SMART SHOPS EN NIEUWE TRENDS IN HET GEBRUIK VAN PSYCHO-ACTIEVE STOFFEN. Nota van de Werkgroep Smart Shops

Vergelijkbare documenten
Naam: Sara Panahi Klas: 2B Vak: verzorging

SMARTDRUGS WAAR HEBBEN WE HET OVER? DE VRAGEN, DE ANTWOORDEN

ACHGAS ALLES WAT JE MOET WETEN OVER. Hoe gebruik je het?

Inspiratiedag studenten

Presentatie DDu Ketencasus

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Trends in middelengebruik bij jongeren

Wetstechnische informatie

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn

Nederlandse cannabisbeleid

Productinformatie. Ilex Guayusa Nexus Automatisering

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol

Charles Dorpmans Senior preventiewerker Coördinator Dims Noord-Brabant

Werkstuk ANW Drugs 7,5. Wanneer is iets een drug. Drugs en de werking. Stimulerend: Verdovend: Werkstuk door een scholier 3279 woorden 22 mei 2005

versie EHbDu09T EHbDu Educare Trimbos 1

DDu Ketencasus. Jan Krul MSc adviseur en onderzoeker. Presentatie. Mass Gathering Medicine Substance-related Emergencies

Uw kind en genotmiddelen

6,1. Werkstuk door een scholier 1948 woorden 6 maart keer beoordeeld. Drugs, wat, hoe en waarom? Wat iedereen over drugs zou moeten weten:

Risico minimalisatie materiaal. Bloeddruk meting en Patiëntenpas. betreffende Tracydal (tranylcypromine) voor patiënten. Meer informatie?

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Chaliponga (Diplopterys cabrerana)

Pubers en verleidingen

Monitor. alcohol en middelen

Antenne Gooi en Vechtstreek 2017

Werkstuk Nederlands Drugs

Middeleninfo. Alcohol. Tripmiddelen

Kenmerk VGP / Den Haag

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Genotmiddelenprotocol. Visser t Hooft Lyceum Leiderdorp

Werkstuk Maatschappijleer Drugs

Wij zijn het eens met deze analyse en zijn dan ook van plan de lijstensystematiek van de Opiumwet in de huidige opzet te handhaven.

Ecstasy: feiten en fabels.

Disclosure belangen spreker Bas Peeters

Vergelijking van de belangrijkste psychoactieve middelen (Ontbrekende tabel in pdf-bestand van Een nieuw drugsbeleid.)

Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH. Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ

Biotransformatie en toxiciteit van

Trends in nieuwe drugs. Tom Evenepoel, coördinator De DrugLijn Jochen Schrooten, stafmedewerker EWS

Presentatie Drugs op het werk Spreker Saskia Schluter Datum

Basisvorming drugs & & drugge g bruik i

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende het onderwerpen van 4-methylamfetamine aan controlemaatregelen

Hierbij presenteert het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) een selectie van "feiten en cijfers" uit zijn:

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 januari 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

ENQUETE: GHB EN GBL. Ik gebruik alleen GHB : 44x Ik gebruik alleen GBL : 4x Ik gebruik zowel GHB als GBL : 13x

A Adviesaanvraag Toepassing van (genees-)middelen bij de behandeling van drugverslaving dd 6 april 1993

Zorg door alternatieve geneeswijzen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: 1

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2014 (OR. en)

Welkom bij Uw kind en genotmiddelen. Gaby Herweijer Adviseur Gezondheidsbevordering

Verslavingspreventie

Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Indigo Haaglanden Tactus. Brijder. DIMS bureau Onderdeel van Trimbos-instituut.

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en)


De Nederlandse drugsmarkt in 2012

Vragen en antwoorden over het gebruik van cannabis sativa L. en cannabinoiden (zoals cannabidiol) als of in voedingsmiddelen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 september 2013 (OR. en) 13590/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0207 (NLE) CORDROGUE 84 SAN 334

Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) Indigo Haaglanden Tactus. Brijder. DIMS bureau Onderdeel van Trimbos-instituut.

8% MEER ÉN DIVERSERE VRAGEN VOOR DE DRUGLIJN IN 2016

XTC. Speed. Manier van gebruik: Pillen Stofnaam: MDMA (methyleendioxymethamfetamine) Globaal effect: Stimulerend

Sterke stijging aantal drugdoden fors overdreven

Welkom! Uw kind en genotmiddelen. Pel van Hattum Gezondheidsbevordering

Alternatieve geneeswijzen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

PUBERS EN SOCIALE MEDIA

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

vervolgonderwijs na de lagere school, waar men tot 14 jaar verblijft. Deze scholen zijn gelegen in Kosice, een stad in Oost-Slowakije met 240.

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2014 (OR. en) BEGELEIDENDE NOTA de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Uitgaan, Alcohol & Drugs. Charles Dorpmans Senior preventie Coördinator DIMS Noord-Brabant

Werkstuk Biologie Drugs

Leerdoelen EHBDu Presentatie

Puberbrein. Puberteit, Puberbrein en Alcohol en Drugs. Ester Teunen, Brijder Jeugd Sascha Rem, CJG Beemster

Drugpunt 24 februari Drugpunt Drugs Druggebruik begrijpen Vroeginterventie Opvallende verschijnselen In de praktijk Vragen

Voorlichting EHBO 28 februari 2011 Rode Kruis Alkmaar. Ton Leenders Afdeling PREVENTIE Brijder Verslavingszorg

Samenvatting. Adviesaanvraag

De percentages zijn omgezet naar het niveau van een klas 4 met 25 leerlingen (leeftijd jaar).

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose

Nesivine 0,025% Pediatrie sine conservans, neusspray, oplossing

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsbrief WINTER In deze editie. Mondriaan Preventie ondersteunt! Mondriaan Preventie

Praktische opdracht ANW Drugs

J.H. van Epen De drugs van de wereld de wereld drugs. 2e herziene druk

Informatie voor de patiënt

Signalen van verdovende middelen. Volgens de (opium)wet. Signalen van stimulerende middelen. Redenen gebruik

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht Uitgave van Trimbosinstituut

Middelenmisbruik en crisis

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Risicoschattingsrapport betreffende paddo s (psilocine ( en psilocybine) CAM

Welkom bij Uw kind en genotmiddelen. Irene Lapajian Adviseur Gezondheidsbevordering

Inhoud. Lijst met afkortingen 13. Voorwoord 15. Inleiding 17

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende het onderwerpen van 5-(2-aminopropyl)indool aan controlemaatregelen

VOORWOORD 3 INLEIDING 5 INHOUDSTAFEL 7 ALGEMEEN OVERZICHT 13 Overzicht volgens effect 13 Overzicht per categorie 25

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

XTC. Speed. Cocaïne. Smartshopproducten. Cannabis. Alcohol GHB

Opdracht Maatschappijleer Drugs

Transcriptie:

SMART SHOPS EN NIEUWE TRENDS IN HET GEBRUIK VAN PSYCHO-ACTIEVE STOFFEN Nota van de Werkgroep Smart Shops Rijswijk, 19 januari 1998

Leden van de werkgroep mr. E.L. Huberts (voorzitter) mw. mr. N. van der Arend Ministerie van Binnenlandse Zaken dr.ir. P.C. Bragt Hoofdinspectie Gezondheidsbescherming drs. A. Cramer Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) A. Elissen Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) mr. W.A.G. Hillenaar VNG dr. R.J.J.Ch. Lousberg Inspectie voor de Gezondheidszorg mw. mr. F. Mulder Ministerie van Justitie mw. mr. C.M.M. Oostdam Gemeente Rotterdam mw. S.M.C. Potting Ministerie van VWS mw. dr. C.A. Rutgers Ministerie van VWS drs. M. Sijes Brijder Stichting mr. M.N.J. Smit Parket-Generaal dr. M. de Kort (secretaris) Ministerie van VWS

Inhoud 1. Inleiding 4 2. Plaatsbepaling 6 3. Het assortiment 9 4. Aard en omvang van het gebruik 19 5. De aanbodzijde 23 6. Wet- en regelgeving, toezicht en handhaving 27 7. Samenvatting 38 8. Slotbeschouwing, conclusies en aanbevelingen 43 Literatuurlijst 52 Beknopte begrippenlijst 53

1 Inleiding Smart drugs, smart products, eco-drugs en hallucinogene paddestoelen hebben sinds een jaar of twee veel aandacht gekregen in de samenleving, de politiek en de media. Het blijkt dat er veel vragen leven over deze middelen en over de verkoop ervan in zogeheten smart shops. Wat voor risico's zijn verbonden aan het gebruik van de eco-drugs? Zijn smart shops "drugswinkels", die voor jongeren de drempel tot druggebruik verlagen en die een nieuwe bron van overlast kunnen zijn? Of zijn het alternatieve drogisterijen, waar het jonge uitgaanspubliek "gezonde" alternatieven kan vinden voor illegale drugs? Mogen hallucinogene paddestoelen nu vrij verkocht worden of niet? Wat is nu eigenlijk het beleid van de overheid? De werkgroep heeft zich bij het opstellen van deze notitie gebogen over de volgende vragen: - om wat voor middelen gaat het? - wat zijn de gezondheidsrisico's? - welke wetgeving is van toepassing op de middelen? - door wie worden deze middelen gebruikt en waarom? - wat voor soort inrichtingen zijn smart shops? - welke wet- en regelgeving geldt voor smart shops? - is er voldoende toezicht op de handhaving van de regelgeving? - is er bij de smart shops sprake van overlast en/of banden met de misdaad? - welke trends en ontwikkelingen zijn er te verwachten? Op grond van de beantwoording van deze vragen heeft de werkgroep conclusies en beleidsaanbevelingen geformuleerd. Zij heeft hierbij geprobeerd een eerste aanzet te geven tot een beleidskader dat ook in de nabije toekomst gehanteerd kan worden bij het omgaan met nieuwe trends en ontwikkelingen op dit gebied. Deze beleidsnotitie is onder verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS tot stand gebracht door een werkgroep met vertegenwoordigers van de departementen van Binnenlandse Zaken, Justitie en VWS, het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, de VNG, de Divisie CRI van het KLPD, de Brijder Stichting (centrum voor verslavingszorg in Noord-Holland), het Parket-Generaal van het Openbaar Ministerie en de gemeente Rotterdam. Mr. E.L. Huberts is opgetreden als onafhankelijk voorzitter van de werkgroep. Deze beleidsnotitie is in de eerste plaats bedoeld ter advisering van de Minister van VWS, als coördinerend minister voor het drugbeleid. De Minister zal deze notitie in het bijzonder kunnen gebruiken bij de besluitvorming door het kabinet over het te volgen beleid ten aanzien van hallucinogene paddestoelen. In antwoorden op vragen van het lid van de Tweede Kamer Van de Camp is gemeld dat het kabinet op grond van deze notitie en van de uitkomsten van de strafzaak Kerkdriel zal bezien of aanvullende maatregelen en/of aanpassing van de regelgeving nodig zijn (29 januari 1997, kenmerk 605370/97; 21 mei, kenmerk 2969711250). De werkgroep verwacht dat de beantwoording van de bovengenoemde vragen in de notitie ook van nut zal kunnen zijn voor het lokale bestuur, maar ook voor de inspecties voor de gezondheidszorg en gezondheidsbescherming, het Openbaar Ministerie, de politie, GGD'en,

verslavingszorg en smart-shophouders. Kortom, de nota is tevens bedoeld voor alle partijen die betrokken zijn bij smart shops, smart drugs, smart products en ecodrugs. De werkgroep is zich er van bewust dat het farmacologisch en medisch jargon in hoofdstuk 3 en het juridisch jargon in hoofdstuk 6 voor sommige lezers ten koste kan gaan van de leesbaarheid van deze notitie. De noodzaak om de informatie zo zorgvuldig en volledig mogelijk te presenteren, heeft tot gevolg gehad dat er op deze punten enige concessies zijn gedaan ten aanzien van de toegankelijkheid van deze notitie. De bijgevoegde begrippenlijst kan bij het lezen uitkomst bieden. Bovendien bevatten de genoemde hoofdstukken paragrafen waarin de conclusies worden samengevat. Tenslotte bevat hoofdstuk 7 een samenvatting van alle voorgaande hoofdstukken. In het volgende hoofdstuk van de notitie wordt aandacht besteed aan de vraag in welk kader de ontwikkelingen op het gebied van smart drugs, eco-drugs en smart products gesitueerd kunnen worden. Na deze plaatsbepaling op hoofdlijnen worden in hoofdstuk 3 een overzicht en een classificatie gepresenteerd van de in de smart shops verkrijgbare middelen. Tevens wordt op basis van een voor deze nota geschreven onderzoeksrapport een overzicht gegeven van de farmacologie en toxicologie van het smart-shopassortiment. In hoofdstuk 4 worden gegevens gepresenteerd over de aard en omvang van het gebruik en de kenmerken van de consumenten. De aanbodzijde van de markt staat in hoofdstuk 5 centraal, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de door smart shops verzorgde voorlichting en preventie, alsmede aan aspecten van overlast en criminaliteit. De van toepassing zijnde wet- en regelgeving en het toezicht op de handhaving komen in het zesde hoofdstuk aan de orde. Tenslotte wordt in hoofdstuk 7 een samenvatting gegeven en volgen in hoofdstuk 8, na een slotbeschouwing, de conclusies en de aanbevelingen.

2 Plaatsbepaling Naar het zich laat aanzien, doet zich aan de vooravond van de 21e eeuw een omslag voor in het gebruik van psycho-actieve middelen. In Europa en de Verenigde Staten stijgt het gebruik van drugs onder jongeren en jong-volwassenen. We hebben echter niet primair te maken met middelen en gebruikspatronen die de afgelopen decennia de boventoon voerden. De drugproblematiek van de jaren zeventig en begin jaren tachtig betrof bovenal het heroïnegebruik. De afgelopen tien jaar is de populariteit van heroïne onder jongeren in Nederland duidelijk gedaald, maar is het gebruik van cannabis, XTC, XTC-achtigen, amfetamine en (sinds kort) hallucinogene paddestoelen toegenomen. Kenmerkend voor de meeste van deze middelen is dat het gebruik ervan niet leidt tot lichamelijke afhankelijkheid. De kans op geestelijke afhankelijkheid is niet zeer groot (amfetamine is in dit opzicht het meest riskante middel). Het meest zorgwekkende aspect van het gebruik van XTC, XTC-achtigen en amfetamine is dat het kan leiden tot acute (en waarschijnlijk ook chronische) gezondheidsschade. Niet alleen is er een duidelijke wijziging in de soorten middelen die populair zijn, ook de gebruikspatronen zijn veranderd. Het klassieke (deels stereotiepe) beeld van de aan heroïne en cocaïne verslaafde jongere, van wie zijn of haar leefstijl vrijwel volledig in het teken staat van drugs, is achterhaald. Voor de meeste jongeren en jong-volwassenen blijft het gebruik incidenteel, experimenteel en recreatief. Dit neemt overigens niet weg dat ook het gebruik van de nu populaire drugs riskant is. Hierbij dient tevens bedacht te worden dat jongeren vaak combinaties van deze drugs gebruiken en/of deze drugs combineren met alcohol (en tabak). Een groot pluspunt is dat er bij de consumenten van de thans populaire drugs geen sprake is van het soort criminaliteit, overlast en verloedering zoals bij heroïne het geval is. Ondanks het feit dat we met nieuwe ontwikkelingen te maken hebben, is een aantal aspecten niet wezenlijk veranderd. Het gebruik van middelen hangt sterk samen met de jeugd- en uitgaanscultuur. Middelengebruik is een modegevoelig, sociaal-cultureel fenomeen, waarvan een stijging of daling eerder met trends in de jeugdcultuur te maken heeft dan met het gevoerde overheidsbeleid. De trendgevoeligheid geldt niet alleen voor de omvang van het gebruik, maar ook voor de typen drugs, de gebruikspatronen en de functie van drugs binnen de jongerencultuur. De trendgevoeligheid van middelengebruik komt onder meer naar voren in de manier waarop de in de samenleving wijd verbreide aandacht voor gezonder leven in de jeugd- en uitgaanscultuur vorm heeft gekregen. Er is een (door de commercie snel gesignaleerde en gestimuleerde) vraag ontstaan naar "gezonde" drugs en naar producten die een moderne, "snelle" leefstijl zouden moeten ondersteunen door het leveren van energie, het verbeteren van de algemene gezondheidstoestand of het beperken van mogelijke gezondheidsschade. Het assortiment van de smart shops sluit goed aan bij de trends binnen bepaalde (sub)culturen. De eco-drugs voorzien in de vraag naar natuurlijke producten met een psycho-actieve werking. De smart products sluiten aan bij de behoefte aan natuurlijke producten die de gebruiker met een intensief uitgaansleven energiek en gezond moeten houden. Tevens spelen de smart shops in op de hernieuwde belangstelling

voor spirituele ervaringen. Deze "revival of the sixties" heeft duidelijk raakvlakken met de "New Age-beweging". De namen van sommige smart shops zijn in dit verband illustratief: Altered State, Conscious Dreams, Sign of Time en Sirius. Naast de inbedding van het middelengebruik in de jeugd- en uitgaanscultuur, is er een ander fenomeen dat minder tijdgevoelig is. Trends in de jongerencultuur hebben zonder uitzondering te maken met het proces van opgroeien. De puberteit en de adolescentiefase worden mede gekenmerkt door het "aftasten van grenzen", door het "experimenteren op velerlei gebieden". Het middelengebruik onder jongeren moet vooral binnen dit kader worden beoordeeld. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veruit voor het merendeel van de jongeren het middelengebruik beperkt blijft tot experimenteergedrag. De meeste mensen die ervaring hebben met illegale drugs, hebben deze middelen slechts enkele keren of gedurende een bepaalde fase in hun leven gebruikt. 1 Experimenteren met psycho-actieve stoffen kan risico's voor de gezondheid met zich meebrengen. Dit geldt zeker voor kwetsbare groepen, zoals jongeren. Anderzijds moet onder ogen worden gezien dat dergelijk gedrag onderdeel is van het proces van opgroeien. Bij het bepalen van het beleid zal met beide aspecten rekening gehouden moeten worden. Voorts moet onder ogen gezien worden dat door de bovengenoemde ontwikkelingen de complexiteit van het drugvraagstuk sterk is toegenomen, waardoor het vormgeven van een effectief beleid niet eenvoudig is. Ten aanzien van het onderwerp van de onderhavige beleidsnotitie is het bovendien zelfs de vraag in hoeverre hier nog (uitsluitend) van specifiek drugbeleid gesproken moet en kan worden. Uit de naamgeving en aanprijzing van producten, met name de smart products, blijkt dat vaak geflirt wordt met een drugimago (bijvoorbeeld Fast Blast, Spiet, Herbal Ecstacy). Dit heeft niet alleen de beeldvorming over smart shops als "drugswinkels" versterkt, maar ook aanleiding gegeven tot misverstanden over de aard van de verkochte producten. Zoals in het volgende hoofdstuk zal blijken, worden naast hallucinogene paddestoelen veel andere producten verkocht. Een deel van deze producten heeft een zo beperkte psycho-actieve werking dat het zeer de vraag is of hierbij wel van "drugs" gesproken kan worden. Er worden ook producten verkocht die helemaal niet psycho-actief zijn. Hierbij gaat het om bepaalde eet- en/of drinkwaren (bijvoorbeeld voedingssupplementen, energiedrankjes) die ook bij andere, meer reguliere verkooppunten verkrijgbaar zijn. In enkele gevallen gaat het om producten die als geneesmiddel aangemerkt moeten worden. Er wordt al met al een breed assortiment van middelen aangeboden, waarvan de risico's, de werking, de toedieningsmethode de productiewijze en de wettelijke 1 Van de consumenten van cannabis weten we bijvoorbeeld dat de meesten tussen de 15 en 25 jaar beginnen en, wanneer het gebruik niet beperkt blijft tot een enkel experiment, zij meestal tussen de 30 en 35 jaar met het gebruiken van hasj en marihuana stoppen. dr. P.D.A. Cohen, 'Cannabisgebruikers in Amsterdam', voordracht congres Gemeentelijk Gedoogbeleid Softdrugs (Utrecht, 1995).

status kunnen verschillen. Dit betekent dat het beleid ten aanzien van smart shops en de in deze shops verkochte producten in feite gesitueerd moet worden op het grensvlak tussen het drugbeleid in engere zin, het beleid ter bescherming van de gezondheid en veiligheid van de consument van eet- en drinkwaren in het algemeen en het beleid ten aanzien van de geneesmiddelenvoorziening.

3 Het assortiment Het assortiment in smart shops en andere "alternatieve" verkooppunten bestaat uit een veelheid van verschillende producten, die in veel gevallen samengesteld zijn uit een groot aantal stoffen. De werking van deze stoffen, de farmacologie, kan sterk uiteenlopen. Ook de gezondheidsrisico's kunnen wat betreft aard en ernst per product sterk verschillen. De mate van schadelijkheid wordt echter niet alleen bepaald door de dosis en de stof. De werking en de mogelijke gezondheidsrisico's voor het individu en de samenleving zijn afhankelijk van de toxicologie van de stof(fen), de individuele karakteristieken van de gebruiker en de sociale context van het gebruik. Deze drie factoren worden wel omschreven als middel, mens en omgeving. 2 Sinds het begin van de jaren zeventig is de hoofddoelstelling van het Nederlandse drugsbeleid het beperken van de risico's van drugsgebruik voor het individu, zijn of haar onmiddellijke omgeving en de samenleving als geheel. Zoals gezegd kunnen deze risico's bij de in de smart shops verkrijgbare producten sterk verschillen. Dit noodzaakt tot een gedifferentieerd beleid, dat gebaseerd is op een analyse van de risico's van de verschillende middelen. Bij deze analyse om de schadelijkheid van een middel voor het individu te bepalen, gaat het met name om de mate van risico voor lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid en de acute en chronische toxiciteit van het middel. Bij het vaststellen van de maatschappelijke risico's moet gekeken worden naar de omvang en frequentie van het gebruik, de karakteristieken van de gebruikers, de beschikbaarheid, de mogelijkheden voor preventie en voorlichting, overlast en criminaliteit en internationaalpolitieke aspecten. In deze notitie zal zowel naar de farmacologie en toxicologie ("het middel") als naar de karakteristieken van de gebruikers ("de mens") en de sociale context ("de omgeving") worden gekeken. Het zal duidelijk zijn dat het niet mogelijk was om voor ieder product dat in de smart shops verkrijgbaar is een risico-analyse uit te voeren, waarbij voor ieder bovengenoemd aspect voldoende informatie voorhanden is. De werkgroep heeft besloten dat met name de middelen die een psycho-actieve werking 3 hebben voor een risico-analyse in aanmerking komen. Het gaat om psilocybe pad 2 Zinberg heeft in een klassieke studie deze drie factoren in het Engels taalgebied geïntroduceerd als Drug, Set en Setting. Zie: Norbert E. Zinberg, Drug, Set and Setting. The Basis for Controlled Intoxicant Use (New haven, London 1984). 3 Ten behoeve van deze notitie is een aantal onderzoeken uitgevoerd die bij het maken van de risico-analyse een belangrijke rol hebben gespeeld. 1. Dirk J. Korf, Paolo van Steenhoven, Jeugd, Paddo's en smartshops (O+S Amsterdam, 1997). Dit is een bliksemonderzoek naar het gebruik van psychedelische paddestoelen onder ruim 1100 jongeren in de leeftijd van 15 tot 24 jaar. 2. J.A. Bosch, E.J.M. Pennings, F.A. de Wolff, Pyschoactieve Paddestoel & Plantproducten; toxicologie en klinische effecten (AZL Leiden, 1997). Dit is een literatuuronderzoek naar de toxicologie en farmacologie van paddestoelen en de in de smart shops meest voorkomende plantproducten. 3. Mariken Müller, De smart shop als moderne snoepwinkel; een veldonderzoek. Dit door de Brijder Stichting uitgevoerde "impressionistische veldonderzoek" gaat met name in op het publiek dat smart shops bezoekt, de mate van zelfregulatie van de

destoelen, belladonna en andere planten die belladonna-alkaloïden bevatten (waarvan alruin, bilzekruid en doornappel de belangrijkste zijn), cactussen en zaadjes waarin mescaline als werkzame stof voorkomt, kava kava, yohimbe, lachgas en efedrine. De psycho-actieve werking van deze middelen varieert van niet of nauwelijks (yohimbe), licht (kava kava) tot zeer sterk (planten die belladona-alkaloïden bevatten). De werkgroep is van mening dat hier het beste de verzamelnaam "niettraditionele genotmiddelen" gebruikt kan worden. "Niet traditionele" omdat het gebruik van deze middelen (dat op zich een lange voorgeschiedenis kan hebben) in onze samenleving niet geïntegreerd is. Er zijn immers geen algemeen bekende normen, waarden en rituelen rond het gebruik. "Genotmiddelen" omdat hiermee het (ondanks alle eventuele gezondheidsclaims) belangrijkste oogmerk van het gebruik wordt gekarakteriseerd. De term "genotmiddelen" is tevens gekozen omdat een aantal van deze middelen een zo beperkte psycho-actieve werking heeft dat de term "drugs" niet op zijn plaats zou zijn. Benadrukt dient te worden dat de uitkomst van een risico-analyse een beoordeling is van de huidige situatie. Nieuwe gegevens over de toxiciteit, nieuwe gebruikersgroepen, veranderde patronen van gebruik en een gewijzigde sociale context kunnen in de toekomst tot een andere conclusie leiden. Dit betekent niet alleen dat een risico-analyse altijd een "voorlopig" karakter heeft, maar ook dat monitoring en surveillance belangrijke instrumenten zijn om eventuele veranderingen tijdig te kunnen signaleren. 3.1 Classificatie In smart shops worden vele producten aangeboden, waaronder vitaminen, mineralen, voedingssupplementen, kruiden, energiedranken en samengestelde middelen. Deze worden veelal aangeduid met de term "smart drugs" of "eco-drugs". Sommige producten hebben een duidelijke psycho-actieve werking en kunnen dus als "drugs" in de eigenlijke zin van het woord worden betiteld. Deze stoffen kunnen stimulerende, sederende of hallucinerende effecten hebben. Een deel van het assortiment van de smart shops heeft echter niet of nauwelijks een psycho-actieve werking en kan derhalve niet of nauwelijks als "drugs" worden beschouwd. Voorts zijn er producten die niet de werking hebben die zij volgens de aanprijzingen in de smart shops zouden moeten hebben. Kortom, het aanbod in de smart shops is zeer gevarieerd. Tevens wordt dit aanbod regelmatig uitgebreid met nieuwe producten. Het is niet eenvoudig om een sluitende classificatie van deze verschillende producten te maken. In de literatuur en in de smart shops worden verschillende indelingen 4 gehanteerd. Geen enkele indeling - ook de hier gehanteerde - leidt tot een gehele smart shops en de kwaliteit van de voorlichting. 4. Enquête onder de gemeenten die lid zijn van de interbestuurlijke Task Force Veiligheid en Verslavingszorg. Deze gemeenten is gevraagd om informatie betreffende aantallen smart shops, incidenten, overlast en criminaliteit en het lokale beleid t.a.v. smart shops. 4 Zie bijvoorbeeld: Brijder Stichting, Beleid t.a.v. paddestoelen en "eco-winkels/smart shops" (Alkmaar, 1997); Saco de Visser, Evaluatie Smart drugs (stageverslag VU, 1997); Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, De problematiek van

afbakening van alle verkrijgbare producten. Er komen namelijk regelmatig nieuwe middelen op de markt en tevens worden nieuwe samenstellingen van verschillende stoffen aan het assortiment toegevoegd. Er zal, welke indeling ook wordt gehanteerd, altijd een zekere overlap tussen de verschillende categorieën bestaan. De in deze nota gehanteerde indeling is gebaseerd op drie overwegingen: 1) Wordt het plantaardig product in nagenoeg onbewerkte vorm aangeboden, heeft het een significante bewerking ondergaan of kan het als een chemische stof worden gekarakteriseerd? 2) Bestaat het product uit één of enkele plantaardige stoffen of is er sprake van een samengesteld middel waaraan hogere concentraties werkzame bestanddelen worden toegevoegd? 3) Heeft het middel een psycho-actieve werking? Benadrukt dient te worden dat in onderstaande classificatie slechts een beperkt aantal verkrijgbare middelen wordt genoemd. A. Smart drugs Smart drugs zijn geen drugs in de eigenlijke zin van het woord. Smart drugs zijn medicijnen die worden (of werden) voorgeschreven bij ziekten als Alzheimer, Parkinson en Korsakov. Deze medicijnen, zoals piracetam en vasopressine, vallen onder de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en worden niet in smart shops verkocht. Zij worden slechts op recept verstrekt, maar zijn ook wel verkrijgbaar bij postorderbedrijven die hun waren via het internet aanprijzen. B. Eco-drugs Eco-drugs zijn plantaardige stoffen die ook als zodanig herkenbaar zijn. Het zijn tevens stoffen die een psycho-actieve werking hebben. Het meest in de belangstelling staan de psychedelische paddestoelen of paddo's. Ook sommige cactussen, yohimbe, kava kava en bepaalde zaden bevatten psycho-actieve stoffen. Sommige ecodrugs, zoals de paddestoelen, hebben een hallucinerende werking en aan anderen wordt een stimulerende of sederende werking toegeschreven. Tenslotte kunnen sommige kruidenmengsels met een dergelijke werking onder de categorie eco-drugs worden geplaatst. C. Smart products Smart products is een verzamelnaam voor middelen die samengesteld kunnen zijn uit meerdere stoffen. Eco-drugs kunnen derhalve ook onder de categorie smart products vallen wanneer er andere stoffen aan zijn toegevoegd of wanneer zij in geconcentreerde of geëxtraheerde vorm zijn verwerkt. De werking van smart products kan zeer uiteenlopen. Een nadere onderverdeling is derhalve raadzaam. a) De sterk stimulerende middelen. Dit zijn middelen die vanwege hun opwekkende werking worden geconsumeerd. In de smart shops worden zij wel als legale XTC of amfetamine-vervangers gepresenteerd en onder namen als Cloud Nine, Herbal Ecstasy en Spiet aan de man gebracht. In veel gevallen bevatten deze producten een bepaald percentage efedra of efedrine. smart drugs in België (Brussel, 1997); Stichting Adviesburo Drugs, Smart Drugs: een nieuwe drugstrend? (Amsterdam 1996).

b) Licht opwekkende en/of euforiserende middelen en afrodisiaca. In deze producten worden veelal eco-drugs als yohimbe, kava kava en guarana verwerkt. c) Energy-drinks. Niet alleen in de smart shops, maar ook in supermarkten, platenzaken en benzinestations wordt een groot aantal soorten energy-drinks aangeboden. Deze drankjes bevatten veelal opwekkende stoffen als guarana, cafeïne, ginseng en soms alcohol. d) Vitaminen, mineralen en voedingssupplementen. In reformzaken en smart shops worden producten aangeboden die bij gebruik een verhoogde algemene gezondheid zouden bewerkstelligen. Deze producten worden ook wel smart nutrients genoemd en bevatten stoffen als anti-oxidanten, choline en aminozuren. D. De overige middelen, waaronder chemische producten (bijvoorbeeld GHB en lachgas) Deze laatste categorie bestaat voornamelijk uit chemische substanties die een zeer verschillende uitwerking kunnen hebben. Het middel 2CB (4-bromo-2,5-dimethoxyfenylethylamine) is een fenylethylamine en heeft eigenschappen die enigszins vergelijkbaar zijn met MDMA. 2CB werd tot voor kort in veel smart shops aangetroffen, maar is op 9 juli 1997 ex artikel 2, derde lid van de Opiumwet bij ministerieel besluit aangewezen als middel als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Opiumwet. Dit betekent dat het onder andere verboden is dit middel te bezitten, te verhandelen en te produceren. GHB (gamma hydroxy butyraat) is na enkele incidenten op instigatie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg door de meeste smart shops in 1996 van de schappen gehaald. Lachgas wordt door sommige smart shops aangeboden. Het middel is tevens, veelal "verpakt" in ballonnen, verkrijgbaar op sommige house parties en popfestivals. Tevens kan het gekocht worden in supermarkten en winkels voor huishoudelijke artikelen waar het als drijfgas voor slagroomspuiten wordt aangeboden. 3.2 Farmacologie en toxicologie Alle genot- en levensmiddelen kennen een toxische dosis. Bijzondere aandacht is vereist voor stoffen die reeds bij de consumptie van lage doses ernstige gezondheidseffecten kunnen geven. Voor de meeste stoffen zal in de regel slechts bij de consumptie van relatief hoge doseringen risico's voor de gezondheid ontstaan. Een geringe dosis van een bepaalde stof kan dus relatief onschuldig zijn terwijl een hoge dosis een ernstig gevaar voor de gezondheid kan inhouden. Bij een adequate risicoanalyse zal dus met nadruk gekeken moeten worden naar de "gebruikelijke" dosis en de dosis die een reëel gevaar voor de gezondheid kan opleveren. Sommige kruiden, kruidenmengsels en plantenextracten, waaronder yohimbe, bevatten zogenaamde MAO-remmers. MAO-remmers remmen het enzym (mono amine oxidase) dat in de hersenen voorkomt en dat als functie heeft om de werking van de signaaloverdrachtsstoffen adrenaline, noradrenaline en serotonine te beëindigen of om de concentraties ervan binnen fysiologische grenzen te houden. 5 Als MAO wordt geremd, stijgen de concentraties van deze signaaloverdrachtsstoffen soms in aanzienlijke mate. Bepaalde MAO-remmers worden als geneesmiddel ge- 5 Signaaloverdrachtsstoffen of neurotransmitters zorgen voor de signaaloverdracht van een zenuwuiteinde naar een andere zenuw of naar een spier.

bruikt (antidepressiva). Zij nemen gevoelens van apathie en neerslachtigheid weg en geven meer energie en eetlust. Als MAO-remmers worden gebruikt, moet men oppassen met het gelijktijdig gebruiken van geneesmiddelen die aminen bevatten of voedingsmiddelen waarin veel aminen voorkomen (wijn, sherry, bepaalde kaassoorten en mogelijk ook chocolade en bananen), omdat deze aminen dan niet worden afgebroken en zich in het lichaam ophopen. Hierdoor kunnen toxische verschijnselen ontstaan, waaronder sterk verhoogde bloeddruk. Het gebruik van MAO-remmende kruiden, kruidenmengsels of plantenextracten in combinatie met voornoemde voedingsmiddelen moet daarom ontraden worden. Ook het gelijktijdig gebruik van MAO-remmende kruiden en de psychoactieve stoffen dimethyltryptamine, diethyltryptamine en dipropyltryptamine of planten die deze stoffen bevatten, moet ontraden worden. A. Smart drugs Smart drugs worden onder meer gebruikt om helderder te denken, de concentratie te verhogen, om veroudering tegen te gaan en om meer energie te krijgen. Het is nog niet duidelijk of deze middelen daadwerkelijk de effecten bewerkstelligen, die de aanbieders aangeven. In wetenschappelijke kringen wordt hierover nog een discussie gevoerd. Voorts is het niet bekend wat de eventuele gevolgen zijn van het toedienen van een dosis die veel hoger is dan bij het gebruik als geneesmiddel. Smart drugs zijn geen psycho-actieve stoffen en de risico's voor het individu en de samenleving zijn bij normaal gebruik te verwaarlozen. Vermoedelijk is de omvang van het gebruik van deze middelen zeer beperkt. B. Eco-drugs De veel gehoorde opvatting dat natuurlijke producten, zoals de hallucinogene paddestoelen (paddo's), kava kava en yohimbe, per definitie minder schadelijk voor de gezondheid zijn dan chemische producten, is onjuist. Het feit dat het assortiment van de smart shops met name bestaat uit natuurlijke producten zegt niets over de toxiciteit ervan. De hoeveelheid werkzame bestanddelen in natuurlijke producten is bovendien nooit constant en dit kan op zich al risico's met zich meebrengen. Langs chemische weg kan daarentegen wel een standaard dosis verkregen worden, wat de kans op onbedoelde overdosering verkleint. Het standpunt dat eco-drugs per definitie "gezonder" of "minder schadelijk" zijn dan chemische drugs, is dus niet correct. Er bestaan vele soorten paddestoelen die een hallucinogene werking hebben. In de smart shops worden in de regel 3 à 4 soorten aangeboden; de Psilocybe semilanceata, de Psilocybe cyanescens, Psilocybe cubensis en de Copelandia cyanescens. De werkzame stoffen in deze paddestoelen zijn psilocybine en psilocine. Deze stoffen kunnen illusies, hallucinaties, euforie en slaperigheid tot gevolg hebben. Verder zijn ondermeer verhoging van de hartslag, lichaamstemperatuur en bloeddruk waargenomen. Sommige gebruikers worden draaierig en misselijk. Dit kan gepaard gaan met braken. Psilocybine en psilocine zijn bij "normale" gebruiksdoseringen nauwelijks toxisch. Van lichamelijke afhankelijkheid is geen sprake, noch van ernstige lichamelijke schade. De grootste risico's zijn roekeloos gedrag onder invloed van de stof en het ondergaan van een zogenaamde "bad trip". De kans op het ervaren van een "bad trip" wordt vergroot als de stof wordt geconsumeerd door psychisch instabiele mensen. Echter, hoe naar en angstaanjagend deze trips ook kunnen zijn, bad trips leiden normaliter niet tot blijvende geestelijke problemen. Bad trips zijn echter wel risicovol voor mensen met een (potentiële) psychose of depressie. Het risico van

geestelijke afhankelijkheid is vermoedelijk gering. Met betrekking tot de chronische toxiciteit zijn geen gegevens voorhanden. Vooralsnog zijn er geen berichten over ernstige incidenten in Nederland na het gebruik van paddestoelen. Volgens het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) werden tot enige tijd geleden incidenteel (ongeveer 2 à 3 keer per maand) informatieve vragen over intoxicaties met paddestoelen gesteld. De laatste tijd neemt het aantal informatieverzoeken echter toe. In de periode van 9 juni '97 tot 13 augustus '97 heeft het NVIC 17 maal informatie verstrekt. De informatie diende ten behoeve van gebruikers van hallucinogene paddestoelen, in leeftijd variërend van 15 tot 39 jaar (gemiddelde leeftijd 20 jaar), voor wie vanwege hevige acute gezondheidseffecten medische hulp was ingeroepen. Effecten bestonden vooral uit paniekaanvallen, hevige agitatie en motorische onrust, angst, hallucinaties, verwardheid en 6 visusstoornissen. Door de gemeenten die gevraagd zijn hun ervaringen met betrekking tot de smart shops aan de Werkgroep te rapporteren, zijn geen ernstige incidenten waargenomen. In 1996 zijn bijvoorbeeld bij de Amsterdamse GG&GD in totaal 4 meldingen binnengekomen met betrekking tot paddogebruik. Deze incidenten waren niet van ernstige aard en geen van de personen is in het ziekenhuis opgenomen. Uit het rapport van Bosch, Pennings en De Wolff blijkt dat er nog geen duidelijkheid bestaat over de kans dat in de nabije toekomst verhoogde concentraties psilocybine 7 in paddestoelen zullen verschijnen. Sommige deskundigen zijn van mening dat door middel van veredelingstechnieken en genisolatie de alkaloïdeopbrengst vergroot kan worden. Andere deskundigen stellen echter dat het met technieken als sporenkruisingen niet mogelijk is om een hogere opbrengst te krijgen. Wel kan worden geconcludeerd dat er altijd enige variabiliteit tussen de werkzame bestanddelen van de paddestoelen blijft bestaan. Deze variabiliteit komt in de natuur in sterkere mate voor. Het psilocybine-gehalte van in de natuur gevonden paddestoelen kan sterk verschillen, wat bij gebruik risico's met zich meebrengt. Het grootste risico is echter dat het veelal bijzonder moeilijk is om de psilocybine paddestoel te onderscheiden van andere, soms bijzonder giftige paddestoelen. In de literatuur zijn vele verwisselingen van paddestoelen beschreven, waarbij een fatale afloop niet 8 onbekend is. In smart shops worden (kleine) cactussen en zaadjes van Peyote of San Pedro verkocht. Deze producten bevatten de werkzame stof mescaline. Preparaten met mescaline komen ook voor, maar deze worden, voor zover de werkgroep bekend is, niet in smart shops verkocht. Mescaline heeft een hallucinerende werking. Meestal verloopt het gebruik van mescaline zonder ernstige complicaties. Volgens Bosch, Pennings en De Wolff kan de bad trip bij mescaline enigszins riskanter zijn dan bij 6 Persoonlijke communicatie, mw. I. de Vries, internist, Hoofd afdeling Documentatie en Informatie, NVIC, d.d. 13 augustus 1997. 7 Met moderne kweektechnieken worden uitheemse paddestoelen al in Nederland gekweekt. 8 Zie: Bosch, Pennings, Wolff, Psychoactieve Paddestoel- & Plantprodukten.

psilocybine. Mescaline is licht toxisch, niet verslavend, maar mogelijk wel teratogeen. De meeste eco-drugs zijn bij inname van "normale" doseringen in het algemeen weinig toxisch. Bij de inname van hoge doseringen of bij chronisch gebruik kunnen echter wel gezondheidsproblemen ontstaan. Zo kan bijvoorbeeld yohimbe leiden tot een stijging van de bloeddruk, wat gezondheidsrisico's met zich mee kan brengen. Het middel in deze categorie dat vermoedelijk meer risico's kan opleveren is het gebruik van efedra of efedrine. Efedra wordt vooral verwerkt in smart products, afslankproducten en Chinese kruidenmengsels. Het is een stimulerend middel en is toxisch bij chronisch en overmatig gebruik (hyperthermie, hypertensie, psychose). Efedrine is in potentie verslavend en mutagene, teratogene en neurodegeneratieve effecten zijn niet uit te sluiten. De onderzoekers concluderen echter wel dat efedrine in vergelijking met amfetamine een lage kans op misbruik heeft en dat er gezien het wereldwijde gebruik relatief zelden ernstige complicaties worden gemeld. In smart shops worden alruin en zaden van de Datura stramonium (Doornappel, een plant die in Nederland inheems is) aangeboden die behoren tot de plantenfamilie Solanacea (Nachtschade). Deze zaden bevatten belladonna-alkaloïden die geestverruimende effecten kunnen bewerkstelligen. Bosch, Pennings en De Wolff oordelen dat de risico's van deze middelen vrij hoog zijn. Weliswaar is er geen verslavingsrisico, maar het gevaar voor acute intoxicatie is aanzienlijk. Koevoets en Van Harten beschreven een intoxicatie met doornappel bij een jong-volwassene. Het klinisch beeld komt overeen met een atropinevergiftiging. 9 C. Smart products De smart products zijn, zoals hiervoor is aangegeven, middelen die samengesteld zijn uit meerdere stoffen. Iedere stof kan onderzocht worden op toxicologische en farmacologische effecten. Het probleem bij de smart products is echter dat er meerdere stoffen in het geding zijn die afzonderlijk misschien niet-toxisch zijn, maar in samengestelde vorm wel toxische effecten kunnen hebben (synergie). Het is vrijwel ondoenlijk om de farmacologie en toxicologie van de steeds nieuwe en wisselend samengestelde smart products te onderzoeken. De sterk stimulerende middelen bevatten veelal efedra of efedrine (zie vorige paragraaf), waaraan bij chronisch gebruik risico's kleven. Uit Belgisch onderzoek blijkt dat de hoeveelheid efedrine in smart products sterk kan variëren. Bij enkele producten is het percentage efedrine zelfs niet constant. Onduidelijkheid over de sterkte van het middel kan een risico voor gebruikers met zich meebrengen. Voorts heeft de werkgroep de indruk dat efedrine soms in geconcentreerde vorm in smart products wordt verwerkt, waardoor de stimulerende effecten toenemen. De licht opwekkende en/of euforiserende middelen, zoals yohimbe en kava kava, kunnen in hoge dosis en bij chronisch gebruik risico's voor de gezondheid met zich mee brengen. In lage doseringen zijn deze middelen echter relatief veilig. Het is echter niet precies bekend in welke concentraties deze stoffen voorkomen in de 9 P.F.M. Koevoets, P.N. van Harten, 'Doornappel-intoxicatie', Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 18 (1997) 141, p. 888-889.

smart products. Nader onderzoek naar het percentage werkzame stoffen kan meer licht werpen op de vraag naar de schadelijkheid voor de volksgezondheid. In de energy drinks wordt veelal guarana en/of taurine verwerkt. Het werkzame bestanddeel van guarana is cafeïne. De stimulerende effecten van deze energy drinks worden met name veroorzaakt door het hoge cafeïne gehalte. Weliswaar kunnen hoge dosis cafeïne leiden tot een verhoogde hartslag, hoofdpijn en een gespannen gevoel, maar de risico's voor de gezondheid zijn zeer beperkt. Taurine is een stof die ook door het menselijk lichaam aangemaakt wordt. Het is overigens twijfelachtig of taurine daadwerkelijk een stimulerende werking heeft. 10 Aminozuren, mineralen en vitaminen zijn noodzakelijk voor een goede gezondheid. Bij een normaal eetpatroon krijgt men echter voldoende van deze stoffen in het lichaam. Bij normaal gebruik zijn deze stoffen niet toxisch. Overmatig gebruik kan daarentegen schadelijk voor de gezondheid zijn. D. Chemische producten GHB is een narcosemiddel dat echter niet of nauwelijks meer in de medische praktijk wordt toegepast. Op de drugmarkt was het wel bekend als "liquid XTC". Het middel kan, zeker in combinatie met alcohol, snel leiden tot ongewenste bijwerkingen. Het risico om enige tijd in coma te raken is relatief groot. Voorts is de werking van GHB moeilijk te voorspellen. Dit kan voor gebruikers gevaarlijke gevolgen hebben. Lachgas is eveneens een narcosemiddel. Het heeft een zoetige, niet onaangename geur. Als narcosemiddel wordt het toegediend vermengd met zuurstof. Het gas geeft gedurende enkele minuten een sterke psychedelische roes waarbij zintuiglijke ervaringen in elkaar overlopen en waarbij men in een droomachtige toestand terecht komt. Lachgasverslaving is tot op heden in Nederland onbekend. Er is wel enige casuïstiek bekend van mensen die op een avond te veel nemen. Voorts zijn er zeldzame gevallen beschreven van mensen die gedurende lange tijd grote hoeveelheden consumeerden. Dit kan leiden tot lichamelijke klachten, stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsveranderingen. Zoals ook bij andere snelwerkende middelen het geval is, kan het snelle stijgen en dalen van de roes sommigen uitnodigen tot een herhaling van het gebruik. Als men te veel lachgas neemt, krijgt men last van hoofdpijn en misselijkheid. Gebruik van lachgas is niet zonder risico's. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld het evenwicht verliezen en vallen. Deelname aan het verkeer na het gebruik van lachgas dient sterk te worden ontraden. Ook nadat de directe roes is uitgewerkt, kan men nog uren onoplettend blijven. Indien lachgas geconsumeerd wordt door de mond direct op de drukfles of het patroon te plaatsen, kunnen lippen, neus en stembanden bevriezen. Ernstige brandwonden kunnen daardoor ontstaan. Indien de ingeademde lucht te grote hoeveelheden lachgas bevat (bijvoorbeeld meer dan 80%), krijgt de gebruiker te weinig zuurstof. Personen met een verstopte buis van Eustachius 10 Door de Inspectie voor de Gezondheidsbescherming is uitgebreid onderzoek gedaan naar deze energy drinks. In een klein aantal gevallen werden stoffen aangetroffen die niet zijn toegelaten. De maximaal toegestane hoeveelheid cafeïne in deze dranken is 350 mg/liter, wat vergelijkbaar is met 4 koppen koffie. Op de verpakking behoort het gehalte aan cafeïne te staan. De in België onderzochte energy drinks bevatten in het merendeel van de gevallen minder dan 350 mg/liter cafeïne.

kunnen door het gebruik van lachgas een gesprongen trommelvlies krijgen, wat tijdelijke of blijvende gehoorschade kan veroorzaken. Het gebruik van lachgas tijdens zwangerschap kan leiden tot een spontane abortus of ernstige geboorteafwijkingen. Langdurig en/of excessief gebruik van lachgas kan leiden tot een tekort aan vitamine B-12 en foliumzuur. Hoewel uit het bovenstaande blijkt dat het gebruik van lachgas zeker niet zonder risico's is, moet geconstateerd worden dat het gebruik van lachgas op grootschalige parties nog niet tot ernstige problemen heeft geleid. De kans op complicaties (zoals overdosering) wordt beperkt door de toedieningswijze, waarbij men het lachgas uit een ballon inademt. Voorlichting kan de risico's eveneens reduceren. 3.3 Conclusie In schema 1 wordt een kort overzicht gegeven van een aantal producten dat in smart shops wordt aangeboden. Uit voorgaande kan de algemene conclusie worden getrokken dat voor de meeste stoffen geldt dat het incidentele gebruik van "normale" doseringen door gezonde personen relatief weinig risico's met zich meebrengt. Een uitzondering hierop vormen de planten die tot de familie van de Nachtschades behoren en belladonna-alkaloïden bevatten, in casu alruin, bilzekruid en doornappel. Hier bestaat een reëel gevaar voor acute intoxicatie. Voor de psilocybe paddestoelen geldt dat beperkt gebruik door mensen die geen psychiatrische stoornissen hebben, zoals depressieve gedachten en psychosen, weinig gevaarlijk is. Een "bad trip" en de kans dat bij deelname aan het verkeer ongelukken worden veroorzaakt, zijn de grootste risico's. Aan een aantal stoffen, zoals efedrine, yohimbe en kava kava, kleven bij chronisch en overmatig gebruik risico's voor de gezondheid. In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de kans op verslaving bij de meeste stoffen gering is.

Schema 1: selectie van "niet-traditionele genotmiddelen" In smart shops voornaamste werking toxiciteit bij "normale" dosis kans op lichamelijke en/of geestelijke afhankelijkheid wet- en regelgeving grootste risico ja Psilocybe paddestoelen hallucinogeen zeer gering nee Warenwet, mogelijk Opiumwet "bad trip" ja Belladonna - alkaloiden hallucinogeen acuut nee Warenwet acute intoxicatie ja, als cactus of zaadjes Mescaline hallucinogeen licht nee werkzame stof Opiumwet, cactus of zaadjes Warenwet, mogelijk Opiumwet risico's bij "bad trip" ja weinig bij gematigd gebruik Kava Kava relaxerend onbekend, waarschijnlijk niet Warenwet huidschilfering en - verkleuring bij chronisch gebruik Yohimbe ja afrodisiacum, onbewezen wellicht bij chronisch en overmatig gebruik nee Warenwet complicaties bij overmatig gebruik en in combinatie met andere middelen Lachgas soms hallucinogeen gering onbekend Warenwet, mogelijk WOG bij zwangerschap, vallen, overdoseren Efedrine ja stimulerend bij chronisch en overmatig gebruik in potentie Warenwet, in sommige gevallen Wet voorkoming misbruik chemicaliën toxisch bij overmatig, langdurig gebruik en in potentie verslavend

4 Aard en omvang van gebruik Zoals gezegd, hangt het gebruik van psycho-actieve stoffen sterk samen met sociaalculturele ontwikkelingen. Nieuwe drugs worden in de regel geïntroduceerd door een kleine, specifieke subcultuur. Leden van deze subcultuur zijn nieuwsgierig naar nieuwe ervaringen en middelen. Zij zijn snel geneigd tot experimenteren. Vaak gaat het om mensen die niet tot een specifieke risicogroep behoren. Soms zullen deze stoffen nauwelijks gebruikt worden buiten deze kleine "elitaire" groep. Sommige middelen verdwijnen even snel als ze zijn opgekomen. Andere middelen worden echter ook populair buiten de groep van experimenteerders en raken "gedemocratiseerd". Het bekendste voorbeeld hiervan is XTC. Deze drug werd aanvankelijk door een kleine, elitaire groep gebruikt. In 1988 werd XTC op Lijst I van de Opiumwet geplaatst. Desondanks is deze drug in de jaren negentig ook onder andere subculturen zeer populair geworden. Het is moeilijk te voorspellen hoe de aard en omvang van het gebruik van niettraditionele genotmiddelen zich zullen ontwikkelen. Bepaalde producten die in de smart shops verkrijgbaar zijn - gedacht kan worden aan de middelen waarvan de werking op zijn minst twijfelachtig is - zullen waarschijnlijk niet aanslaan. Aan de andere kant is het zeker mogelijk dat andere middelen in farmacologisch en sociaalcultureel opzicht wel goed zullen aansluiten bij de huidige trends en door mensen buiten specifieke subculturen gebruikt gaan worden. De ervaring met XTC leert dat dat een snelle en brede verspreiding van bepaalde middelen nieuwe risico's met zich mee kan brengen. De hier gepresenteerde gegevens zijn gebaseerd op enkele onderzoeken die gedurende de eerste zes maanden van 1997 zijn uitgevoerd en derhalve een redelijk actueel beeld geven van aard en omvang van het gebruik. In het onderzoek van Müller wordt geconcludeerd dat de klantenkring van smart shops zeer gemêleerd is. Niet alleen jongeren, studenten, hippies en gabbers worden gesignaleerd, ook alternatieve groepen uit de New Age-beweging, vijftigplussers en liefhebbers van macrobiotiek en natuurgeneeskunde bezoeken smart shops. Veruit het merendeel van de klanten is echter tussen de 18 en 30 jaar en valt te typeren als "uitgaander". De kennis van de consumenten is, ondanks het feit dat zij vaak al ervaring met illegale drugs hebben, zeer wisselend. Soms is men precies op de hoogte van de effecten en risico's en soms is men in dergelijke informatie niet geïnteresseerd. De smart drugs zullen waarschijnlijk niet op grote schaal worden gebruikt, aangezien we hier spreken over geneesmiddelen die in principe alleen op recept afgeleverd mogen worden. Voorts zijn het geen middelen die een acuut psychisch of fysiek effect hebben en de kosten zijn vrij hoog. De indruk bestaat dat wanneer deze geneesmiddelen "op alternatieve wijze" worden gebruikt, het gaat om gezonde, goed geslaagde professionals die de niet onaanzienlijke kosten van dergelijke middelen 11 kunnen opbrengen. Gezien het feit dat deze producten onder de werking van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening vallen, is verdere regelgeving vanuit onze optiek niet nodig. 11 Brijder Stichting, Beleid t.a.v. paddestoelen.

Het gebruik van paddestoelen is de afgelopen jaren toegenomen. Uit onderzoek blijkt dat paddo's in vergelijking met andere drugs in relatief korte tijd populair zijn geworden. Van de scholieren van 12 jaar en ouder heeft 4,3% ooit wel eens een 12 paddo gebruikt. In absolute getallen betekent dit dat er in Nederland naar schatting tussen de 39.000 en 43.000 scholieren zijn die ooit wel eens een paddo hebben 13 gebruikt. Uit een bliksemonderzoek bleek dat van de jongeren en jong-volwassenen (leeftijd 15-24 jaar) 10% ervaring had met paddestoelen. De helft van alle ooitgebruikers had slechts één of twee keer paddo's gebruikt. Uit het beschikbare onderzoek kan tevens worden afgeleid dat het paddogebruik incidenteel en experimenteel van aard is. Veel gebruikers stoppen na één of enkele keren. 14 Zoals ook uit het rapport van Müller blijkt, hebben vrijwel alle ooit-paddogebruikers ook ervaring hebben met cannabis en/of XTC. De kans dat paddo's gebruikt worden is het grootst bij degenen die XTC slikken. Paddo's worden vermoedelijk niet snel gebruikt door jongeren die geen ervaring hebben met illegale drugs. In het Antenne-onderzoek van De Jellinek wordt in een panelstudie eveneens geconcludeerd dat de populariteit van paddo's toeneemt. Paddestoelen worden wel eens op house parties geconsumeerd, maar slechts in bescheiden mate. Het gebruik vindt op dit moment vooral plaats op kleine feestjes, in de natuur of thuis. 15 In vergelijking met de hallucinogene paddestoelen is het gebruik van smart products door jongeren laag. Van de jongeren tussen 15 en 24 jaar had 3% wel eens Herbal 16 Ecstasy en 2% wel eens Cloud Nine gebruikt. In België bleek uit een onderzoek onder discotheekbezoekers dat 7% wel eens een smart product had gebruikt. Vooral Magic mushrooms, Cloud Nine, GHB, Herbal Ecstasy en Spiet werden geconsumeerd. Sleutelfiguren in de verslavingspreventie hebben gesignaleerd dat deze 17 middelen wel gebruikt worden ter vervanging van illegale, stimulerende drugs, zoals amfetamine. Op welke schaal deze vorm van substitutie plaatsvindt is echter niet bekend. In de al eerder genoemde panelstudie van het Antenne-onderzoek wordt geconcludeerd dat het gebruik van het onlangs verboden middel 2CB in 1996 beperkt bleef tot trendsetters. In deze studie wordt het vermoeden uitgesproken dat 2CB vooral thuis wordt geconsumeerd en niet zo snel op drukke feesten vanwege de hallucinogene eigenschappen. Aan de andere kant blijkt uit gegevens van het Drugs Informatie en 12 W.M. de Zwart, H. Stam, S.B.M. Kuipers, Kerngegevens. Roken, drinken en drugsgebruik onder scholieren vanaf 10 jaar (Trimbos-instituut, 1997). 13 De totale populatie van het peilstationsonderzoek van het Trimbos instituut bedraagt tussen de 900.000 en 1.000.000 scholieren. 14 Korf, Van der Steenhoven, Jeugd, Paddo's en Smartshops. 15 Dirk J. Korf, Ton Nabben, Zosja Berdowski, Antenne 1996, trends in alcohol, tabak, drugs en gokken bij jonge Amsterdammers (Amsterdam 1997). 16 Korf, Van der Steenhoven, Jeugd, Paddo's en Smartshops. 17 Kris van Limbergen, Marijke Vrijsen, Energy drinks en smart drugs, onderzoek naar kennis en gebruik in Belgische discotheken (Brussel 1997).

Monitoring Systeem (DIMS) van het Trimbos-Instituut dat in een gering, maar toenemend aantal gevallen 2CB-pillen worden aangeboden. 2CB wordt ook wel als XTC verkocht in het uitgaanscircuit. Sinds een jaar of twee worden er in het uitgaanscircuit, op house parties en in discotheken cilinders met lachgas gesignaleerd. Ook zijn er smart shops die het middel verkopen. Vanuit een cilinder worden ballonnen met het lachgas gevuld die voor ongeveer 5 gulden te koop zijn. In welke mate het gebruik van dit middel toeneemt is niet bekend, maar gezien het feit dat de cilinders met lachgas steeds vaker opduiken op feesten, lijkt hier toch sprake te zijn van een echte trend. Na een aantal incidenten op 30 april 1996 in Rotterdam, waarbij gebruikers gedurende korte tijd in coma raakten, is GHB van de schappen van de smart shops gehaald. Volgens de panelstudie van Antenne wordt GHB in Amsterdam nauwelijks meer gesignaleerd. 4.1 Het substitutie-effect versus de stepping stone hypothese Een bepaald middel kan als substitutie voor een andere (illegale) drug fungeren. Het bekendste voorbeeld hiervan is natuurlijk methadon, dat aan opiaatverslaafden wordt verstrekt. Maar ook zijn er aanwijzingen dat cannabis als substitutie dient voor 18 het gebruik van andere (illegale) drugs en alcohol. In de smart shops worden middelen aangeprezen als legale vervanger van XTC en amfetamine. Het gebruik van legale, in de smart shops verkrijgbare middelen ter substitutie kan de risico's voor de gezondheid reduceren. In welke mate dit effect optreedt is echter niet bekend. De stepping stone theorie kan als de "negatieve tegenhanger" van het substitutieeffect worden beschouwd. Volgens de stepping stone theorie is er een (al dan niet noodzakelijke) overstap van het gebruik van cannabis naar het gebruik van hard drugs. De hieraan verwante gate way theorie gaat uit van een duidelijk opeenvolgend patroon (alcohol, tabak, cannabis, cocaïne) in de consumptie van legale en illegale psychotrope stoffen. In het geval van het gebruik van in de smart shop verkrijgbare producten impliceert de stepping stone hypothese dat er een drempelverlagend effect uitgaat voor het gebruik van illegale drugs. In een recente beleidsnotitie uit België wordt een dergelijk drempelverlagend effect gesuggereerd. Op grond van het beschikbare onder- 19 zoek kan deze hypothese voor de Nederlandse situatie niet worden bevestigd. Veeleer lijkt er sprake te zijn van een ontwikkeling waarbij subculturele groepen verschillende soorten legale en illegale middelen consumeren. Dit betekent dat deze groepen zowel op illegale markten (bijvoorbeeld de XTC-markt) als op de legale markt (de smart shops) drugs aanschaffen. Het gegeven dat veruit het merendeel van de personen dat ervaring heeft met paddo's ook (eerdere) ervaring heeft met cannabis of XTC, wijst niet in de richting van een drempelverlagend effect van de 18 Mark A.R. Kleiman, Against Excess. Drug policy for results (New York, 1992). 19 Vast Secretariaat voor het preventiebeleid, De problematiek van smart drugs in België.