eraan beleven. Ze zien ook dat hun kinderen er wat van opsteken. De spelletjes op smartphones en tablets waar ook heel jongen kinderen inmiddels mee in aanraking komen zijn niet alleen leerzaam, ze houden de kinderen ook even bezig. Hoeveel tijd besteden kinderen aan de verschillende media? En hoe kijken hun ouders hier tegenaan? Net als in 2012 wordt in het onderzoek dus ingegaan op het gebruik van media door jonge kinderen, de gevolgen van dit gebruik en de mediaopvoeding. In 2013 is ook aandacht besteed aan de verschillen tussen ouders. Verschillen vaders en moeders in het gebruik van digitale media in de opvoeding? Denken ze anders over het mediagebruik van hun jonge kinderen? Of zijn vaders en moeders het hierover eens? De gegevens zijn in maart 2013 verzameld door het bureau No- Ties via een online enquête onder 495 moeders en 506 vaders met kinderen van 0 tot en met 7 jaar. Hun is gevraagd de vragenlijst in te vullen over hun jongste kind in deze leeftijd. De ondervraagden zijn overwegend samenwonend of getrouwd (93%), 6% van de respondenten is alleenstaand. De data zijn in de basis representatief, aldus No- Ties, maar zijn door de online werving geen volledige afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Zo zijn ouders zonder internetverbinding bijvoorbeeld niet meegenomen. Het onderzoek geeft echter wel een goed beeld van de stand van zaken van het mediagebruik van de 0 tot en met 7- jarigen in Nederland. Data- analyse en rapportage zijn van Marjon Schols. De enquête bevatte twee typen vragen: gesloten vragen voor de kwantitatieve gegevens, en ook enige open vragen waarin ouders werd verzocht ervaringen en meningen te beschrijven. 6

7

2. Zestien in het oog springende bevindingen Dit zijn 16 in het oog springende bevindingen over het mediagebruik van 0- tot en met 7- jarige kinderen in 2013: In verreweg de meeste gezinnen is een televisie (97%) of laptop aanwezig (91%). Het aantal ipads groeit hard: in 2012 had een op de drie ondervraagde gezinnen er een, in 2013 zijn het er twee op de drie. Kinderen gebruiken al op jonge leeftijd media. Als kinderen 9 à 10 maanden oud zijn komen ze in aanraking met boekjes. Ze zijn gemiddeld 18 maanden als ze voor het eerst een dvd kijken en 20 maanden wanneer ze tv beginnen te kijken. Van de 0- en 1- jarigen heeft een kwart al eens een ipad of andere tablet- computer gebruikt. Een derde van alle 1- jarigen speelt regelmatig of vaak met de ipad. Als er een ipad in het gezin aanwezig is, dan gebruiken kinderen die regelmatig. Van de 0- tot en met 3- jarigen doet 54% dat, van de 4- tot en met 7- jarigen gaat het om 78%. Het populairste is nog steeds het voorleesboekje: 82% van alle kinderen tot 4 jaar leest of wordt regelmatig voorgelezen. Onder de 4 tot en met 7- jarigen is dat zelfs 95%. Console- en handheld- spelcomputers worden vooral door iets oudere kinderen gebruikt. Van de 4- tot en met 7- jarige kinderen die thuis dergelijke spelcomputers hebben, gebruikt 70% regelmatig een console- spelcomputer en 72% regelmatig een handheld- spelcomputer. Per dag spelen 4- tot en met 7- jarigen er gemiddeld respectievelijk 13 en 14 minuten op. De meeste tijd besteden kinderen aan: o Tv kijken (0- tot en met 3- jarigen gemiddeld per dag 40 minuten; 4- tot en met 7- jarigen 50 minuten). o Gevolgd door het lezen van boekjes (de allerjongsten gemiddeld 27 minuten per dag, de 4- tot en met 7- jarigen 23 minuten) o Als derde dvd s kijken: 0- tot en met 3- jarigen gemiddeld 19 minuten per dag; 4 tot en met 7- jarigen 16 minuten o En als vierde de ipad: 0 tot en met 3- jarigen gemiddeld 15 minuten per dag; 4 tot en met 7- jarigen 19 minuten Moeders gebruiken vaker dan vaders samen met hun kind digitale media. In een op de tien de ondervraagde gezinnen is het altijd de moeder die samen met het kind bijvoorbeeld een spelletje op de smartphone of ipad speelt, en in 37% van de gezinnen is het vaker de moeder dan de vader. Gelijk verdeeld is het bij 44%, en bij 9% doen de vaders het vaker of altijd. Communicatietoepassingen zoals berichtjes sturen, chatten en social media, gebruiken de 0- tot en met 7- jarigen weinig. Bellen en communicatie via beeld (bijvoorbeeld Skype of Face Time) doen ze iets vaker. Van de 3- jarigen belt wel 23% regelmatig en 15% van hen heeft al regelmatig beeldcontact. Kinderen doen dit meestal samen met de moeder en veel minder vaak samen met hun vader. Jonge kinderen spelen vaker spelletjes waar ze iets van leren dan spelletjes ter vermaak. Vermaakspelletjes spelen ze meestal alleen, of anders met hun moeder of broers en zussen. Spelletjes waar kinderen wat van leren spelen ze meestal samen met hun moeder. 8

Ouders vinden hun jonge kinderen al redelijk vaardig met digitale media. De jongsten kijken mee met anderen, of doen willekeurige handelingen. Toch weet tweederde van de 2- jarigen al hoe ze geluiden en bewegingen op het scherm kunnen krijgen. Positieve gevolgen van mediagebruik zijn het opdoen van kennis en het aanleren van vaardigheden. Van de ouders zegt 70% dat hun jonge kind plezier beleeft aan het gebruik van media. Van de ouders ziet 43% geen negatieve gevolgen. Deels is dat omdat hun kind nog te jong is voor digitale media. Maar onverdeeld enthousiast zijn ouders niet: 45% vindt ander speelgoed dan digitale media beter voor hun kind. En 64% denkt dat hun kinderen het risico lopen om in aanraking te komen met informatie die niet geschikt voor ze is, terwijl 58% meent dat kinderen in aanraking kunnen komen met verkeerde personen. Ouders ervaren ook dat hun kinderen moeilijk kunnen stoppen met een spelletje op bijvoorbeeld de laptop, spelcomputer of ipad. Vaders en moeders verschillen nauwelijks in de mediaopvoeding en hun opvattingen hierover. De belangrijkste verschillen zijn dat moeders iets vaker (71%) dan vaders (64%) in de buurt blijven als hun kinderen media gebruiken. Vaders (56%) doen eerder dan moeders (49%) iets samen op digitale media met hun kind omdat zij dit zelf belangrijk vinden. Van de ouders vraagt 56% zich af hoe ze de veiligheid van hun kind online kunnen garanderen. Ongeveer de helft zou graag weten hoe ze het mediagebruik van hun kind in de hand kunnen houden, en een even grote groep weet niet goed wat voor kinderen een normale hoeveelheid tijd is om met digitale media bezig te zijn. Als ouders vragen hebben over het mediagebruik van hun jonge kind, dan gaan ze meestal te rade bij familieleden of vrienden of kennissen. 9

10

11

3. Media in huis In de meeste huishoudens is minstens een apparaat aanwezig, bijvoorbeeld een televisie of smartphone. Welke apparaten hebben ouders met jonge kinderen in huis, en hebben de jonge gebruikers ze al in hun slaapkamer? 3.1 Beschikbare apparatuur Vrijwel iedereen heeft minimaal een televisie in huis, en inmiddels zijn het er zelfs vaker twee (42% van de huishoudens) of nog meer (22%). In heel veel gezinnen (91%) is ook een laptop aanwezig, en ruim tweederde heeft een desktop (68%). E- readers vind je verreweg het minst, al lijkt hun aantal wel te zijn gegroeid in vergelijking tot vorig jaar. In vergelijking met 2012 hebben veel meer gezinnen een ipad of tablet. Toen had een op de drie gezinnen een tablet, in 2013 is dat twee op de drie geworden. In veel gezinnen is ook meer dan een smartphone aanwezig (56%). Ouders hebben er waarschijnlijk vaak allebei een. Ook de MP3- of draagbare muziekspeler is populair, 72% van de ondervraagde huishoudens had er een. Verder hebben gezinnen iets vaker een console- spelcomputer zoals een Xbox 360 of Wii (65%), dan een handheld- spelcomputer, zoals de Nintendo DS (57%). Media- apparatuur in gezinnen met kinderen van 0-7 jaar (in procenten; alle kinderen) Televisie Laptop/notebook Dvd / Blue- ray speler Smartphone MP3 /muziekspeler Desktop ipad/ tablet Spelcomputer Decoder interacpve TV Mobiele telefoon Handheld spelcomputer E- reader 34 29 53 65 41 42 51 50 51 48 36 31 42 28 21 22 10 16 4 14 10 14 14 11 13 20 17 15 3 3 3 2 6 8 30 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Geen 1 2 3 of meer 3.2 Media in de slaapkamer Kinderen tot en met 3 jaar hebben vrijwel geen media- apparaten op hun slaapkamer. Een heel kleine groep heeft een MP3- of muziekspeler (3,7%) of televisie (2,2%). Wel hebben ze dikwijls leesboekjes (60,2%). 12

De iets oudere kinderen, tussen 4 en 8, hebben vaker media in hun slaapkamer. Ruim driekwart heeft leesboekjes, maar ze hebben ook vaker digitale media bij hun bed. Zo heeft 16,5% een televisie in de slaapkamer. Iets minder vaak liggen er MP3- of muziekspelers (15,7%). Bijna een op de tien heeft een handheld- spelcomputer in hun slaapkamer. Jonge kinderen hebben vrijwel nooit E- readers, smartphones en mobiele telefoons op hun slaapkamer. Media op de slaapkamer van kinderen, naar leeftijd van het kind (in procenten; alle kinderen) E- reader Smartphone Mobiele telefoon Spelcomputer Desktop ipad/tablet Laptop/notebook DVD/ Blue- ray speler Handheld spelcomputer Televisie MP3/muziekspeler Boekjes 0,2 0,2 0,2 0,6 0,2 0,8 0,4 2,9 0,4 3,5 0,6 3,1 0,8 2,6 1,2 6,3 1,2 9,6 2,2 3,7 16,5 15,7 60,2 76,2 0,0 20,0 40,0 60,0 80,0 100,0 0-3 jaar 4-7 jaar 3.3 Mediagebruik van jonge kinderen De jongste kinderen gebruiken nog weinig media. Een deel van de baby s kijkt al wel regelmatig tv, kijkt in boekjes of wordt hier uit voorgelezen. Voor andere media vinden ouders hun baby s vaak nog te jong. Ze kunnen er ook nog weinig mee, zegt bijvoorbeeld deze moeder: Mijn zoon is 0 jaar, op die leeftijd lukt het echt nog niet om zelfstandig met media om te gaan. Dit stimuleer ik ook absoluut niet in de eerste 2 jaar. Naarmate kinderen ouder worden, gaan ze steeds meer televisie kijken en boekjes lezen. Vrijwel alle kinderen boven de 4 jaar kijken geregeld of vaak tv en lezen boekjes. De helft van de kinderen tussen de 3 en 5 jaar kijkt ook regelmatig naar dvd s. De andere media worden door minder dan de helft van de 0 tot en met 7- jarigen gebruikt. Weinig kinderen doen iets met een E- reader of een mobiele telefoon. Die zijn dan ook in minder gezinnen 13

aanwezig. De smartphone daarentegen is wel iets populairder: ongeveer een derde van de kleine kinderen gebruikt deze wel eens. Bijvoorbeeld om een spelletje op te spelen of een filmpje te kijken. Mediagebruik van de in huis aanwezige media, naar leeftijd van het kind (in procenten geregeld of (heel) vaak; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 Smartphone Mobiele telefoon Televisie Decoder voor interacpeve TV DVD /Blue- ray speler E- reader MP3/ muziekspeler Boekjes Tijdschriuen/kranten We zagen al dat in twee op de drie gezinnen een ipad of andere tablet aanwezig is. Baby s kunnen daar vaak nog weinig mee, maar toch speelt een deel van de kleinsten er al regelmatig mee. Al is dit soms nog erg ongericht vertelt deze vader van een baby: hij kijkt alleen en slaat willekeurig op het scherm. Iets oudere kinderen kunnen er al beter mee omgaan. Zo vertelt een moeder: Mijn zoon van 4 jaar gebruikt vanaf zijn 2e jaar een ipad. Spelletjes doen en filmpjes kijken is echt favoriet. Hij is enorm handig en hoewel hij nog niet kan lezen, weet hij precies hoe alles werkt. Het gebruik van de ipad neemt dan ook toe. Van de 3- tot en met 7- jarigen speelt ongeveer de helft regelmatig met een ipad. Vooral de jongere kinderen gebruiken de ipad vaker dan de laptop, desktop of spelcomputer. Weliswaar maakt ongeveer een op de vijf 2- jarigen gebruik van een laptop, de ipad wordt door bijna twee keer zoveel van hen geregeld gebruikt. Van de 3- jarigen is dat zelfs iets meer dan de helft. De ipad is door het touchscreen makkelijker te bedienen door jonge kinderen dan apparaten met knopjes. Console- spelcomputers (bijvoorbeeld de Wii) en handheld- spelcomputers (zoals de Nintendo DS) worden nauwelijks gebruikt door de allerjongste kinderen. Vanaf drie jaar neemt het percentage kinderen dat dergelijke spelcomputer gebruikt wel sterk toe. Van de 7- jarigen gebruikt 66% geregeld of vaak een handheld- spelcomputer, en 64% regelmatig een console- spelcomputer. 14

Mediagebruik naar leeftijd van het kind (in procenten geregeld of (heel) vaak; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Desktop Laptop/notebook ipad/tablet Handheld spelcomputer Spelcomputer 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 3.4 Mediagebruik thuis De cijfers hierboven over mediagebruik zijn berekend over alle ondervraagde ouders. Daarbij zitten dus ook de kinderen die bepaalde apparaten niet in huis hebben. Daarom kijken we nog even apart naar het kindermediagebruik als het betreffende apparaat wel aanwezig is. Het is interessant om te bekijken of jonge kinderen al gebruik maken van de ipad, laptop of smartphone als deze aanwezig zijn in huis. Of laten ouders hun kinderen liever niet spelen met bepaalde media? Als er een televisietoestel aanwezig is, kijken veel kinderen hier regelmatig naar. Er is wel een duidelijk verschil tussen de jongste en iets oudere kinderen. Zo kijken vrijwel alle kinderen van 4 tot en met 7 jaar regelmatig naar de tv (96%), terwijl dit onder de 0 tot en met 3- jarigen drie op de vier kinderen is. Ook boekjes worden door de meeste kinderen regelmatig gelezen. Van de 0- tot en met 3- jarigen lest of wordt 82% regelmatig voorgelezen en onder 4 tot en met 7- jarigen is dit zelfs 95%. De ipad staat hier op de derde plek. Als de ouders een ipad hebben, dan mogen hun kinderen hier regelmatig wel even mee spelen. Ook de kleinste kinderen spelen vaak op de ipad (54%) als hun ouders er een hebben. Het gebruik van de smartphone is onder beide leeftijdsgroepen ongeveer gelijk (37% en 40%). De andere media, vooral de console- spelcomputer, handheld- spelcomputers, Dvd- speler en digitale tv worden veel vaker door de oudere kinderen gebruikt. Van de 4 tot en met 7- jarigen speelt 72% regelmatig een spelletje op de handheld- spelcomputer als ze er een thuis hebben. 70% van deze leeftijdsgroep speelt regelmatig een spelletje op een thuis aanwezige console- spelcomputer. 15

Mediagebruik van kinderen bij thuis aanwezige media, naar leeftijd van het kind (in procenten; geregeld of (heel) vaak) Televisie DVD /Blue- ray speler Decoder voor interacpeve TV Handheld spelcomputer Tijdschriuen/kranten Mobiele telefoon MP3/ muziekspeler 25 25 19 18 17 15 16 1518 15 35 34 3740 39 54 49 49 52 62 64 72 70 75 78 82 95 96 0 20 40 60 80 100 120 0-3 jaar 4-7 jaar 16

17

4. Leeftijd en tijd Jonge kinderen kijken al regelmatig naar de tv of spelen met de ipad. Hoe oud zijn ze als ze met verschillende apparaten en media in aanraking komen? En hoeveel tijd besteden ze aan de media? Daarover gaat hier hieronder. 4.1 Startleeftijd Aan de ouders is gevraagd hoe oud hun kind was toen het voor het eerst in aanraking kwam met de in huis aanwezige media. Dat gebeurt voor hun vierde jaar. Verreweg het jongst zijn kinderen als ze boekjes lezen of worden voorgelezen, ze zijn dan gemiddeld ongeveer 9 à 10 maanden oud. Opvallend is dat vaders en moeders verschillende antwoorden geven over de startleeftijd van het gebruik van boekjes. Moeders zeggen dat hun kind gemiddeld 6 maanden oud is als ze voor het eerst een boekje voorlezen of inkijken, terwijl vaders aangeven dat hun kind dan gemiddeld al 1 jaar oud is. Vaders en moeders zijn het wel eens over de startleeftijden van de andere media. Kinderen zijn ongeveer 1,5 jaar als ze voor het eerst naar de tv of een dvd kijken. Met de andere media komen kinderen pas in aanraking als ze gemiddeld 2,5 jaar of ouder zijn. De MP3- speler en E- reader zijn geen speelgoed voor kleine kinderen. Pas als kinderen bijna 4 jaar oud zijn, gebruiken ze die voor het eerst. De gemiddelde startleeftijden lijken laag in vergelijking met het mediagebruik van de kinderen. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen voor het eerst een laptop gebruiken bijvoorbeeld is bijna 2 jaar, terwijl een groot deel toch al voor hun tweede geregeld de laptop gebruikt. In het overzicht hieronder zijn de gemiddelden gepresenteerd. Een deel van de kinderen is dus jonger dan de gemiddelde leeftijd als zij in aanraking komen met media. Bijvoorbeeld bij de ipad is het verschil in gemiddelde startleeftijd groot. Zo geeft een kwart van de ouders met een ipad aan dat hun kind 0 of 1 jaar oud toen het voor het eerst de ipad gebruikte. Bij 13% van de ouders was hun kind op dat moment 5 jaar en bij 14% 6 jaar of ouder. Een vergelijkbare verdeling van startleeftijden is te zien bij het eerste gebruik van de Smartphone. Kinderen lijken toch nog steeds eerder met boekjes in aanraking te komen dan met ipads en Smartphones. Zo zijn de meeste kinderen 0 (51%) of 1 jaar oud (28%) als ze voor het eerst worden voorgelezen uit een boekje. 18

Gemiddelde leeftijd waarop kinderen voor het eerst gebruikt maakten van de in huis aanwezige media (in procenten) Boekje DVD/Blue- ray speler Televisie Tijdschriuen/kranten Smartphone Laptop/notebook ipad/tablet Desktop Mobiele telefoon Spelcomputer Handheld spelcomputer MP3/muziekspeler E- reader 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 4.2 Tijdsbesteding Aan de ouders is gevraagd te vertellen hoeveel minuten hun kinderen per dag besteden aan de in huis aanwezige media. Ze kijken het meest televisie: 0- tot en met 3- jarigen kijken gemiddeld 40 minuten per dag, de 4- tot en met 7- jarigen 50. Minder tijd wordt besteed aan het kijken van dvd s, maar de kleinsten kijken hier wel iets langer naar dan de iets oudere kinderen (gemiddeld respectievelijk 19 en 16 minuten). We zagen eerder al dat de iets oudere kinderen vaker dan de jongste kinderen op de laptop, desktop- pc, console- spelcomputer en handheld- spelcomputer zitten. De tijd die 4- tot en met 7- jarigen daaraan besteden, varieert van gemiddeld 12 minuten (laptop) tot 19 minuten per dag (ipad). De ipad wordt ook nog veel gebruikt door de 0- tot en met 3- jarigen. Die spelen gemiddeld een kwartier per dag met de ipad. Niet alleen de digitale media zijn populair. Na tv kijken wordt de meeste tijd besteed aan het lezen uit of voorlezen van boekjes. De jongste groep besteedt hier gemiddeld bijna een half uur per dag aan, de iets oudere komen aan een gemiddelde van 23 minuten. Digitaal lezen of bekijken van verhaaltjes is minder populair. Ongeveer een derde van de kinderen doet het, maar ze besteden er per dag gemiddeld maar 4 minuten aan. 19

Tijdsbesteding per medium naar leeftijd van de kinderen (gemiddeld aantal minuten per dag; in huis aanwezige media) Televisie Boekjes (niet digitaal) DVD /Blue- ray speler ipad/tablet Laptop/notebook Desktop MP3/ muziekspeler Handheld spelcomputer Smartphone Spelcomputer Tijdschriuen/kranten Digitaal lezen Mobiele telefoon E- reader 1 6 7 5 6 4 3 4 5 10 12 12 9 10 9 13 16 19 15 19 14 16 23 27 0 10 20 30 40 50 60 40 50 0-3 jaar 4-7 jaar 20

21

5. Toepassingen Kinderen gebruiken media voor verschillende toepassingen of activiteiten. Ze kunnen via digitale media contact maken met anderen, spelletjes spelen, verhaaltjes of filmpjes bekijken en als ze iets ouder zijn kunnen ze online informatie op zoeken. Hier bekijken we de verschillende toepassingen. Anders dan vorig jaar, hebben we dit jaar onderzocht hoe vaak kinderen de verschillende toepassingen gebruiken. Daarbij is de ouders ook gevraagd met wie ze dat doen: spelen ze vaak alleen spelletjes, of doen ze dit vaker met bijvoorbeeld hun moeder of vader? 5.1 Communicatietoepassingen Tieners en volwassenen gebruiken het internet vooral om contact te leggen of te onderhouden met anderen. Dat doen kinderen van 0 tot en met 7 jaar nauwelijks. Ze zitten vrijwel niet op sociale media, sturen nauwelijks sms jes, whatsappen of pingen niet, en ook chatten doen ze uiteraard nog weinig. Met anderen bellen doen wel iets meer kinderen en ook heeft een klein deel van de jonge kinderen regelmatig beeldcontact met anderen (bijvoorbeeld via Skype of Face Time). Als kinderen de communicatietoepassingen gebruiken, dan doen ze dit meestal met iemand anders. Meestal is het de moeder als ze berichtjes sturen (42%), op sociale media bezig zijn (40%), bij beeldcontact met anderen (52%) en bij bellen (56%). De kleine groep kinderen die chat, doet dat iets vaker met hun vader (37%) dan met hun moeder (31%). Gebruik van communicatietoepassingen naar leeftijd van de kinderen (in procenten regelmatig of (heel) vaak; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Beeldcontact met anderen Met anderen bellen Chaven SMS- en/whatsappen/pingen Op sociale media zijn 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 5.2 Spelletjes Voor jonge kinderen zijn digitale media leuk om verschillende spelletjes mee te spelen of om filmpjes op te kijken. Voor de jongste kinderen zijn veel spelletjes nog te moeilijk, zij kijken vooral 22

filmpjes of doen tekenspelletjes. Zo kijkt 19% van de kinderen onder een jaar al regelmatig een filmpje, en speelt 16% regelmatig een tekenspelletje. Onder 4- jarigen doet de helft dat. Filmpjes kijken en tekenspelletjes zijn populairder dan de andere spelletjes die kinderen als vermaak kunnen spelen. De oudere kinderen spelen ook regelmatig een avontuurspelletje. Actiespelletjes, waarbij de speler ook moet schieten of vechten, worden weinig gespeeld. Van de 7- jarigen speelt 22% regelmatig een dergelijk spelletje. Jonge kinderen doen de digitale spelletjes ter vermaak meestal alleen. Meer dan de helft (54%) speelt een tekenspelletje alleen, of anders met de moeder (30%). Ook muzikale spelletjes of het maken van foto s of video s doen ze meestal alleen (beide 36%) of anders met hun moeder (beide 30%). Avontuur- of schietspelletjes spelen doen ze alleen (44% en 37%) of met een broer of zus (21% en 26%). Filmpjes kijken ze meestal met de moeder (33%) of vader (29%). Deze gegevens laten zien dat vaders minder vaak betrokken zijn dan moeders bij het spelen van dergelijke spelletjes. Het kijken van filmpjes daargelaten, speelt minder dan een op de vijf kinderen vermaakspelletjes meestal samen met hun vader. Het spelen van spelletjes ter vermaak naar leeftijd van het kind (in procenten regelmatig of (heel) vaak; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Avontuur spelletjes Schiet/vecht/ acpe spelletjes Tekenspelletjes Muzikale spelletjes Filmpjes bekijken Foto's/ Filmpjes maken 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 We zagen net dat een deel van de kinderen regelmatig een spelletje voor hun vermaak spelen. Populairder nog zijn spelletjes waar ze iets van kunnen leren. Vooral vanaf 2 jaar neemt het percentage kinderen dat regelmatig een digitaal spelletje doet waar ze iets van leren sterk toe. Zo speelt van de 2- jarigen 40% regelmatig een geheugenspelletje en 30% regelmatig een educatief spelletje. Onder de 6- jarigen is dat toegenomen tot 67% voor geheugenspelletjes en 76% voor educatieve spelletjes. 23

Het zoeken naar informatie en informatief materiaal lezen doen kinderen pas vanaf 6 jaar iets meer. Dan kunnen ze ook pas lezen en schrijven. Een op de drie kinderen van 7 jaar leest regelmatig informatief materiaal en een op de vier zoekt regelmatig naar informatief materiaal. Het opzoeken van informatie doen deze kinderen grotendeels voor school, zo vertelt ook deze moeder van 7- jarige dochter: Mijn dochter zoekt veel educatieve informatie online waarmee zij presentaties over verschillende onderwerpen maakt. Zo leert ze omgaan met computer, internet en ze leert ook nog veel over specifieke onderwerpen. Als kinderen van alles willen weten, biedt het internet uitkomst. Zo zegt deze moeder van een 7- jarige zoon: Hij is altijd heel geïnteresseerd in een onderwerp en gaat dan samen met bijvoorbeeld opa of met mij of z n vader op zoek naar dit onderwerp. Hierdoor komt hij heel veel informatie tegen (van dino's, geschiedenis, wereldrecords, voetbal, enz.). De spelletjes waar kinderen iets van kunnen leren doen ze over het algemeen vaker samen met hun moeder. Geheugenspelletjes en educatieve spelletjes doen kinderen het meest samen met de moeder (35% en 40%) of alleen (28% en 29%). Informatie zoeken en lezen kunnen natuurlijk vooral jonge kinderen nog niet alleen. Zij doen dit het meest met hun moeder (43% en 42%), en iets minder vaak met hun vader (30% en 25%). Puzzel- of denkspelletjes en behendigheidsspelletjes spelen kinderen meestal alleen (41% en 50%). Toepassingen waar kinderen iets van kunnen leren naar leeftijd van het kind (in procenten regelmatig of (heel) vaak; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Geheugenspelletjes Educapeve spelletjes Behendigheid spelletjes Puzzel/denkspelletjes Informapef materiaal lezen Informape zoeken 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 De gegevens laten zien dat kinderen van 0 tot en met 7 jaar vooral regelmatig leerzame spelletjes spelen. Daarbij trainen ze behendigheid en hun geheugen. Iets minder kinderen spelen regelmatig een spelletje voor hun vermaak of kijken een filmpje. Jonge kinderen gebruiken nog nauwelijks communicatietoepassingen als de telefoon, Skype of Face Time. Toch belt van de 3- jarigen 23% regelmatig of vaak en heeft 15% van de 3- jarigen al regelmatig beeldcontact. 24

Soms spelen kinderen alleen een spelletje, bijvoorbeeld tekenspelletjes of behendigheidspelletjes. Maar de meeste toepassingen gebruiken ze regelmatig samen met hun moeder, veel vaker dan met hun vader. Spelletjes op de digitale apparaten spelen jonge kinderen veel minder vaak met een broertje of zusje en nauwelijks samen met een vriendje of vriendinnetje. We hebben ouders ook gevraagd of hun kind al een favoriete website, app of spelletje heeft. Bij 21% is dat niet het geval. Bijvoorbeeld omdat het kind nog te klein is of omdat het geen digitale media gebruikt. Bij veel kinderen zijn volgens hun ouders meerdere websites of apps favoriet, en het kan soms per week variëren welk spelletje favoriet is. De meest genoemde favoriet is YouTube. Kinderen kijken hier graag filmpjes, variërend van Nijntje tot Mr. Bean. Verder noemen meerdere ouders ook de apps en websites van Dora, Angry Birds, Pou, Zappelin, en spelletjeswebsites als spelle.nl of spelletjes.nl. Dit zijn zowel spelletjes ter vermaak (de spelletjeswebsites en Pou bijvoorbeeld), als spelletjes en toepassingen waar kinderen dingen leren (bijvoorbeeld Dora, waarbij kinderen onder andere in het Engels leren tellen). 25

26

27

6. Mediavaardigheid Een deel van de jonge kinderen is al behoorlijk handig met digitale media. Hier bekijken we hoe de mediavaardigheid van kinderen zich ontwikkelt. 6.1 De eerste stapjes Baby s weten natuurlijk nog niet wat een Nintendo DS, ipad of smartphone is en kunnen hier ook nog weinig mee. Als er bewegende beelden, geluidjes of knopjes zijn, vinden ze het echter al snel interessant. Zo geeft 30% van de ouders aan dat hun baby passief meekijkt naar wat anderen doen op bijvoorbeeld een laptop, ipad of smartphone. En niet alleen dat: van de allerjongsten raakt 22% al een scherm aan om te kijken wat er gebeurt, en weet 20% hoe ze geluidjes of bewegingen op bijvoorbeeld de ipad of smartphone moeten krijgen. Zo vertelt ook deze 34- jarige moeder: Mijn zoontje is 10 maanden en slaat af en toe op de ipad, als er dan een (dieren)geluid uit komt vindt hij dat fantastisch. Hij snapt nog niet hoe het werkt. Voor de 1- en 2- jarigen worden de apparaten interessanter. Van deze groep kijken nog meer kinderen passief mee (48% en 41%) en proberen bewegingen en geluidjes uit de apparaten te krijgen. Van de 2- jarigen weet echter al ruim twee op de drie kinderen hoe ze deze geluidjes en bewegingen op het scherm kunnen kijken. Dat is ook de ervaring van de moeder van een 2- jarig dochtertje: Nog voor ze een was kon ze al swipen over de ipad en iphone. Nu zij net 2 jaar is kan zij al zelfstandig met de ipad overweg. Swipen en apps opzoeken lukt haar zelfstandig. De peuters zijn nog handiger, van hen weet het merendeel al precies wat ze moeten doen bij een spelletje. Ze hebben nog wel vaak hulp nodig om een spelletje of app op te starten. Dat hebben de schoolgaande kinderen veel minder. De meeste 6- en 7- jarigen weten volgens hun ouders precies wat te doen om een spelletje te spelen. 28

Eenvoudige mediavaardigheden naar leeftijd van het kind (in procenten (helemaal) eens; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Kind kijkt vooral passief mee naar wat anderen op het scherm doen Kind raakt willekeurig scherm of toetsen aan en kijkt wat er gebeurt Kind weet precies wat te doen om geluidjes of bewegingen op scherm te krijgen Kind heeu een beetje hulp nodig bij starten spelletjes op apps 0 0 1 2 3 4 5 6 7 6.2 Eenvoudige taken uitvoeren De handigheid en zelfstandigheid van kinderen nemen toe naarmate ze ouder worden. Vrijwel alle vaardigheden stijgen sterk vanaf dat kinderen 2 jaar oud zijn. Zo kan de helft van de 5- jarigen zelf een pop- up of reclame wegklikken en zelf naar een map navigeren. Twee op de drie 5- jarigen kan een computer opstarten en afsluiten en drie op de vier kan bellen met een mobiele telefoon. Opvallend is dat een op de vijf ouders van baby s zegt dat hun kind al lijkt te weten hoe het kan bellen en een computer opstarten. Een iets kleiner deel van de baby s lijkt al naar een map te kunnen navigeren of pop- ups te kunnen wegklikken. Het kan zijn dat de ouders de stellingen iets breder interpreteren, maar mogelijk weet een deel van de allerkleinsten al in welke map de leuke apps staan en kunnen ze op de knop drukken om een laptop of ipad aan te zetten. 29

Gevorderde mediavaardigheden naar leeftijd van het kind (in procenten (helemaal) eens; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 Kind kan zelfstandig websites vinden Kind kan zelf met mobiele telefoon bellen Kind kan opeenvolgende handelingen uitvoeren Kind kan zelf naar een map navigeren Kind kan computer opstarten en afsluiten Kind kan zelf programma's of spelletjes opstarten Kind kan pop- ups wegklikken 6.3 Behendigheid De ervaringen van ouders omtrent de behendigheid van jonge kinderen lopen sterk uiteen. Een groot deel meldt dat hun kinderen al op jonge leeftijd met digitale media om kunnen gaan en dat hun kinderen snel leren. We zagen net dat een deel van de allerjongsten al enkele eenvoudige vaardigheden beheersen. Terwijl sommige baby s alleen passief meekijken met wat anderen doen op digitale media, proberen andere al geluidjes en bewegingen uit een apparaat te krijgen. Vanaf twee jaar neemt de behendigheid van kinderen snel toe. Zo vertelt een vader over zijn 2- jarige dochtertje: Mijn dochter is behoorlijk handig op de ipad. Ze kent de code en weet haar apps te vinden. Filmpjes enzo moeten wij voor haar opzoeken. Jonge kinderen kopiëren volgens hun ouders soms hun gedrag of dat van broertjes of zusjes. Dat leidt er toe dat kinderen niet altijd weten wat ze doen, maar zo juist ook sneller leren hoe ze goed met een apparaat om kunnen gaan. Zo zegt een moeder van een 4- jarige jongen: Als je het 1 of 2 keer voordoet dan kopiëren ze het na en vaak heeft hij dan het spelletje eerder door dan ikzelf. Een moeder vertelt dat haar 5- jarige dochter handiger is dan haar vader: Mijn dochter kan zelf de tablet of iphone aanzetten, ze weet meer dan mijn man over hoe alles werkt. Ze is er heel handig mee, swipet van links naar rechts door het apparaat en weet meer dan menig volwassene. Een deel van de ouders geeft aan dat hun kinderen nog niet zo behendig zijn. Hier zijn verschillende redenen voor. Sommige kinderen zijn te jong, bijvoorbeeld baby s van een paar maanden oud. Een aantal ouders vindt hun iets oudere kinderen ook te jong voor digitale media. Deze moeder bijvoorbeeld: Mijn kind is nog geen 2,5. Ik wil ook niet dat zij al handig is met digitale media. Ik laat haar liever spelen met echte dingen. 30

Ook ouders van iets oudere kinderen vinden het belangrijk om hun jonge kinderen te begeleiden of in de gaten te houden. Zo zegt een moeder van een 7- jarige zoon dat haar kind nog weinig ervaring heeft met digitale media: omdat we zelf proberen om de digitale wereld nog een beetje buiten de deur te houden. Zo hebben we bewust geen spelcomputers e.d. Andere ouders laten hun kinderen alleen onder begeleiding iets doen op de laptop, desktop- pc of ipad. Een aantal ouders geeft aan dat kinderen niet snappen wat ze doen en dat sommige handelingen te complex zijn. Zo is nog niet kunnen lezen soms een barrière. Het gebruik van digitale media is wel toegankelijker geworden voor jonge kinderen door de komst van de ipad en smartphone, want die zijn handiger te bedienen dan een laptop. Een vader van een 3- jarig meisje: De ipad werkt zeer intuïtief. Een laptop met touch pad is veel moeilijker. Een moeder van een 3- jarige zoon vertelt ook dat een touch screen voor jonge kinderen goed werkt: hij kan nog niet goed met de muis overweg en wil op de laptop het aanwijzen op het scherm (zoals bij de ipad). 31

32

33

7. Gevolgen Hieronder worden de gevolgen van het mediagebruik besproken. Hoe kijken ouders aan tegen het mediagebruik van hun kind: vinden ze dat hun kind dingen leert door het spelen met bijvoorbeeld een ipad of Wii? En ervaren ze mogelijk ook risico s bij het gebruik van digitale media door hun jonge kinderen? De ouders is gevraagd welke positieve en negatieve effecten zij zelf ervaren. Daarnaast hebben we ze een aantal stellingen voorgelegd over effecten van het mediagebruik van hun kind. 7.1 Positieve gevolgen Van de ondervraagde ouders vertelt 30% geen positieve effecten te bemerken. Dit is iets hoger onder de ouders met baby s en kinderen in de dreumesleeftijd, en vaders (34%) merken iets vaker dan moeders (25%) geen positieve effecten. De meeste ouders noemen wel positieve gevolgen. Zij zien hun kinderen vaardigheden ontwikkelen en kennis opdoen. Een groot deel vindt dan ook dat het gebruik van digitale media goed is voor de ontwikkeling van hun kind later. Ouders vinden ook vaak dat mediagebruik goed is voor school, bijvoorbeeld om Engels te leren. Een moeder van een 6- jarige dochter gebruikt de ipad ter ondersteuning van de lesstof op school: Door extra rekenwerkjes te doen op de ipad is ze nog meer vooruitgegaan. Ook heeft ze na de voorleesboekjes op de ipad het zelf lezen sneller opgepakt, dus ze pakt sneller een boek uit de boekenkast. Ook vindt gemiddeld iets meer dan de helft van de ondervraagde ouders dat hun kind creatief bezig kan zijn met digitale media. En de helft vindt digitale media ook handig om informatie op te zoeken. Een vader over zijn 5- jarige dochter: Mijn dochter houdt ervan om dingen te weten te komen, hoe je iets maakt, doet, leert, en toont interesse in natuur en culturen van vreemde landen en zoekt daarover dingen op. Het opzoeken van informatie wordt meestal pas echt interessant en relevant als kinderen kunnen lezen en schrijven. Van de ouders van 6 jarige kinderen vindt tweederde digitale media handig hiervoor, bij ouders van 7- jarige kinderen is dat 73%. 34

Positieve gevolgen van mediagebruik volgens ouders (in procenten; alle ouders) Digitale media gebruiken is goed voor later op school Digitale media zijn goed voor zijn/haar ontwikkeling later 6 5 19 25 68 63 7 7 Van digitale media kan mijn kind Engels leren 9 24 57 10 Met digitale media kan mijn kind creapef bezig zijn Digitale media zijn handig voor mijn kind om informape mee op te zoeken 10 13 29 23 50 52 15 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens niet oneens of eens (helemaal) mee eens n.v.t. 8 Digitale media zijn niet alleen handig om dingen te leren of voor de ontwikkeling van het kind. Voor ongeveer vier op de tien ouders biedt het ook een rustmoment als hun kinderen even een spelletje spelen. Dat aantal ligt nog iets hoger onder ouders met kinderen van 1 tot en met 4 jaar. Het is niet alleen voor ouders, maar ook voor een deel van de kinderen een rustmomentje. Zo vertelt ook deze vader over zijn 3- jarige dochter: Ze kan er even door inzakken en rustig worden, zodat ze later weer meer aanspreekbaar is en gezelliger in huis is. Een klein deel van de ondervraagde ouders zet digitale media in als zoethoudertje (20%) voor hun kinderen, of tegen verveling van het kind (37%). Een aantal ouders laat kinderen daarom spelen met digitale media of zet filmpjes aan als zij bijvoorbeeld onderweg zijn met de auto. Kinderen beleven volgens hun ouders plezier aan het gebruik van digitale media. Dit geldt nog niet zozeer voor de baby s die maken ook nog maar weinig gebruik van ipads of laptops. Van de ouders met kinderen in de dreumesleeftijd zegt al zo n 60% dat hun kind plezier aan digitale media beleeft. Voor de 6- en 7- jarigen geldt dit voor respectievelijk 86% en 80%. Positieve gevolgen van mediagebruik volgens ouders (in procenten (helemaal) eens; alle kinderen) Mijn kind beleeu plezier aan het bezig zijn met digitale media Als mijn kind digitale media gebruikt, biedt dat een rustmoment voor mezelf Ik vind digitale media goed, omdat mijn kind zich dan niet hoeu te vervelen (bv. onderweg in de Mijn kind wordt ruspg als hij/zij iets kan doen met digitale media Ik gebruik digitale media als zoethoudertje voor mijn kind 4 22 17 16 25 39 30 35 31 70 33 39 37 36 20 10 9 8 11 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens niet oneens of eens (helemaal) mee eens n.v.t. 8 35

7.2 Negatieve gevolgen Het gebruik van digitale media heeft naast voordelen ook enkele negatieve kanten. Toch ervaren niet alle ouders die: 43% ziet er geen. Dit zijn iets vaker de vaders (46%) dan de moeders (37%). Een deel van deze ouders heeft een erg jong kind, of hun kind gebruikt geen digitale media. Ouders van iets oudere kinderen ervaren vaker negatieve effecten. Die kinderen komen dan ook vaker in aanraking met verschillende digitale media. Verder geven moeders vaker dan vaders aan de negatieve kanten te ervaren. Zo geven moeders geven ook iets vaker dan vaders aan dat ze liever hebben dat hun kind met andere dingen dan media bezig zijn (respectievelijk 46% en 40%), en dat gewoon speelgoed beter is voor hun kind (respectievelijk 48% en 41%). We hebben de ouders ook gevraagd wat zoal negatieve gevolgen van mediagebruik zijn. Een deel van hen ziet liever dat hun kind met andere dingen bezig is. Zo ervaren ze het gebruik van laptops of spelcomputers als iets passiefs. Ze hebben liever dat hun kind met ander speelgoed speelt of met andere kinderen buiten gaat spelen. Hierin is nauwelijks verschil tussen ouders met hele jonge en ouders met iets oudere kinderen. Ook vindt een aantal ouders digitale media te complex voor hun kind (14%). Opvallend is dat vooral ouders van 1- jarige kinderen dit zeggen (25%), en andere ouders veel minder. Dit komt doordat een deel van de baby s nog niet met digitale media speelt en ouders daardoor deze vraag hebben beantwoord met niet van toepassing. Bovendien hebben kinderen van twee jaar oud al een paar eenvoudige vaardigheden onder de knie, zoals we eerder zagen. Zij kunnen zelf al eenvoudige spelletjes spelen of filmpjes kijken. Ondanks dat 7- jarigen vaak al redelijk overweg kunnen met ipads, laptops en spelcomputers, vindt toch nog 15% van de ouders dat digitale media te gecompliceerd zijn voor hun kind. Een deel van de kinderen speelt niet met digitale media omdat ze het niet interessant vinden. Een vader over zijn 3- jarige zoon: Hij heeft geen interesse hierin, ook wordt dit door ons niet gestimuleerd. Hij maakt liever een legpuzzel of doet een bordspelletje of krijgt een verhaaltje voorgelezen als dat hij naar een computer omkijkt. Maar de groep kinderen die niet geïnteresseerd is, lijkt klein. Zo zegt slechts 9% van de ondervraagde ouders dat digitale media niet aansluiten op de interesses van hun kinderen. Bij de vraag over ervaringen met mediavaardigheden gaven juist veel ouders aan dat hun kinderen geïnteresseerd of soms zelfs gefascineerd zijn door ipads, smartphones of (spel)computers. 36

Negatieve gevolgen van mediagebruik volgens ouders (in procenten (helemaal) eens; alle ouders) Gewoon speelgoed is beter voor mijn kind dan digitale media 9 41 45 5 Ik zie liever dat mijn kind met andere dingen bezig is dan met digitale media 11 40 43 6 Digitale media zijn veel te gecompliceerd voor mijn kind 53 25 14 8 Digitale media sluiten helemaal niet aan op de interesses van mijn kind 56 25 9 10 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens niet oneens of eens (helemaal) mee eens n.v.t. Een deel van de ouders zegt dat hun kind lastig kan stoppen met het spelen van spelletjes op de ipad, spelcomputer of laptop. Als we ouders specifiek vragen naar hun ervaringen en de negatieve gevolgen, is dit zelfs het meest genoemde negatieve effect. Een aantal ouders vindt digitale media zelfs verslavend. Het spelen ermee leidt bij kinderen ook tot boosheid of frustratie. Bijvoorbeeld als de kinderen moeten stoppen van hun ouders, als een spelletje vastloopt of als iets niet lukt. Een paar ouders noemen ook dat kinderen soms ruzie krijgen met een broer of zus over het gebruik van een apparaat. Nog een negatief aspect is dat kinderen tijdens het spelen van een digitaal spelletje niet meer goed aanspreekbaar zijn. Mijn kind kan niet uit zichzelf stoppen of luistert helemaal niet meer als er iets gezegd of gevraagd wordt. Ik vind de spellen vaak druk en houd er zelf niet van, zegt een moeder over haar 6- jarige zoon. Leidt gebruik van digitale media bij sommige kinderen tot meer rust en concentratie, bij andere geeft het juist spanning en kunnen kinderen volgens hun ouders slechter in slaap komen. Vaders en moeders zijn ook bang dat hun kinderen dingen zien die niet voor ze bedoeld zijn. Een zorg die vooral bestaat onder ouders met kinderen uit de leeftijdsgroep van 4 tot en met 7 jaar (gemiddeld 70%). Zo kunnen kinderen op verkeerde websites terechtkomen of met verkeerde mensen in contact komen. Deze moeder van een 5- jarig meisje zegt bijvoorbeeld: Op YouTube klikt je kind gauw naar iets verkeerds. Dus ben ik altijd erbij mocht ze een filmpje willen zien op YouTube. En al speelt het nog niet vanwege de leeftijd van hun kind, deze zorg bestaat ook onder vaders en moeders met heel jonge kinderen. Op de vraag naar negatieve effecten van mediagebruik zegt een moeder van een baby: Verkeerde contacten als ze op latere leeftijd op de digitale media zitten. Dat kinderen per ongeluk een abonnement afsluiten of een verkeerd product kopen is veel minder vaak een zorg bij ouders. Dat ziet 23% als negatief effect. Het wordt verder niet door ouders als negatieve ervaring benoemd. Een moeder van een 6- jarige zoon vertelt wel dat het wellicht ook met de (on)handigheid van de kinderen te maken heeft: Hij heeft spelletjes snel door, maar de 37

bijkomende informatie zoals bv. pop- ups, speluitleg enz., daar kan hij niet zoveel mee. Bijvoorbeeld op de ipad is hij al geregeld in de istore beland omdat hij op iets klikte met de bedoeling uit het scherm weg te gaan. Negatieve gevolgen van mediagebruik volgens ouders (in procenten (helemaal) eens; alle ouders) Digitale media hebben het risico dat mijn kind dingen ziet of doet die niet voor hem/haar 8 19 64 9 Door digitale media kan mijn kind in contact komen met verkeerde personen 10 20 58 12 Mijn kind heeu veel moeite om uit zichzelf te stoppen als hij/zij iets met media doet 30 23 34 13 Via digitale media kan mijn kind makkelijk ongewenste aankopen doen of onbedoeld een 44 21 23 12 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee oneens niet oneens of eens (helemaal) mee eens n.v.t. 38

39

8. Mediaopvoeding Ouders gaan verschillend om met het mediagebruik van hun jonge kinderen. Hieronder komen de verschillende vormen van mediaopvoeding aan bod, en kijken we welke vragen ouders hebben. Voor veel ouders is het mediagebruik ook onderdeel van de opvoeding geworden. Wie van de ouders houdt zich er meer mee bezig? En hoe zit dat in vergelijking tot andere opvoedtaken zoals wassen en aankleden en zorgen dat kinderen zich gedragen? Die worden door de meeste ouders gelijk verdeeld. Moeders zorgen iets vaker voor hun kind als het ziek is. Samen met hun kind bezig zijn met sociale media doen moeders duidelijk vaker dan vaders. Bij 44% van de gezinnen doen ouders het even vaak. Hun kind helpen bij digitaal mediagebruik doen ouders in ruim de helft van gezinnen even vaak. In 27% van de gezinnen helpt de moeder vaker of altijd, en bij 21% helpt de vader het kind vaker. Taakverdeling tussen ouders (in procenten; alle kinderen) Voor zieke kind zorgen 14 42 36 6 3 Zorgen dat kind zich gedraagt 6 20 67 6 2 Wassen of aankleden van kind 13 34 37 12 4 Samen met kind bezig zijn met digitale media 10 37 44 7 2 Helpen van kind bij gebruik digitale media 7 20 52 18 3 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% alpjd door moeder vaker door moeder gelijk vaker door vader alpjd door vader 8.1 Vormen van mediaopvoeding Ouders zijn op verschillende manieren met het mediagebruik van hun kinderen bezig. We zagen al dat jonge kinderen vaak samen met een van hun ouders de ipad of laptop gebruiken. Dat kan zijn omdat het kind dat graag wil, of omdat de vader of moeder het belangrijk vindt. Meer vaders (56%) dan moeders (49%) spelen een spelletje of surfen samen met hun kind omdat zij dit zelf belangrijk vinden. Ouders helpen hun kinderen door uit te leggen hoe een spelletje werkt en geven hun complimentjes als ze iets goed doen in een spelletje. 40

Vormen van mediaopvoeding naar leeftijd van het kind (in procenten regelmatig of (heel) vaak; alle kinderen) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 Samen media gebruiken omdat ik dat belangrijk vindt Samen media gebruiken omdat mijn kind dat wil Kind belonen als het iets goed deed (bv. in game) Kind uitleggen hoe media te gebruiken 10 0 0 1 2 3 4 5 6 7 Er zijn verschillende manieren waarop ouders veilig mediagebruik van hun kind bevorderen. Een groot deel houdt een oogje in het zeil als hun kind speelt met de Wii, Nintendo DS of laptop. Moeders (71%) zeggen iets vaker dan vaders (64%) dat ze in de buurt blijven als hun kind digitale media gebruikt. Een deel van de kinderen mag er ook alleen onder begeleiding gebruik van maken. Zo vertelt de moeder van een 7- jarige jongen: Ons kind mag gewoonweg niet zomaar zelf allerlei dingen op de computer doen. Altijd moet er een ouder of oudere broer bij zijn als hij iets met computer/laptop/tablet wil doen. Sommige de ouders stellen regels, bijvoorbeeld welke spelletjes de kinderen mogen spelen. Dit geldt vooral voor de 4- tot en met 7- jarigen. Een iets groter deel van de ouders vertelt hun kinderen regelmatig hoe lang ze mogen spelen met digitale media. Eerder bleek al dat de duur van mediagebruik een deel van de ouders bezighoudt. Kinderen blijken het lastig te vinden om te stoppen met een spelletje of met kijken naar de tv. Een vader over zijn jonge kinderen, als we vragen naar wat zij als negatief gevolg ervaren: Te lang te veel willen kijken en chagrijnig worden indien ik er een halt toe roep. Ook leggen ouders hun kinderen uit hoe ze veilig kunnen surfen. Wederom doen ouders dit vooral bij oudere kinderen. Baby s en dreumesen surfen dan ook nog niet. 41