Meldcode kindermishandeling

Vergelijkbare documenten
Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld

Meldcode kindermishandeling voor beroepskrachten

PROTOCOL SIGNALEREN EN MELDEN MISHANDELING/MISBRUIK/VERWAARLOZING. Smidserweg CP Heerlen Telefoon

Protocol kindermishandeling

Wat Wie Actie Tijdspad. - registreert. - deelt signalen in kindbespreking; - registreert.

Stappenschema 1: De vraagouder heeft een vermoeden dat het kind in het gastgezin wordt mishandeld

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus

De combinatie huiselijk geweld en kinderen betekent altijd kindermishandeling!

Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling

Stappenplan Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld o.b.s. Lokhorstschool Deil

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

openbare Cees Wilkeshuisschool

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en (kinder-)mishandeling Groenhorst. Aantal bijlagen: 2 Vastgesteld:

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling onderdeel van het Veiligheidsbeleid

MELDCODE HUISHOUDELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo

-dat de Pionier in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld - Ebs de Morgenster

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

Meldcode kindermishandeling stichting Kolom

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch

Protocollen: Meldcode huiselijk geweld en Kindermishandeling. Protocol: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode Excellent Leven Stappenplan Ouderenmishandeling, Huiselijk geweld, Kindermishandeling

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

HANDELEN: Quiz werken met de meldcode

Meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit. Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

PROTOCOL HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander

Werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de kinderopvang en gastouderopvang De meldcode inclusief afwegingskader

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

SKIPOV stappenplan kindermishandeling en huiselijk geweld

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Kindante 2019

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

2011/12. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Montessori College Oost Polderweg KL Amsterdam

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Voor iedereen die beroepshalve met kinderen te maken heeft INFORMATIE

Implementatie meldcode PRO33college

Stroomschema s drie routes

Meldcode Huiselijk geweld en ouderenmishandeling

Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling. Vademecum voor beleid nr. 20

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld oktober Aandachtsfunctionarissen: Elske Roel Ellen Penterman Angelique Mostermans

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Het bevoegd gezag van de stichting Onderwijsgroep Amersfoort Overwegende

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

MELDCODE HUISELIJK GEWELD ZORGT IN ZORG BV

M e l d c o d e h u i s e l i j k g e w e l d e n k i n d e r m i s h a n d e l i n g

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

secundaire preventie kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. CSG Het Streek

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stichting O.V.O. Tiel (RSG Lingecollege)

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Weert

Rapport Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Peiling bij Fysiotherapeuten, Oefentherapeuten en Ergotherapeuten

Meldcode Huiselijk Geweld en Mishandeling

Kindermishandeling en het onderwijs

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Transcriptie:

Meldcode kindermishandeling Juliana van Stolbergschool Kapelle 1

Inhoud Uitleg protocol... 3 Fase 1: Het ontstaan van een vermoeden... 3 Fase 2: Overleg... 4 Fase 3: Nader onderzoek... 5 Fase 4: Hulp op gang brengen... 7 Fase 5: Evaluatie... 8 Stappenplan AMK melding op de Juliana van Stolbergschool... 10 Bijlages... 11 Bijlage 2: Tips voor de gespreksvoering... 16 Bijlage 3: Signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling... 20 2

Uitleg protocol In dit protocol staat beschreven wat het team van de Juliana van Stolbergschool moet doen als er een vermoeden van kindermishandeling bestaat. Fase 1: Het ontstaan van een vermoeden Naar aanleiding van een signaal van kindermishandeling is het in de eerste plaats noodzakelijk dat je besluit het er niet bij te laten zitten. Begin met het zoeken naar meer duidelijkheid en als je vermoeden bevestigd wordt, neem stappen om ervoor te zorgen dat de mishandeling stopt. Kun je dat zelf niet of niet alleen, schakel dan anderen in. De eerste stappen zijn gericht op het verkrijgen van meer helderheid. Stap 1: Verzamel en leg alle aanwijzingen vast die het vermoeden kunnen onderbouwen of weerleggen. Het gaat hierbij om het nader in kaart brengen van het gedrag van het kind, de interactie tussen ouders onderling en tussen ouder en kind. De setting waarin de leerkracht werkt, bepaalt in belangrijke mate de mogelijkheden om deze verschillende aspecten te observeren. Leg in deze en in alle volgende fasen je waarnemingen en de stappen die je naar aanleiding van signalen onderneemt, schriftelijk vast. Dit kan bij de leerkracht die het kind vorig jaar in de klas heeft gehad, die een broertje of zusje in de klas heeft of die het kind en de gezinssituatie goed kent. Ook kun je informatie inwinnen bij de schoolcontactpersoon en/of de internleerlingbegeleider van de school. Ga naast het verzamelen en vastleggen van aanwijzingen ook het kind observeren. Gebruik hiervoor het observatieformulier wat in bijlage 1 van dit protocol zit. Stap 2: Leg de waarnemingen zo mogelijk voor aan het kind of de ouders Signalen als hoofdpijn, angst of agressie bij kinderen kunnen verschillende oorzaken hebben. Het is belangrijk deze signalen in de vorm van concrete waarnemingen zo veel mogelijk rechtstreeks met het kind en zijn/haar ouders te bespreken. In de eerste fase is het verstandig eigen vermoedens nog niet uit te spreken in het contact met kinderen en ouders. In veel gevallen zal het bespreken van signalen ertoe leiden dat er een verklaring volgt die het vermoeden kan wegnemen. Misschien spelen er andere problemen waarvoor de leerkracht zelf hulp kan bieden, maar vaak zal dat ook niet nodig zijn. In een aantal gevallen zal de informatie van het kind en de ouders het vermoeden niet wegnemen en zijn verdere 3

stappen noodzakelijk. Ook is het mogelijk dat het kind of de ouders zelf vertellen over de mishandeling. Wie dit gesprek doet is afhankelijk van het gezin en de situatie. Heeft moeder bijvoorbeeld een vertrouwensband met de intern begeleider, dan is het zinvol als hij/zij dat gesprek doet. Is het bijvoorbeeld een autoritaire vader, dan kan het zinvol zijn als de directeur het gesprek voert. Overleg dit met de intern begeleider en directie. Voor tips bij de gespreksvoering, zie bijlage 2. Belangrijk bij deze fase is dat je jezelf een tijdslimiet stelt zodat je een bepaalde tijd informatie inwint over de situatie. Neem genoeg tijd om zorgvuldig met het vermoeden om te gaan, maar ook niet te lang zodat er tijdig kan worden begonnen met de volgende stap. Bij de afronding van deze stap moet worden bepaald of het vermoeden ongegrond is of dat er verder wordt gegaan met stap twee. Fase 2: Overleg In de tweede fase staat overleg met anderen centraal. Dit overleg dient als middel om het vermoeden te toetsen bij anderen, maar ook om ruimte te geven aan eventuele emoties van jezelf. Stap 3: Bespreek het vermoeden met collega s Vermoedens ontstaan op basis van signalen die niet altijd even duidelijk zijn. Daardoor bestaat het risico dat de situatie van het kind verkeerd wordt ingeschat. Omdat het moeilijk is duidelijk te krijgen wat er aan de hand is, kun je het signaal bagatelliseren en er verder geen aandacht aan besteden. Ook is het mogelijk dat je, je vastbijt in je vermoedens en alleen nog maar op zoek gaat naar aanwijzingen die deze vermoedens kunnen bevestigen. Het is daarom altijd belangrijk om vermoedens met een collega te bespreken. In de eerste plaats is dit een vorm van intercollegiale toetsing. Je vraagt of je collega bij dit signaal of deze aanwijzing ook zou denken dat dit kind mogelijk mishandeld wordt. Deelt je collega dit oordeel, dat kun je verder en kun je nagaan of andere collega s mogelijk ook beschikken over aanwijzingen bijvoorbeeld bij broertjes/zusjes of eerdere ervaringen. 4

Stap 4: Bespreken van de vermoedens in de overleggroep (ZAT, Zorgadviesteam) Als er over wordt gegaan op fase 2 dan is het belangrijk om schoolmaatschappelijk werk op de hoogte te stellen van het vermoeden. Informeren bij de leerkracht die het kind in de klas heeft gehad. Op deze manier wordt gekeken of er meerdere mensen in het team zijn die het vermoeden delen. De leerkracht legt in deze fase de hoofdverantwoordelijkheid voor de voortgang bij de leden van het ZAT. Daar wordt besproken wie verdere stappen onderneemt. Stap 5: Win advies in bij het AMK (advies- en meldpunt kindermishandeling) Overleg met het AMK is in alle gevallen aan te raden. In de eerste plaats kan het AMK ondersteuning bieden bij het interpreteren van signalen en bij het nadenken over de vervolgstappen die noodzakelijk zijn. Het gaat om vragen over de mogelijkheden voor verder onderzoek van het vermoeden, over diagnostiek en hulpverlening en over de verdeling van verantwoordelijkheden in het hele traject. Na een adviesgesprek onderneemt het AMK géén actie in de richting van het kind of het gezin. U blijft als adviesvrager zelf verantwoordelijk voor het al dan niet bieden van hulp. Het telefoonnummer van het AMK is: 0900-123 123 0 Stap 6: Stel een plan van aanpak op Als er een vermoeden blijft bestaan na de voorgaande stappen, is er alle reden om goed na te denken over het vervolg. In veel gevallen zal het noodzakelijk zijn om meerdere beroepskrachten uit verschillende instellingen bij een verdere aanpak te betrekken. Het is van belang afspraken te maken over wat er moet gebeuren, wie welke taken op zich neemt en wie zorg draagt voor coördinatie. Fase 3: Nader onderzoek In deze fase wordt het plan van aanpak uitgevoerd. Om het vermoeden nader te onderzoeken, zijn een of meer van de volgende 3 stappen noodzakelijk. Stap 7: Praat zo mogelijk met het kind Als de leeftijd van het kind dat toelaat, kan een gesprek met het kind meer duidelijkheid bieden. De ingang voor het gesprek vormen zaken die opvallen aan het kind, bijvoorbeeld zijn moeite om zich te concentreren of opvallen stil en teruggetrokken gedrag. Anders dan in het gesprek dat in fase 1 met 5

het kind wordt gevoerd, zal de beroepskracht hier mede afhankelijk van de leeftijd van kind wel expliciet de mogelijke relatie van het gesignaleerde probleemgedrag met mogelijke mishandeling aan de orde moeten stellen. Stap 8: Eventueel een huisbezoek (met name bij allochtone gezinnen) Bij een huisbezoek probeer je zoveel mogelijk te weten te komen over de thuissituatie. Houd er rekening mee dat bij een afgesproken bezoek ouders de situatie beter voorstellen dan dat het is. Let op: ga nooit alleen maar minimaal met 2 personen! Stap 9: Leg de zorgen voor aan de ouders Ook in het gesprek met ouders gaat het om het bespreken van de dingen die opvallen aan hun kind en die aanleiding geven tot zorg over het kind. De mogelijke relatie met mishandeling of andere problemen in de thuissituatie zal expliciet aan de orde moeten komen. Uit het onderzoek blijkt dat dit voor leerkrachten een van de moeilijkste stappen is. Echter is het voor 70 % van de ouders prettig als het probleem eindelijk gezien wordt zodat er iets aan wordt gedaan. Ouders mishandelen nooit expres, ze doen dit vaak uit onmacht. Ze willen wel anders, maar ze kunnen het niet. Stap 10: Onderzoek het kind of laat het kind onderzoeken Het kan nodig zijn het kind te onderzoeken of te laten onderzoeken. Voorbeelden hiervan zijn een lichamelijk onderzoek door een arts, observatie door een pedagoog of onderzoek door een leerlingbegeleider. Voor dit onderzoek is over het algemeen toestemming van de ouders nodig. Aan het eind van deze fase kan besloten worden dat er geen sprake is van kindermishandeling. In dit geval zal het stappenplan niet verder doorlopen. Als er wel sprake is van andere problemen in het gewenst dat de leerkracht samen met maatschappelijk werk opzoek gaat naar hulp voor de problemen. Blijft er twijfel - Extra advies vragen bij het AMK 6

- De situatie melden bij het AMK Welke keuze er zal worden gemaakt zal besproken worden door schoolmaatschappelijk werk, de Intern Begeleider, de directeur en de betrokken leerkracht. Fase 4: Hulp op gang brengen Het onderzoek kan tot verschillende conclusies leiden. Het vermoeden dat het kind mishandeld wordt kan bevestigd of weerlegd worden, maar het kan ook blijven bestaan als onvoldoende duidelijkheid kan worden verkregen. In dat laatste geval kan het zinvol zijn opnieuw te overleggen met het AMK of te melden bij het AMK. Wordt het vermoeden weerlegd, dan kan het zijn dat er wel andere problemen zichtbaar worden waarvoor hulp en ondersteuning geboden moeten worden. Is er geen hulp nodig, dan kan de zaak verder als afgesloten worden beschouwd. Stap 11: Inventariseer de hulpverleningsmogelijkheden Voor je met ouder spreekt over het verdere hulpvervolg is het noodzakelijk inzicht te hebben in de hulpverleningsmogelijkheden binnen te eigen regio. Omdat de onderliggende problemen van kinderen en hun ouders sterk uiteen kunnen lopen, zal hulp op maat worden geboden. Deze stap ligt voornamelijk bij de hulpverlenende instantie. Als school kun je weinig meer doen dan het kind extra begeleiden. Voor in de thuissituatie wordt vaak Bureau Jeugdzorg ingeschakeld die doorverwijst naar passende hulpvormen. Stap 12: Bespreek met de ouders de aanpak van de gezinsproblemen Wordt het vermoeden bevestigd dan zal met de ouders en zo mogelijk ook met het kind gesproken moeten worden over de mishandeling en over de gevolgen daarvan voor alle gezinsleden. Op grond daarvan zullen gezinsleden gemotiveerd moeten worden om hulp te accepteren bij het oplossen van de problemen en bij het herstellen van de ontwikkelingskansen van het kind. Stap 13: Schakel zo nodig anderen in Beschik je zelf over onvoldoende mogelijkheden om de juiste hulp te bieden, schakel dan andere beroepskrachten of instellingen in. In principe worden anderen met toestemming van het kind en ouders betrokken bij de hulp aan het gezin. Als het belang van het kind het vereist, zul je soms ook 7

zonder medeweten of toestemming van ouders en verzorgers de hulp van anderen moeten inroepen. Stap 14: Meld het vermoeden kindermishandeling bij het AMK Als ouders niet openstaan voor enige vorm van hulp of de problemen blijven ontkennen, kan een melding worden gedaan bij het AMK. Ook beroepskrachten met een beroepsgeheim of zwijgplicht hebben wettelijk het recht om een melding te doen bij het AMK en om alle relevante gegevens over te dragen aan het AMK. Ziet ook het AMK geen mogelijkheden om hulp op vrijwillige basis in gang te zetten, dan kan zij de Raad voor de Kinderbescherming vragen een onderzoek in te stellen. Hierbij is het belangrijk te beseffen dat je als school een melding doet en niet als persoon. Je bent dus als school verantwoordelijk en je kunt hier niet persoonlijk op worden aangesproken. Fase 5: Evaluatie In de vijfde fase staat het evalueren van het verloop van het traject centraal. Stap 15: Evalueer hoe het is gegaan De samenstellers en uitvoerders van het plan van aanpak bespreken het verloop van het traject met elkaar. Stap 16: Stel zo nodig afspraken bij Is er iets niet goed gelopen, zorg dan dat afspraken worden bijgesteld. Fase 6: Nazorg Stap 17: Blijf alert op het welzijn van het kind Het op gang brengen van hulp in het gezin is de aanzet tot het verhelpen van de problemen. Het kost enige tijd voordat die hulp vruchten afwerpt. Het is van belang alert te blijven op de vraag of het ingezette traject ook daadwerkelijk leidt tot verbetering van het welzijn en de ontwikkelingskansen van het kind. Stap 18: Roep zo nodig betrokkenen bij elkaar 8

Als de indruk bestaat dat er geen verbetering is in de situatie van het kind, is het goed de betrokkenen weer bij elkaar te roepen. Daarbij is de vraag aan de orde of de hulp moet worden aangepast en of het kind meer ondersteuning nodig heeft. Stap 19: Zoek zo nodig opnieuw contact met het AMK Als het kind is gemeld bij het AMK en er nieuwe signalen zijn, is het van belang deze door te geven aan het AMK. Het AMK kan zo nodig contact opnemen met het gezin of met de betrokken hulpverleninginstanties. 9

Stappenplan AMK melding op de Juliana van Stolbergschool Stap 1. Signalen die duiden op mogelijk geweld geef je door aan de intern begeleider. De intern begeleider maakt hiervan een notitie in Parnassys met vermelding meldcode 1. Er moeten concrete feiten en verslagen van gesprekken worden genoteerd. Stap 2. Raadpleeg in overleg met IB-er en directeur het AMK of SHG(Steunpunt Huiselijk Geweld). Intern begeleider noteert de bevindingen en adviezen als meldcode 2 in Parnassys. Stap 3. Maak een afspraak met de ouders. Doe dit altijd in overleg met de directeur. Overweeg of je het alleen doet of met iemand anders erbij. IB-er legt een helder gespreksverslag (feiten en observaties) vast als Meldcode 3 in Parnassys. Stap 4. Weeg samen met de directeur en/of IB er de aard en ernst van de signalen met alle vergaarde informatie. Eventueel vraag je nog advies bij het AMK of SHG. Intern begeleider noteert de bevindingen als notitie Meldcode 4 in Parnassys. Stap 5. Beslis samen welke verdere actie(s) er ondernomen worden en door wie. Beslis of er hulp gezocht wordt of dat er een officiele melding wordt gedaan. Noteer de acties en reacties bij de eerdere notities Meldcode 4. 10

Bijlages 11

12

13

14

15

Bijlage 2: Tips voor de gespreksvoering In gesprek met het kind Als je als leerkracht kindermishandeling vermoedt, kan het extra informatie opleveren als je met het kind gaat praten over de situatie waar hij in zit. Voor het kind zal dit niet gemakkelijk zijn, omdat dit voelt als verraad naar ouders of familie toe. Of het kind schaamt zich en is bang voor problemen als hij praat over de situatie. Vaak is het wel zo dat kinderen erg de behoefte hebben om te praten en graag ondersteuning willen hebben. Een ouder kind kan makkelijker aangeven wat er thuis gebeurt dat een jonger kind, een jonger kind kan geholpen worden aan de hand van bijvoorbeeld een prentenboek. Hieronder een aantal tips op een gesprek met een kind te voeren over kindermishandeling. De voorbereiding van het gesprek: Als een kind uit zichzelf begint over kindermishandeling kan een leerkracht zich niet voorbereiden. Als de leerkracht hier wel de tijd voor heeft is het belangrijk om op de volgende punten te letten: Voor het gesprek: - Bepaal eerst het doel van het gesprek - Zorg dat je tijdens het gesprek niet gestoord kan worden, ga dus op een rustige plaats zi!en - Zorg dat je de tijd hebt voor het gesprek - Bedenk op welke manier je het gesprek met het kind kan openen Tijdens het gesprek: - Stel het kind eerst op zijn gemak. Denk aan je non-verbale communicatie etc. - Ga het gesprek met een open houding aan. - Stel open vragen, stel geen waarom vragen en niet teveel vragen achter elkaar - Let op de verbale en non-verbale signalen van het kind - Laat niet merken dat u van het verhaal van het kind schrikt - Vraag niet aan een kind verder te vertellen als het aangeeft dat het niets meer wil vertellen - Geef aan het kind aan dat het moedig is, dat het vertelt en geef hiervoor waardering - Val tegenover het kind de ouders niet af. - Benoem wel dat kindermishandeling niet mag. - Vertel het kind dat het niet het schuld is van het kind en dat er meer kinderen zijn in soortgelijke situatie. - Beloof nooit totale geheimhouding, als de situatie te ernstig is moeten er hulpverleningsinstanties ingeschakeld worden. - Vertel wel aan het kind dat je geen verdere stappen onderneemt zonder dit met het kind te 16

bespreken. De afsluiting van het gesprek: - Geef een korte samenvatting van het gesprek in de woorden van het kind - Spreek waardering uit voor het kind dat het u in vertrouwen heeft genomen - Geef duidelijk aan wat de stappen zullen zijn na het gesprek. - Laat het kind merken dat het altijd bij je terecht kan. Spreek ook altijd een tweede gesprek af. In gesprek met de ouders Als je als leerkracht je zorgen maakt om een leerling is het zaak om zo snel mogelijk in gesprek te gaan met de ouders. Een gesprek kan voor ouders erg bedreigend en confronterend zijn. Een dergelijk gesprek wordt gevoerd om de zorgen te delen over bepaalde signalen die zijn waargenomen. Ga hierbij nooit in op wie de schuldige is. Het is ook niet de taak van de leerkracht om de ouders te vertellen dat er een vermoeden van kindermishandeling is. De voorbereiding van het gesprek: - Bepaal het doel van het gesprek. Het is de bedoeling om uw zorgen te uiten en de situatie van het gezin zo goed mogelijk in - beeld te krijgen. Ook kun je ouders proberen te motiveren om hulp te zoeken. - Beslis wie het gesprek gaat voeren. Wie dit gesprek doet is afhankelijk van het gezin en de situatie. Heeft moeder bijvoorbeeld een vertrouwensband met de intern begeleider, dan is het zinvol als hij/zij dat gesprek doet. Is het bijvoorbeeld een autoritaire vader, dan kan het zinvol zijn als de directeur het gesprek voert. Overleg dit met de intern begeleider en directie. - Beslis waar het gesprek gaat plaatsvinden. Je kunt de ouders naar school laten komen, maar je kan ook naar de ouders toe gaan. Het is dan wel belangrijk dat het kind waar het om gaat of andere kinderen daarbij niet aanwezig zijn en dat je niet gestoord wordt. - Trek niet meer dan een uur uit voor dit gesprek. Een uur is intensief genoeg. Als een uur niet genoeg is, maak je een vervolgafspraak. - Als er hulp nodig is om het gesprek voor te bereiden, kan er ook advies worden gevraagd van 17

het AMK. Het gesprek: - Vertel de ouders wat het doel is van het gesprek en vermeld dat alles vertrouwelijk is. - Vertel zo concreet mogelijk wat je opgevallen is, houd eigen interpretatie achterwegen en gebruik geen woorden zoals mishandeling of misbruik. - Vraag de ouders of ze de waarnemingen herkennen en of ze er een verklaring voor hebben. - Geef aan dat jij je zorgen maakt en vraag of de ouders zich hier in herkennen. - Stimuleer ouders tot vertellen door open vragen te stellen. - Let op non-verbale boodschappen van de ouders. - Ga niet alleen in op waar jij je zorgen over maakt, geef ook aan wat goed gaat. - Respecteer de ervaringsdeskundigheid van de ouders wat betreft hun eigen kind. - Geef ouders de ruimte om frustraties te uiten. - Veroordeel de ouders niet, maar toon begrip zonder het probleem af te zwakken. - Spreek ouders aan op hun verantwoordelijkheid. Bespreek wat ouders zelf kunnen doen en waar ze misschien hulp bijnodig hebben. De afsluiting: - Vat het gesprek kort samen. - Maak afspraken over de vervolgweg. Je maakt een vervolgafspraak of verwijst de ouders door. - Maak duidelijk dat de ouders altijd kunnen komen als ze willen praten - Maak een korte samenvatting van het gesprek op papier en leg alle afspraken en besluiten ook vast en zorg dat de ouders dit ondertekenen en een kopie krijgen. Allochtone gezinnen: Vanwege cultuurverschillen kan een gesprek met allochtone ouders een andere aanpak vragen. Neem hiervoor eerst contact op met het AMK, zij hebben ervaring met gesprekken met allochtone ouders. De volgende aandachtspunten moeten in de gaten gehouden worden: - Zorg dat je op de hoogte bent van de gebruiken van de cultuur en het gezin, niet iedereen is hetzelfde. - Als je direct ter zake komt kan dit als onbeleefd worden ervaren. Neem ruim de tijd voor het gesprek en neem eten en drinken aan als het aangeboden wordt. - Probeer ervoor te zorgen dat de familie eer niet wordt aangetast, dit is erg belangrijk in deze 18

culturen. - Houd er rekening mee dat het voor deze gezinnen een makkelijker stap is om familie te vragen om te helpen dan iemand van buitenaf. - In sommige culturen is het onbeleefd om een autoriteit zoals een leerkracht tegen te spreken, dit kan leiden tot dat afspraken die gemaakt worden, niet worden nageleefd (protocol kindermishandeling, 2010) 19

Bijlage 3: Signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling 20

21

Indicatoren voor de veiligheid van het kind 1. Dagelijkse verzorging gezonde voeding schone kleren hygiëne verwarming 2. Regelmatig dag- en nachtritme, continuïteit dagstructuur regelmaat in bedtijden gepaste grenzen en regels geen plotselinge veranderingen 3. Geborgenheid bij minimaal één vaste verzorger bij werkende ouders: een goede oppasregeling 4. Voorbeeldgedrag van de verzorgers normen en waarden zichtbaar maken in het handelen 5. Emotionele en affectieve aandacht ingaan op het kind troosten bij verdriet steunen in moeilijke situaties begrip tonen 6. Verzorgers gaan in op behoeften van de jeugdige spelen met het kind aanwezigheid van speelgoed belangstelling voor leefwereld van de jeugdige 7. Ruimte voor experimenteergedrag en omgang met leeftijdgenoten aanmoedigen van initiatief bij de jeugdige gepaste verwachtingen koesteren 8. Regelmatig bezoek peuterspeelzaal/school scholings- en ontplooiingsmogelijkheden bieden (sport, muziek) 9. Nakomen medische controles controles bij consultatiebureau contacten met huisarts 22

10.Veiligheid fysieke omgeving beheersing van gevaarlijke of riskante situaties binnens- en buitenshuis 11.Kwaliteit huisvesting vaste woonruimte slaapgelegenheid kookgelegenheid sanitaire voorzieningen 12.Financiële middelen vaste inkomsten in de vorm van een uitkering of loon 13. Contacten van het gezin met de omgeving vaste personen in de omgeving die opvang en steun kunnen bieden 23

24