Richtlijnen voor werkstukken en scripties

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen voor werkstukken en scripties

Eisen en lay-out van het PWS

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

Auteursinstructies tijdschriften

Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Stap 4: Indeling maken

WERKSTUK Taalexpert PRIMO

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Beoordeling paper SAMENVATTING/CONCLUSIE/AANBEVELING

Overweeg om je profielwerkstuk de vorm van een wetenschappelijk artikel te geven. Hieronder vind je hiervoor aanwijzingen.

Redactionele en bibliografische aanwijzingen voor publicaties in de wetenschappelijke series van het ILRS

Richtlijnen werkstukken Faculteit der Archeologie

DE TECHNISCHE VERZORGING VAN WERKSTUKKEN

Academisch schrijven. Tips and tricks

Regels van bronvermelding. 1 e fase

Auteursinstructies tijdschriften

Vormgeving Tijdschrift

Literatuurverwijzingen

Hoe maak je een goede bronvermelding. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Auteursinstructies Mens en Maatschappij

Auteursinstructies ANTW

Voorpagina met titel

Redactionele en bibliografische aanwijzingen voor publicaties in wetenschappelijke series van IRiLiS

Aanleverspecificaties folio-uitgaven

Auteursinstructies tijdschriften

Onderwerp. Plaatje. Uitleg over plaatje. Gemaakt door naam Groep Inleverdatum

Auteursrichtlijnen Tijdschrift Vooys Algemeen

Verdiepingsopdracht A Het literatuuronderzoek NIVEAU 4

De Schrijfregels. Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Talencluster

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Auteursinstructies tijdschriften

d. De redactie van Vooys bepaalt de volgorde waarin de teksten in Vooys verschijnen.

Overzicht verslagonderdelen

Literatuur verantwoorden

Bronnen en bronvermelding

Boekbespreking: Kies een boek wat je zelf ook echt leuk vindt!! Weet je niet zeker of het boek mag van school, overleg dan even met je juf.

Het onderzoeksverslag

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Verslaglegging volgens APA. Handleiding voor het schrijven van verslagen binnen de opleiding mbo-verpleegkunde

Als je de verwijzing tussen haakjes aan het einde van de zin zet gebruik je een & -teken. Wederom komt de punt pas na de verwijzing.

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

PeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software.

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Maart Voor informatie en versturen kopij:

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

PWS Informatieboekje

A Inhoud. 2. De identiteit van de eigenaar van de website en het doel van de website staan genoemd.

Regels van bronvermelding. 2 e fase

Deel E Lay-out. Voor de lay-out zijn er twee geboden : wees CONSISTENT en CONSEQUENT.

LES 5 (ADVIES)RAPPORT

6 Eisen aan rapportonderdelen

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier?

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

READER OEFENINGEN TIJDSCHRIFT

Het profielwerkstuk

BA-eindwerkstuk KUNSTGESCHIEDENIS HANDLEIDING (zie ook de Syllabus Schrijven en presenteren)

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

Een verzorgd rapport. 1 Mogelijke onderdelen van de paper

Gerōn. Auteurshandleiding. Tijdschrift over ouder worden & samenleving

Auteursinstructies Tijdschrift voor Genderstudies

Contextbeschrijving. Joost van Hagen. Vonk Industrial Contracting

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Referentienota eindwerken Óscar Romerocollege

Het Harvard-verwijssysteem

Bachelorexamen Nederlands

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

X.8. METHODOLOGIE. Inhoud: Voorwoord 1. Opzet 2. Opmaak 3. Gebruik hoofdletters 4. Andere afspraken 5. Afkortingen Gebruikte literatuur

Gerard Drosterij Praktische opdracht, Geschiedenis HAVO , Luzac College Dordrecht

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

I Hoofdvraag en deelvragen

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus

BEOORDELINGSFORMULIER

Masterexamen Nederlands

Media en creativiteit. Herfst jaar vier Werkcollege 4

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Bibliografie en annotatie. Donderdag 20 oktober 2016

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld:

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Aanwijzingen artikelen Geo-Info Versie 2.6, 30 maart 2017

P.de Buck e.a., Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk (6 e druk; Rijswijk 1992)

Auteursinstructies. Inhoudsopgave. Beste Auteur,

Studies over de sociaal economische geschiedenis van Limburg/ Jaarboek van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg: richtlijnen voor auteurs

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

ATTENTIE: Lees vanaf pagina 4 van dit document zorgvuldig de uitgebreide tekst door over het doel van de eindscriptie en de aanbevolen werkwijze.

Word 2007 en APA bronvermelding. Nathalie van den Eerenbeemt december 2014

Plaatsingslijst. Archiefnummer: 62 Archiefnaam: JAGE Sector: Cultuur en recreatie Soort archief: Persoonsarchief Datering:

Transcriptie:

Richtlijnen voor werkstukken en scripties 1 Tabel van verplichte en niet verplichte onderdelen van werkstukken en scripties (achter niet verplichte onderdelen staat een sterretje) Voorwerk Kern Nawerk Titelblad Inleiding Noten 1 Inhoudsopgave Hoofdstukken (genummerd) Bibliografie Voorwoord* Conclusies Bijlagen* Samenvatting* 2 Vormgeving Gebruik een goed leesbare letter: bijvoorbeeld een 12-punts Times New Roman of een 10-punts Arial. Kies ruime marges: links en rechts 3 cm, boven en onder 2,5 cm. Regelafstand 1, 1,2 of 1,5. Rechts uitvullen (resultaat: rechte rechterkantlijn) mag, maar hoeft niet. Wie rechts uitvult, moet zorgen voor voldoende afbrekingen om te voorkomen dat er onregelmatige witte vlekken tussen de woorden ontstaan. Nummer de pagina s. Plaats citaten, pregnant woordgebruik en betekenisomschrijvingen tussen enkele aanhalingstekens ( ); kies voor citaten binnen citaten dubbele aanhalingstekens ( ). Niet ingeburgerde buitenlandse woorden of uitdrukkingen: cursief. Hanteer de officiële spelling. Raadpleeg bij twijfel het Groene boekje. 2 3 Inhoud Titelblad Bovenste helft bladzijde: titel en eventueel ondertitel. Midden bladzijde: een afbeelding (mag, maar hoeft niet). Onderste helft bladzijde: naam schrijver, type scriptie (werkgroepsnota/baeindwerkstuk/ma-scriptie), collegekaartnummer, naam begeleider, indien van toepassing naam tweede lezer, indien van toepassing aanduiding vak of werkgroep zoals vermeld in de e-studiegids, BA Nederlandse Taal en Cultuur of MA Neerlandistiek/Specialisatie, Universiteit Leiden. Bij korte schriftelijke 1 Indien van toepassing (zie verderop) en alleen als gekozen is voor eindnoten in plaats van voetnoten. 2 Er is ook een internetversie van het Groene boekje : <http://woordenlijst.org/>.

opdrachten komen deze gegevens in de kop van de eerste tekstpagina. De aanduiding Universiteit Leiden kan in dat geval achterwege blijven. Inhoudsopgave De inhoudsopgave bevat de vermelding van voorwoord*, samenvatting*, inleiding, hoofdstukken (eventuele paragrafen, subparagrafen), conclusies, noten (zie n. 1), bibliografie, bijlagen*. De inhoudsopgave geeft van deze onderdelen de paginaverwijzingen. Ongenummerde tussenkopjes blijven onvermeld. Titels van hoofdstukken (en eventuele paragrafen, subparagrafen) moeten gelijkwaardig en informatief zijn, en de lading dekken. Bijlagen krijgen een titel die de inhoud goed weergeeft. Is er meer dan één bijlage, dan worden de afzonderlijke bijlagen bovendien genummerd (bijvoorbeeld: Bijlage 1: Tabellen van taalvaardigheidsniveau). De inhoudsopgave moet een overzichtelijke vormgeving hebben: bijvoorbeeld hoofdstuktitels vet, inspringen bij paragrafen en subparagrafen. Voorwoord* Alleen bij BA-eindwerkstukken en MA-scripties. Bevat eventuele dankbetuigingen of persoonlijke opmerkingen die buiten de lijn van het eindwerkstuk of de scriptie vallen. Samenvatting* Moet zelfstandig leesbaar zijn en de belangrijkste elementen uit de hoofdtekst bevatten. Bevat elementen uit de inleiding (beknopte informatie over de wetenschappelijke aanleiding voor het onderzoek, onderwerp, vraagstelling, doelstelling en methode) en uit de conclusie (de belangrijkste conclusies en eventueel aanbevelingen). Inleiding Bestaat globaal uit drie delen: de wetenschappelijke aanleiding voor het onderzoek (aanleiding + onderwerp); de hoofdvraag (vraagstelling + doelstelling + methode + theoretisch kader), met daarbij ook de verantwoording van deze elementen; de (zeer) beknopte aankondiging van de opbouw. Hoofdstukken Bevatten de verschillende aspecten van het onderwerp (de deelvragen bij de vraagstelling). Conclusies Dit onderdeel beantwoordt de vraag in de inleiding, verwijst naar de doelstelling, moet zelfstandig leesbaar zijn én direct volgen uit de eerdere hoofdstukken. Conclusies zijn bij voorkeur kernachtig geformuleerd (eventueel aangevuld met toelichting). Eventueel kunnen nog enkele aanbevelingen volgen. Let op: het is ongebruikelijk om in de conclusie argumenten op te nemen die niet in de voorafgaande hoofdstukken voorkomen.

Noten (en literatuurverwijzingen) Gaat het bij de verantwoording alleen om een literatuurverwijzing, dan krijgt deze een plaats in de lopende tekst: Sjoer (1996, p. 31) beweert dat het exordium een onderbelicht onderzoeksgebied is. of Het exordium is een onderbelicht onderzoeksgebied (Sjoer 1996, p. 31). Bevat de verantwoording meer dan alleen een literatuurverwijzing, dan wordt gebruik gemaakt van voet- of eindnoten; welke van de twee je gebruikt is een kwestie van smaak, maar vaker van voorschrift. Bibliografie In de bibliografie (zonodig onder te verdelen in Handschriftelijke bronnen, Gedrukte bronnen en Elektronische bronnen ) moeten alle bronnen worden opgenomen die in de tekst en/of de noten worden vermeld. In de bibliografie komen geen bronnen voor die niet in de hoofdtekst (inclusief noten en bijlagen) worden vermeld. Bronnen moeten volledig en alfabetisch geordend weergegeven worden volgens de praktijk in het vak (zie verder onder: Titelbeschrijvingen). Bijlagen* Bijlagen zijn een uitstekende manier om de kern van het werkstuk of de scriptie overzichtelijk en beknopt te houden. Relevante detailinformatie die niet noodzakelijk in de kern hoeft te worden opgenomen, komt in de bijlagen. (Denk aan de integrale weergave van enquêteresultaten, de transcriptie van een archiefstuk, een lijst met opvoeringen van een toneelstuk e.d.) Bijlagen moeten zelfstandig leesbaar zijn en voorzien van een duidelijke titel. De kerntekst moet ook zonder bijlagen te begrijpen zijn. De kern van de scriptie bevat minimaal een keer een verwijzing naar elke bijlage. Elke bijlage begint op een nieuwe pagina; de paginering in bijlagen loopt door. 4 Titelbeschrijvingen Hanteer in ieder geval de volgende regel: titels van boeken en tijdschriften worden gecursiveerd. Titelbeschrijvingen bij taalkundigen en taalbeheersers Het grootste verschil tussen de titelbeschrijvingen van taalkundigen en taalbeheersers enerzijds, en letterkundigen en (kunst)historici anderzijds is, dat taalkundigen en taalbeheersers het jaar waarin een publicatie is verschenen tussen haken meteen na de naam van de auteur noemen, en letterkundigen en (kunst)historici achter de plaats van uitgave + uitgever of achter het nummer van de jaargang van het tijdschrift. Enkele voorbeelden van titelbeschrijvingen bij het gebruik van auteur-jaarverwijzingen in de lopende tekst bij taalkundigen en taalbeheersers. De voorbeelden hebben betrekking op de alfabetisch op auteursnaam geordende bibliografie. Een boek (monografie): Tindale, Ch.W. (2007). Fallacies and argument appraisal. Cambridge [enz.]:

Cambridge University Press. Een artikel uit een boek (bundel): Haaften, T. van (2011). Parliamentary debate and political culture: The Dutch case. In T. van Haaften, H. Jansen, J. de Jong & W. Koetsenruijter (red.), Bending opinion. Essays on persuasion in the public domain (pp. 349-368). Leiden: Leiden University Press. Een artikel uit een tijdschrift: Hoeken, H. & M. van Vugt (2014). Het bevooroordeelde gebruik van argumentatieschemaspecifieke criteria. Hangt argumentkwaliteit af van het standpunt van de gebruiker? Tijdschrift voor Taalbeheersing, 36(1), pp. 87-105. Een artikel uit een krant: Heijden, C. van der (10 november 2011). Als schapen. De Groene Amsterdammer. Titelbeschrijvingen bij letterkundigen en (kunst)historici Enkele voorbeelden van titelbeschrijvingen bij het gebruik van auteur-jaarverwijzingen in de lopende tekst bij letterkundigen en (kunst)historici. De voorbeelden hebben betrekking op de alfabetisch op auteursnaam geordende bibliografie. Een boek (monografie): Antonides van der Goes (Nil Volentibus Arduum), De gelyke tweelingen. Kluchtig blyspel; uit de Menéchmen van Plautus getrokken. Amsterdam: Johannes van den Berg, 1670. Ex. Leiden, Universiteitsbibliotheek, 1253 G 14. Dijk, Yra van, Maarten De Pourcq & Carl De Strycker (red.), Draden in het donker. Intertekstualiteit in theorie en praktijk. Nijmegen: Van Tilt, 2013. Grunberg, Arnon, De man zonder ziekte. 10e dr. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2013. Huizinga, Johan, Herfsttij der middeleeuwen. Studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden. Ed. Anton van der Lem. 26e dr. Groningen: Olympus, 2002. Noem van vóór 1800 gedrukte werken altijd het gebruikte exemplaar. Een artikel uit een boek (bundel): Dijk, H. van, Als ons die astrominen lesen. Over het abel spel Vanden Winter ende vanden Somer. In: A.M.J. van Buuren, H. van Dijk, O.S.H. Lie [e.a.] (red.), Tussentijds. Bundel studies aangeboden aan W.P. Gerritsen ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Utrecht: HES, 1985. (Utrechtsche bijdragen tot de mediëvistiek 5), pp. 56-70.

Een artikel uit een tijdschrift: Oosterman, J.B., Maerlant bewerkt. Over Die clausule van der Bible en een berijmd gebed. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 108 (1992), pp. 143-155. Een artikel uit een krant: Etty, Elsbeth, Op weg naar de jaren nul. Debuut van Thomas van Aalten. In: NRC Handelsblad 24 maart 2000. Websites en cd-roms voor taalkundigen, taalbeheersers, letterkundigen en (kunst) historici Als onderdeel van de bibliografie komt steeds vaker ook een zogenoemde webliografie voor, waarin de geraadpleegde webpagina s worden opgesomd. De titelbeschrijvingen van websites blijven onveranderd identiek aan gedrukte bronnen, maar je moet er ook bij vermelden om wat voor soort bron het gaat en op welke datum je de website hebt geraadpleegd. De datum van raadpleging gaat vooraf aan het internetadres, waarbij het internetadres tussen < > staat. Voorbeelden: Homepage Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur, 26 augustus 2014, <http://www.hum.leidenuniv.nl/nederlands>. Kessel, A. van, Hun blijven hun zeggen (en Nijmeegse taalwetenschappers begrijpen dat wel). In: Neder-L, Februari 2010, Bulletin 1002.a, Col. 1002.06, 24 februari 2013, <http://www.neder-l.nl/>. Moor, Wam de, De verschrikkelijke grootmoeder. W.F. Hermans in zijn jeugd en in de west. In: De Tijd 4 oktober 1969, 1 september 2014, <http://kranten.delpher.nl>. Voor cd-roms gelden dezelfde regels, alleen ook hier de mededeling, dat het om een cdrom gaat: Dutch Printer s Devices. Cd-rom. Den Haag: Koninklijke Bibliotheek, 1991. Verwijzingen naar afbeeldingen (voornamelijk voor kunsthistorici): Adriaen van de Velde, Landschap met hut, gedateerd 1662, 23 x 45 cm (Parijs, Louvre, inv.nr. 1916). of als je de afmetingen niet kent en er geen signatuur en datering is: Johannes Jelgerhuis, De boekwinkel van Pieter Meijer Warnars in Amsterdam, ca. 1820 (Amsterdam, Rijksmuseum).