Reken Notitie Segbroek College Schooljaar 2016-2018 De Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, die vanaf 1 augustus 2010 van kracht is, legt de basis voor een versterking van het taal- en rekenonderwijs in het primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Vanaf het schooljaar 2013-2014 moeten leerlingen aantonen dat ze over het vereiste referentieniveau beschikken. Voor het VO gebeurt dit voor het onderdeel rekenen aan de hand van een die ingevoerd is vanaf het schooljaar 2013-2014. Vanaf het schooljaar 2015-2016 telt het resultaat van de mee voor het behalen van het vwo-diploma. Op basis van de toen beschikbare cijfers heeft landelijk 97% van de vwo-eindexamenkandidaten een cijfer van een 5 of hoger voor de gehaald op basis waarvan het diploma kan worden behaald. Gevolg hiervan is dat het vangnet niet in werking is getreden ( als meer dan 5% van de leerlingen extra zouden zakken vanwege het meetellen van de hoogte van het behaalde resultaat op de, zou het vangnet in werking treden: leerlingen zouden dan met een 4 als rekencijfer al een diploma kunnen halen) Vanaf 2016-2017 is de op het VWO een onderdeel geworden van de kernvakkenregel. Een vwo-examenkandidaat mag dan hoogstens een 5 halen voor de combinatie van de en de vakken wiskunde, Engels en Nederlandse taal. De overige onderdelen van deze combinatie moeten minimaal afgesloten worden met een 6. In 2016-2017 gelden voor de HAVO en MAVO afdelingen nog steeds de afspraken van vorig schooljaar; rekenen is een het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak-slaagregeling. Het cijfer op de cijferlijst met vermelding van het referentieniveau. Referentieniveaus rekenen in PO,VO en MBO: 1F en 1S : primair en speciaal onderwijs 1F : praktijkonderwijs 2F : mbo 1,2,3 en vmbo (Mavo) 3F : mbo 4,havo en vwo Er wordt gewerkt aan het niveau 3S voor het VWO, het is nog onduidelijk of de invoering hiervan op korte termijn haalbaar zal zijn.
De school heeft gekozen om de verzorging van het rekenonderwijs te laten plaatsvinden tijdens de rekenlessen die apart op de lessentabel staan genoteerd.de lessen worden gegeven door de docenten waar de leerlingen ook wiskunde van krijgen. Aangezien veel aangeboden schoolvakken gebruik maken van rekenen is het verbeteren van rekenen een school aangelegenheid en niet alleen de verantwoordelijkheid van een selecte groep docenten. De en 2F en 3F bestaan voor het grootste deel uit rekenopgaven die het functioneel rekenen toetsen. Daarbij gaat het om het oplossen van kwantitatieve problemen uit de dagelijkse praktijk. De opgaven hebben betrekking op de volgende vier domeinen: Getallen Verhoudingen Meten en Meetkunde Verbanden. Elk domein is vervolgens opgebouwd uit: Notatie, taal en betekenis Met elkaar in verband brengen van getallen en dagelijks spraakgebruik Gebruiken van de kennis om problemen op te lossen. Afgelopen schooljaar hebben we gebruikt gemaakt van een aantal deskundige adviseurs van het Steunpunt voor Taal & Rekenen om ons rekenbeleid te evalueren. Uit die evaluatie zijn een aantal aanbevelingen gedaan die we dit en volgend schooljaar gaan invoeren. Meer gebruik maken van de ORK vwb referentieniveaus 1F, welke leerlingen zitten nog niet op dat niveau, tijdens flex uren extra tijd genereren om achterstanden weg te werken. rekenen als apart vak op de lessentabel zetten. meer vakken dan alleen wiskunde verantwoordelijk maken om leerlingen rekenvaardigheid bij te brengen elke periode een inplannen om de vaardigheden te monitoren en de voortgang te bewaken. meer gerichte aandacht organiseren voor de leerlingen die voor de eerste afname RT, voor eindexamenklassen, in aanmerking komen, periode na de kerstvak. - meivak. Leerlingen kunnen zich voorbereiden op de toets via( belangrijke sites): oefenen.facet.nl(voorbeelden) www.rekenopgaven-etalage.nl (openbaarmaking rekenopgaven) examenblad.nl(voorbeeld- en oefentoetsen, ook een speciale app voor leerlingen, ook voor mobiel)
Voor leerlingen: mijneindexamen.nl (web-app) Handreikingen 2F en 3F:bruikbaar document met didactisch tintje met analyses van antwoorden en toelichting op normering op examenblad.nl http://oefenen.facet.onl( digitaal oefenen, leerlingen kunnen thuis ook oefenen, na afloop krijgen ze een cijfer) https://opgavenetalage.facet.onl De volgende websites geven onze leerlingen een handreiking om zich nog beter voor te bereiden op de. www.examenblad.nl/onderwerp/handreiking-rekenen-2f/2017 www.examenblad.nl/onderwerp/handreiking-rekenen-3f/2017 Aanpassingen vanaf 2015 De toetslengte van de wordt teruggebracht van 51 opgaven (in 2014) naar 45 opgaven (in 2015). Voor 3F geldt: van de 45 opgaven zijn er 15 contextloos ( kaal, was: 15 van de 51), die gemaakt moeten worden zonder rekenmachine. De overige 30 vragen zijn contextopgaven (was: 36), hiervan moeten er drie zonder en 27 met rekenmachine gemaakt worden. Voor 2F geldt: er zijn 15 kale opdrachten waarvan 12 zonder en 3 met rekenmachine gemaakt moeten worden, van de 30 contextopdrachten mag er bij 24 de rekenmachine gebruikt worden. Iedere variant van de 2015 zal drie vragen bevatten die gerelateerd zijn aan één en dezelfde context. Het aantal verschillende contexten waarmee de kandidaat zich geconfronteerd ziet komt daarmee op 28 (was: 36). Dit betekent dat de vanaf dit schooljaar twee secties kent: sectie 1: de vragen waarbij geen rekenmachine gebruikt mag worden; sectie 2: de opgaven waarbij de kandidaat de computer rekenmachine van ExamenTester kan gebruiken. Binnen beide secties kan worden terug gebladerd, maar als een kandidaat eenmaal begonnen is aan sectie 2 kan hij niet terug naar sectie 1. Rekenen op het Segbroek College De meeste rekenopgaven die gaan over functioneel rekenen zijn niet precies aan één domein te koppelen, deze zijn daarom allemaal opgegeven in een context. De leerling moet dan het kwantitatieve probleem oplossen. Bij het opzetten van ons rekenbeleid en de rekendidactiek zijn wij er daarom vanuit gegaan dat leerlingen moeten leren hoe rekenproblemen zo efficiënt mogelijk kunnen worden
aangepakt. Uitgangspunt is dat we in alle reken gerelateerde vakken leerlingen dezelfde denkstappen moeten aanleren om rekenproblemen op te lossen. Deze denkstappen zijn: Waar gaat het probleem over? Wat wordt er precies gevraagd? Welke gegevens zijn voorhanden om het probleem op te lossen? Welke gegevens heb ik nodig? Welke oplossingsstrategie is het beste? Nu de berekening maken in één of meer rekenstappen. De berekening is uitgevoerd. Kan het antwoord kloppen? Is dit nu wat gevraagd wordt? Is het antwoord zo goed of moet bijvoorbeeld nog afgerond worden? Rekenbeleid Segbroek College voor het schooljaar 2016-2017 per afdeling Alle brugklassen: In het getal & Ruimte boek wordt veel aan rekenen gedaan, vooral in de eerste paar hoofdstukken. Dit zal dan ook ingezet moeten worden om het rekenen goed te behandelen. Het is wel de bedoeling dat er voor rekenen ook weer aparte toetsen worden gemaakt. Dit ook om een onderscheid te maken tussen wiskunde (waarbij dyslecten/dyscalculanten/... de RM mogen gebruiken) en rekenen (waarbij geen hulpmiddelen zijn toegestaan). Daarnaast is er (extra) materiaal beschikbaar op de ELO, dit kan eind van het jaar gebruikt worden om verder te oefenen (ELO - Bronnen - map: Rekenen/Rekenmateriaal 1617/Brugklas). Het streven is om elke twee weken 1 uur te rekenen (komt ook in het rooster te staan). Er zullen voor deze klassen 2 toetsmomenten komen. 2H en 2VG: Voor 2H en 2V is oefenmateriaal te vinden in de ELO (ELO - Bronnen - map: Rekenen/Rekenmateriaal 1617/2HVG). Het streven is om elke twee weken 1 uur te rekenen (komt ook in het rooster te staan). Er zullen voor deze klassen 2 toetsmomenten komen. 3VG: Voor 3VG is oefenmateriaal te vinden in de ELO (ELO - Bronnen - map: Rekenen/Rekenmateriaal 1617/3VG). Het streven is om elke twee weken 1 uur te rekenen (komt ook in het rooster te staan). Er zullen voor deze klassen 2 toetsmomenten komen. 2(H)M en 3H:
Aangezien de leerlingen in 3M/4H de toets moeten maken en het niveau van deze leerlingen omhoog moet, zullen 2(H)M en 3H de leerlagen zijn die met Studyflow gaan werken. De versnelde routes zijn uitgeschakeld. Het streven is om elke twee weken 1 uur te rekenen (komt ook in het rooster te staan). Leerlingen zullen elke twee weken ongeveer 1/1,5 hoofdstuk moeten afronden (afhankelijk van de vrijstellingen die ze met de instaptoets verdienen). Er zullen voor deze klassen 2 toetsmomenten komen, indien mogelijk via Studyflow. 4V: In principe is 4V een jaar waarin we niet specifiek aandacht aan het rekenen besteden. Leerlingen kunnen als ze willen zelfstandig met de oefentoetsen uit de Studiewijzer Rekenen in de ELO aan de slag. 3M/4H/5V: Alle leerlingen maken een instaptoets, afhankelijk van de resultaten weten de leerlingen in hoeverre ze nog (zelfstandig) de moeten voorbereiden. De instaptoetsen zijn te vinden in de ELO (ELO - Bronnen - map: Rekenen/Rekenmateriaal 1617/Instaptoetsen). Leerlingen kunnen zelfstandig oefenen m.b.v. de rekenboeken die we op school hebben. Belangrijk is dat de docenten wel blijven monitoren hoe de voortgang is bij, met name, de slecht scorende leerlingen. 4M/5H: Deze leerlingen hebben hun eerste kans al gehad en hebben dus al een cijfer staan. Aangezien het cijfer bij VMBO en Havo nog niet meetelt voor het slagen/zakken, zullen de leerlingen met een onvoldoende vooralsnog eerst zelfstandig aan het werk moeten gaan m.b.v. de oefentoetsen in de Studiewijzer Rekenen die in de ELO staat (belangrijk is dat de docenten wel blijven monitoren hoe de voortgang is bij de leerlingen). Leerlingen die na het eerstvolgende afnamemoment (in februari 17) nog steeds lager dan een 5 scoren, krijgen daarna een extra uur rekenen. 6V: Deze leerlingen hebben hun eerste kans al gehad en hebben dus al een cijfer staan. Voor deze leerlingen telt rekenen als kernvak mee voor het examen. Belangrijk dus dat zij minimaal een 6 scoren. Voor leerlingen met een onvoldoende (momenteel 18 leerlingen) zal een extra rekenuur worden ingepland vanaf 1 december, tot het eerstvolgende afnamemoment ergens in februari. 17 Onder begeleiding van een rekencoördinator zullen deze leerlingen de kans krijgen m.b.v. extra oefenmateriaal hun rekencijfer op te halen, zij hebben daar nog drie kansen voor, zie jaarplanner voor de exacte data. Voor de leerlingen die rekenzwak zijn en waarvan aangetoond kan worden dat de leerling na gebruik te hebben gemaakt van alle benodigde hulpmiddelen, begeleiding en extra oefenmateriaal geen verbetering hebben laten zien, komen mogelijk in aanmerking voor de ER toets.
De ER- toets, de voor ernstige rekenzwakke leerlingen. De ER-toets biedt aan zowel 2F als 3F leerlingen met dyscalculie/ernstige rekenproblemen de mogelijkheid tot het afleggen van een aangepaste. De aanpassing betreft zowel de eisen (de opgaven zijn eenvoudiger), de hulpmiddelen als de afnamecondities. De aangepaste, hulpmiddelen en afnamecondities De aangepaste bevat ten opzichte van 3F resp 2F eenvoudigere opgaven, dus geschikte opgaven uit 3F resp 2F context (dus ook zonder de 4 kale opdrachten van voorgaande jaren). De test zal bestaan uit 30 opgaven. Bij de keuze van de opgaven is men er van uitgegaan dat de leerling een specifiek probleem heeft op het automatiserings vlak, maar dat hij/zij de context en het probleem m.b.t. rekenen wel snapt. Bij de aangepaste mag de leerling bij alle opgaven een rekenmachine en een aanvullende rekenkaart gebruiken. De rekenmachine kan de ingebouwde rekenmachine zijn, de leerling mag ook een eigen rekenmachine gebruiken. De opgaven zijn aan het gebruik van de rekenmachine aangepast. Een opgave die met de rekenmachine geen zinvolle rekenactiviteit meer meet, wordt aangepast of vervalt. Bij de aangepaste is terugbladeren in de gehele toets mogelijk. De leerling kan een eigen strategie bepalen bij de keuze van de volgorde van te maken opgaven, en kan ook terug naar een eerder gemaakte opgave en het antwoord alsnog wijzigen. De afnametijd voor de aangepaste is zo vastgesteld dat de leerling meer tijd wordt gegund. Deze extra tijd zit in de toets tijd verdisconteerd. Voorwaarden voor deelname Als voorwaarde voor deelname aan de aangepaste geldt dat:
a. in het voortraject in het onderwijs is vastgesteld dat door dyscalculie of ernstige rekenproblemen de eisen van de standaardtoets niet haalbaar zijn, ook niet nadat in dat voortraject sprake was van remediëring en daarbij behorende extra inspanning (oefening) door de leerling. b. voorafgaand aan de afname van de aangepaste toets door de school een trainingstraject is geboden, gericht op de aangepaste afname, en dat traject ook door de leerling met extra inspanning (oefening) is gevolgd. c. er een goed toegankelijk dossier is van de leerling waarin de onderdelen a. en b. zijn beschreven. Dossier Het beknopte leerlingdossier (dat ook kan dienen als basis voor de beslissing door leerling en school) bevat: 1. Indien aanwezig de deskundigenverklaring. 2. Indien aanwezig, verklaringen van het voorafgaand onderwijs betreffende de beperking en de maatregelen die zijn genomen inzake onderwijs en examinering. 3. Een korte beschrijving van de analyse die door de school is gemaakt over de haalbaarheid van de standaard rekendoelen. Daarbij kan een verwijzing naar de stadia in het protocol dyscalculie een handig format zijn. 4. Een korte beschrijving van het gerichte traject als voorbereiding op de aangepaste toets. 5. Een verklaring dat de leerling kiest voor de aangepaste toets, dat hij op de hoogte is van het feit dat dat leidt tot een aantekening op de cijferlijst en mogelijk tot beperkingen in de doorstroom (geen formele doorstroom consequenties, zelf niet voor het PABO) en dat hij toestemming geeft om de gegevens geanonimiseerd te gebruiken voor onderzoek door het CvTE met inachtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Een dyscalculieverklaring is géén voorwaarde voor toelating maar kan wel aan de basis liggen van het traject genoemd onder a. Als de school (wellicht mede vanuit PO) beschikt over informatie over het gevolgde remediëringstraject, dan hoeft niet alsnog een dyscalculieverklaring te worden verkregen. Omgekeerd: als een leerling beschikt over een dyscalculieverklaring, maar er is niet voldaan aan de hier genoemde eisen onder a. en b., dan is deelname aan de aangepaste toets met aangepaste eisen niet toegestaan. Een leerling met een dyscalculieverklaring die niet de aangepaste maakt, maar aan enkele aanpassingen in de wijze van examinering genoeg heeft, kan net als de leerling met dyslexie een (iets) andere wijze van examinering aanvragen (tijdverlenging en rekenkaart). In dit geval is de dyscalculieverklaring een voorwaarde. Vanaf schooljaar 2015-2016 zal op de cijferlijst een melding gemaakt worden van deelname aan de aangepaste. Achter het cijfer komt dan 2ER/3ER te staan. De exacte tekst moet nog worden vastgesteld maar duidelijk zal zijn in de tekst dat de leerling op grond van
ernstige rekenproblemen gekozen heeft voor het afleggen van een aangepaste toets met aangepaste eisen. De keuze voor de aangepaste toets is een weloverwogen beslissing van school en leerling met een daarbij behorend aangepast traject. De wisseling tussen de ER toets en de reguliere toets is verruimd, er mag dus op- en afgestroomd worden. De leerling bepaalt uiteindelijk welk cijfer op de cijferlijst komt te staan. Als een VWO leerling gezakt is voor 3F maar de 3ER toets wel heeft gehaald, is hij/zij geslaagd. Een advies is om een leerling altijd toch een ER-toets te laten maken. Mocht de leerling namelijk voor de reguliere toets een voldoende hebben gehaald, dan wordt dit traject binnen het vervolgonderwijs vervolgd en niet het ER traject. Als een leerling de reguliere 3F toets niet heeft gehaald, dan is het raadzaam om hem/haar de 3ER toets te laten maken (er moet dan wel alsnog een dossier worden aangelegd, weliswaar met een kort traject). Het is m.i.v. het schooljaar 2015-2016 mogelijk om de derde herkansing van de ER toets mondeling af te leggen. Deze optie is bedoeld voor leerlingen die de ER toets gemaakt en niet gehaald hebben en waarbij de school inschat dat deze wel haalbaar zou moeten zijn, mits op een andere manier afgenomen. Deze toets wordt dan door twee examinatoren van het College Toetsing en Examen afgenomen op een locatie bepaald door het CvTE. De eigen rekendocent mag, na toestemming van de leerling, mee. Voor deze toets geldt dat er geen aanpassing is in de inhoud, maar alleen in de afnamewijze. Op de cijferlijst wordt niet vermeld dat de toets mondeling is afgenomen. N.B. Er volgt nog een protocol, meer informatie hierover volgt in 2016. Leerling moet aangemeld worden na bekendmaking van het resultaat en vóór de derde kans. Het aanmeldingsformulier voor de examensecretaris staat op de persoonlijke pagina van het examenblad. Op dit formulier moeten de gegevens van de leerling en de eerdere resultaten van de ER toets worden vermeld en moet er beschreven worden waarom de leerling in aanmerking komt voor de mondelinge afname. Daarnaast moet er een toestemmingsverklaring van leerling/ouders en een toestemmingsverklaring voor mogelijk aanvullend onderzoek overhandigd worden. De bevestiging van de aanmelding volgt na bekendmaking van het resultaat in maart. Meer informatie hierover is te vinden op de hier onderstaande link: https://www.examenblad.nl/onderwerp er-toets/2016 Examenblad.nl(september mededeling) Contact met het CvTE via: beperking@ het cvte.nl
Overzicht voor de gevolgen van de invoering van de Rekentoets voor de slaag-zak regeling per schoolniveau, vanaf 2011. Mavo 2011 2012 2012 2013 2013 2014 2014 2015 2015 2016 2016-2017 Eerste pilotjaar Oplevering aangepast syllabi Nederlands, wijzer en voorbeeld-mater iaaal Tweede pilotjaar (generale repetitie) Invoering Aanpassing uitslagregel: CE-onderdelen gemiddeld voldoende(5,5) het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeli ng. Het cijfer op een bijlage horend bij het diploma. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeli ng Het cijfer op een bijlage horend bij het diploma. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeli ng. Het cijfer op de cijferlijst. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeli ng. Het cijfer op de cijferlijst.
Havo 2011 201 2 2012 2013 2013 2014 2014 2015 2015 2016 2016-2017 Eerste pilotjaar Tweede pilotjaar (generale repetitie) Invoering Rekentoetswi jzer en voorbeeld-m ateriaal Aanpassing uitslagregel: CE-onderdel en gemiddeld voldoende(5, 5) Aanpassing uitslagregel: niet meer dan één onvoldoende (ten minste een 5) voor de eindcijfers Nederlands, Engels en wiskunde het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeling. Het cijfer wordt vermeld op een bijlage horend bij het diploma. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregelin g. Het cijfer op een bijlage horend bij het diploma. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregelin g. Het cijfer op de cijferlijst. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregelin g. Het cijfer op de cijferlijst.
VWO 2011 2012 2012 2013 2013 2014 2014 2015 2015 2016 2016-2017 Eerste pilotjaar Tweede pilotjaar (generale repetitie) Invoering Rekentoetswijz er en voorbeeld-mate riaal Aanpassing uitslagregel: CE-onderdelen gemiddeld voldoende(5,5) Aanpassing uitslagregel: niet meer dan één onvoldoende (ten minste een 5) voor de eindcijfers Nederlands, Engels en wiskunde. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeli ng. Het cijfer op een bijlage horend bij het diploma. het examen, het cijfer telt echter niet mee bij de zak/slaagregeli ng. Het cijfer op een bijlage horend bij het diploma. het examen,de leerling moet minimaal een 5 hebben gehaald om te kunnen slagen. Het cijfer wordt vermeld op de cijferlijst. Rekenen maakt deel uit van de kernvakkenreg el: er mag dan hoogstens 1 vijf gehaald worden voor de vakken Engels, Nederlands, wiskunde en rekenen. Rekenbeleid Segbroek College vanaf 2011-2016 Schooljaar 2011-2012: De sectievoorzitters, de rekencoördinator Ellen van de Noort en Elly Antonisen hebben gekeken naar de mogelijkheid tot facilitering van een structureel rekenuur en benodigd materiaal. Het Segbroek College heeft in het schooljaar 2011/2012 met alle 3 Havo leerlingen meegedaan aan een pilottoets ontwikkeld door Got It. De leerlingen werden niet extra voorbereid op de toets. Het doel van deze pilot was te achterhalen of de groep leerlingen die in 2013/2014 voor het eerst de e gaat maken (5 Havo leerlingen) over het vereiste referentieniveau beschikt. De uitslag van deze toets was zorgelijk.
Schooljaar 2012-2013: Dit schooljaar hebben alle vooreindexamenkandidaten deelgenomen aan de tweede pilot. Voor deze groepen is in oktober extra rekenmateriaal aangeschaft in de vorm van een rekenboek en digitaal materiaal horend bij de methode Getal en ruimte. Er is gedurende enkele weken een deel van het wiskunde uur gebruikt om leerlingen voor te bereiden op de toets. Er is geoefend met de voorbeeldtoets van het Cito en de groepen hebben meegedaan met de proef op de som. Er is voor 2 Mavo extra rekenmateriaal aangeleverd. Deze groepen hebben 4 lesuren wiskunde waarvan een gedeelte ingezet kan worden om extra te rekenen. Er is extra rekenmateriaal ontwikkeld voor de groepen 3M, 3H en 3V dat ingezet wordt tijdens KOV-uren. De KOV docenten hebben allen toegang tot het digitale materiaal van de leerlingen en bieden leerlingen tijdens de KOV uren extra ondersteuning. Is de wiskundelessen wordt meer aandacht besteed aan de rekenvaardigheden, er wordt kritisch gekeken naar en omgegaan met de rekenmachine. De groepen 2H en 3V/G nemen in mei/juni deel aan de gratis van Diataal. De uitslag van deze toets zal aangeven op welke van de 4 domeinen leerlingen achterstanden vertonen. Hier kunnen we volgend schooljaar dan gericht mee aan de slag. De uitslag van de tweede pilottoets viel niet tegen. Uitgaande van een vrijstelling vanaf het cijfer 5, mogen we als school best tevreden zijn (zeker gezien de korte voorbereiding op de toets). In 5 Vwo zou ongeveer 95% het gehaald hebben, in 4H ongeveer 60% en in 3M ongeveer 50%. De leerlingen die mee gaan doen met de herkansing moeten hier goed op voorbereid worden. De groepen 3 Mavo en 4 Havo krijgen gedurende enkele weken een extra uur rekenen. Voor 5V is een extra uur niet noodzakelijk. Ter voorbereiding op de toets moeten leerlingen zoveel mogelijk aan de slag gaan met het digitale materiaal. Daarnaast gaan de docenten aan de slag met de didactische tips van het APS om leerlingen te instrueren hoe ze de diverse rekenproblemen moeten aanpakken. Er wordt door de wiskunde sectie, de werkgroep rekenen (bestaande uit Jessica Ringeling, Manorma Ramawadh, Lorette Heijboer en Björn van den Brekel) en Elly Antonisen nagedacht hoe we ouders het beste kunnen informeren over de gang van zaken omtrent het rekenen. De werkgroep rekenen buigt zich het komend jaar over het breder aanpakken van rekenen. Collega s uit de secties biologie, economie, aardrijkskunde, natuurkunde en scheikunde zijn benaderd op papier te zetten welke rekenvaardigheden in de onderbouw (en eventueel ook in de bovenbouw) aan bod moeten komen.
Rekenbeleid Segbroek College voor het schooljaar 2013/2014 Rekenen wordt een apart vak en zal voor de onderbouw apart vermeld worden in Magister. In de onderbouw schakelen we over op de 10-de editie van G&T waar veel meer rekenen geïntegreerd is. Daarnaast zal nagedacht worden over extra materiaal. In de brugklas maken leerlingen de VAS-toets die ook inzicht verschaft in het rekenniveau. De wiskundedocent kan uitgaande hiervan beter differentiëren. Er komen gecoördineerde en voor de onderbouw. Er zal kritisch gekeken worden naar het gebruik van de rekenmachine; dit is niet altijd even noodzakelijk. Er wordt digitaal materiaal aangeschaft voor de groepen die in 2015-2016 voor het eerst te maken krijgen met rekenen als examenonderdeel. Hierbij gaat het om de groepen 3H, 2M en 4V. Er moet voor alle leerjaren extra materiaal ontwikkeld worden met hoofdzakelijk contextrijke opdrachten. Voor de groepen 4H en 5V hebben we de beschikking over het rekenboek, daarnaast kunnen docenten ook het digitale materiaal inzetten. Er wordt nog nagedacht over de frequentie van de rekenlessen in de onderbouw: gedurende het hele schooljaar of enkele perioden? Ondersteuning vanuit andere vakken (vakoverstijgend): welke rekenvaardigheden komen bij de andere reken gerelateerde vakken aan bod en hoe kunnen we de rekendidactiek op elkaar afstemmen. Welke ondersteuning kunnen de vakken ak, ec, na, sk en bi bieden en op welke manier? Leerlingen tijdens KOV-uren zoveel mogelijk laten rekenen. We doen met een aantal klassen mee met de pilot van Studyflow, een digitaal rekenprogramma. Rekenbeleid Segbroek College voor het schooljaar 2015-2016 In september 2015 is de nulmeting van de VAS-Toets, de rapportage hiervan komt na de herfstvakantie binnen. Er wordt dan geanalyseerd (door de mentor) hoe leerlingen op de verschillende domeinen scoren. Deze gegevens worden gedeeld met de wiskunde docenten. Na de herfstvakantie start Studyflow in alle onderbouwklassen en 3M; de analyse van de VAS-Toets wordt gebruikt om binnen de groepen te differentiëren. Er komt een vakoverstijgende die naast de digitale en van Studyflow zal worden afgenomen in alle onderbouwklassen. Er komt een apart reken uur voor de ernstige rekenzwakke leerlingen. Voor de pre-examenklassen worden de rekenboeken en de voorbeeldtoetsen die op de ELO staan, gebruikt.