ervi,cou fcros -x

Vergelijkbare documenten
landsverordeningen in verband met de ontkoppeling van de Dienst der Belastingen en de Dienst der Invoerrechten en Accijnzen AANBIEDING

5aitext, ocuri, arm Abu/

2011 no. 29 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 45 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staten (ow

2017 no. 10 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

RAAD VAN ADVIES. RvA L.G. Smith Boulevard 8, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) Fax (297)

pn,~ ~ Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

2016 no. 55 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Apr. staterk. IiLojaicta a x-001- a.0ot9-6oi NO. I

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2016 no. 2 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2019 no. 26 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening

Council of Advice Raad van Advies

A 2002 N 74 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

6.5 WET MELDING ONGEBRUIKELIJKE TRANSACTIES BES (v/h Landsverordening melding ongebruikelijke transacties) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen

A 2011 N 31 PUBLICATIEBLAD

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

A OtAAAI-a-- KSA-cvi-e<IA.Qt. AANBIEDING

2011 no. 78 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2014 no. 57 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2019 no. 47 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 31 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen

NATIONALE RISICOANALYSE WITWASSEN EN TERRORISMEFINANCIERING ARUBA Openbare versie

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

DE LWTF: DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN VOOR VRIJE BEROEPSBEOEFENAREN. mr. George Croes (Senior Policy Advisor Integrity Supervision Dept.

2012 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 december 2012 houdende regels inzake het houden van honden (Hondenverordening)

LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening identificatie bij dienstverlening

2013 no. 65 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2015 no. 32 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

VOORSTEL VAN WET (CONSULTATIEVERSIE)

2011 no. 30 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

2018 no. 64 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2018 no. 81 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

2014 no. 26 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

2016 no. 47 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

A 2010 N 93 PUBLICATIEBLAD

IS Staten ZJ De regering van Aruba biedt aan de

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2006 no. 14 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

2013 no. 43 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

A 2011 N 32 PUBLICATIEBLAD

2014 no. 51 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 94 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Introductie tot de FIU-Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(2j ao0 c4-6o 2.") OCT 21 2Q08. minister STATEN VAN ARUM ARUBA ALHIER. ische Zaken, Aan: de Voorzitter der Staten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8.6o3) (2-j P., 001- OCT STATEN VAN ARUBA. nwk. ALHIER. Aan: de Voorzitter der Staten

Eerste Kamer der Staten-Generaal

kel 25 van de LWTF. Tot dit laatste strekt de onderhavige ministeriële regeling.

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

2019 no. 21 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

2016 no. 77 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

==================================================================== Artikel 1

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

2014 no. 75 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

IS Staten ZJ Gebruikmakend van het recht der Staten, toegekend in artikel V.4 van de Staatsregeling van

COMPLIANCE RICHTLIJNEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

2013 no. 96 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

LANDSVERORDENING houdende regels betreffende het houden van algemene volkstellingen

Aan de Koning. het Europees Parlement en de Raad (Implementatiewet wijziging vierde antiwitwasrichtlijn),

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Transcriptie:

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 20 \5./d7-4. Aveut, eutuit'eu ervi,cou fcros -x.010-663 STATEN VAN ARUBA Landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefinanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT) AANBIEDING Aite. De regering van Aruba biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp-landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefinanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT). Oranjestad, 0 2010 De minister van Justitie en Onderwijs,

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 20 6/00,eAL) /tretru etptaarg, IA714.6 oulu zwg- W -- 664 Landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefinanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT) ONTWERP 11)3- IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba In overweging genomen hebbende: dat het wenselijk is om op zo kort mogelijke termijn in het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. 50) te voorzien in een afzonderlijke en zelfstandige strafbaarstelling van terrorismefinanciering; dat het voorts ter versterking van het toezicht op de naleving door de financiele instellingen van de bij of krachtens de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) gestelde voorschriften, wenselijk is om ook bepaalde werknemers van de Centrale Bank van Aruba aan te kunnen wijzen als toezichthouder in de zin van deze landsverordening;

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 20 2 Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande landsverordening: Artikel I In het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) wordt na artikel 140 een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 140a 1. Als schuldig aan terrorismefinanciering wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of een geldboete van ten hoogste honderdduizend florins gestraft degene die opzettelijk: a. voor zich of voor een ander middellijk of onmiddellijk fondsen vergaart voor het plegen van een terroristisch misdrijf of voor de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, dan wel voor een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf of de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, b. voor zich of voor een ander middellijk of onmiddellijk fondsen vergaart in de wetenschap dat deze fondsen geheel of gedeeltelijk gebruikt zullen worden voor het plegen van een terroristisch misdrijf of voor de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, dan wel voor een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf of de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, c. aan een ander middellijk of onmiddellijk fondsen verstrekt of ter beschikking stelt voor het plegen van een

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 20 3 terroristisch misdrijf of voor de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, dan wel voor een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf of de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, d. aan een ander middellijk of onmiddellijk fondsen verstrekt of ter beschikking stelt in de wetenschap dat deze fondsen geheel of gedeeltelijk gebruikt zullen worden voor het plegen van een terroristisch misdrijf of voor de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf of de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een ander verstaan natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen van natuurlijke personen of rechtspersonen, en organisaties; onder fondsen wordt verstaan geld, alsmede alle zaken en alle vermogensrechten, hoe dan ook verkregen, en de bescheiden en gegevensdragers, in welke vorm of hoedanigheid dan ook, waaruit de eigendom of gerechtigdheid ten aanzien van het geld, de zaken of vermogensrechten blijken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, bankkredieten, travellers cheques, bankcheques, postwissels, aandelen, waardepapieren, obligaties, wissels en kredietbrieven.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 20 4 Artikel II De Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) wordt gewijzigd als volgt: A. in artikel 23 eerste lid, eerste volzin, wordt na de woorden "het Meldpunt" een komma geplaatst, gevolgd door de woorden: alsmede personen werkzaam bij de Centrale Bank van Aruba voor zover het betreft instellingen die onder het toezicht van de Centrale Bank van Aruba staan en de Volkskredietbank van Aruba; B. na artikel 23 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 23a 1. De krachtens artikel 23, eerste lid, aangewezen personen rapporteren ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in artikel 23, tweede lid, aan het hoofd van het Meldpunt onderscheidenlijk de president van de Centrale Bank van Aruba. 2. De krachtens artikel 23, eerste lid, aangewezen werknemers van het Meldpunt en de Centrale Bank van Aruba overleggen gezamenlijk tenminste den keer per twee maanden over hun taakuitvoering. Artikel III Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba, met uitzondering van artikel II dat in werking treedt op een bij

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 20 5 landsbesluit te bepalen tijdstip. Gegeven te Oranjestad, De minister van Justine en Onderwijs, De minister van Financien, Communicatie, Utiliteiten en Energie,

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 20 \SAA(AtAti euud OG ilaifri-u' aria- cu u 7u008 et0 i - 66s Landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefinanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT) MEMORIE VAN TOELICHTING Algemene toelichting Op 14 oktober 2009 is de zogenaamde Mutual Evaluation Report (hierna aan to duiden als MER) van Aruba behandeld en vastgesteld in de plenaire vergadering van de Financial Action Task Force (FATF). De FATF is een intergouvernementele organisatie die in 1991 is opgericht met als doelstelling de voorkoming en bestrij ding van witwassen en terrorismefinanciering. Ter verwezenlij king hiervan heeft de FATF de 40 + 9 aanbevelingen opgesteld. Deze gelden inmiddels als de wereldwij de maatstaf voor de invoering en implementatie van wettelijke systemen ter voorkoming en bestrij ding van witwassen en terrorismefinanciering. In verband hiermee worden de wettelijke systemen van de FATFlidstaten - waarvan Aruba via het Koninkrijk der Nederlanden een is - periodiek door de FATF beoordeeld op de naleving van de 40 + 9 aanbevelingen. Deze beoordeling vindt plaats door middel van een gezamenlijk evaluatieproces ("mutual evaluation") dat zowel de inhoud als de implementatie van het wettelijk systeem bestrijkt. Het resultaat ervan wordt vastgelegd in mutual evaluation reports. In de MER worden belangrijke tekortkomingen geconstateerd in het Arubaanse systeem voor de voorkoming en bestrij ding van witwassen en de financiering van terrorisme. In het vervolg van deze

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 20 2 memorie van toelichting zal dit systeem overigens worden aangeduid met de internationaal gebruikelijke term "AML/CFT" welke staat voor "anti-money laundering and the combating of the financing of terrorism". Een van de voornaamste tekortkomingen is het ontbreken van een afzonderlijke en zelfstandige strafbaarstelling van terrorismefinanciering in het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) of elders in de Arubaanse wetgeving. Bij Landsverordening van 12 augustus 2004 (AB 2004 no. 51) tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) (strafbaarstelling terrorisme en terrorismefinanciering en daarmee samenhangende strafbare feiten) werden in het Wetboek van Strafrecht van Aruba enige bepalingen opgenomen die erop gericht waren terrorismefinanciering binnen het bestaande kader van poging- en voorbereidingshandelingen strafbaar to stellen. In het bijzonder kan daarbij worden verwezen naar de artikelen 48 (uitbreiding werkingsfeer voorbereidingshandelingen), 48a (strafbaarstelling van poging tot uitlokking) en 146a (deelneming aan criminele organisatie die als oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven). Van belang hierbij is dat terrorismefinanciering daardoor als een afhankelijk delict strafbaar gesteld werd, hetgeen destijds ook door de wetgever werd beoogd. Deze was immers van oordeel dat de financiering van terroristische activiteiten vrijwel steeds als een voorbereidingshandeling ten aanzien van een gronddelict kon worden beschouwd (vide pagina 19 en 20 van de memorie van toelichting bij de bovengenoemde wijzigingsverordening). Dit nu is onvoldoende bevonden in de MER. De argumenten hiervoor zijn ten eerste dat de FATF-methodologie voor de beoordeling van de naleving van de 40 + 9 aanbevelingen expliciet voorschrij ft dat de strafbaarstelling van terrorismefinanciering enkel als voorbereidings-, poging-, of samenspanningshandeling niet voldoet aan Speciale Aanbeveling II. Deze cruciale aanbeveling schrij ft de strafbaarstelling van terrorismefinanciering voor overeenkomstig het VN-verdrag van New York van 9 december 1999 ter bestrijding van de financiering

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 20 3 van terrorisme (Trb. 2000, 12; hierna te noemen het Verdrag). Daarnaast is gesteld dat deelneming in een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk in het algemeen niet hetzelfde is als het financieren van een dergelijke organisatie, terwij1 voorts nog wordt gewezen op een aantal andere gebreken, zoals het ontbreken van een begrip in de bovengenoemde artikelen dat het begrip "funds" als bedoeld in Speciale Aanbeveling II en artikel 1 van het Verdrag adequaat dekt en het feit dat de financiering van individuele terroristen niet gedekt wordt. Dientengevolge heeft Aruba ter zake van deze aanbeveling de laagst mogelijke beoordeling gekregen, namelijk "non-compliant", hetgeen in FATF-termen inhoudt dat er aanzienlijke tekortkomingen zijn waarbij niet voldaan is aan het merendeel van de essentiele criteria van de desbetreffende aanbeveling. Opgemerkt zij hierbij dat deze lage beoordeling ook nog een negatieve uitwerking heeft gehad op de beoordeling van de implementatie van een groot aantal andere belangrijke aanbevelingen. Vermeldenswaard in dit kader zijn Aanbevelingen 1 (strafbaarstelling witwassen), 3 (verbeurdverklaring en samenhangende voorlopige voorzieningen), 28 (bevoegdheden justitiele autoriteiten), 35 (uitvoering VNverdragen op het gebied van AML/CFT), 36 (wederzijdse juridische bij stand), alsmede de Speciale Aanbevelingen I (uitvoering VNinstrumenten terzake van terrorismefinanciering), IV (meldplicht verdachte transacties voor terrorismefinanciering) en V (internatonale samenwerking terzake van terrorismefinanciering). Aruba wordt dan ook in de MER dringend aangespoord om op urgente wijze een afzonderlijke en zelfstandige delictsomschrijving van terrorismefinanciering in de wetgeving op te nemen. Mede hierdoor dient Aruba in elke plenaire vergadering van de FATF te rapporteren over de voortgang bij de uitvoering van deze en andere aanbevelingen van de MER. Daarnaast dient te worden opgemerkt dat de FATF onlangs op verzoek van de zogenaamde G-20 landen besloten heeft om de regels voor het identificeren en volgen van landen en jurisdicties die niet of slecht gevolg geven aan de 40 + 9

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 20 4 aanbevelingen, aanzienlijk uit te breiden en aan te scherpen. Deze nieuwe regels komen er op neer dat landen en jurisdicties die aan een aantal criteria voldoen, verwezen kunnen worden voor bespreking in de zogenaamde International Cooperation Review Group (ICRG) van de FATF. Deze criteria zijn: a. het hebben van een financiele sector met een totale omvang groter dan USD 5 miljard; b. het hebben van minimaal 10 "non-compliant" of "partially compliant" (inhoudende dat het land enige inhoudelijke actie heeft ondernomen waarbij aan enige essentiele criteria van de desbetreffende aanbeveling is voldaan) beoordelingen ten opzichte van del6 kern- en hoofdaanbevelingen van de FATF; c. nominatie door een FATF-lid. Aruba heeft een score behaald van 13 "non-compliant" en "partially compliant" beoordelingen ten opzichte van de 16 kern- en hoofdaanbevelingen van de FATF. De landen die op grond van de nieuwe regels verwezen zijn naar de ICRG worden eerst onderworpen aan een zogenaamde "prima facie" onderzoek door een regionale subgroep van de ICRG. Dit is een onderzoek op hoofdlijnen naar het AML/CFT-systeem van het land in kwestie dat moet uitmonden in een aanbeveling aan de plenaire vergadering van de FATF of een diepgaander onderzoek ("comprehensive review") van dat land noodzakelijk is. Aan de hand van de resultaten van dit volgende onderzoek zal de plenaire vergadering van de FATF beslissen of maatregelen tegen het land in kwestie noodzakelijk zijn. Deze hebben doorgaans de vorm van internationale oproepen waarin gewaarschuwd wordt voor de witwas- en terrorismefinancieringsrisico's die verbonden kunnen zijn aan het financiele verkeer met een dergelijk land. In zekere zin zal het overzicht van landen die niet met goed gevolg door de "comprehensive review" zijn gekomen, beschouwd kunnen worden als een nieuwe zwarte lijst van de FATF. Overigens is de FATF dit jaar door G-20 landen verzocht om uiterlijk februari volgend jaar een overzicht door te zenden van zogenaamde "high risk jurisdictions".

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 20 5 Landen die niet met goed gevolg door de comprehensive review komen, zullen in ieder geval in dit overzicht worden opgenomen. In de plenaire vergadering van de FATF van 14 oktober 2009 is besloten dat Aruba in de eerstvolgende plenaire vergadering, die medio februari 2010 gehouden zal worden, dient te rapporteren over de voortgang bij de implementatie van de MER. In deze plenaire vergadering zal ook worden besloten of Aruba naar de ICRG verwezen wordt voor een prima facie-onderzoek. Gelet op de ongunstige score voor de 16 kern- en hoofdaanbevelingen, moet vooralsnog ervan uit worden gegaan dat een dergelijke verwijzing plaats zal vinden. In verband hiermee zal in de plenaire vergadering een gedetailleerd actieplan voor de uitvoering van de aanbevelingen van de MER door Aruba gepresenteerd moeten worden. Hieraan wordt inmiddels door de betrokken diensten en instellingen gewerkt. Daarnaast acht de regering het wenselijk dat reeds nu concreet uitvoering wordt gegeven aan een aantal urgente aanbevelingen van de MER, waarvan de afzonderlijke en zelfstandige strafbaarstelling van de terrorismefinanciering de voornaamste is. Het onderhavige ontwerp strekt mede hiertoe. Het voegt een nieuw artikel 140a toe aan Titel 5 van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht van Aruba, dat de vergaring en verstrekking van middelen voor het plegen van een terroristisch misdrijf strafbaar stelt. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een ander dringend knelpunt, dat eveneens in de MER is geconstateerd, te verhelpen. Het betreft het toezicht op de naleving door de financiele instellingen van de voorschriften van de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85, hierna te noemen de LMOT). Krachtens het huidige artikel 23, eerste lid, van de LMOT is dit in handen van ambtenaren die werkzaam zijn bij het meldpunt ongebruikelijke transacties (het Meldpunt). In de MER wordt de aanbeveling gedaan om dit toezicht uit oogpunt van efficiency onder te brengen bij de Centrale Bank van Aruba. De regering kan zich in beginsel vinden in deze aanbeveling, te meer daar het Meldpunt, vanwege de beperkte beschikbaarheid hier te

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 20 6 lande of elders van terzake gekwalificeerd personeel, haar toezichttaak niet optimaal kan vervullen. In de toelichting op artikel II zal hier verder op in worden gegaan. Tot besluit van dit gedeelte zij vermeld dat aan de invoering van de met het onderhavige ontwerp beoogde wijzigingen geen financiele gevolgen voor het Land zijn verbonden. Ad artikel I Het onderhavige artikel voegt een nieuw artikel 140a in het Wetboek van Strafrecht van Aruba waarmee terrorismefinanciering als een afzonderlijk en zelfstandig delict strafbaar wordt gesteld. De redenen hiervoor zijn hierboven reeds ter sprake gekomen. Het voorgestelde artikel sluit aan bij artikel 2 van het Verdrag dat van partij en verlangt dat zij het opzettelijk vergaren en ter beschikking stellen van fondsen met de bedoeling of in de wetenschap dat deze zullen worden gebruikt ter financiering van terroristische misdrijven, strafbaar stellen. Daarbij behoort het niet uit te maken, of het terroristische misdrijf daadwerkelijk plaats heeft gevonden of uitgevoerd is, dan wel niet verder dan de fase van beraming is gekomen. Voorts dient de strafbaarstelling van terrorismefinanciering zich niet enkel te richten op de financiering van een of meer terroristische misdrijven, maar ook op de financiering van terroristische organisaties en individuele terroristen. Deze elementen zijn terug te vinden in het eerste lid van het voorgestelde artikel 140a, dat zowel het opzettelijk voor zich of voor een ander vergaren, verstrekken of ter beschikking stellen van fondsen voor het plegen van een terroristisch misdrijf of voor de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, alsook het vergaren, vertrekken of ter beschikking stellen van dergelijke fondsen in de wetenschap dat deze fondsen geheel of gedeeltelijk gebruikt zullen worden voor het plegen van een terroristisch misdrijf of voor de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 13 van 20 7 misdrijven plegen of beogen te plegen, als terrorismefinanciering strafbaar stelt. Evenzo strafbaar is het vergaren, verstrekken of ter beschikking stellen van fondsen voor het plegen van misdrijven ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf of de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen, en het vergaren, verstrekken of ter beschikking stellen van dergelijke fondsen in de wetenschap dat deze geheel of gedeeltelijk gebruikt zullen worden voor misdrijven ter voorbereiding of vergemakkelijking een terroristisch misdrijf of de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen. Onder terroristisch misdrijf wordt verstaan een misdrijf als bedoeld in artikel 85 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba. De maximale straf is gesteld op 8 jaar gevangenisstraf of een boete van Afl. 100.000,-. De gekozen maximale gevangenisstraf maakt dat de deelnemingsvormen en voorbereidingshandelingen van terrorismefinanciering onder de strafbaarstelling vallen, hetgeen ook een vereiste is van het Verdrag. In overeenstemming met het Verdrag wordt voorts zowel het middellijk (namelijk door tussenkomst van derden) als het onmiddellijk (namelijk zelf) vergaren, verstrekken of ter beschikking stellen van fondsen ter financiering van terrorisme strafbaar gesteld. Het Verdrag en de FATF-methodologie bij Speciale Aanbeveling II vereisen dat de financiering van terrorisme niet alleen betrekking heeft op individuele terroristen maar ook terroristische organisaties. In verband is in het tweede lid van het voorgestelde artikel 140a een omschrijving van het begrip "een ander" in het eerste lid van hetzelfde artikel opgenomen. Deze omvat zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, alsook groepen van natuurlijke of rechtspersonen, en organisaties. Voorts worden de deelbegrippen "groep" en "organisatie" afzonderlijk gehanteerd, omdat terroristische organisaties zowel als gelegenheidsverbanden als duurzame organisaties actief kunnen. Bij het eerste geldt dat zij in beginsel slechts voor een bepaalde gelegenheid (bijvoorbeeld voor

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 14 van 20 8 het plegen van een bepaalde aanslag), terwijl een organisatie duurzamer en meer gestructureerd van aard is en over een langere periode actief kan zijn. In het voorgestelde tweede lid van artikel 140a wordt ook met betrekking tot het begrip "fondsen" een begripsomschrijving opgenomen die overeenkomt met die van artikel 1 van het Verdrag. Deze is zeer ruim en omvat in wezen alle actieve vermogensbestanddelen in de zin van het burgerlijk recht, dat wil zeggen alle aan een persoon toekomende rechten die deel uitmaken van zijn vermogen. Deze vermogensbestanddelen worden nader omschreven als geld en alle zaken en alle vermogensrechten. De begrippen "zaken" en "vermogensrechten" worden hier in burgerrechtelijke zin gebruikt. Onder "zaken" worden verstaan de voor menselijke beheersbare stoffelijke objecten (vide artikel 3.2 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba), terwijl onder "vermogensrechten" worden verstaan de rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel (vide artikel 3.6 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba). In verband hiermee zij verwezen naar het begin van artikel 1, eerste lid, van het Verdrag waarin fondsen omschreven worden als "alle soorten vermogensbestanddelen, lichamelijk of onlichamelijk, roerend of onroerend, hoe dan ook verkregen". Het begrip "geld" wordt duidelijkheidshalve afzonderlijk vermeld. Hoewel van oorsprong een vorderingsrecht wordt geld thans in de meeste opzichten behandeld als een naar soort bepaalde zaak. Goederenrechtelijk bezien heeft geld als belangrijke kenmerk dat de eigendom van bepaalde munten of bankbiljetten vrijwel nooit te bewijzen zal zijn. Ook in het verbintenissenrecht neemt geld een bijzondere positie in. Een geldschuld kan namelijk niet gelijk worden gesteld met een verbintenis tot levering van een naar soort bepaalde zaak. De schuldenaar kan zijn verbintenis in elke gangbare geldsoort voldoen (vide artikel 6.112 van het Burgerlijk

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 20 9 Wetboek van Aruba) terwijl de schuldenaar in beginsel bevoegd is tot girale betaling (vide artikel 6.114 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba). Vanwege het toegenomen gebruik van de girale betaling is het meeste "geld" tegenwoordig niet meer als zaak aanwezig in het vermogen van de rechthebbende: de ontvanger wordt geen eigenaar maar verkrijgt een vordering op de desbetreffende financiele instelling. Voorts worden, in overeenstemming met artikel 1 van het Verdrag, eveneens als fondsen aangemerkt alle bescheiden en gegevensdragers, in welke volin of hoedanigheid dan ook, waaruit de eigendom of gerechtigdheid ten aanzien van geld, zaken of vermogensrechten blijken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, bankkredieten, travellers cheques, bankcheques, postwissels, aandelen, waardepapieren, obligaties, wissels en kredietbrieven. Ad artikel II Onderdeel A van het onderhavige artikel bewerkstelligt dat ook werknemers van de Centrale Bank van Aruba als toezichthouder in de zin van artikel 23 van de LMOT kunnen worden aangewezen. De uitoefening van toezicht door deze werknemers wordt beperkt tot de instellingen die onder het toezicht van de Centrale Bank van Aruba staan en de Volkskredietbank van Aruba. In de MER wordt geconstateerd dat het toezicht op de naleving van (onder meer) de bij of LMOT gestelde voorschriften onder druk staat. Daartoe wordt onder meer gewezen op het feit dat bij het Meldpunt momenteel geen personeel aanwezig is dat specifiek belast is op het toezicht op de naleving van alle meldplichtigen van de bij of LMOT gestelde voorschriften. Met de uitbreiding per 5 februari 2009 van de meldplicht naar bepaalde niet-financiele instellingen zoals advocaten, notarissen en handelaren in zaken van grote waarde, is deze situatie nijpender geworden. Momenteel wordt het zoveel mogelijk ondervangen door werknemers van andere afdelingen van het Meldpunt mede to belasten met de reguliere toezichtwerkzaamheden (zoals de uitvoering van zogenaamde on-

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 16 van 20 10 site bezoeken). Om op korte termijn aan deze onwenselijke situatie een eind te maken, acht de regering het noodzakelijk dat ook bepaalde werknemers van de Centrale Bank van Aruba (in het bijzonder die welke werkzaam zijn bij de afdeling Toezicht van de Bank) aangewezen kunnen worden als toezichthouder in de zin van de LMOT. Immers, de Bank is bij wet reeds belast met het prudentiele en integriteitstoezicht op de in Aruba werkzame kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappij en en geldtransactiebedrijven. Deze ondernemingen vallen alle ook onder de werking van de LMOT. Uit dien hoofde hebben de als toezichthouder aangewezen werknemers van de Bank reeds toegang tot de bedrij fsgegevens van de kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappij en en geldtransactiebedrijven. Hierdoor zijn zij in grote lijnen op de hoogte van de wijze w arop deze ondernemingen uitvoering geven aan de op hen rustende verplichtingen van de LMOT. De regering acht het in deze fase echter niet wenselijk om het toezicht op de naleving van de LMOT door de financiele instellingen geheel over te hevelen naar de Bank zoals door de MER wordt aanbevolen. Hierover dienen immers duidelijke afspraken gemaakt te worden tussen het Meldpunt en de Bank, tervvijl het Meldpunt actief betrokken dient te blijven bij de uitoefening van toezicht op de financiele instellingen in kwestie. Immers, het Meldpunt is uit hoofde van zijn functie - namelijk het ontvangen, analyseren en doorzenden van meldingen - goed op de hoogte van het meldgedrag van deze instellingen en, in het verlengde hiervan, van de naleving door hen van de LMOT. In verband hiermee wordt in het tweede lid van het voorgestelde artikel 23a van de LMOT voorzien in een overlegmechanisme tussen het Meldpunt en de Bank met betrekking tot de uitvoering van het toezicht op de financiele instellingen. Dit overleg dient minimaal eens in de twee maanden plaats te vinden. De onderwerpen die in ieder geval aan de orde behoren te komen in het overleg zijn de planning, uitvoering en de resultaten van het toezicht. Overigens voorziet het eerste lid van het voorgestelde artikel 23a in een rapportageplicht van de krachtens

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 17 van 20 11 artikel 23, eerste lid, LMOT aangewezen werknemers van het Meldpunt en de Bank aan het hoofd van het Meldpunt respectievelijk de president van de Bank. Norma liter zouden de in artikel 23, tweede lid, genoemde toezichtbevoegdheden uitgeoefend worden onder de verantwoordelijkheid van de betrokken minister, en zou derhalve aan hem gerapporteerd moeten worden. Vanwege de bijzondere aard en positie van het Meldpunt en de Bank acht de regering het evenwel wenselijk dat hun als toezichthouder aangewezen personeel rechtstreeks aan de hoogste leidinggevenden van deze instellingen rapporteert in plaats van aan de minister. - L_ E. ---.-.--,----' De minister van Justitie en Onderwijs, (k. 1 De m cien, mmunicatie, Utilite en en nergie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 18 van 20 Staten 2009-2010 - 439 RAAD VAN ADVIES A-catAiL, /Mil/ Vondellaan 6 D, Oranjestad, Aruba Telefoon (297) 583-3972 Fax (297) 583-4012 E-mail: rva@setamet.aw '1-/1/14 61-rl Ou 2005 -zoia - 66e 0 ate_ 14 2.8Altoto Uw kenmerk: LV-10/0001 uw brief: 19-1-2010 AAN ZIJNE EXCEL ENTIE DE GOUVERNEUR VAN ARU A T.A.V. DE MINISTER VAN JUSTITIE ALHIER. Ons kenmerk: RvA 12-10 fo /6 Onderwerp: Ontwerp-landsverordening houdende wijziging Oranjestad, 27 januari 2010 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefinanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT) Naar aanleiding van bijgaande aan de Raad ter advies toegezonden ontwerplandsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefinanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT), moge de Raad Uwe Excellentie het volgende berichten. Voorstellen voor redactionele verbeteringen zijn in de marge van zowel het ontwerp als de memorie van toelichting aangegeven. De Raad kan zich geheel verenigen met de inhoud en de doelstelling van het onderhavige ontwerp en geeft u mitsdien in overweging dit aan de Staten ter goedkeuring aan to bieden. De Adjunct-secretaris, mr. A. Braamskamp D1RECT/E EN JURIDISC, Famvurnr- -'T,TING ' KEN ', ing, VoLg no.1) CA3115-1c-j-

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 19 van 20 \./dytta-lit- N4t,n, inrrueut. R,co ar -2o10-66i KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA 0 3 FEB. 2010 LV-10/0001 Doorgezonden: Dossier: Aan: de Gouverneur van Aruba, Plaza Eman 3, ALHIER. Uw kenmerk: Uw brief: Ons kenmerk: SM Rik)- 0.2/.20to Onderwerp: ontwerp-landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 1991 no. GT 50) en de Landsverordening meldplicht ongebruikelijke transacties (AB 1995 no. 85) (herziening strafbaarstelling terrorismefmanciering; uitbreiding kring toezichthouders MOT) Oranjestad, Ik heb de eer u hierbij, mede namens mijn ambtgenoot van Financien, Communicatie, Utiliteiten en Energie, aan te bieden het advies van de Raad van Advies d.d. 27 januari 2010, nr. 12-10, betreffende bovenvermeld onderwerp. De Raad kan zich geheel verenigen met de inhoud en de doelstelling van het ontwerp. De door de Raad voorgestelde redactionele aanpassingen zijn zowel in het ontwerp als in de memorie van toelichting verwerkt. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in alle onderdelen van het eerste lid van het voorgestelde artikel 140a de woorden "de ondersteuning van personen of organisaties die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen" toe te voegen, teneinde onomstotelijk duidelijker te maken dat de strafbaarstelling van terrorismefinanciering niet alleen betrekking heeft op de financiering van terroristische misdrijven, maar ook op de financiering van terroristische organisaties en individuele personen die terroristische misdrijven plegen of beogen te plegen.

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 20 van 20 2 1k veroorloof mij derhalve u de gewijzigde ontwerp-landsverordening en de daarbij behorende gewijzigde memorie van toelichting wederom te doen toekomen en u in overweging te geven deze aan de Staten aan te bieden. De minister van Justitie en Onderwijs, /.0