Ontwerp van wet op de continuïteit van de ondernemingen Wat er gaat veranderen

Vergelijkbare documenten
FAILLISSEMENT = STAKING VAN BETALING

Nieuwe wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

Instelling. Onderwerp. Datum

77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel Fax

Krachtlijnen van de Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (B.S. 9 februari 2009) 1.

TITEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN

De wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

De praktische toepassing van de wet: eerste overzicht

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast?

Instelling. Onderwerp. Datum

Nieuwsflash

De wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen

Beknopte beschrijving van de Wet van 31 januari 2009 betreffende continuïteit van ondernemingen (B.S /2009)

Preventie bij ondernemingen in moeilijkheden na de nieuwe wet op de continuïteit van de ondernemingen

GERECHTELIJKE REORGANISATIE

Het nieuwe insolventierecht Wijzigingen betreffende de gerechtelijke reorganisatie en het faillissement

Instelling. Onderwerp. Datum

HANDVEST VOOR DE GEWESTELIJKE PREVENTIE VAN ONDERNEMINGSMOEILIJKHEDEN

Hoofdstuk 14 : Insolventieprocedures De gerechtelijke reorganisatie

Het handelsonderzoek

Revisor. Nr 26 Juli / September Inleiding

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 13 november

COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS

Rolnummer Arrest nr. 61/2007 van 18 april 2007 A R R E S T

Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO) FAQ

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum

TETRALERT - ONDERNEMING HERWERKING VERORDENING INSOLVENTIEPROCEDURES

Hof van Cassatie van België

VZW: nieuwe ontwikkelingen

Hof van Cassatie van België

D E M E E S T GE S T E L D E V R A GE N O V E R D E C R I S I S P R E M I E (OF

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

De nieuwe W.C.O. regels

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

ADVIES /08 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN. Onze referte TD/EV/ev

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 april

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

WOORD VOORAF. van de bedrijven kan zorgen en hun ontwikkeling kan begunstigen. Dat is de wens van het VBO! januari 1998 INLEIDENDE OPMERKINGEN

Het beslissingsbevoegd orgaan van het Centrum van Bemiddeling is de Bemiddelingscommissie.

Evaluatierapport over de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

Studiedag Journée d études

ACTUELE ONTWIKKELINGEN INZAKE FAILLISSEMENTSRECHT

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in volledig akkoord. Copyright and disclaimer

OVERZICHT VAN DE VOORGESTELDE HERVORMING VAN DE NMBS GROEP

Hof van Cassatie van België

ADVIES. 21 februari 2019

A. De context van bemiddeling in familiezaken

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

1 Stille bewindvoering is geen officiële insolventieprocedure zoals het faillissement en de surseance van

Hof van Cassatie van België

CIRCULAIRE. Op zondag 7 juni 2009 hebben de regionale en Europese verkiezingen plaats.

GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN CEL VERZOENING INFORMATIEBROCHURE

ADVIES. 21 september 2017

Betreft: adviesaanvraag betreffende een model van voorontwerp van Koninklijk Besluit waarbij

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

Fusies en splitsingen van nonprofit organisaties

Ondernemingsrechtbank Gent. Informatie brochure. Kamer voor ondernemingen in moeilijkheden

VERZOEKSCHRIFT 1 TOT HET BEKOMEN VAN EEN GERECHTELIJKE REORGANISATIE (artikel XX.41e.v. WER)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT

KWALITEITSCOMITE VAN DE GEGEVENS VAN DE KBO BEHANDELING VAN DUBBELS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De opsporing van ondernemingen in moeilijkheden

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

GOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Hof van Cassatie van België

N Vennootschapsrecht A1 Brussel, 29 november 2018 MH/SL/AS ADVIES. over DE HERVORMING VAN HET VENNOOTSCHAPSRECHT

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Ministerraad van 16 juni 2010

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Versie Gezien de uitstekende samenwerking tussen de Federale Staat en de deelstaten in het kader van dit samenwerkingsakkoord;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

nationale arbeidsraad

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Hof van Cassatie van België

Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

ADVIES DR

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 18 APRIL de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

Bijlage bij Infor VBO nr. 26 20 juli 2006 ISOPIX Persconferentie op het VBO op 12 juli 2006 Wat er gaat veranderen Het ontwerp tot hervorming van het gerechtelijk akkoord werd goedgekeurd door de Ministerraad en officieel voorgesteld op 12 juli jl. op het VBO. Het beoogt de continuïteit van de onderneming te verzekeren door de ondernemer meerdere keuzemogelijkheden in geval van moeilijkheden te bieden, via eenvoudiger en minder dure procedures. Het VBO, dat bij het uitwerken van de toekomstige wet betrokken werd, steunt deze hervorming. Deze werd ontworpen vanuit algemene besprekingen die in 2004 door het VBO werden gevoerd. De voornaamste maatregelen van het wetsontwerp worden hierna opgesomd. Zeg niet langer akkoordprocedure, maar wel procedure van gerechtelijke reorganisatie. Zoals haar titel aangeeft, wil de wet op de continuïteit van de ondernemingen breken met het negatieve imago van het gerechtelijk akkoord, dat al te vaak als de wachtkamer van het faillissement wordt gezien. Het wetsontwerp verruimt het palet van instrumenten dat de onderneming wordt geboden om het roer om te gooien. De onderneming staat niet meer voor de tweeledige keuze tussen akkoord en faillissement, maar beschikt over een veelheid van opties die van zeer vrije systemen (de ondernemingsbemiddelaar) tot andere, meer bindende systemen (de ondernemingsoverdracht onder gerechtelijk gezag) gaan. Het systeem wordt minder duur gemaakt, met name wat betreft de organen die met het toezicht op de procedure belast zijn. Het noodlijdende bedrijf zal voortaan worden bijgestaan door een gedelegeerd rechter, een goedkopere oplossing dan de huidige commissaris inzake opschorting. De honoraria van deze laatste vormden namelijk, vooral voor KMO s, een zeer zware last. Het sluiten van minnelijke akkoorden wordt bevorderd: de schuldenaar kan zijn schuldeisers of sommige van hen een minnelijk akkoord voorstellen met het oog op de gezondmaking van zijn financiële toestand. Partijen stellen vrij de inhoud van het akkoord vast, dat derden niet verbindt. Het sluiten van een dergelijk akkoord kan gebeuren in een preprocedureel stadium of in het kader van een procedure tot gerechtelijke reorganisatie, en kan in dat geval in aanmerking komen voor een opschorting. Het wetsontwerp voert in het Belgisch recht een nieuw personage in: de ondernemingsbemiddelaar. Vele bedrijven hebben momenteel enige moeite om een degelijke tussenpersoon te vinden die tegelijk de leidinggevenden ertoe kan brengen over de problemen van een crisissituatie na te denken en het goede middel te vinden om contact te leggen met degenen die over het lot van de onderneming beslissen. Het nieuwe mechanisme is zeer flexibel: de rechter bepaalt de opdracht van de ondernemingsbemiddelaar binnen de limieten van het verzoek van de schuldenaar. Uitgaande van het principe dat het veiligstellen van de onderneming het te bereiken doel is, komt het erop aan dat zij onder de beste voorwaarden kan worden overgelaten. Daarom organiseert het wetsontwerp in detail de overdracht van de onderneming of van een deel ervan of van haar activiteiten. De overdracht verloopt helemaal onder gerechtelijk gezag. Er kan van bij het begin in voorzien worden, of hij kan naderhand worden opgelegd ingeval een andere door het noodlijdende bedrijf gekozen weg mislukt. Volgens de huidige regeling kan opschorting alleen worden toegekend wanneer een onderneming enige tekenen van ademnood vertoont, zonder daarom in staat van pre-faillissement te verkeren. Het wetsontwerp versoepelt de voorwaarden voor de toekenning van een reorganisatieprocedure, die kan geopend worden zodra de continuïteit van de onderneming bedreigd is en heel haar activiteit of een gedeelte ervan behouden kan blijven. Het wetsontwerp voorziet in verscheidene maatregelen om de procedure te vereenvoudigen. De procedure van aangifte en verificatie van de schuldvorderingen, bijvoorbeeld, die vandaag door haar te grote ingewikkeldheid onwerkzaam is, wordt versneld. Volgens de nieuwe tekst wordt de schuldeiser bevrijd van de systematische last van deze langdradige aangifte: hij hoeft alleen nog te reageren bij onenigheid met zijn schuldenaar. Een laatste grote nieuwigheid is dat de belastingadministratie bepaalde privileges opgeeft die zij thans op grond van de wet op het gerechtelijk akkoord geniet. Het VBO is ingenomen met de beslissing van de regering, die de fiscus terugbrengt tot de rang van de gewone schuldeisers. Charles Gheur cg@vbo-feb.be

Jeroen Langerock Perschef Brussel, 12 juli 2006 PERSBERICHT Regering keurt wetsontwerp op de continuïteit van ondernemingen goed Hervorming krijgt steun van het VBO De regering heeft het wetsontwerp betreffende de continuïteit van ondernemingen goedgekeurd. Deze hervorming van de wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord geeft bedrijven in moeilijkheden nieuwe hoop. Het probleem met de huidige wetgeving is gekend: er zijn nooit veel akkoordprocedures gekomen, terwijl het aantal faillissementen blijft pieken. In 2004 had het VBO reeds algemene besprekingen gevoerd om na te gaan waar de wet van 1997 tekortschoot en om mogelijke oplossingen aan te reiken. Op basis hiervan had de minister van Justitie een werkgroep waarvan het VBO deel uitmaakte opgericht om de ontwerphervorming voor te bereiden. Die is nu klaar. Tijdens een gemeenschappelijke persconferentie hebben Eerste Minister Guy Verhofstadt, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie Laurette Onkelinx en VBOsecretaris-generaal Philippe Lambrecht gewezen op het belang van deze hervorming voor ondernemingen in moeilijkheden. Eerste Minister Guy Verhofstadt: Het gerechtelijk akkoord mag niet langer de wachtkamer zijn voor het faillissement, maar moet bedrijven in moeilijkheden betere kansen geven voor een doorstart en het herstel. Dit is in het belang van alle partijen, werknemers, schuldeisers en aandeelhouders. Voor bijkomende informatie inzake dit persbericht: Persdienst T + 32 2 515 08 77 F + 32 2 515 09 15 jl@vbo-feb.be VBO VZW Ravensteinstraat 4 B - 1000 Brussel T + 32 2 515 08 11 F + 32 2 515 09 99 info@vbo-feb.be www.vbo.be Lid Unice Bevoegd Minister van Justitie Laurette Onkelinx: Ik meen dat het een goed ontwerp is, omdat het door zijn soepele, concrete en gediversifieerde aanpak de ondernemingen in moeilijkheden eindelijk de nodige instrumenten voor hun herstel aanreikt. Dit ontwerp is positief voor het vrijwaren van de rendabele economische activiteiten en dus is het positief voor het behoud van de werkgelegenheid. Ik ben er blij mee. Secretaris-generaal van het VBO Philippe Lambrecht: Met deze hervorming staat de onderneming niet meer voor de tweeledige keuze tussen akkoord en faillissement, maar beschikt zij integendeel over een veelheid van opties die van De persberichten zijn beschikbaar op de VBO-site: www.vbo.be. U kan ze systematisch verkrijgen via e-mail door u te abonneren via de rubriek pers van de site.

> Vervolg 1 van het persbericht van 12 juli 2006 zeer vrije systemen (zoals de ondernemingsbemiddelaar) tot meer bindende systemen (zoals de ondernemingsoverdracht onder gerechtelijk gezag) kunnen gaan. Bovendien zal deze procedure ook toegankelijker want goedkoper zijn voor KMO s. Het komt er nu op aan de nieuwe wet zo snel mogelijk te laten ingaan. Voor meer informatie: Didier Seeuws, woordvoerder van Premier Verhofstadt 02/501.02.06 Saar Vanderplaetsen, persadviseur van Vice-Eerste Minister Onkelinx tel. 02/233.50.06 Jeroen Langerock, perschef VBO tel. 02/515.08.77 De persberichten zijn beschikbaar op de VBO-site: www.vbo.be. U kan ze systematisch verkrijgen via e-mail door u te abonneren via de rubriek pers van de site.

Brussel, 12 juli 2006 PERSCONFERENTIE Ontwerp van wet op de continuïteit van de ondernemingen Samenvatting De wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord, die de redding van de in moeilijkheden verkerende ondernemingen moest organiseren, heeft niet de verhoopte resultaten opgeleverd. Op verzoek van de minister van Justitie werden in 2004 onder leiding van het VBO algemene besprekingen gevoerd om na te gaan waarom het gerechtelijk akkoord geen succes was geworden en om denksporen voor een hervorming te ontwikkelen. Op basis hiervan werd door de minister een beperkte werkgroep opgericht om het ontwerp van wet voor te bereiden. De hervorming heeft als voornaamste doel het beroep op de nieuwe procedure voor de ondernemingen in moeilijkheden begrijpelijker en aantrekkelijker te maken. De hervorming beantwoordt ook aan een streven naar vereenvoudiging en versoepeling van de procedure, met name ten gunste van de KMO s. Dit document somt de voornaamste maatregelen op waarin het ontwerp van wet op de continuïteit van de ondernemingen voorziet: 1) Keuze van de termen 2) De ondernemingsbemiddelaar 3) Het minnelijk akkoord 4) Toekenningsvoorwaarden en veelheid van opties die aan de schuldenaar worden geboden 5) De overdracht van onderneming 6) De gedelegeerd rechter 7) Verduidelijking van de procedure VBO vzw Ravensteinstraat 4 B - 1000 Brussel T + 32 2 515 08 11 F + 32 2 515 09 99 info@vbo-feb.be www.vbo.be Lid Unice

Persconferentie (-1-) 1 Context De wet van 17 juli 1997 De wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord, die de redding van de in moeilijkheden verkerende ondernemingen moest organiseren, heeft niet de verhoopte resultaten opgeleverd. In België hebben, op de 22.000 ondernemingen die in 2005 ernstige moeilijkheden hebben gekend, slechts 82 een gerechtelijk akkoord genoten, terwijl 7.906 failliet werden verklaard (dat is één akkoord voor 96 faillissementen). Deze vaststelling wordt nog versomberd bij het zien van de minieme overlevingskansen van de vennootschappen onder akkoord, aangezien de meeste van hen failliet gaan. In 2004 werden op verzoek van de minister van Justitie onder leiding van het VBO algemene besprekingen gevoerd om na te gaan waarom het gerechtelijk akkoord geen succes was geworden. De late vaststelling van de moeilijkheden waarmee de ondernemingen worden geconfronteerd, het gebrek aan preprocedurele instrumenten voor hun herstel, de hoge kosten van de procedure, het negatieve imago van het gerechtelijk akkoord worden met de vinger gewezen als evenveel problemen die de terughoudendheid tegenover de akkoordprocedure verklaren. Op basis van de denksporen die naar voren kwamen tijdens de werkzaamheden van het VBO heeft de minister een groep van deskundigen opgericht om een hervormingsproject voor te bereiden. Daaruit vloeide een ontwerp van wet op de continuïteit van de ondernemingen voort, dat zopas is goedgekeurd door de Ministerraad. 2 Doelstellingen van de hervorming De hervorming komt tegemoet aan verscheidene punten van zorg: 1) De wil om de wet, ingeval er moeilijkheden zijn, voor de leidinggevenden begrijpelijker en aantrekkelijker te maken. Op dit ogenblik maakt het systeem om noodlijdende bedrijven op te sporen het mogelijk een deel van deze bedrijven te vinden, maar deze officiële handeling is minder efficiënt dan ervoor te zorgen dat het beroep op de rechtbank natuurlijker en voordeliger wordt gemaakt ingeval de onderneming met problemen wordt geconfronteerd. 2) Een vereenvoudiging van de procedure: er worden verscheidene maatregelen overwogen om de procedure eenvoudiger te maken en bijgevolg de kostprijs ervan te verminderen voor de betrokken bedrijven, die reeds per definitie in financiële moeilijkheden verkeren. 3) Een versoepeling van de huidige procedure, die wordt vertolkt door het creëren van een "gerechtelijk portaal" ten behoeve van noodlijdende bedrijven, om deze te oriënteren naar de meest geschikte maatregelen op basis van hun eigen specifieke situatie.

Persconferentie (-2-) 4) De wil om beslissingen te nemen in de huidige controverses die een efficiënte overgang van een bedrijf naar een overnemer verlammen. Zo moeten, wanneer de financiële situatie van de schuldenaar te ernstig is om op een herstel te hopen, de economische activiteiten geheel of gedeeltelijk aan een andere juridische entiteit kunnen worden overgedragen. 3 Opsomming van de voornaamste maatregelen 3.1 Keuze van de termen Een vaststelling met betrekking tot de huidige wet van 17 juli 1997 betreft het negatieve imago waarvan de procedure van het gerechtelijk akkoord te lijden heeft. Het waarom hiervan is vooral van psychologische aard. Dus moest het accent gelegd worden op het positieve aspect van het herstel, op het curatieve karakter van de herstelprocedures, veeleer dan op het preventieve karakter van het gerechtelijk akkoord ten aanzien van het faillissement. De benaming van de wet betreffende het gerechtelijk akkoord werd gewijzigd in Wet op de continuïteit van de ondernemingen", opdat het gerechtelijk akkoord niet langer als de wachtkamer van het faillissement zou worden gezien. Door met de huidige terminologie te breken, moet iedereen onmiddellijk de reikwijdte van deze wet en haar positieve karakter begrijpen. De akkoordprocedure zelf is tot "procedure van gerechtelijke reorganisatie" omgedoopt. 3.2 Ondernemingsbemiddelaar Tijdens de door het VBO gevoerde besprekingen waren de voordelen onderstreept van het beroep op de bijstand van een derde voor een onderneming in moeilijkheden: vertrouwelijkheid, neutraliteit, flexibiliteit. Het wetsontwerp heeft dit idee om een derde aan te stellen in aanmerking genomen en spreekt van een "ondernemingsbemiddelaar". Vele kleine bedrijven hebben enige moeite om een degelijke tussenpersoon te vinden die tegelijk de leidinggevenden ertoe kan brengen over de problemen van een crisissituatie na te denken en het goede middel te vinden om contact te leggen met degenen die over het lot van de onderneming beslissen. Een neutraal en bekwaam persoon die, net als de gerechtelijk bemiddelaar, zowel de schuldeiser als de schuldenaar de mogelijke oplossingen laat ontdekken, kan een waardevolle hulp zijn. Wanneer de schuldenaar erom verzoekt, in het stadium van het handelsonderzoek, kan de rechter een ondernemingsbemiddelaar aanstellen om de reorganisatie van de onderneming te vergemakkelijken. De rechter bepaalt de opdracht van deze bemiddelaar binnen de perken van het verzoek van de schuldenaar. Dit is een zeer flexibel mechanisme. De opdracht van de derde kan vrij worden vastgesteld en aangepast aan de aard van de moeilijkheden.

Persconferentie (-3-) 3.3 Minnelijk akkoord Om meer ondernemingen te redden, bevordert het ontwerp het sluiten van minnelijke akkoorden. De schuldenaar kan zijn schuldeisers of sommige van hen een minnelijk akkoord voorstellen met het oog op de gezondmaking van zijn financiële toestand of de reorganisatie van zijn bedrijf. Partijen stellen vrij de inhoud van het akkoord vast, dat derden niet verbindt. Het sluiten van een dergelijk akkoord kan gebeuren in een preprocedureel stadium of in het kader van een procedure tot gerechtelijke reorganisatie, en kan in dat geval in aanmerking komen voor een opschorting. Er werd een evenwicht gevonden om de inachtneming van de rechten van derden en tegelijk de tegenstelbaarheid van het akkoord te waarborgen. Enerzijds is het absoluut noodzakelijk de toepassing te voorkomen van regels die een minnelijk akkoord opnieuw ter discussie zouden stellen om de enige reden dat het zou gesloten zijn met kennis van de staking van betalingen. Het is namelijk juist de voornaamste taak van het genoemde akkoord om een eind te maken aan de financiële moeilijkheden van de onderneming. Terzelfder tijd moet absoluut worden voorkomen dat akkoorden worden gesloten die veeleer bestemd zouden zijn om de toestand van de schuldeiser in het vooruitzicht van een komend faillissement te verbeteren of te versterken ten nadele van de overige schuldeisers. Daarom bevat het wetsontwerp garanties, dat een minnelijk akkoord alleen mag worden gesloten met het oog op de gezondmaking van de financiële toestand van de schuldenaar of de reorganisatie van zijn onderneming. 3.4 Toekenningsvoorwaarden en veelheid van aan de schuldenaar geboden opties Volgens de huidige wet op het gerechtelijk akkoord kan opschorting alleen worden toegekend wanneer een onderneming enige tekenen van ademnood vertoont, zonder daarom in staat van pre-faillissement te verkeren. België is het enige land dat de toegang tot herstelprocedures in die mate beperkt en is hiermee totaal geïsoleerd. Het wetsontwerp versoepelt de voorwaarden die voor de toekenning van een reorganisatieprocedure gelden. Volgens het wetsontwerp kan "de procedure van gerechtelijke reorganisatie geopend worden zodra de continuïteit van de onderneming bedreigd is, op min of meer korte termijn, en wanneer het geheel of een gedeelte van haar activiteit ten gevolge van de procedure behouden kan blijven". Het wetsontwerp breidt vooral het gamma instrumenten uit dat de onderneming wordt geboden om haar moeilijkheden het hoofd te bieden. Het somt uitdrukkelijk de verschillende opties op die haar worden aangereikt. De procedure waarborgt haar een opschorting: - om het sluiten van een minnelijk akkoord te vergemakkelijken; - om de instemming van de schuldeisers met een reorganisatieplan te verkrijgen;

Persconferentie (-4-) - om de overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte van de onderneming of van haar activiteiten aan een of meerdere derden mogelijk te maken. 3.5 Overdracht van onderneming Uitgaande van het principe dat het veilig stellen van de onderneming het te bereiken doel is, komt het erop aan dat zij onder de beste voorwaarden kan worden overgelaten. Daarom organiseert het wetsontwerp in detail de overdracht van de onderneming of van een deel ervan of van haar activiteiten. Dit is één van de drie opties (cf. supra punt 3.4): de gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag. Daarin kan van bij het begin worden voorzien, ofwel kan het naderhand worden opgelegd ingeval een klassieke reorganisatieprocedure mislukt of geheroriënteerd wordt. Deze overdrachten zijn niet vrijwillig maar verlopen helemaal onder gerechtelijk gezag. Eens de activiteiten met een huidige of potentiële economische rentabiliteit zijn overgedragen, zal de toestand gunstiger zijn dan wanneer er een aangifte van faillissement was geweest. 3.6 Gedelegeerd rechter Een van de grootste problemen die door de VBO-werkgroep werden aangestipt, waren de hoge kosten van de akkoordprocedure voor KMO s. Het wetsontwerp maakt het systeem minder duur wat de organen betreft die met het beheer van de procedure zijn belast. De hoge kosten van de procedure voor KMO s worden toegeschreven aan de vergoeding van de commissaris inzake opschorting. Zijn honoraria vormen een zeer zware last voor kleine bedrijven. Uit de ervaring die met commissarissen inzake opschorting is opgedaan, blijkt dat deze formule vaak duur uitviel voor een resultaat dat weinig bevredigend was: de commissaris inzake opschorting nam soms te veel, soms te weinig initiatieven en zijn rol bleef dubbelzinnig. Daarom behoudt het wetsontwerp de mogelijkheid om zich door een "gerechtsmandataris" te laten bijstaan, hoewel dat niet wordt opgelegd. Het toezicht op de procedure daarentegen wordt voortaan aan een gedelegeerd rechter opgedragen; dat garandeert noodzakelijkerwijs een bijstand die economischer is dan die welke door de commissaris inzake opschorting wordt verleend. In het wetsontwerp wordt gesuggereerd dat in elk geval een gedelegeerd rechter wordt aangesteld die ermee wordt belast aan de rechtbank verslag uit te brengen en op de transacties tijdens de duur van de opschorting toe te zien. De gedelegeerd rechter wordt overigens aangesteld in de gevallen waarin de opschorting is verstreken en waarin de rechtbank beslist om de overdracht van onderneming te bevelen. Hij moet de schuldenaar horen wanneer hij zijn opdracht aanvat. Voorts staat het hem vrij bepaalde schuldeisers of andere personen te horen van wie hij dat wenselijk acht.

Persconferentie (-5-) 3.7 Verduidelijking van de procedure Het wetsontwerp voorziet in verscheidene maatregelen om de procedure te verduidelijken en bijgevolg de ondernemingen ertoe aan te sporen er meer een beroep op te doen. De procedure van aangifte en verificatie van de schuldvorderingen die in de wet van 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord bestaat, bijvoorbeeld, is te complex en dus niet toepasselijk. Het wetsontwerp kiest voor een vereenvoudiging en een versnelling van de procedure. Volgens de wet betreffende het gerechtelijk akkoord doen de schuldeisers aangifte van hun schuldvordering en dienen zij de titel ervan in bij de griffie van de rechtbank van koophandel. Volgens de nieuwe tekst moet de schuldenaar aan elk van zijn schuldeisers het bedrag van de schuldvordering meedelen waarvoor hij in zijn boeken is ingeschreven, eventueel samen met de vermelding van het goed dat met een zakelijke zekerheid of een bijzonder voorrecht is bezwaard. Op die manier wordt de schuldeiser bevrijd van de systematische last om een aangifte in te dienen. Hij hoeft alleen nog te (re)ageren bij onenigheid. 4 Conclusie Het wetsontwerp behoudt, zij het in een vereenvoudigde vorm, de idee dat bedrijven met liquiditeitsproblemen een beperkt uitstel van betaling moeten kunnen genieten terwijl hun beheer toch in handen van de schuldenaar blijft. Verscheidene elementen zijn resoluut vernieuwend en hebben een grondige hervorming van de hele wet betreffende het akkoord noodzakelijk gemaakt. Het ontwerp innoveert in die zin dat het de onderneming van bij het begin van haar moeilijkheden verscheidene mogelijkheden aanreikt om het roer om te gooien. De onderneming staat niet meer voor de tweeledige keuze tussen akkoord en faillissement, maar beschikt integendeel over een veelheid van opties die van zeer vrije systemen tot meer bindende systemen zullen gaan.

Persconferentie (-6-)