KNMG. Inwendige geneeskunde. Achtergrond. Inwendige geneeskunde

Vergelijkbare documenten
KNMG. Jeugdgezondheidszorg. Perspectief

KNMG. Revalidatiegeneeskunde. Achtergrond. Revalidatiegeneeskunde

KNMG. Radiotherapie. Achtergrond. Radiotherapie

KNMG. Cardiologie. Achtergrond. Cardiologie

KNMG. Longziekten en tuberculose. Achtergrond. Longziekten en tuberculose

KNMG. Keel- neus- en oorheelkunde. Achtergrond. Keel- neus- en oorheelkunde

KNMG. Psychiatrie. Achtergrond. Psychiatrie

KNMG. Nucleaire geneeskunde. Achtergrond. Nucleaire geneeskunde

KNMG. Cardio-thoracale chirurgie. Achtergrond. Cardio-thoracale chirurgie

KNMG. Huisartsgeneeskunde. Achtergrond. Huisartsgeneeskunde

KNMG. Kindergeneeskunde. Achtergrond. Kindergeneeskunde

KNMG. Medische microbiologie. Achtergrond. Medische microbiologie

KNMG. Maag- darm- leverziekten. Achtergrond. Maag- darm- leverziekten

KNMG. Arts voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde bedrijfsarts. Achtergrond

KNMG. Klinische geriatrie. Achtergrond

KNMG. Heelkunde. Achtergrond. Heelkunde

KNMG. Klinische genetica. Achtergrond. Klinische genetica

KNMG. Reumatologie. Achtergrond. Reumatologie

KNMG. Radiologie. Achtergrond. Radiologie

KNMG. Obstetrie en gynaecologie. Achtergrond. Obstetrie en gynaecologie

KNMG. Urologie. Achtergrond. Urologie

KNMG. Oogheelkunde. Achtergrond. Oogheelkunde

KNMG. Neurochirurgie. Achtergrond. Neurochirurgie

KNMG. Anesthesiologie. Achtergrond. Anesthesiologie

KNMG. Dermatologie en venerologie. Achtergrond. Dermatologie en venerologie

KNMG. Arts voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde verzekeringsarts. Achtergrond

KNMG. Orthopedie. Achtergrond. Orthopedie

KNMG. Pathologie. Achtergrond. Pathologie

KNMG. Sportgeneeskunde. Achtergrond

KNMG. Neurologie. Achtergrond. Neurologie

KNMG. Arts voor verstandelijk gehandicapten. Achtergrond

KNMG. Verpleeghuisgeneeskunde. Achtergrond. Verpleeghuisgeneeskunde

KNMG. Plastische chirurgie. Achtergrond. Plastische chirurgie

Arts Maatschappij en Gezondheid

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

BORG 2005 versie 2 / A10: Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 mei 2018

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Leidraad inbrengwaarde

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

administratie afdeling debiteurenadministratie Kaderberoepsgerichte leerweg

De hybride vraag van de opdrachtgever

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Specifieke normen en verwijzingen

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

handel en administratie thema inkomende goederen

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

Praktische toelichting op de UAV 2012

Check je en brief

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen

Bijzonder geschikt voor het werk

De Kern van Veranderen

Preadviezen Content.indd :55:32

handel en administratie thema inkomende goederen

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 1 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002

handel en administratie thema inkomende goederen

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

De meervoudigedifferentiant, de algemeen internist anno Thijs ten Doesschate, voorzitter JNIV 7e middagsymposiumseniorledenniv

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam

Werken in het management

Copyright SBR, Rotterdam

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk)

Werken op de verkoopadministratie

Medische terminologie

PrOmotie. Rekenen en Wiskunde. Werkboek Uurwerk

KEURINGSVOORSCHRIFT KE01 KEYLESS ENTRY/START

Zelfstandige Externe Stage

handel en administratie thema de afdeling boekhouding Basisberoepsgerichte leerweg

AMBITIE.INFO. BPV Verkopen

Handleiding . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding

Werken in het bank- en verzekeringswezen

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Onderzoek als project

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

handel en administratie thema uitgaande goederen

Bedrijfsadministratie MBA

Belastingwetgeving 2015

handel en administratie thema uitgaande goederen

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw

Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Rondkomen

Transcriptie:

Achtergrond Inwendige geneeskunde Inwendige geneeskunde De interne of inwendige geneeskunde omvat in principe het functioneren van het gehele menselijke lichaam en alle ziekteprocessen die zich daarbij kunnen voordoen. Door de aard van dit beschouwende specialisme vervult de internist bij uitstek een belangrijke en coördinerende rol bij de behandeling van patiënten met veelvoudige aandoeningen. Een internist legt vooral de pathofysiologische verbanden tussen klachten en orgaan- of systeemfunctioneren. Hij of zij probeert, als een puzzelaar, deze klachten van de patiënt te verklaren en op te lossen. Het werkterrein is zeer omvangrijk. Om die reden heeft zich binnen de algemene interne geneeskunde in de loop van de tijd een aantal deelgebieden ontwikkeld. Deze sub- of superspecialismen hebben binnen het moederspecialisme een specifieke plaats gekregen. De volgende aandachtsgebieden zijn door de Nederlandsche Internisten Vereeniging erkend en vastgelegd in het verenigingsregister: allergologie, bloedtransfusiegeneeskunde, endocrinologie, klinische farmacologie, hematologie, infectieziekten, intensive care, medische oncologie, nefrologie, ouderengeneeskunde en vasculaire geneeskunde. Een holistische benadering van de patiënt vormt de basis van het vak. Internisten werken in het ziekenhuis altijd in teamverband. Binnen het team onderscheiden zij zich door middel van specifieke belangstelling voor een of meer van de deelgebieden van de inwendige geneeskunde. De opleiding inwendige geneeskunde duurt zes jaar: vier jaar algemene inwendige geneeskunde, twee jaar specifieke opleiding voor het gekozen aandachtsgebied. 71

Perspectief beroepskeuze Bijna driekwart (74 procent) van de 73 ondervraagde internisten blijkt al tijdens de studie het vak inwendige geneeskunde te hebben overwogen. Andere veelgenoemde specialismen zijn: huisartsgeneeskunde (33 procent), kindergeneeskunde (26 procent), maag- darm- leverziekten (12 procent), en cardiologie (12 procent). Voor 99 procent was inwendige geneeskunde uiteindelijk het eerst gekozen specialisme. De ondervraagde internisten zijn tevreden met hun keuze; 93 procent geeft aan zeer tevreden te zijn, en 5 procent enigszins tevreden. beroepsgroep Gemiddeld zijn de internisten 15 jaar geregistreerd in hun specialisme. Mannen zijn meer vertegenwoordigd; in ons onderzoek betreft het 63 procent van de respondenten. De gemiddelde leeftijd is 48 jaar. meest aantrekkelijke aspecten van inwendige geneeskunde Veel (86 procent) van de door de internisten genoemde aantrekkelijke aspecten hebben betrekking op het vak in het algemeen: het is een breed (35 procent) en veelzijdig (22 procent) vak. Ook wordt de intellectuele uitdaging die de complexiteit van het vak met zich meebrengt, genoemd (22 procent). Eén van de gegeven typeringen luidt als volgt: "Het is een breed specialisme dat dwars door elk ander specialisme heenloopt en daar vaak raakvlakken mee heeft." 43 procent vindt het contact met de patiëntengroep een aantrekkelijk aspect van hun specialisme. Bijna een kwart (24 procent) van de ondervraagden noemt het contact met andere medische disciplines een positief aspect. " Als internist ben je het middelpunt van het ziekenhuis; je hebt met iedereen contact", legt één van de respondenten uit. 72

minst aantrekkelijke aspecten van inwendige geneeskunde Ruim een derde (35 procent) vindt de hoge werkdruk een van de minst aantrekkelijke aspecten van de inwendige geneeskunde. 10 procent noemt de onregelmatige werktijden als minder aantrekkelijk. Het valt op dat bijna een vijfde (19 procent) van de opmerkingen betrekking heeft op administratieve zaken. Ook overlegsituaties, zoals vergaderingen, worden door 8 procent genoemd. Eén van de respondenten heeft het over: "Management, budgettering en andere moderne eisen waarvoor ik niet opgeleid ben (of wil worden)." Eveneens 8 procent vindt dat het vak inwendige geneeskunde onvoldoende is afgegrensd van andere specialismen: " Het is soms een wat vaag vak waardoor andere specialisten ons soms een deel proberen af te snoepen", beweert één van de internisten. wat de co-assistent moet weten als hij voor inwendige geneeskunde kiest Bijna een vijfde van de internisten (19 procent) vindt dat een brede oriëntatie vereist is; " Je moet belangstelling hebben voor alle aspecten van de geneeskunde." 16 procent zegt dat men echt gefascineerd moet zijn door het vak inwendige geneeskunde wanneer men ervoor kiest de opleiding te volgen. Dat dit nodig is blijkt uit de " Noodzaak van continue nascholing en onderzoekswerkzaamheden, levenslang", aldus één van de ondervraagden. Eveneens 16 procent vindt communicatieve vaardigheden essentieel. Er is bovendien veel kennis voor vereist, zo zegt een tiende van de respondenten. " Je moet in staat zijn goed met patiënten, collegae, verpleging en andere hulpverleners te communiceren", benadrukt één van de respondenten. 10 procent wijst op de hoge werkdruk en de lange dagen. 73

x = 8,2 = 0,9 x = 7,2 = 1,8 x = 7,3 = 1,7 Kritische factoren autonomie Internisten hebben volgens de ondervraagden veel autonomie; op een schaal van 1 tot 10 geven ze gemiddeld een 8,2. Een derde (33 procent) geeft een 9 of 10. Slechts 4 procent geeft een 6, dat tevens de laagste score is. beperkte autonomie veel autonomie patiëntenzorg De gemiddelde score van 7,2 geeft aan dat een internist meer tijd besteedt aan directe zorg voor de patiënt dan aan andere activiteiten. 4 procent van de internisten besteedt amper tijd aan directe patiëntenzorg (score 1, 2, 3), en bij 57 procent wordt de tijd bijna volledig met directe patiëntenzorg gevuld (score 8 tot en met 10). helemaal geen tijd merendeel van de tijd continuïteit behandelrelaties De continuïteit van de behandelrelaties die internisten met hun patiënten hebben, neigt eerder naar de lange termijn dan naar de korte termijn. Meer dan drie kwart van de internisten (82 procent) geeft dat aspect een score 7 of hoger. Dit komt tot uiting in de gemiddelde score van 7,3. korte (behandel) relaties lange (behandel) relaties 74

x = 7,9 = 1,3 x = 5,0 = 2,6 x = 6,4 = 1,6 variatie Internisten kennen veel variatie in hun werk, zo wijst de gemiddelde score van 7,9 uit. 29 procent geeft een 9 of 10. weinig variatie veel variatie vereiste deskundigheid Over de benodigde kennis zijn de meningen van de internisten verdeeld. De gemiddelde score komt uit op 5,0. Ruim een derde (41 procent) vindt brede kennis noodzakelijk (score 1, 2, 3) en 23 procent denkt eerder aan specifieke kennis (score 8, 9, 10). brede kennis specifieke kennis standaardisering van werk Binnen de inwendige geneeskunde wordt vaker wel dan niet met protocollen en standaarden gewerkt. De gemiddelde score is 6,4. Slechts 4 procent geeft op dit aspect een score van 9, dat tevens de hoogste score is. niet volgens protocollen of standaarden volledig volgens protocollen en standaarden 75

x = 3,8 = 2,0 x = 3,4 = 1,7 x = 8,0 = 1,8 denken versus doen Inwendige geneeskunde is meer een denk-vak dan een doe-vak, zo blijkt uit de gemiddelde score van 3,8. Slechts 7 procent geeft een score van 8 tot en met 10, daar tegenover staat 59 procent met een score 1 tot en met 3. vooral denken vooral doen medisch-technisch handelen In het verlengde van het vorige aspect komt naar voren dat internisten zich niet uitsluitend met medisch-technisch handelen bezig houden. Gemiddeld scoort dit aspect een 3,4. Slechts 9 procent geeft een score van 7 of hoger, en 78 procent neemt een positie op de andere kant van de schaal in. geen medisch-technisch handelen uitsluitend medisch-technisch handelen interactie andere medische disciplines Internisten hebben veel te maken met andere medische disciplines: de gemiddelde score ligt op 8,0 en 70 procent geeft op deze schaal 8 punten of meer. weinig contact veel contact 76

x = 8,8 = 0,8 x = 6,7 = 1,9 x = 7,7 = 1,1 inhoudelijke voldoening De uitoefening van het vak inwendige geneeskunde levert veel inhoudelijke voldoening op. De gemiddelde score is hoog, een 8,8; 64 procent van de respondenten geeft op deze schaal een 9 of 10. weinig voldoening veel voldoening werkdruk Internisten vinden dat hun vak een flinke dosis stress en werkdruk met zich mee brengt; de gemiddelde score is een 6,7. Een derde (34 procent) geeft 6 punten of minder. weinig stress/werkdruk veel stress/werkdruk medische beleidsverantwoordelijkheid Met een gemiddelde score van 7,7 geven internisten aan dat ze ruimschoots de mogelijkheid hebben hun eigen medische beleid te bepalen; een score lager dan 5 wordt niet gegeven. geen bepaling medisch beleid totale bepaling medisch beleid 77

x = 5,2 = 2,4 x = 8,3 = 1,6 x = 7,1 = 1,3 regelmaat De mate van regelmaat in werktijden verschilt sterk onder de internisten: 42 procent zit aan de kant van de regelmatige uren van de schaal (score 4 of lager), terwijl 38 procent aangeeft eerder onregelmatige diensten te draaien (score 7 of hoger). De gemiddelde score komt dan ook uit op een 5,2. regelmatige/vaste uren onregelmatige/onvoorspelbare uren zekerheid Internisten vinden dat ze veel zekerheid ervaren in hun positie. De gemiddelde score van 8,3 geeft dit weer. Slechts 4 procent geeft voor dit aspect 4 punten of lager. weinig zekerheid veel zekerheid status ten opzichte van andere medische disciplines Internisten hebben gemiddeld genomen het gevoel dat hun vakgebied eerder een hogere dan een lagere status heeft dan andere disciplines. Slechts 3 procent vindt dat het vak duidelijk een lagere status heeft (score 1, 2, 3). Bijna drie kwart (72 procent) van de internisten geeft een score van 7 of hoger (72 procent). lagere status hogere status 78

x = 5,0 = 2,2 x = 7,5 = 1,7 x = 5,6 = 1,9 vrije tijd Internisten vinden dat de vrije tijd die resteert ten opzichte van de werktijd onvoldoende is. De gemiddelde score is 5,0. Ruim de helft van de internisten neigt met een score van 5 of lager naar de linkerkant van de schaal. 11 procent geeft zelfs een 1 of 2. onvoldoende vrije tijd voldoende vrije tijd werkomstandigheden De werkomstandigheden binnen het vak inwendige geneeskunde bieden de internisten veel voldoening: de gemiddelde score is 7,5. De 6 procent die weinig voldoening heeft (score 1 tot en met 3) staat tegenover 58 procent die veel voldoening put uit de werkomstandigheden (score 8, 9, 10). weinig voldoening veel voldoening inkomen De internisten vinden hun inkomen redelijk in verhouding staan tot de gestelde eisen. Gemiddeld scoren zij een 5,6 op de schaal. De meningen lopen niet ver uiteen. Bijna de helft (48 procent) geeft een score van 5 of 6. inkomen laag in verhouding tot eisen inkomen hoog in verhouding tot eisen 79

Beroepsuitoefening patiëntenpopulatie Vrijwel alle ondervraagde internisten (97 procent) werken rechtstreeks met patiënten. Ze hebben gemiddeld 81 patiëntencontacten per week. Bijna drie kwart (73 procent) van de contacten bestaat uit poliklinische patiënten. Naast een klein percentage (6 procent) aan telefonische contacten bestaat de rest uit klinisch werk (20 procent). Leeftijdsopbouw: 65-plusser 44 % Volwassene 55 % Kind 1 % Zuigeling/kleuter - De verhouding mannen-vrouwen onder patiënten is ongeveer gelijk. Een internist ziet vooral chronisch zieke patiënten (53 procent). Slechts 15 procent wordt gezien als gezond of over het algemeen gezond, doch met gezondheidsklachten. Het aantal acuut zieke patiënten ligt op 16 procent. Een internist heeft redelijk veel terminale patiënten (11 procent). De gezondheidsklachten betreffen in de meeste gevallen lichamelijke aandoeningen (91 procent). Daarnaast is 6 procent van de klachten psychosociaal van aard en 5 procent psychisch. meest voorkomende symptomen/ziektebeelden/themata Diabetes mellitus 54 % Problemen van het maagdarmstelsel 51 % Hypertensie 32 % Oncologische aandoeningen 28 % Moeheid 22 % Schildklieraandoeningen 22 % Hematologische aandoeningen 20 % 80

meest uitdagende symptomen/ziektebeelden/themata Endocrinologische aandoeningen waaronder schildklierziektes (11 %) en diabetes mellitus (7 %) 20 % Oncologische aandoeningen 15 % Hematologische aandoeningen 13 % Aandoeningen van hart en vaten 10 % type praktijk Er werken ongeveer evenveel internisten zelfstandig (49 procent) als in loondienst (51 procent). Bijna alle ondervraagde internisten werken binnen een georganiseerd verband; niemand heeft een solopraktijk. De verhouding tussen respondenten werkzaam in academische en algemene ziekenhuizen is 31 procent versus 55 procent. 9 procent heeft (ook) universitaire taken. invulling werkweek Internisten hebben een gemiddelde werkweek van 50 uur. Slechts 16 procent werkt 40 uur of minder. Drie kwart werkt tussen de 40 en 60 uur. Slechts (9 procent) van de ondervraagden zegt meer dan 60 uur per week te werken. Per werkweek wordt slechts de helft van de tijd besteed aan directe patiëntenzorg: gemiddeld zo n 27 uur. Aan andere beroepsmatige activiteiten, zoals lesgeven, onderzoek en advisering wordt gemiddeld 7 uur besteed; aan bestuurlijke activiteiten 5 uur. De procentuele verdeling van de uren over de verschillende soorten activiteiten is als volgt: 53 % 14 % 9 % 6 % 10 % 8 % Administratie (9 %) Nascholing (6 %) Bestuur/beleid (10 %) Overig (8 %) Anders beroepsmatig (14 %) Directe patiëntenzorg (53 %) 81

slotopmerking Een vijfde van de ondervraagde internisten zegt in één woord zijn vak mooi te vinden. 7 procent benadrukt nog eens dat het een breed vak is. De internisten voegen met hun laatste opmerkingen verder niet duidelijk te rubriceren informatie toe. Daarom nog drie internisten zelf aan het woord: "Het vergt een hoger niveau dan men gewoonlijk inschat; wetenschappelijk denken, boerenverstand, sociale vaardigheden en stamina." " De internist is het geweten in het ziekenhuis." " Samenwerking staat centraal in de uitvoering van dit werk. De patiëntencontacten worden korter maar intensiever, en het verwachtingspatroon van de patiënt wordt hoger." gemiddelde scores voor kritische factoren inhoud van het werk gemiddeld context beroepsuitoefening gemiddeld autonomie 8,2 werkdruk 6,7 patiëntenzorg 7,2 medische beleidsverantwoord. 7,7 continuïteit 7,3 regelmaat 5,2 variatie 7,9 zekerheid 8,3 vereiste deskundigheid 5,0 status 7,1 standaardisering 6,4 vrije tijd 5,0 denken versus doen 3,8 werkomstandigheden 7,5 medisch-technisch handelen 3,4 inkomen 5,6 interactie 8,0 inhoudelijke voldoening 8,8 82

Oefening Als je het bovenstaande beroepsprofiel goed hebt doorgelezen, maak dan de volgende oefening: Schrijf hieronder je top-vijf van kritische factoren; Zet in kolom A de scores die je in de Voorbereiding aan elk van deze factoren hebt gegeven; Zet in kolom B de gemiddelde scores die je in het hierboven beschreven profiel aantrof; Trek de scores in kolom B af van die in kolom A en schrijf het resultaat in kolom C; Tel de cijfers in kolom C op. Let op: negeer + en tekens! Hoe dichter het totaal-getal bij de 0 ligt, des te waarschijnlijker het is dat dit specialisme aansluit bij je wensen. Verder onderzoek is natuurlijk geboden. Dit cijfer alleen zegt niet zoveel voordat je het hebt vergeleken met die voor andere specialismen! Kritische factoren A B C (jouw waardering) (gemiddelde score) (verschil) Totaal: 83

ISBN: 90 71941 46 9 Copyright 1999 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de te Utrecht. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b Auteurswet 1912, het besluit van 20 juli 1974, Staatsblad 471, en art. 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie werken (art. 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de te wenden. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Daar waar hij staat in de navolgende hoofdstukken, wordt ook zij bedoeld.