Om in de Regio Rotterdam Rijnmond tot een uniforme lay-out van het ontruimingsplan te komen verdient het aanbeveling om de volgorde van de onderdelen zoals hier onder vermeld aan te houden. * voorblad ontruimingsplan * inhoudsopgave * inleiding * taken/instructies personeel * wijze van ontruiming (met verzamelplaatsen) * algemene preventieve richtlijnen * tekeningen van alle bouwlagen ALGEMENE PREVENTIEVE RICHTLIJNEN 1. Er dient te allen tijde op te worden toegezien dat alle in- en uit- en doorgangen vrijgehouden worden van obstakels. 2. Buitendeuren dienen door iedereen van binnenuit gemakkelijk te openen te zijn. 3. De vloeren van vluchtwegen mogen nooit, door welke oorzaak dan ook, glad zijn. Vloermatten dienen zodanig aangebracht te zijn dat zij niet kunnen verschuiven en in geen enkel opzicht gevaar voor uitglijden, struikelen of vallen kunnen veroorzaken. 4. In het gebouw dienen de noodzakelijke blusvoorzieningen aanwezig te zijn. 5. De aanwezige brandblusmiddelen dienen steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar en bereikbaar te zijn. Zij dienen zodanig aangebracht te zijn dat altijd duidelijk is waar het materiaal zich bevindt. 6. Zelfsluitende deuren dienen nooit in geopende toestand geblokkeerd te worden. 7. Prullenbakken, vergaarbakken e.d. dienen van metaal gemaakt te zijn en moeten, zo mogelijk, voorzien zijn van een deksel. 8. In de ruimte van de centrale verwarmingsinstallatie mag geen opslag plaatsvinden van materialen die niet tot de installatie behoren. 9. Onder trappen in trappenhuizen en in gangen mogen nooit goederen worden opgeslagen. 10. Magazijnruimten moeten opgeruimd zijn. Deze ruimten dienen altijd vrij te betreden c.q. te verlaten te zijn. Roken is aldaar verboden. 11. In het gebouw mogen geen brandgevaarlijke stoffen op andere dan de voorgeschreven wijze aanwezig c.q. opgeslagen zijn. 12. Bij het verrichten van brandgevaarlijke handelingen bij reparaties en dergelijke dient altijd de nodige voorzorg in acht genomen te worden. 13. Bij de aanwezigheid van een automatische brandmeld-installatie dient de betrokken lus/groep buiten werking gesteld te worden. 14. Voor elektrische aansluitingen mogen geen andere dan goedgekeurde stekkers of contacten gebruikt worden. 15. Leiding en personeel dienen op de hoogte te zijn van de aanwezigheid en werking van blusmaterialen. 16. Leiding en personeel dienen bekend te zijn met het ontruimingsplan.
INLEIDING Voor het snel en doelmatig ontruimen van bepaalde objecten is het noodzakelijk dat een ontruimingsplan aanwezig is. Een ontruimingsplan bevat de maatregelen die nauwkeurig bepalen onder welke omstandigheden, onder wiens leiding en langs welke weg de aanwezigen een object moeten verlaten. Dit plan beschrijft bovendien de organisatie van melding, alarmering, communicatie en het verzamelen op een veilige plaats. Vanwege de levensbedreigende situatie die voor de aanwezige personen in het gebouw kan ontstaan, vooral als gevolg van een grote rook- en hitteontwikkeling, is het van groot belang dat het gebouw zo snel mogelijk verlaten kan worden. Om dit te bereiken is het opstellen van een ontruimingsplan veelal noodzakelijk in welk geval het aan de brandweer dient te worden voorgelegd ter goedkeuring. In dit ontruimingsplan wordt, door middel van taken en instructies, aangegeven wie welke acties moet ondernemen in geval van een calamiteit. Daarnaast bevat dit ontruimingsplan de plattegrondtekeningen van de bouwlagen waarop ondermeer de vluchtwegen zijn vermeld die de in het gebouw aanwezige personen moeten volgen. Om er voor te zorgen dat het ontruimingsplan bij een calamiteit goed functioneert is het van groot belang dat er regelmatig geoefend wordt en dat een ieder die een taak heeft bij de ontruiming, ook daarbij aanwezig is. De desbetreffende BHV-ers zijn bij calamiteiten herkenbaar aan een opvallend gekleurd hesje met de letters BHV. Bij het beoefenen van het plan in de praktijk is het mogelijk dat er aanleiding bestaat om het plan aan te passen zodat het plan "up to date" blijft en zo met de organisatie mee groeit. Eventuele wijzigingen dienen uiteraard in overleg met de brandweer te worden doorgevoerd.
ONTRUIMINGSPLAN Naam object : O.B.S. De Westhoek Adres : Dorpstienden 1 Postcode Gemeente : 3253 AS : Ouddorp (gem. Goeree-Overflakkee) Telefoon : 0187-68 18 68 Directeur : Lida van Elswijk Telefoon : 0187-681868 / privé 06-81131113 waarnemend directeur : RoseMarie Bodbijl Telefoon : 0187-681868 / privé 0111-652236 Aantal aanwezigen op de dag van 8.00 uur tot 16.00 uur: 12 volwassenen Aantal aanwezigen op de dag van 8.30 uur tot 15.00 uur: + 216 leerlingen INTERNE ALARMERING Ontruimingssignaal: Handmelder met slow-whoops. + 5 seconden aan en 1 seconde uit. Het ontruimingsplan is aanwezig in alle lokalen, directiekamer en de personeelskamer. TAKEN DIRECTIE Indien u brand ontdekt: Maak alarm (waarschuw overige aanwezigen). Stel (Laat) het ontruimingssignaal in werking (stellen) Laat de brandweer waarschuwen, nummer 112. Sluit ramen en deuren. Breng in gevaar zijnde personen in veiligheid. Laat ontruimen (collega s nemen de leerlingen mee naar buiten) Probeer de brand te blussen. Zodra dit mogelijk is coördineer dan de ontruiming.
Indien u gealarmeerd wordt: Begeef u naar de plaats van de calamiteit. Neem besluit om wel of niet te ontruimen. Stel (Laat) het ontruimingssignaal in werking (stellen). Laat de brandweer alarmeren op nummer 112. Geef leiding aan de ontruiming. Laat weten waar u bereikbaar bent. Vang (Laat) de brandweer op(-vangen) en informeren. Geef de juiste verzamelplaats aan en laat de personen registreren (BHV-er). Begeef u zo snel als mogelijk is naar de personeelskamer en coördineer de situatie: Laat weten waar u bereikbaar bent. Informeer de brandweer. Zorg dat er niemand zonder zich af te melden weggaat. Controleer aan de hand van de presentielijsten of een ieder aanwezig is. Vermisten direct melden aan de brandweer. Alarmering bij onbezette administratie: Alarmeer overige aanwezigen. Alarmeer de brandweer via nummer 112. Breng in gevaar zijnde personen in veiligheid. Stel het ontruimingssignaal in werking. Sluit ramen en deuren. Probeer te blussen. INSTRUCTIES DIRECTIE Het alarmsignaal wordt bediend door een BHV-er Alarmsignaal ontruiming: Handmelder met slow-whoops. Duidelijk melden: - Brand in o.b.s. De Westhoek - Dorpstienden 1 - Ouddorp Bij aankomst brandweer: - Waar het brandt - Vermiste perso(o)n(en) (waar voor het laatst gezien?) Breng in gevaar zijnde personen in veiligheid. Indien nodig laat de bedreigde ruimte ontruimen.
Probeer te blussen. Indien het ontruimingssignaal in werking wordt gezet terwijl u les geeft: Breng uw klas in veiligheid (naar de aangegeven verzamelplaats). Controleer de toiletgroep welke bij het lokaal hoort. Neem de presentielijst mee en geef op de verzamelplaats vermissingen door. INSTRUCTIES LEERKRACHTEN Geef duidelijke informatie bijvoorbeeld: - Er is een ernstige rookontwikkeling in het magazijn bij de kleuters - Een persoon is gestruikeld, hij heeft een kniewond De groep is pas in veiligheid als de eerste brandwerende scheiding is gepasseerd (buiten, of na de scheiding tussen onder- en bovenbouwgedeelte). Zorg dat de presentielijst altijd up to date is. Neem die mee naar buiten. Zorg dat de leerlingen rechts houden. Verlaat altijd als laatste de klas en sluit de deur. Controleer het toilet dat bij de groep hoort. Hou bij het weglopen een goed overzicht over de groep en zorg dat er geen leerlingen teruglopen voor jassen, boeken of iets dergelijks. Blijf bij de groep en begeleid de leerlingen naar de verzamelplaats: Dit is de STOEP achter MFC DORPSTIENDEN. Begeleid de leerlingen naar de verzamelplaats via de aangegeven vluchtrichting. Geef op de verzamelplaats aan de hand van de presentielijst vermissingen door aan de coördinator op de verzamelplaats (hoofd BHV-er) De taak van de coördinator op de verzamelplaats is: - na ontruiming van het gebouw moet aan de algemene leiding worden gemeld of alle aanwezigen present zijn óf dat er iemand vermist wordt. INSTRUCTIES DIRECTIE Als u een brandmelding ontvangt vraag dan naar: - wat is er aan de hand? - waar is er iets aan de hand? - zijn er slachtoffers?
Duidelijk melden bijvoorbeeld: - Brand in o.b.s. De Westhoek + waar? - Dorpstienden 1 - Ouddorp Bij aankomst brandweer: - Brand in welk gedeelte gebouw - Perso(o)n(en) die worden / wordt vermist (waar voor het laatst gezien?) - Via kleuteringang naar de brand - Sterke rookontwikkeling bijv. in gang die grenst aan kleuterlokalen Geef deze melding direct door aan de directeur, of waarschuw mondeling indien deze les geeft. In opdracht van de directeur bedient u het ontruimingssignaal. Schoolbel 5 seconden aan en 1 seconde uit gedurende 30 seconden. Indien de directeur niet aanwezig is alarmeert u zijn plaatsvervanger of een van de bhv-ers. Indien de plaatsvervanger is gealarmeerd dan waarschuwt u de directeur op 06-81131113 of 0111-653173 TAKEN VERZAMELPLAATS FUNCTIONARIS Informeer de directeur welke ter plaatse komt. Indien de directeur besluit tot ontruimen, begeef u dan met schrijfmateriaal naar de aangegeven verzamelplaats en registreer de groepen welke verzamelen. Bij eventuele vermissingen informeert u direct de hoofdbhv-er. Indien u wordt gealarmeerd door het ontruimingssignaal: Begeef u naar de plaats van het incident en meld u bij de hoofdbhver. Indien deze besluit tot ontruimen begeef u dan naar de aangegeven verzamelplaats. Bij aankomst van de groepen vermissingen registreren aan de hand van de presentielijsten. Vermissingen direct melden bij de hoofdbhv-er. Leerlingen alleen naar huis sturen in opdracht van de schoolleiding. BEDIENING BRANDMELDPANEEL In geval van brand komt er automatisch een melding binnen bij de meldkamer van CSU in Rotterdam. Zij bellen vervolgens de school én het beveiligingsbedrijf (Flakkeese Beveiliging Dienst, Emmastraat 14, 3258 AH Den Bommel - tel. 611326). Het brandmeldpaneel mag alleen in opdracht van de brandweer worden gereset.