De aanpak van rotkreupel in België Tussentijds verslag

Vergelijkbare documenten
De aanpak van rotkreupel in België Eindverslag

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen.

Trend aankoopprotocol

Brachyspira hyodysenteriae:

Schering-Plough Animal Health. Schering-Plough Animal Health

Voorwoord. Geachte lezer, Beste schapenliefhebber,

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende

Klauwverzorging. Les 1

Samen werken aan diergezondheid. Klauwenwaaier

Klauwgezondheid. studiegroepen december DAP van Waard tot Klif

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Salmonella en Salmonella Actieplan België

In welke mate is de Belgische residentiële ouderenzorg geïnformatiseerd?

Evaluatie actie Winterwandelboek Scheldeland. Kenniscel Toerisme Oost-Vlaanderen, April

Droes-certificering werkwijze

Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Actua DGZ. Dienstvergaderingen Gezondheidszorg herkauwers

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

BOUW- EN INFRASTRUCTUUR

Tips & Tricks. Biosecurity. Bart, Geert & Maude s. Wat is bioveiligheid? Wat betekent dit concreet? Wordt bioveiligheid toegepast op rundveebedrijven?

Gezondheidsprogramma s en monitoring ten dienste van een duurzame en gezonde melkveestapel in Vlaanderen Algemene vergadering MCC - 3 april 2019

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Deel 1: Waar staan we met IBR-bestrijding in Vlaanderen? Een nieuwe fase start binnenkort!

VVG. GolfVlaanderen.be. slagkrachtig & doelgericht. VVG Junior Golf. Bijlage - Analyse van jeugdgolf in Vlaanderen

gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1]

Vaccinatie van uw hond Praat erover!

Tevredenheidsenquête

Omzendbrief met betrekking tot de procedure en de beslissingsboom voor de verwerving en het behoud van de Maedi- Visna / CAE vrije status.

Introductie. Doel van dit proefschrift

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

BVD Expertpanel 7 mei 2014

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

VLAAMSE PATIËNTEN PEILING PEDIATRIE- Ouders 0.1

BIGGENMONITOR. Verslag periode Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Een BVDV-bestrijdingsplan voor België. Jef Laureyns

Voorkomen en bestrijden van IBR en BVD

Landelijke aanpak IBR/BVD. LTO Nederland Toon van Hoof Portefeuillehouder Diergezondheid

AGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013

TOESTAND BETREFFENDE Q-KOORTS

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)

De bestrijding van tuberculose wordt geregeld bij het koninklijk besluit van 17 oktober 2002.

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 26 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

EVOLUTIE VAN DE MARKT

Klik om stijl te bewerken

Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2017

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Reglement Intensief Programma Paratuberculose bij Runderen 2005 gewijzigd per 10 augustus 2017

NIEUW TUBERCULOSE BEWAKINGSPROGRAMMA

Wat verwachten Belgische rundveehouders van hun dierenarts in 2018? Trends en evoluties. Een uitdaging voor de dierenarts. Dr. Koen De Bleecker DGZ

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Meticilline Resistente Staphylococcus aureus MRSA

Tabel 2 : Rabies : verspreiding, per provincie, van de behandelde personen na blootstelling in België (2001)

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Schmallenbergziekte. DG Controlebeleid 9 maart Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeilerproject. Vrachtwagenbemonstering

direct contact indirect contact

PLUIMVEE HARTSLAG #25

1. Vragen over de hepatitis B aandachtscampagne

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Stap 1 van 3. Naam inzender. adres. Naam DAP. Postcode* Blankvlees Rosé start Rosé afmest Rosé combinatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen PRRS: de aanpak begint bij monitoring. Dr. Ellen de Jong

Het referentielaboratorium voor rabiës is op het WIV Departement Pasteur Instituut te Brussel gevestigd.

Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Tip en Tricks voor een antibiotica-arm varken

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

SERVICE LEVEL AGREEMENT

Individuele beroepsopleiding (in een onderneming) (IBO) - Aanwervingen en stopzettingen tweede kwartaal 2017

Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2018

Rendement verbeteren door samen te werken aan optimalisatie van de technische kengetallen

informatie om droes onder controle te houden

Werkzoekendencijfers Oktober 2017

Activiteitenverslag Diergeneeskundige begeleiding PLUIMVEE

Werkzoekendencijfers Maart 2015

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015

Masterclass: Hoe blijf ik PRRS de baas? Korte voorstelling van mezelf. De praktijk. Praktijkcasus Samen aanpakken Markelo 29 november 2016

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Economische impact van meerweken systemen

vaccinatie van kleine herkauwers

Vaccinatie van uw kat Praat erover!

MARKTONDERZOEKVERSLAG. Goldensports, juni 2016

PERSBERICHT 25 januari Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Resultaten bevraging StapAf: Gebruik Routeboekje lente 2015

Werkzoekendencijfers Februari 2017

Werkzoekendencijfers Maart 2017

Overzicht. 1. Wat is PRRSv? 2. Welke ziektebeelden kan je zien? 3. Wat kunnen de financiële gevolgen zijn?

Patiënteninformatie. MRSA bacterie

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Werkzoekendencijfers Januari 2018

notarisbarometer 94, Trim 1

Groep B Streptokokken en Zwangerschap Gynaecologie

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Code FAVV Titel van het certificaat Pagina s. EX.VTL.ZA Veterinair certificaat voor uitvoer van paarden naar de Republiek van Zuid-Afrika.

Hoe doorloop ik de PE cyclus in het register Sociaal Werkers? Inhoud

notarisbarometer Belgisch vastgoed blijft betrouwbaar Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 102,8 102,6 94,9

Inhoud. Landschapsbegrazing. Optimalisatie van landschapsbeheer met schapen: Schapen en herder. 3 factoren: Vegetatie. Dieren.

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA)

Transcriptie:

De aanpak van rotkreupel in België Tussentijds verslag

1. Inleiding en duiding Rotkreupel is een zeer besmettelijke en uiterst pijnlijke ontsteking van de tussenklauwhuid bij schapen. Ze wordt veroorzaakt door de samenwerking tussen twee bacteriën: Fusobacterium necrophorum en Dichelobacter nodosus. Door de pijn in de klauwen gaan de schapen kreupel lopen en zullen ze grazen op de knieën omdat rechtstaan te pijnlijk wordt. Elke schapenhouder is bekend met het beeld van rotkreupel en weet dat het moeilijk is om opnieuw rotkreupelvrij te geraken eens de aandoening in de kudde voorkomt. Zelfs als er geen klinische symptomen zichtbaar zijn, kan de D. nodosus bacterie aanwezig zijn bij dragers van de kiem en vroeg of laat, als de omstandigheden goed zijn, problemen veroorzaken. Het spreekt voor zich dat rotkreupel het welzijn van schapen aantast. Op termijn brengt de ziekte ook aanzienlijke economische schade met zich mee omdat de conditie van de aangetaste dieren achteruit zal gaan. DGZ en ARSIA zijn actief betrokken bij de bestrijding van schapen- en geitenziekten en wil daarom een start maken met de aanpak van rotkreupel in België. Een gelijkaardig project wordt in Nederland uitgevoerd door de Nederlandse Schapen- en Geitenfokkers Organisatie (NSFO). Naast de fokkerij is deze organisatie ook actief op het vlak van diergezondheid. Door een samenwerking met deze organisatie zal waardevolle informatie uitgewisseld kunnen worden en zal gebruik gemaakt kunnen worden van door hen opgeleverde producten. 2. Beschrijving van het project EERSTE FASE In een eerste fase zullen alle schapenhouders uitgenodigd worden (via nieuwsbrieven van DGZ/ARSIA en via landbouwpers) om deel te nemen aan een elektronische enquête. De bedoeling van deze enquête is om de problematiek en de huidige aanpak van rotkreupel in kaart te brengen. TWEEDE FASE In een tweede fase zullen schapenhouders (via nieuwsbrief van DGZ/ARSIA en via de landbouwpers) uitgenodigd worden om deel te nemen aan het project. Er zal een selectie gemaakt worden van 25 Vlaamse en 10 Waalse bedrijven. Enkel bedrijven met een minimale bedrijfsgrootte van 10 vrouwelijke dieren > 6 maanden én een verleden van rotkreupel in de voorbije 2 jaar komen in aanmerking. A. Staalname Alle deelnemende bedrijven zullen bij de start van het project bezocht worden door een dierenarts van DGZ/ARSIA. Per bedrijf zullen stalen genomen worden van acht schapen (bij voorkeur vier jonge en vier oudere dieren). Deze stalen zullen onderzocht worden met een home made PCR test bij Eurofins Medigenomix in Duitsland. Deze PCR test werd ontwikkeld op vraag van de NSFO en heeft als doel na te gaan of D. nodosus op het bedrijf aanwezig is.

B. Rotkreupelbestrijding Op basis van de klinische letsels gezien tijdens het eerste bedrijfsbezoek en de resultaten van het eerste PCR onderzoek wordt een bestrijdingsplan ingesteld om het bedrijf rotkreupelvrij te krijgen. Dit bestrijdingsplan is gebaseerd op het scoren van klauwletsels zoals beschreven door Raadsma en Egerton (Livestock Science, 2013).

DERDE FASE Aan alle deelnemers van het project zal gevraagd worden om regelmatig een vragenlijst in te vullen om de situatie te kunnen opvolgen. Daarnaast zal op alle bedrijven een tweede en een derde staalname uitgevoerd worden voor PCR onderzoek om na te gaan of we er in geslaagd zijn om positieve bedrijven negatief te krijgen én te houden en of negatieve bedrijven negatief gebleven zijn.

3. Doelstelling van het project en nut voor de veehouder De bedoeling van het project is om een praktisch haalbaar en efficiënt bestrijdings- en monitoringsplan voor rotkreupel uit te werken opdat schapenbedrijven rotkreupelvrij kunnen worden én blijven. Hiermee zal het welzijn van de schapen verhogen, de economische resultaten verbeteren en het antibioticagebruik dalen. Het project kan na afloop eventueel leiden tot een (vrijwillig) rotkreupelbestrijdingsprogramma. Het voordeel van zo n bestrijdingsprogramma is dat schapenhouders meer zekerheid kunnen verwerven over de rotkreupelvrije status bij aankoop van een dier en dat de marktwaarde van de dieren hierdoor kan verhogen. 4. Uitwerking van het project en eerste resultaten EERSTE FASE De enquête werd in Vlaanderen verstuurd in oktober 2014. In totaal vulden 914 Vlaamse schapenhouders de enquête in. Van deze 914 schapenhouders was 26% afkomstig uit West- Vlaanderen, 33% uit Oost-Vlaanderen, 12 % uit Antwerpen, 12% uit Limburg en 17% uit Vlaams-Brabant. Deze cijfers volgen perfect de verdeling van het totaal aantal schapenbeslagen over de Vlaamse provincies. Een grote meerderheid gaf aan schapen te houden voor de hobby. Daarnaast waren weidelammeren, vleesschapen en fokkerij veel genoemde doelstellingen voor het houden van schapen. Een beperkt aantal schapenhouders gaf aan schapen te houden in het kader van landschapsbeheer. Meer dan de helft van de schapenhouders die de enquête invulden, houdt 1 tot 5 schapen. Dit bevestigt dat de sector in Vlaanderen hoofdzakelijk hobbygericht is. Opvallendste bevindingen uit de enquête in Vlaanderen: 74% van de schapenhouders antwoordde NEE op de vraag hebt u rotkreupel onder uw schapen?. Dit is niet in lijn met wat we verwacht hadden aangezien rotkreupel net een heel frequent voorkomende ziekte is. Wellicht werd de vraagstelling door velen verkeerd geïnterpreteerd als zijnde hebt u op dit moment rotkreupel onder uw schapen?. Bijna 56% van de schapenhouders zou bekappen in geval van klinische rotkreupel. Recent onderzoek toont aan dat bekappen een negatief effect kan hebben op het voorkomen van rotkreupel. Door bekappen wordt gevoelige huid blootgesteld en wordt de hoorn beschadigd, waardoor de bacterie gemakkelijker kan binnendringen. Bovendien kan bij preventief bekappen op kuddeniveau de bacterie heel gemakkelijk van dier op dier overgedragen worden door gebruik van hetzelfde gereedschap (Smith, 2014). Bij het gebruik van voetbaden maakt het merendeel van de schapenhouders gebruik van formaline 5%. Een minderheid maakt gebruik van zinksulfaat 10%. Zinksulfaat

10% en formaline 5% zijn de enige twee producten met een bewezen werkzaamheid tegen rotkreupel. Slechts 11% van de schapenhouders geeft aan te vaccineren tegen rotkreupel. Een veel genoemde reden om te stoppen met vaccinatie is het voorkomen van de gekende entreacties bij het gebruik van footvax. Minder dan 15% van de schapenhouders geeft aan chronisch besmette dieren systematisch op te ruimen. Nochtans is dit één van de belangrijkste sleutels in een succesvolle rotkreupelbestrijding. 41 % van de schapenhouders heeft het laatste jaar dieren aangekocht terwijl slechts 19% deze dieren in quarantaine geplaatst heeft. De enquête werd in Wallonië verstuurd in juli 2015 gevolgd door een herinnering in september 2015. Tot hiertoe werd ze slechts door 5 Waalse schapenhouders ingevuld. Er wordt bekeken hoe dit aantal verhoogd kan worden. TWEEDE FASE Op de oproep naar deelnemers voor het project werd massaal gereageerd door de Vlaamse schapenhouders. De eerste 25 aanmelders die aan de vooropgestelde voorwaarden voldeden, werden geselecteerd voor deelname. Van de 25 deelnemers wonen er 6 in West- Vlaanderen, 11 in Oost-Vlaanderen, 1 in Antwerpen, 3 in Limburg en 4 in Vlaams-Brabant. Begin 2015 werd een eerste vragenlijst verstuurd naar de deelnemers om per bedrijf de situatie en recente aanpak van het probleem in beeld te krijgen. 12 deelnemers hadden manke schapen op het moment van invullen van de vragenlijst. Alle 25 bedrijven werden bezocht door een dierenarts van DGZ in de maanden maart, april en mei van dit jaar. Tijdens dit bezoek werd de ziekte toegelicht en werd uitleg gegeven bij het bestrijdingsplan. Het bestrijdingsplan en de scorekaart werden gedrukt op kaartjes in A6 formaat die aan alle deelnemers bezorgd werden. Van 8 dieren werd een staal genomen voor PCR onderzoek. Deze stalen werden per bedrijf gepoold en er werd één resultaat gegeven op bedrijfsniveau. Tijdens de staalname werden eventuele klinische letsels gescoord. De resultaten van de PCR onderzoeken worden weergegeven in de tabel hieronder. Beslagnummer Klinische letsels PCR resultaat BXXXXXXX1-0501 1 tot 2 NEG BEXXXXXXX2-0501 1 tot 4 POS BEXXXXXXX3-0501 1 tot 4 POS BEXXXXXXX4-0501 0 NEG BEXXXXXXX5-0501 1 tot 3 POS BEXXXXXXX6-0501 1 tot 3 POS BEXXXXXXX7-0501 0 POS BEXXXXXXX8-0501 0 NEG BEXXXXXXX9-0501 0 NEG BEXXXXXX10-0501 1 tot 3 POS BEXXXXXX11-0501 1 tot 3 POS

BEXXXXXX12-0501 1 tot 2 POS BEXXXXXX13-0501 0 POS BEXXXXXX14-0501 1 tot 3 POS BEXXXXXX15-0501 1 tot 2 POS BEXXXXXX16-0501 1 tot 3 POS BEXXXXXX17-0501 1 tot 3 NEG BEXXXXXX18-0501 0 NEG BEXXXXXX19-0501 2 tot 3 POS BEXXXXXX20-0501 0 NEG BEXXXXXX21-0501 0 tot 1 NEG BEXXXXXX22-0501 0 NEG BEXXXXXX23-0501 1 tot 3 POS BEXXXXXX24-0501 0 NEG BEXXXXXX25-0501 0 NEG Aantal POS 12 aantal NEG 10 aantal vals NEG 1 Aantal POS zonder letsels 2 Op 60% van de deelnemende bedrijven kon de rotkreupelbacterie D. nodosus aangetoond worden met behulp van de PCR test. Op twee bedrijven werd de bacterie aangetoond zonder dat er sprake was van klinische letsels op het moment van staalname. Dit toont aan dat afwezigheid van symptomen niet altijd gelijk staat aan vrij zijn van rotkreupel. Het subklinisch aanwezig zijn van de kiem kan (opnieuw) aanleiding geven tot problemen wanneer de omstandigheden juist zijn. 40% van de deelnemende bedrijven was vrij van de rotkreupelbacterie. Op 2 bedrijven lijkt het om een vals negatief resultaat te gaan aangezien er wel sprake was van (lichte) klinische symptomen op moment van staalname. DERDE FASE Een nieuwe vragenlijst werd begin oktober 2015 verzonden aan de deelnemende Vlaamse beslagen om na te gaan in hoeverre het bestrijdingsschema reeds uitgevoerd kon worden. In de loop van november en december 2015 zal op alle bedrijven een tweede staalname gebeuren voor PCR onderzoek.