Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp

Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp

Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp

Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp

Richtlijnen Thuisbegeleidingsdiensten

Evoluties binnen zorgvernieuwing

PersoonsVolgende Financiering Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening Flexibel Aanbod Meerderjarigen Een update

Ontwerpbesluit rechtstreeks toegankelijke hulp principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

3 agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

1. KORTVERBLIJF BINNEN RTH-CAPACITEIT IN COMBINATIE MET PVB

17 & 19/06/2015 Update PVF. Rechtstreeks toegankelijke hulp. Fanny De Langhe. Inhoudstabel 1) RTH. 2) Thuisbegeleiding.

brochure PVF Auteursrechten / bescherming voor absoluut vzw

Richtlijnen: Thuisbegeleidingsdiensten

1 Beheersovereenkomst - infomoment

1 Richtlijnen en uitgangspunten

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

PVF 10 oktober Vragen en Antwoorden. Inhoud. 1. Algemeen

Rechtstreeks toegankelijke hulp. Laagdrempelige ondersteuning. vaph.be. Editie april 2019

Helpdesk cliëntregistratie (vouchers) Helpdesk afrekeningen (reservevorming en omzetten personeelspunten)

Verblijf Dagopvang : schoolaanvullend en schoolvervangend (dagbesteding) Begeleiding

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Persoonsvolgende financiering als hefboom in een wijzigend ondersteuningslandschap

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

Té-jongeren binnen het VAPH Mogelijkheden

Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening Meetjesland. Voor personen met een (vermoeden van) handicap

4 besluit van 27 november 2015: over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en onders

1 Opzet van deze correctiefases

Omzendbrief 10 december 2012

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

1 Richtlijnen en uitgangspunten

5.5 De forfaitbedragen voor management en vorming zijn nergens vermeld evenals de forfait voor kwaliteitsverbetering en bijkomend conventioneel

PVF 23 FEBRUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDEN

Persoonsvolgende Financiering

VR DOC.1472/2BIS

VR DOC.0263/1BIS

Kwaliteitshandboek 1. Inleiding 1.2 Beschrijving van het aanbod van de voorziening

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP

Zorg en ondersteuning voor personen met een nietaangeboren hersenletsel of tetraplegie

VR DOC.0263/2BIS

100816AR - OBZ 7 maart 2011 Aan voorzieningen voor opvang, begeleiding en behandeling van personen met een handicap

INFONOTA. Directe financiering voor geïnterneerden met een handicap: wijze van registratie van de vergunde zorgaanbieder

1 Wijziging betreffende de doelgroep. Omzendbrief 21 december 2012

Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening door het VAPH. RTH Groot-Gent Samenwerkingsverband Centrum OBRA vzw - Den Dries vzw Baken vzw

Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek van de vergoeding van personeelspunten

Ondersteuning voor jongvolwassenen

DE PERSOONSVOLGENDE FINANCIERING

Individuele dienstverleningsovereenkomst Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) volwassenen 1

VR DOC.1517/2BIS

INSCHALING VAN DE ZORGZWAARTE: WAT EN HOE?

Flexibel Aanbod voor Meerderjarigen (FAM), informatie voor de cliënten (versie 3/6/2015)

ALF. Technische handleiding

Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening (RTH)

MDT meerderjarigen. Wij helpen u bij het vinden van de juiste hulp! Adres: Caritasstraat 76, 9090 Melle 09/

RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP

ALF. Technische handleiding. pagina 1 van 14

INFOSESSIE TRANSITIE NAAR PVF

Typemodules handicap: koppeling met bestaande zorgvormen binnen het VAPH

Persoonsvolgende Financiering

nr. 644 van TINE VAN DER VLOET datum: 5 juli 2016 aan JO VANDEURZEN Persoonsvolgende financiering (PVF) - Toegang voor jongvolwassenen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vooraf, ter info Voortvloeisel uit de vorige sociale plattegrond:

Contactpersoon Cluster Indicatiestelling en Prioritering Bijlagen 2

1 STAND VAN ZAKEN TRANSITIE ZORG IN NATURA

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

PERSOONSVOLGENDE FINANCIERING

VR DOC.0307/2

Persoonsvolgende Financiering

Vergunde zorgaanbieders

VR DOC.1120/2BIS

Implementatie van en transitie naar PVF. Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

BELANGRIJKSTE ELEMENTEN UIT HET ZORGREGIERAPPORT (eerste jaarhelft 2012)

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

De Persoonsvolgende financiering in Vlaanderen Robert Geeraert Woonzorgconsulent Gastprofessor Erasmushogeschool Brussel

Persoonsvolgende financiering. Streekforum zorg - 17 mei 2017

Individuele dienstverleningsovereenkomst Rechtstreeks toegankelijke hulp minderjarigen

Van nu tot aan de persoonsvolgende financiering

Op 21 maart 2016 stelde ik een schriftelijke vraag (nr. 424) over het macrobudgettair kader voor de persoonsvolgende financiering (PVF).

IJH hoorzitting commissie Welzijn, Vlaams Parlement 13 mei 2015

Individuele begeleiding : afronden op 0.25 per week. Praktische hulp en globale individuele ondersteuning : afronden op 1.0. Deze gegevens worden door

1. De grote lijnen en algemene principes van de transitie ZiN 2. Specifieke uitgangspunten 3. Omschakelen van de huidige gebruikers 4. Transitie aanbi

Individuele dienstverleningsovereenkomst Rechtstreeks toegankelijke hulp minderjarigen

Jongerenzorg. Jaarverslag Ambulante en mobiele begeleiding Schoolaanvullende dagopvang Verblijf Kortdurende ondersteuning

Vooraf : transitie naar PVF is voor meerderjarigen -De meerderjarigen met een PAB en PGB wordt een PVF toegekend vanaf januari Daarbij wordt v

Verschillende soorten convenant in Vlaams-Brabant/Brussel

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

Wandel je mee met Piet en zijn persoonsvolgende financiering? 26 januari 2017

1 Subsidiëring. Omzendbrief 26 maart 2012 Aan de verantwoordelijken van de zorgvoorzieningen voor personen met een handicap

P.C. VOOR DE OPVOEDINGS- & HUIS- VESTINGSINRICHTINGEN & DIENSTEN 319

In deze nota worden de modaliteiten van deze uitzonderingsprocedure en technische handelingen verder geduid.

Publicatie B.S. : Inwerkingtreding : Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Veelgestelde vragen met betrekking tot FAM

Aan de ouders of wettelijk vertegenwoordigers van Naam Straat Gemeente. Integrale jeugdhulp is gestart op 1 maart Wat betekent dit voor uw kind?

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

4 december 2018 Kennismaking met de persoonsvolgende financiering. Het nieuwe ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap

P.C. VOOR DE OPVOEDINGS- & HUIS- VESTINGSINRICHTINGEN & -DIENSTEN 319

VR DOC.1472/1TER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Transcriptie:

Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp Versie 5: maart 2016 1 van 15

Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Ondersteuning... 4 2.1 Ondersteuning per gebruiker... 4 2.2 Outreach... 5 3 Doelgroep... 6 3.1 Persoon met een handicap of vermoeden van een handicap... 6 3.2 Leeftijds- en verblijfsvoorwaarden... 7 3.3 Geen combinatie met niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (nrth)... 7 4 Toegestane combinaties... 8 4.1 Dienst Ondersteuningsplan (DOP)... 8 4.2 Individuele materiële bijstand (IMB)... 8 4.3 Noodsituatie / Crisishulp... 8 5 Geen inschrijvingsprocedure of procedure zorgregie... 8 6 Erkenning... 8 6.1 De RTH-dienst... 8 6.2 Aangeboden functies... 9 7 Overeenkomst met de gebruiker... 9 8 Cliëntenregistratie... 9 9 Registratie van de prestaties... 10 10 Kosten voor de gebruiker... 11 10.1 Persoonlijke bijdrage... 11 10.2 Wettelijke subrogatie... 11 11 Subsidiëring... 11 11.1 Personeel... 11 11.1.1 Erkend aantal personeelspunten... 11 11.1.2 Personeelsinzet... 11 11.1.3 Personeelsregistratie... 12 11.2 Prestaties... 12 11.3 Werkingstoelage... 12 11.4 Voorschotten... 12 11.4.1 Personeelskosten... 13 11.4.2 Werkingsmiddelen... 13 11.5 Afrekeningsdossier... 13 12 Samenwerking/uitwisselen van RTH punten... 13 12.1 Algemene voorwaarden... 13 12.2 Registratie geboden ondersteuning... 13 12.3 Afrekening... 13 12.4 Voorschotten... 13 13 Contactpersonen... 14 Bijlage 1: Functies: Puntenwaarde per voltijds equivalent... 15 Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 2 van 15

Opmerking: De onderlijnde tekst in deze richtlijnen betreft inhoudelijke aanvullingen en wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van de Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp. Deze richtlijnen zijn van kracht vanaf 1 januari 2016. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 3 van 15

1 Inleiding Met het besluit van de Vlaamse Regering betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap van 22 februari 2013 werd opnieuw een belangrijke stap gezet in de invulling van Perspectief 2020 waarin de uitbouw van handicapspecifieke rechtstreeks toegankelijke hulp als één van de kritische succesfactoren als volgt wordt omschreven: Er is een ruim aanbod van rechtstreeks toegankelijke handicapspecifieke eerstelijnshulpverlening voorhanden. We denken hierbij zowel aan VAPH gefinancierde aanbieders, maar evengoed aan eerstelijnsdiensten uit andere sectoren (thuiszorg, lokale dienstencentra, centra algemeen welzijnswerk, sociale huizen, opvoedingswinkels, ) die, met inzet van VAPH voorzieningen via outreach en andere methodieken, deskundigheid verwerven in handicapgebonden materies. Deze eerstelijnshulpverlening, direct en zonder drempel in te schakelen, moet toelaten om de zelfredzaamheid van de persoon met een handicap en zijn sociale context maximale kansen te geven. Tevens verhindert een dergelijk aanbod dat men onnodig of te vroegtijdig gebruik maakt van intensere en duurdere vorm van ondersteuning die niet rechtstreeks toegankelijk zijn. Voor kinderen en jongeren is dit aanbod ingebed in de netwerken rechtstreeks toegankelijke hulpverlening. Voor de volwassenen is dit eveneens ingebed in netwerken, samenwerkingsverbanden, grotere organisaties die aan eerstelijnshulpverlening doen. Binnen deze rechtstreeks toegankelijke netwerken zijn functies vraagverheldering, case-management of trajectbegeleiding stevig aanwezig, zodanig dat zij kunnen ingezet worden voor de begeleiding van het voortraject voor de persoon met een handicap. Daarnaast betreft dit aanbod eveneens handicapspecifieke ambulante begeleiding die beantwoordt aan bepaalde criteria op het vlak van duur, frequentie en intensiteit. (Perspectief 2020, p.26 27). Rechtstreeks toegankelijke hulp heeft een dubbel doel. Enerzijds laag intensieve of laagfrequente ondersteuning vlot toegankelijk maken voor de persoon met een handicap, zodat hij vlot kan worden geholpen zonder het doorlopen van de procedures om toegang te krijgen tot niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening (een inschrijvingsprocedure of een procedure zorgregie bij het VAPH of indicatiestelling en toewijzing via de Intersectorale Toegangspoort). Voor sommige personen met een handicap is de kost van het inschrijvingsgebeuren immers vrij groot in verhouding tot de gevraagde ondersteuning. Anderzijds wensen we met rechtstreeks toegankelijke hulp te vermijden dat personen met een beperkte ondersteuningsvraag onnodig of te vroeg op de Centrale Registratie van Zorgvragen (CRZ) terecht komen en gebruik maken van te intensieve en duurdere vormen van ondersteuning die niet rechtstreeks toegankelijk zijn. Deze hulpverlening komt tegemoet aan ondersteuningsvragen van personen met een (vermoeden van een) handicap die beperkte ondersteuning in termen van frequentie, duur en intensiteit vragen. Met rechtstreeks toegankelijke hulp richten we ons dan ook bewust op die personen die door beperkte ondersteuning, samenwerking en gerichte doorverwijzing voldoende handicapspecifieke ondersteuning krijgen binnen dit rechtstreeks toegankelijk ondersteuningspakket. Het is echter niet uitgesloten dat personen die meer ondersteuning nodig hebben in afwachting hiervan gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp. 2 Ondersteuning De aanbieders dienen op vraaggestuurde wijze een aanbod te doen aan personen met een (vermoeden van een) handicap. 2.1 Ondersteuning per gebruiker Het laagdrempelige, maar tegelijkertijd ook erg gespecialiseerde, aanbod RTH moet zo flexibel mogelijk kunnen inspelen op de ondersteuningsnoden van personen met (een vermoeden van) een handicap en hun informele netwerk, opdat deze de zelfzorg, gebruikelijke zorg en vrijwillige zorg langdurig kunnen (blijven) opnemen. Per persoon kan voor 8 personeelspunten RTH per kalenderjaar worden ingezet. Niet alleen voor RTH vanuit voorzieningen die door het VAPH werden erkend voor de uitbouw van RTH, maar ook voor de rechtstreeks toegankelijke ondersteuning vanuit thuisbegeleidingsdiensten in het kader van hun Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 4 van 15

erkenning als niet rechtstreeks toegankelijke dienst. De gebruiker kan deze ondersteuning krijgen van verschillende zorgaanbieders (zowel RTH-diensten als thuisbegeleidingsdiensten), maar per kalenderjaar kan hij nooit meer dan de maximale hoeveelheid rechtstreeks toegankelijke hulp opnemen. Voor de cliënt kost een mobiele begeleiding 0,220 personeelspunten, een ambulante begeleiding 0,155 punten, dagopvang 0,087 punten en verblijf 0,130 punten per nacht. Bij dagopvang zijn ook een halve dag (0,0435 punten) en anderhalve dag(0,1305 punten) (bij opvang s avonds) mogelijk. RTH-diensten kunnen geen groepsbegeleiding aanbieden. Deze ondersteuningsfunctie is immers niet voorzien in het BVR van 22 februari 2013. Thuisbegeleidingsdiensten kunnen dit binnen hun erkenning als thuisbegeleidingsdienst wel, zowel voor rechtstreekstoegankelijke hulp als niet rechtstreekstoegankelijke hulp. Deze groepsbegeleidingen kosten de cliënt geen punten (dus punten voor een groepsbegeleiding komen bovenop het maximum van 8 punten), maar worden uiteraard wel in rekening gebracht bij de subsidiëring van de thuisbegeleidingsdiensten. Indien een thuisbegeleidingsdienst RTH-punten ontvangt van een erkende RTH-dienst, gelden hiervoor de regels van het BVR RTH en kunnen geen groepsbegeleidingen worden aangeboden. Hieronder vindt u een overzicht van de definities van de verschillende ondersteuningsfuncties en het aantal punten per prestatie: Ondersteuningsfunctie Omschrijving Punten per prestatie Ambulante begeleiding Mobiele begeleiding Dagopvang (dag) Verblijf (nacht) de algemene psychosociale ondersteuning van minimaal één uur en maximaal twee uur, waarbij de persoon met een handicap of zijn netwerk zich naar de hulpverlener verplaatst de algemene psychosociale ondersteuning van minimaal één uur en maximaal twee uur, waarbij de hulpverlener zich naar de persoon met een handicap of zijn netwerk verplaatst de ondersteuning overdag voor een aangepaste opvang of een aangepaste dagbesteding het verblijf met overnachting, met inbegrip van de opvang en ondersteuning gedurende de ochtend en de avonduren 0,155 0,220 0,087 0,130 2.2 Outreach Rechtstreeks toegankelijke hulp kan eveneens een belangrijke bijdrage leveren voor meer inclusieve trajecten die mee opgezet worden door hulpverleners of ondersteuners. Via mobiele en ambulante outreach kan de erkende RTH-dienst haar kennis overdragen naar een groep van minimaal drie ondersteuners die behoefte hebben aan handicapspecifieke knowhow om hun ondersteuning beter af te stemmen op de vragen en noden van personen met een handicap. Het kan bijvoorbeeld gaan om handicapspecifieke kennisoverdracht aan een kinderopvang, voorzieningen van bijzondere jeugdzorg, een school, diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, CAW s, sociale huizen, opvoedingswinkels, groepspraktijken, zelfstandige (para)medici, scholen, andere VAPH-voorzieningen of -diensten,. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 5 van 15

Indien het gaat om het overdragen van handicapspecifieke kennis in functie van de ondersteuning van één welbepaalde cliënt, is de ondersteuning persoonsgebonden en betreft het begeleiding (cf. 2.1) en geen outreach. Ondersteuningsfunctie Ambulante outreach Mobiele outreach Omschrijving de kennisoverdracht van minimaal één uur en maximaal twee uur naar een groep van minimaal drie ondersteuners van personen met een handicap die behoefte hebben aan handicapspecifieke knowhow en waarbij de ondersteuners zich naar de hulpverlener (RTH) verplaatsen de kennisoverdracht van minimaal één uur en maximaal twee uur naar een groep van minimaal drie ondersteuners van personen met een handicap die behoefte hebben aan handicapspecifieke knowhow en waarbij de hulpverlener (RTH) zich naar de ondersteuners verplaatst 3 Doelgroep Rechtstreeks toegankelijke hulp richt zich zowel op meerder- als minderjarigen die voldoende geholpen zijn met beperkte handicapspecifieke ondersteuning. Het is toegestaan om tijdelijk gebruik te maken van rechtstreeks toegankelijke hulp in afwachting van meer intensieve niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning. Er zijn echter een aantal voorwaarden verbonden aan het gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp: - Het gaat om een persoon met een handicap of een vermoeden van een handicap. - De persoon voldoet aan de leeftijds- en verblijfsvoorwaarden zoals bepaald in het Decreet van 7 mei 2004 1. - De persoon maakt niet gelijktijdig gebruik van rechtstreeks toegankelijke hulp en nietrechtstreeks toegankelijke hulp van het VAPH. De voorzieningen zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de doelgroep. Indien zou blijken dat ze bewust personen ondersteunen die geen gebruik mogen maken van rechtstreeks toegankelijke hulp, wordt dit meegenomen binnen de evaluatie van rechtstreeks toegankelijke hulp en kan het VAPH de subsidiëring van deze prestaties weigeren. 3.1 Persoon met een handicap of vermoeden van een handicap Het Decreet van 7 mei 2004 definieert een handicap als elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren. Onder een persoon met een handicap verstaan we iemand die reeds door het VAPH of de Intersectorale Toegangspoort erkend werd als een persoon met een handicap. Het gaat dus om personen die reeds een positieve beslissing kregen voor zorg in natura, een persoonlijke assistentiebudget (PAB), hulpmiddelen (IMB), een persoonsvolgend budget of enkel de vaststelling van een handicap. Soms is er echter (nog) geen vraag aan het VAPH of de Intersectorale Toegangspoort gesteld, maar zijn er wel sterke aanwijzingen dat er een handicap aanwezig is. In dit geval spreken we over een vermoeden van een handicap. Men hoeft bijgevolg geen inschrijvingsprocedure te doorlopen om van rechtstreeks toegankelijke hulp gebruik te kunnen maken. Indien het VAPH of de Intersectorale Toegangspoort oordeelde dat de persoon geen handicap heeft, neemt dit het vermoeden van een handicap niet noodzakelijk weg. Een negatieve beslissing van het VAPH of de integrale toegangspoort betekent dus niet dat men geen gebruik (meer) mag maken van RTH. 1 Decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 6 van 15

Het VAPH legt geen formaliteiten op met betrekking tot het motiveren van het vermoeden van een handicap en gaat ervan uit dat de zorgaanbieders hieromtrent hun verantwoordelijkheid nemen. 3.2 Leeftijds- en verblijfsvoorwaarden Voor personen die reeds door het VAPH erkend werden als persoon met een handicap zijn er geen bijkomende leeftijdsvoorwaarden om gebruik te kunnen maken van rechtstreeks toegankelijke hulp. Personen met een vermoeden van een handicap dienen bij de start van rechtstreeks toegankelijke hulp echter jonger te zijn dan 65. De rechtstreeks toegankelijke hulp kan worden verdergezet op het ogenblik dat de gebruiker de leeftijd van 65 bereikt. Dit kan bij dezelfde zorgaanbieder, maar de betrokkene kan ook van zorgaanbieder veranderen. Indien het VAPH de gebruiker van rechtstreeks toegankelijke hulp niet heeft erkend als persoon met een handicap is een aanvraag voor nietrechtstreeks toegankelijke hulp na zijn 65 echter onontvankelijk en kan hij geen gebruik maken van niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning. Daarnaast dient een gebruiker van rechtstreeks toegankelijke hulp te beantwoorden aan de verblijfsvoorwaarden zoals bepaald in het Decreet van 7 mei 2004. Er werd een ontwerp van aanpassing van artikel 21 van het VAPH-decreet opgemaakt waarbij o.a. de verblijfsvoorwaarden worden opgeheven voor personen die gebruik wensen te maken van rechtstreeks toegankelijke ondersteuning. Deze wijziging zal worden opgenomen in het mozaïekdecreet. Wat de tussentijd betreft, heeft de minister ingestemd met een gedoogbeleid, wat wil zeggen dat voor deze personen de verblijfsvoorwaarden de facto niet moeten worden gecontroleerd. Voor minderjarigen die ondersteuning wensen van het VAPH is de enige voorwaarde bijgevolg dat zij een domicilie of bij gebreke aan een domicilie een feitelijke verblijfsplaats hebben in Vlaanderen of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Meerderjarigen dienen effectief in Vlaanderen of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verblijven én hier gedomicilieerd te zijn. De voorziening dient deze voorwaarden naar best vermogen te bewaken. 3.3 Geen combinatie met niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (nrth) Het is niet toegestaan om gelijktijdig ondersteuning van rechtstreeks toegankelijke hulp en nietrechtstreeks toegankelijke hulp van het VAPH te combineren. Iemand die bijvoorbeeld reeds buiten rechtstreeks toegankelijke hulp ondersteuning krijgt van een door het VAPH erkende en gesubsidieerde zorgaanbieder (vb. MFC, FAM, persoonsvolgend convenant, ) of gebruik maakt van een persoonlijke assistentiebudget (PAB) of persoonsgebonden budget (PGB) kan op dat ogenblik geen gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp. Het is ook niet mogelijk om rechtstreeks toegankelijke hulp in te kopen vanuit een PAB- of PGB-budget. Indien men een persoonsvolgend budget ter beschikking heeft, kan men geen gebruik (meer) maken van RTH. De combinatie tussen bv. niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening vanuit Bijzondere Jeugdzorg en rechtstreeks toegankelijke VAPH-ondersteuning is dus wel mogelijk indien het gaat om personen met het (vermoeden van) een handicap. Indien men in het verleden reeds gebruik maakte van ondersteuning van het VAPH is dit geen probleem op voorwaarde dat deze ondersteuning en de begeleidingsovereenkomst in de cliëntenregistratie werd stopgezet alvorens met rechtstreeks toegankelijke hulp van start te gaan. De overstap van rechtstreeks toegankelijke hulp naar niet-rechtstreeks toegankelijke hulp is eveneens mogelijk, maar de zorgaanbieder dient ervoor te zorgen dat de begeleidingsovereenkomsten voor rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp niet met elkaar overlappen. Bij de aanmaak van een begeleidingsovereenkomst in de cliëntenregistratie wordt u verwittigd als de betrokkene reeds een lopende begeleidingsovereenkomst heeft. Het VAPH zal via de cliëntenregistratie nagaan of personen gelijktijdig gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Hiervoor zal o.a. per cliënt worden nagegaan welke begeleidingsovereenkomst(en) op een bepaalde datum liepen. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 7 van 15

4 Toegestane combinaties 4.1 Dienst Ondersteuningsplan (DOP) Een DOP maakt deel uit van het voortraject van het VAPH, is ook rechtstreeks toegankelijk en wordt niet beschouwd als een zorgvorm. Begeleiding door een DOP en rechtstreeks toegankelijke hulp kunnen bijgevolg steeds met elkaar worden gecombineerd. 4.2 Individuele materiële bijstand (IMB) IMB betreft hulpmiddelen en geen ondersteuning/zorg. Bijgevolg kan IMB worden gecombineerd met rechtstreeks toegankelijke hulp. 4.3 Noodsituatie / Crisishulp Een noodsituatie of Crisishulp gaat om tijdelijke ondersteuning. Als daarna blijkt dat de betrokkene voldoende heeft aan RTH kan RTH gecontinueerd worden ook tijdens de periode noodsituatie/crisishulp. RTH meerderjarigen moeten steeds in Vlaanderen/Brussel hoofdstedelijkgewest gedomicilieerd zijn. Voor noodsituatie meerderjarigen is een domicilie en het voorafgaand verblijf een voorwaarde. 5 Geen inschrijvingsprocedure of procedure zorgregie Om gebruik te maken van rechtstreeks toegankelijke hulp is het niet nodig om de inschrijvingsprocedure of zorgregieprocedure (CRZ) van het VAPH te doorlopen of een indicatiestelling en jeugdhulpbeslissing van de Intersectorale Toegangspoort (ITP) te hebben. Een persoon met een (vermoeden van een) handicap kan rechtstreeks terecht bij de voorzieningen en diensten die rechtstreeks toegankelijke hulp aanbieden. Personen die reeds een positieve PEC-beslissing hebben en/of reeds met een actieve vraag op de centrale registratie van zorgvragen (CRZ) geregistreerd staan, reeds een indicatiestelling voor nietrechtstreeks toegankelijke hulp voor minderjarigen met een handicap hebben of waarvoor een persoonsvolgend budget is toegekend, maar nog geen gebruik maken van niet-rechtstreeks toegankelijke hulp, kunnen eveneens gebruik maken van rechtstreeks toegankelijke hulp. Het is niet de bedoeling dat gebruikers regelmatig wisselen tussen rechtstreeks toegankelijke hulp en niet-rechtstreeks toegankelijke hulp. Indien de gebruiker van rechtstreeks toegankelijke ondersteuning echter nood krijgt aan meer intensieve ondersteuning, kan hij overstappen naar niet-rechtstreeks toegankelijke hulp, op voorwaarde dat hij de inschrijvingsprocedure en de procedure zorgregie heeft doorlopen. 6 Erkenning 6.1 De RTH-dienst De erkenning voor RTH wordt uitgedrukt in personeelspunten. Om als RTH-dienst te worden erkend moet de dienst vanaf 2016 minimum beschikken over 35 personeelspunten RTH. Zowel thuisbegeleidingsdiensten, als voorzieningen erkend als FAM of MFC kunnen naast hun eigen erkenning nog een aparte erkenning als RTH-dienst krijgen. Het werkingsjaar 2016 is een overgangsjaar waarin de huidige bestaande RTH-diensten zich kunnen herorganiseren om aan deze bepaling te voldoen. Mogelijk wordt deze periode, samenhangend met de transitie naar de persoonsvolgende financiering, nog verlengd. Concreet wil dat zeggen dat de huidige erkenningen RTH 2 in 2016 nog gelden, ondanks het feit dat een dienst voor minder dan 35 personeelspunten voor RTH erkend is. Omtrent de aanvraagprocedure voor 2 Met erkende RTH-diensten worden de diensten bedoeld die in 2015 penhouders ( donors ) waren en deze kunnen zeker voor 2016 registreren. De services van niet erkende RTH-diensten die in 2015 als onderaannemer ( ontvanger ) werkten, zullen niet worden afgesloten met einddatum 01 januari 2016 en deze kunnen ofwel zelf registreren ofwel hun erkende RTH-dienst laten registreren. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 8 van 15

diensten die minder dan 35 punten hebben, volgt nog concrete informatie samengaand met de verdere evoluties binnen het transitiepad naar PVF. Er kan voorlopig geen reconversie aangevraagd worden voor RTH vanuit FAM, maar de omzetting van nrth naar RTH wordt meegenomen in de transitie naar PVF. Wat MFC s betreft wordt er hieromtrent nog overleg gepleegd en zal nadere informatie volgen. In 2016 zijn er voor RTH geen uitbreidingsmiddelen voorzien. De voorziening is niet verplicht om de afdeling RTH apart op te nemen in de boekhouding, aangezien de afdeling RTH niet als een apart organisatorisch geheel wordt beschouwd. 3 6.2 Aangeboden functies Erkende RTH-diensten mogen alle ondersteuningsfuncties aanbieden, maar dit is geen verplichting. De erkenning van een aanbieder laat immers toe om het aanbod te laten variëren op basis van de vragen van de gebruikers. Op regionaal niveau streven we er naar dat rechtstreeks toegankelijke hulp zo wordt uitgebouwd dat tegemoet wordt gekomen aan alle vragen van personen met een (vermoeden van een) handicap. Binnen regionaal overleg dient er voor gezorgd te worden dat alle functies in alle subregio s voldoende aanwezig zijn. De zorgaanbieders delen aan het ROG mee voor welke functies, doelgroepen en regio men bij de zorgaanbieder terecht kan. Op deze manier kan het ROG zijn rol in het kader van afstemming en planning spelen. 7 Overeenkomst met de gebruiker De ondersteuning en de wijze waarop de ondersteuning zal worden geboden, moet worden vermeld in het protocol van verblijf, behandeling en begeleiding. Deze vormt de basis om een begeleidingsovereenkomst in de cliëntenregistratie te legitimeren. Bij het verlenen van rechtstreeks toegankelijke hulp moet echter geen individuele dienstverleningsovereenkomst worden opgemaakt. Het protocol is onderworpen aan de kwaliteitsregelgeving (BVR van 4 februari 2011). Ook alle andere bepalingen van dit besluit blijven van toepassing. De verbrekingsvergoeding bij het niet naleven van de opzegtermijn wordt momenteel bepaald op 5 per dag dat de overeenkomst vroeger wordt beëindigd. In de praktijk wil dit zeggen dat er steeds een opzegtermijn moet worden bepaald in de overeenkomst en dat er door één van de partijen een opzegvergoeding moet worden betaald indien deze niet wordt nageleefd. Vanaf 2016 staat het vrij om ofwel via de erkende RTH-dienst prestaties te registreren, ook die van de diensten waaraan u punten overdraagt, ofwel om de prestaties van de ontvangers via de ontvangers te laten registreren. Indien de erkende RTH-dienst registreert voor eigen prestaties en voor prestaties de ontvangers, dan moet er om redenen van privacy aan het protocol een toestemming van de gebruiker, die ondersteund wordt door een dienst waaraan punten werden overgedragen, worden toegevoegd. Hij moet de toestemming geven dat de erkende RTH-dienst, voor de prestaties die aan hem werden geleverd, registreert. 8 Cliëntenregistratie 4 Een erkende RTH-dienst registreert voor zichzelf en daarnaast eventueel ook voor de ontvanger(s) of de ontvanger(s) voor zichzelf. Voor RTH-cliënten binnen thuisbegeleiding wordt geregistreerd door de dienst thuisbegeleiding. De zorgaanbieder, zowel de apart erkende RTH-dienst en eventuele ontvanger(s), als de thuisbegeleidingsdienst, dienen voor RTH-cliënten binnen 14 kalenderdagen na het opstarten van de eerste ondersteuning in 2016 via de knop begeleidingsovereenkomst RTH de begeleidingsovereenkomst te registreren in de cliëntenregistratie. 3 Ministerieel Besluit van 28 juli 2006 4 Zie ook omzendbrief van 18 december 2015. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 9 van 15

Voor gebruikers die nog niet door het VAPH zijn gekend, namelijk de personen met een vermoeden van een handicap, dient men eerst een individuele fiche aan te maken. Om technische redenen gebeurt dit, hoewel er geen procedure zorgregie is, in de webapplicatie voorlopig nog via het luik zorgregie. Voor alle door het VAPH erkende RTH-diensten, alsook voor alle ontvangers blijft een service RTH behouden. Zij registreren nog steeds onder service RTH 543 onder de afdeling RTH 543. Diensten die geen erkende RTH-diensten zijn en uitgewisselde punten ontvangen (ontvangers) van een erkende RTHdienst (donor), kunnen zelf of via hun erkende RTH-dienst registreren voor RTH-cliënten vanaf 2016. Meer uitleg vindt u in de omzendbrief van 18 december 2015. Indien duidelijk is dat de zorgaanbieder definitief geen RTH meer zal aanbieden aan een RTH-gebruiker, dient men de begeleidingsovereenkomst in de cliëntenregistratie stop te zetten. Het is echter niet de bedoeling dat men de begeleidingsovereenkomsten van gebruikers van rechtstreeks toegankelijke hulp tussen prestaties stopzet. 9 Registratie van de prestaties 5 Een erkende RTH-dienst registreert de prestaties in de RTH-tool binnen de 14 dagen voor zichzelf en daarnaast eventueel ook voor de ontvanger(s) of de ontvanger(s) voor zichzelf. Voor RTH-cliënten binnen de erkenning thuisbegeleiding wordt niet geregistreerd. Thuisbegeleidingsdiensten bezorgen in 2016 twee maal per jaar cijfers die ze zelf uit hun systemen ophalen. Meer uitleg vindt u in de omzendbrief van 18 december 2015. Op basis van de geregistreerde prestaties kunnen de verschillende erkende RTH-diensten voor zichzelf en hun puntenonvanger(s) opvolgen of het quotum rechtstreeks toegankelijke hulp al dan niet wordt overschreden. Door de koppeling met de cliëntregistratie kan worden nagegaan of de cliënt elders reeds gebruik maakt van niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning. Tenslotte worden de gegevens uit deze registratie bij de afrekening gebruikt om het maximum aantal te subsidiëren personeelspunten RTH per subsidie-eenheid te bepalen. In het kader van rechtstreeks toegankelijke hulp kunnen in de registratietool zes ondersteuningsfuncties worden geregistreerd : dagopvang 6 verblijf 7 ambulante begeleiding mobiele begeleiding ambulante outreach mobiele outreach. De voorziening registreert per cliënt en per dag welke ondersteuningsfuncties werden aangeboden. Registraties van dagopvang en ambulante begeleiding of verblijf en ambulante begeleiding op één dag kan niet, gezien deze laatste functie vervat zit in dagopvang resp verblijf. Mobiele en ambulante outreach moet door de erkende RTH-dienst worden geregistreerd in de registratietool via Registratie RTH Voorziening, omdat dit niet cliëntgebonden is. Deze prestaties worden wel meegenomen bij de afrekening. Voor de gebruiker maakt het geen verschil door welke dienst de RTH geboden werd. RTH verkregen van een thuisbegeleidingsdienst binnen de erkenning thuisbegeleiding kost de gebruiker evenveel punten als RTH verleend door een RTH-dienst. We streven er naar om in het voorjaar 2016 op basis van de geregistreerde prestaties een teller ter beschikking te stellen. Dit zowel op cliëntniveau (teller per kalenderjaar beperkt tot max. 8 punten per 5 Zie ook omzendbrief van 18 december 2015. 6 Niet voor RTH binnen de erkenning thuisbegeleiding 7 Niet voor RTH binnen de erkenning thuisbegeleiding Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 10 van 15

cliënt), als op dienstniveau (teller per kalenderjaar beperkt tot maximum waarvoor de dienst erkend is). Doordat de thuisbegeleidingsdiensten hun prestaties binnen hun erkenning als thuisbegeleidingsdienst niet moeten registreren, worden deze gegevens niet meegenomen in de teller van de cliënt. De thuisbegeleidingsdiensten waken erover dat hun cliënten, ook als die ook bij andere (thuisbegeleidings)diensten RTH ontvangen, het maximaal aantal punten niet overschrijden. De voorzieningen die hun prestaties registreren kunnen dit rechtstreeks in de webapplicatie van het VAPH of via een andere applicatie. 10 Kosten voor de gebruiker 10.1 Persoonlijke bijdrage De voorziening kan aan de persoon met een handicap of vermoeden van een handicap een financiële bijdrage vragen. Onderstaand overzicht vermeldt per ondersteuningsfunctie de maximale persoonlijke bijdrage. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de index 8 en worden jaarlijks op 1 januari aangepast. De voorziening kan echter beslissen om minder of zelfs geen bijdrage te vragen. Ondersteuningsfunctie Maximale persoonlijke bijdrage in 2016 Ambulante begeleiding 5,05 Mobiele begeleiding 5,05 Dagopvang (dag) 9,60 Verblijf (nacht) 24,14 Voor een halve dag dagopvang bedraagt de persoonlijke bijdrage de helft van een hele dag, namelijk 4,8. Voor anderhalve dag dagopvang bedraagt de persoonlijke bijdrage 14,40. Er kan door de RTH-dienst een bijkomende vergoeding worden aangerekend voor vervoer van en naar de voorziening. 10.2 Wettelijke subrogatie De regels omtrent wettelijke subrogatie zijn niet van toepassing op ondersteuning in kader van rechtstreeks toegankelijke hulp die werd geboden na 1 januari 2015. 11 Subsidiëring 11.1 Personeel 11.1.1 Erkend aantal personeelspunten De erkenning van een RTH-dienst wordt uitgedrukt in een aantal personeelspunten dat door de voorziening moet worden verantwoord door de effectief aangeboden ondersteuning (prestaties). Ook de personeelsformatie wordt uitgedrukt in personeelspunten. 11.1.2 Personeelsinzet Door te werken met personeelspunten, kan de voorziening zelf bepalen welke functies zij aanwerft om de prestaties te leveren. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de voorwaarden m.b.t. diplomavereisten, anciënniteiten en salarisschalen. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de personeelspunten die aan de verschillende functies zijn gekoppeld. Het VAPH subsidieert de effectieve loonkost van het personeel dat met de personeelspunten werd ingezet. 8 De geïndexeerde bedragen zijn terug te vinden op de website van het VAPH www.vaph.be/ Voorzieningen/ Documenten en bedragen of via volgende link: http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/8566277 Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 11 van 15

11.1.3 Personeelsregistratie Het personeel ingezet ter waarde van de personeelspunten RTH wordt, net als het overige personeel van de subsidie-eenheid, geregistreerd in Isis. Voor verdere details verwijzen we naar de handleiding Isis. 11.2 Prestaties De erkende RTH-dienst en eventueel zijn puntenontvangers registreren voor het geheel van de erkende punten de geboden ondersteuning. In de onderstaande tabel staan de mogelijke geboden ondersteuningsvormen en het overeenkomstig aantal personeelspunten die de RTH-dienst ontvangt. Ondersteuningsfunctie Aantal personeelspunten Ambulante begeleiding 0,155 Mobiele begeleiding 0,220 Dagopvang (dag) 0,087 Verblijf (nacht) 0,130 Ambulante outreach 0,155 Mobiele outreach 0,220 Voor een halve dag dagopvang ontvangt de RTH-dienst de helft van de personeelspunten voor een volledige dag, namelijk 0,0435 personeelspunten, voor anderhalve dag dagopvang is dit 0,1305 punten. Indien de som van de op jaarbasis geregistreerde ondersteuningen meer dan 92% bedraagt van de erkenning en indien er maximaal 20 punten minder worden gepresteerd dan de erkenning, ontvangt de RTH-dienst toch het volledige puntentotaal van de erkenning. De personeelssubsidies ter waarde van de door de RTH-dienst verdiende personeelspunten worden toegekend op basis van de gangbare salarisschalen en gekoppelde diplomavoorwaarden en anciënniteitsregels. Voorbeeld: De RTH-dienst heeft een erkenning van 100 personeelspunten. Uit de registraties wordt berekend dat de dienst voor 95 punten ondersteuning heeft geboden. De dienst heeft dus voor meer dan 92% van de erkenning ondersteuning geboden en bovendien is het verschil van 5 punten dat niet werd ingezet kleiner dan 20. De dienst zal bijgevolg toch voor 100 punten personeel mogen inzetten en krijgt ook voor 100 punten werkingskosten. 11.3 Werkingstoelage Per personeelspunt ontvangt de voorziening een werkingstoelage van 89. Dit bedrag is gekoppeld aan de index en wordt telkens op 1 januari aangepast. Als er echter onvoldoende prestaties worden verricht om de personeelspunten in de erkenning van de penhouder te verantwoorden, worden de werkingstoelagen pro rata verminderd. Voorbeeld: De RTH-dienst heeft een erkenning van 100 punten. Uit de registraties wordt berekend dat de dienst voor 85 punten ondersteuning heeft geboden. De dienst heeft dus voor minder dan 92% van de erkenning ondersteuning geboden. De dienst zal bijgevolg voor slecht 85 personeelspunten personeel mogen inzetten en voor 85 personeelspunten werkingskosten ontvangen. 11.4 Voorschotten De RTH-dienst ontvangt maandelijks 8% van het bedrag op jaarbasis, geraamd op basis van de bekende personeelsgegevens geregistreerd in Isis. Voorbeeld: De RTH-dienst heeft een erkenning van 100 punten. Per maand krijgt de RTH-dienst hiervan 8 punten ter beschikking. Deze punten worden bijgeteld bij de totale puntenpot van de subsidie-eenheid waartoe de RTH-dienst behoort. Er wordt dan maandelijks een werkingskost betaald van 8 x 89 = 712. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 12 van 15

11.4.1 Personeelskosten Het personeel dat wordt aangeworven voor RTH wordt geregistreerd in Isis. De punten RTH worden aan het te besteden puntenpakket van de subsidie-eenheid toevoegen. Het personeelsvoorschot voor RTH wordt zo geïntegreerd in het personeelsvoorschot van de subsidie-eenheid. 11.4.2 Werkingsmiddelen De werkingsmiddelen bedragen 89 per personeelspunt. Op basis van het maandelijkse puntenpakket RTH worden de maandelijkse werkingskosten berekend. Het bedrag wordt aangepast rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen. 11.5 Afrekeningsdossier Op basis van de effectief geboden en geregistreerde ondersteuning wordt het personeelspuntenpakket waar de dienst recht op heeft bepaald. Deze punten worden bijgeteld bij het puntentotaal van de subsidie-eenheid waartoe de RTH-dienst behoort. De afrekening van het luik personeel verloopt geïntegreerd voor de subsidie-eenheid. De subsidie-eenheid ontvangt per punt RTH 89 werkingskost. 12 Samenwerking/uitwisselen van RTH punten 12.1 Algemene voorwaarden Een RTH-dienst mag personeelspunten uitwisselen met een andere voorziening die al dan niet zelf een erkende RTH-dienst heeft. De personeelspunten worden doorgegeven binnen eenzelfde kalenderjaar. 12.2 Registratie geboden ondersteuning Een erkende RTH-dienst registreert de geboden ondersteuning ofwel voor het geheel van zijn erkenning, ofwel enkel voor zichzelf. De ontvangers registreren dan zelf voor de uitgewisselde punten. 12.3 Afrekening Personeelspunten In het eerst kwartaal van het volgende werkingsjaar krijgt de erkende RTH-dienst een overzicht van alle registraties en het puntentotaal dat resulteert uit deze registraties. Op niveau van de erkende RTH-dienst wordt bekeken of er voor minstens 92% van de punten ondersteuning is geboden èn dat het verschil niet groter is dan 20 punten met de erkenning. De erkende RTH-dienst geeft vervolgens de definitieve puntenverdeling door in Isis. Deze ingevoerde puntenverdeling wordt gebruikt bij de afrekening. Werkingskosten De werkingskosten worden uitbetaald aan de erkende RTH-dienst aan 89 per rechtmatig punt. De erkende RTH-dienst staat zelf in voor een eventuele verdeling van deze werkingskost onder de samenwerkende partners. 12.4 Voorschotten Om de ontvanger ook van een voorschot te kunnen voorzien zal in Isis een uitwisselingssysteem worden ingebouwd, waarbij de erkende RTH-dienst kan aangeven hoeveel punten hij uitwisselt en met wie. Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 13 van 15

13 Contactpersonen Voor vragen omtrent bijdrageregeling en registratie kan u terecht bij de Helpdesk Cliëntenadministratie (02/225 86 05 of kostenstaten@vaph.be). Voor vragen over voorschotten, Isis en afrekeningen kan u terecht bij de dienst Isis/ afrekeningen (02/225 86 04 of afrekeningen@vaph.be of personeelsregistratie@vaph.be). Voor verdere inhoudelijke vragen kan u terecht bij Katrien Panis (katrien.panis@vaph.be). Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 14 van 15

Bijlage 1: Functies: Puntenwaarde per voltijds equivalent Functie Barema Functiegroep Puntenwaarde 1 zorggebonden personeel 1 L4 logistiek personeel klasse 4 53,5 2 L4 ond II logistiek onderhoud categorie II 53,5 3 L4 ond logistiek onderhoud categorie III 53,5 III 4 L3 ond logistiek onderhoud categorie IV 56 IV 5 L2 ond V logistiek onderhoud categorie V 61 6 L3a logistiek klasse 3 56 7 L3 logistiek klasse 3 56 8 L2 logistiek personeel klasse 2 61 9 A2 logistiek personeel klasse 2 61 10 A1 logistiek personeel klasse 1 71 11 MV2 verzorgend personeel 67 12 B3 begeleidend-verzorgend klasse 3 57,5 13 B2B begeleidend-verzorgend klasse 2B 61 14 B2A begeleidend-verzorgend klasse 2A 63,5 15 B1C opvoedend personeel klasse 1 71 16 B1b hoofdopvoeder 79 17 B1A opvoeder groepschef 86 18 MV1 sociaal paramedisch en therapeutisch personeel 71 19 B1b diensthoofd sociaal paramedisch of therapeutisch personeel 79 20 B1A coördinator sociaal paramedisch of therapeutisch personeel 86 21 L1 licentiaten 90 22 G1 geneesheer omnipracticus 108 23 GS geneesheer specialist 143,5 24 B2B ADL-assistent 61 Barema Functiegroep Puntenwaarde 2 organisatiegebonden personeel L4 logistiek personeel klasse 4 53,5 L4 ond II logistiek onderhoud categorie II 53,5 L4 ond III logistiek onderhoud categorie III 53,5 L3 ond IV logistiek onderhoud categorie IV 56 L2 ond V logistiek onderhoud categorie V 61 L3a logistiek klasse 3 56 L3 logistiek klasse 3 56 L2 logistiek personeel klasse 2 61 A2 logistiek personeel klasse 2 61 A1 logistiek personeel klasse 1 71 A1 administratie klasse 1 71 2 administratie klasse 2 61 A2 boekh kl II administratief personeel boekhouder klasse II 61,5 A3 administratief personeel klasse III 56 K5 onderdirecteur 90 K3 directeur 30-59 bedden 93,5 K2 directeur 60-89 bedden 96,5 K1 directeur +90 bedden 100 Richtlijnen Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (versie maart 2016) 15 van 15