Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek. 2. Hoe wordt gedrag veroorzaakt? In deze basisstof zoek je enkele foto s van mensen of dieren die bepaald gedrag vertonen. Je kunt ook zelf foto s maken. Aan de hand van de foto s onderzoek je hoe reclames prikkels gebruiken om je als kijker te beïnvloeden. Afb. 1 Niet gemotiveerd om te eten. Je hebt enorme honger en op tafel staat je favoriete eten. Je gaat lekker zitten eten. Dit gedrag in deze situatie ontstaat door de combinatie van honger hebben en het eten zien. Honger is een voorbeeld van een inwendige prikkel. Dat is een prikkel in je lichaam. Het eten op tafel is een uitwendige prikkel. Dat is dus een prikkel buiten je lichaam. Door inwendige en uitwendige prikkels samen, vertoon je een bepaald gedrag. Bijvoorbeeld het gedrag eten. Toch werkt het niet altijd zo eenvoudig. Als je erg verliefd bent bijvoorbeeld, verlies je je eetlust. De lekkerste dingen staan op tafel (uitwendige prikkel). Je heb een geweldige honger (inwendige prikkel). Toch kun je geen hap door je keel krijgen (zie afbeelding 1). Voor gedrag is dus niet alleen een inwendige en uitwendige prikkel nodig. Je moet ook bereid zijn om bepaald gedrag te vertonen. Dit heet de motivatie voor bepaald gedrag. Of je bepaald gedrag vertoont, hangt dus af van inwendige prikkels, uitwendige prikkels en motivatie. OPDRACHT 1 Je gaat foto s zoeken of maken waarop menselijk of dierlijk gedrag is te zien. Zoek een foto van een mens of een dier. Je kunt ook zelf een foto maken. Overleg met je docent waar je de foto neemt en welke fotocamera je gebruikt. Bij de mens of het dier op de foto is een duidelijke uitwendige prikkel te zien: een prikkel die tot gedrag kan leiden bij de mens of het dier. Knip de foto uit of print de foto. Plak de foto in het juiste vak. Zoek of maak een tweede foto. Op deze foto moet duidelijk zichtbaar zijn dat de mens of het dier een inwendige prikkel ervaart. Knip de foto uit of print de foto. Plak de foto in het juiste vak. 1 Malmberg s-hertogenbosch
Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek. uitwendige prikkel inwendige prikkel Tabel 1 Zeven typen gedrag. Typen gedrag Communicatiegedrag Leergedrag Sociaal gedrag Sportgedrag Territoriumgedrag Voedingsgedrag Voortplantingsgedrag Als je de klas binnenkomt, begroet je je vrienden of vriendinnen. In een klassikale les let je meestal op je docent. Tijdens groepsopdrachten overleg je met je medeleerlingen. Al deze gedragingen horen bij sociaal gedrag. Naast sociaal gedrag vertoon je de hele dag door ook andere typen gedrag. Bijvoorbeeld voedingsgedrag in de pauze of sportgedrag tijdens de gymnastiekles. In tabel 1 zie je voorbeelden van typen gedrag. 2 Malmberg s-hertogenbosch
OPDRACHT 2 Je gaat nog drie foto s zoeken of maken waarop gedrag te zien is. Zoek drie foto s van duidelijke voorbeelden van gedrag van mensen of dieren. Je kunt ook zelf foto s maken. Overleg met je docent waar je de foto s neemt en welke fotocamera je gebruikt. Knip de foto s uit of print de foto s. Plak de foto s in de drie vakken: in elk vak plak je één foto. Schrijf onder in het vak welk type gedrag op de foto is afgebeeld. 3 Malmberg s-hertogenbosch
Afb. 2 De supranormale prikkels van een superheld. In afbeelding 2 zie je een afbeelding van een superheld. Bij deze held zijn drie kenmerken sterk overdreven. Hij heeft erg grote spieren, een stevige kin en een brede borstkas. Deze drie kenmerken zijn prikkels waardoor veel mensen zo n uiterlijk aantrekkelijk vinden. Vrouwen worden bijvoorbeeld verliefd op superhelden. De prikkels versterken het voortplantingsgedrag. Anders gezegd: ze hebben een functie voor het voortplantingsgedrag. Een kenmerk dat doorslaggevend is voor bepaald gedrag heet een sleutelprikkel. In werkelijkheid zijn de meeste mannen niet gebouwd als superhelden. Kijk maar naar je docenten op school. De kenmerken van de superheld zijn dus sterk overdreven. Een sleutelprikkel die sterk overdreven is, heet een supranormale prikkel. De super-spierballen van de superheld zijn een supranormale prikkel. Supranormale prikkels versterken een bepaald bijbehorend gedrag. 4 Malmberg s-hertogenbosch
OPDRACHT 3 In reclames zijn foto s vaak bewerkt met een computerprogramma. De mensen op de afbeeldingen zijn zo bewerkt dat sleutelprikkels overdreven worden. De sleutelprikkels worden dan supranormale prikkels. Zoek in tijdschriften of op internet twee afbeeldingen uit een reclame. De reclame-afbeeldingen moeten gebruikmaken van supranormale prikkels. Plak de afbeeldingen in de twee lege vakken. Zet op de afbeeldingen een pijl bij de supranormale prikkels. Schrijf onder de afbeeldingen wat de prikkel tot een supranormale prikkel maakt. Je hebt nu de vervangende basisstof doorgewerkt. In je handboek vind je op blz. 144 de samenvatting. Daarin staat in doelstellingen aangegeven wat je voor alle basistoffen, dus ook voor deze vervangende basisstof, moet kennen en kunnen. Hiermee kun je je voorbereiden op de diagnostische toets. 5 Malmberg s-hertogenbosch