NatuurInclusief J. Beijk Alexandrinalaan NN BORCULO. Datum 13 februari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Vergelijkbare documenten
Natuurbalans - Limes Divergens B.V. G. Hoogerwerf Toernooiveld ED NIJMEGEN

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Ecomilieu R. Gerritsen Bergweg 5A 7671 TA VRIEZENVEEN. Datum 16 maart 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 oktober 2014 tot en met 28 oktober 2019.

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Staatsbosbeheer Divisie Ontwikkeling en Beheer S. Thijsen Smallepad MG AMERSFOORT

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 12 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Erasmus Medisch Centrum B.E.E. Martina Dr. Molewaterplein GEROTTERDAM

Netwerk Groene Bureaus J.P.M. Burger Zeisterweg NL ODIJK. Datum 24 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 27 juli 2016 t/m 1 september 2020.

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 18 november 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Stichting Waterproef R.W.G.M. Melis Postbus ZGEDAM. Datum 7 maart 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Stichting RAVON R. van Westrienen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 17 november 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 24 februari 2015 tot en met 1 januari 2018.

Stichting Nationaal Klok & Peel museum Asten H. A. van der Loo Ostadestraat WC ASTEN

Alterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg PB WAGENINGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus BAAMSTELVEEN

Bureau Biota G. Milder-Mulderij Krulmate KD ZWOLLE. Datum 9 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Vereniging Natuurmonumenten J. Quik Slabroekseweg PX NISTELRODE. Datum 12 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 januari 2016 tot en met 28 januari 2021.

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 31 mei 2015 tot en met 30 mei 2020.

Universiteit van Amsterdam C. Cavallo Turfdraagsterpad XT AMSTERDAM

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 20 september 2016 tot en met 15 oktober 2017.

Veldbiologische Werken J.C. Knotters Kastanjeberg KA ROOSENDAAL. Datum 16 december 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Natuurmuseum Fryslan G. Koopmans Schoenmakersperk EM LEEUWARDEN. Datum 18 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Op 12 november 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Welkom Bever ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Stichting RAVON A.M. Spitzen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

M. Snelleman Ds. H. Pauwstraat AC BRIELLE. Datum 30 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

IMARES Wageningen UR T.P. Bult Ankerpark AG DEN HELDER. Datum 16 februari 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Op 14 september 2016 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Na het MEC ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Op 2 mei 2016 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Otter ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Stichting Ravon R.W. Westrienen Toernooiveld ED NIJMEGEN. Datum 17 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Brandweer Nunspeet C. Barneveld Elburgerweg TA NUNSPEET. Datum 14 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan CL UTRECHT

Provincie Limburg M. Wouters-Ackermans Postbus MA MAASTRICHT. Datum 9 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Biodivers B.V. P.J.L. de Groot Hoenkoopse Buurtweg GB OUDEWATER. Datum 3 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Stein R. Vluggen Stadhouderslaan KP STEIN. Datum 28 mei 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

Jasja Dekker Dierecologie J. Dekker Enkhuizenstraat WZ ARNHEM. Datum 30 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Stichting Zeemuseum Miramar M.J. van Geel Vledderweg AB VLEDDER. Datum 3 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Stichting opvang Bronsbergen H.W. Enzerink Bronsbergen AA ZUTPHEN

Tier3 solutions GmbH C. Wolf Kolberger Str LEVERKUSEN Duitsland

R. Grimminck duivenoverlastbestrijding R. Grimminck De Heul AJ OOSTZAAN

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 23 september 2016 tot en met 1 juni 2021.

Bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. B.H.J.M. Crombaghs Postbus GA NIJMEGEN

Seamarco B.V. R.A. Kastelein Julianalaan CC HARDERWIJK. Datum 12 augustus 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Gemeente Opmeer H.A.C. van Langen postbus ZK SPANBROEK. Datum 4 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

M.B.A. Knuvers Vicarisweg AC VARSSELDER. Datum 15 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet. Geachte mevrouw Knuvers,

Vereniging Buyshaven D.J. Koopman Flevolaan MA ENKHUIZEN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Heerenveen H. Huisman Postbus BH HEERENVEEN. Datum 16 februari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen.

Gemeente Midden-Drenthe M.W.L. Koster Postbus AA BEILEN. Datum 16 december 2015 Betreft Beslissing aanvraag art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Leiden F. van der Sluis Postbus PC LEIDEN. Datum 31 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Energieonderzoek Centrum Nederland ECN P.J. Sayers Postbus ZG PETTEN. Datum 7 maart 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

SOVON Vogelonderzoek Nederland R.L. Vogel Toernooiveld ED NIJMEGEN

Brabants Landschap E.J. van Haaften Kasteellaan RE HAAREN. Datum 20 mei 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

Gemeente Westland P. Moerman Postbus AD NAALDWIJK. Datum 7 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Oude IJsselstreek W. Geense Postbus AA GENDRINGEN. Datum 13 november 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag

Naar aanleiding van het verzoek van de heer W.N.J. Ursem op 17 september 2013, namens de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT)

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Op 21 juli 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Meeuwen bestrijding. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen 2 Beslissing Aanvraag

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 27 januari 2015 tot en met 26 januari 2020.

Op 3 juni 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor drie grijze eekhoorns. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 17 maart 2017 tot en met 16 maart 2022.

Gemeente Overbetuwe G..W.E.M. Burgers Postbus AA ELST. Datum 2 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen 2 Beslissing Aanvraag

Op 30 november 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Ontheffing roeken. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 30 november 2016 tot en met 31 december 2017.

Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet. Geachte heer Zeilmaker,

Gemeente Overbetuwe I.A.N.M. van Riel Postbus AA ELST. Datum 1 oktober 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Wespro Plaagdierpreventie C.C.W.P. Schuurmans Veldstraat AW GEFFEN. Datum 13 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Gemeente Oude IJsselstreek P. Kleingeld Postbus AA GENDRINGEN. Datum 9 januari 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Tamboer Plaagdierbeheersing A. Tamboer Hoofdweg LV NIEUW VENNEP. Datum 29 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag jagen op begraafplaatsen

Oeroe Boeroe - educatieve projecten S.M.A. Bakker Bennemeersweg EL TWISK

Gemeente Drimmelen J. Mandemakers Postbus AA MADE. Datum 12 september 2014 Betreft Beslissing wijziging ontheffing Art. 75 Flora en faunawet

Stichting RAVON de heer R. van Westrienen Toernooiveld 1, kamer A1-24 B 6525 ED NIJMEGEN. Geachte heer Van Westrienen,

Rilksdienst voor Ondernemend

Roflight R.J. Musters Lemselobrink GD ENSCHEDE. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 FFW/Wet natuurbescherming

't Zinkske H.A.W. Bakker Vuurlinie RN NEERKANT. Datum 2 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Vereniging van Eigenaren Inventor Business Park M.C.J. Reijnders-Meine Keesomstraat 12 B 1821 BS ALKMAAR

De R.-K. Parochie H. Augustinus p/a R.-K. Begraafplaats Buitenveldert A. Vink Fred Roeskestraat EE AMSTERDAM

Op 9 juni 2016 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor Duiven rond gebouwen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 14 oktober 2016 tot en met 14 oktober Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Ottenschot Faunabeheersing M.J.P. Ottenschot Beldsweg PH AMBT DELDEN

M. Paarlberg - Spaanderman Stroet GM STROET. Datum 14 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen.

Natuurlijk! Fauna-advies B.V. C.F. Schoon Hofsemolenweg PM VAASSEN

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. T.J. Wams Noordereinde JJS GRAVELAND

Stichting Superkatten M. Heijdra Waalbandijk GR HELLOUW. Datum 6 juli 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 22 februari 2017 tot en met 21 februari Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit.

Stichting SOS Dolfijn E. Everaarts Valkhof LL NIJKERK. Datum 29 juni 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Liemers Centrum voor Natuur- en Milieu-Educatie (NME) W. Nass Vestersbos BV ZEVENAAR

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BDL/Bestra H. Smeets-Schiessl Nieuwstraat GS STEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag NatuurInclusief J. Beijk Alexandrinalaan 7 7271 NN BORCULO Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet Bijlagen 2 Geachte heer Beijk, Op 9 januari 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Uitvoeren ecologisch onderzoek ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing. Beslissing Ik heb besloten uw aanvraag gedeeltelijk goed te keuren. Hierbij verleen ik u de ontheffing die u heeft aangevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in: artikel 9 van de Flora- en faunawet voor het vangen, bemachtigen en met het oog daarop opsporen van beschermde inheemse zoogdieren (Mammalia), vissen (Pisces), reptielen (Reptiles), amfibieën (Amphibia) en ongewervelden (Invertebrata) en voor het doden van beschermde inheemse ongewervelden; artikel 11 van de Flora- en faunawet voor het verstoren van nesten, holen of andere vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde inheemse zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën, vogels (Aves) en ongewervelden en voor het beschadigen van vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde inheemse vissen, reptielen, amfibieën en ongewervelden; artikel 12 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het zoeken en beschadigen van eieren van beschermde inheemse vissen, reptielen, amfibieën en ongewervelden; artikel 13, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het onder zich hebben en vervoeren van producten van beschermde inheemse zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën, vogels en ongewervelden; artikel 15, lid 2 en 15b, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het gebruik van inloopvallen voor het vangen van beschermde inheemse zoogdieren, waaronder soorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van tot en met 12 februari 2019. Uw aanvraag voor een ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 8, 10, 14 en 15, lid 1, van de Flora- en faunawet, wijs ik af. Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. Pagina 1 van 7

Aanvraag U vraagt, namens NatuurInclusief, ontheffing voor het uitvoeren van inventarisatieonderzoek. Het betreft zogenaamde quickscans of natuurtoetsen in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen en onderzoek naar beschermde inheemse planten en dieren ten behoeve van de Flora- en faunawet. Alle onderzoeken worden uitgevoerd door ervaren personen. Bij ieder benodigd onderzoek zal te allen tijde een zorgvuldige afweging plaatsvinden om de juiste en minst verstorende methode te gebruiken. NatuurInclusief volgt bij het uitvoeren van het onderzoek naar flora en fauna de protocollen die hiervoor zijn opgesteld door onder andere het Netwerk Groene Bureaus, Netwerk Ecologische Monitoring, de Zoogdiervereniging en stichting RAVON. Toelichting Relevante wet- en regelgeving In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen. Ontheffing Uit de relevante wet- en regelgeving blijkt dat de aangevraagde ontheffing alleen kan worden verleend als: De gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding is; Er geen andere bevredigende oplossing bestaat; De ontheffing aangevraagd wordt ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie. Uit het activiteitenplan blijkt dat de dieren zo snel mogelijk weer op de vangplek worden vrijgelaten. Alleen in het geval van ongewervelden, kan het voorkomen dat een dier moet worden gedood om het te kunnen determineren. Hoewel het verstoren en beschadigen van vaste rust- en verblijfplaatsen en eieren tijdens het uitvoeren van inventarisatieonderzoek onvermijdelijk is wordt dit door het volgen van de juiste protocollen wel zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee wordt de zorgplicht in acht genomen en is de gunstige staat van instandhouding niet in het geding. In het geval van het meenemen van dode (delen van) dieren mag worden aangenomen dat het dier een natuurlijke dood is gestorven of in ieder geval buiten schuld of medeweten van de ontheffinghouder om het leven is gekomen. Het inventariseren van deze dieren draagt indirect bij aan het in stand houden van soorten en de gebieden waar zij in leven en mag gezien worden als de juiste oplossing. Afwijzing artikel 8 U vraagt ontheffing aan van artikel 8 van de Flora- en faunawet voor het plukken van planten ter determinatie. Bij inventarisatieonderzoek mag echter verondersteld worden dat de betrokken veldmedewerkers bekend zijn met de te inventariseren beschermde inheemse soorten. Deze kunnen op zicht gedetermineerd worden. Ik ben van mening dat bij lastig te determineren soorten, fotografisch vastleggen afdoende is. Pagina 2 van 7

Afwijzing artikel 10 U vraagt ontheffing aan van artikel 10 van de Flora- en faunawet. Het opzettelijk verontrusten van diersoorten is echter niet noodzakelijk voor het op een juiste wijze uitvoeren van uw onderzoek. Het opzettelijk verontrusten van diersoorten is misschien niet geheel vermijdbaar, maar kan bij een juiste handelswijze tot een minimum beperkt worden. Ik beschouw dit als incidenten en verleen u hier geen ontheffing voor. Afwijzing artikel 14 U vraagt ontheffing aan van artikel 14 van de Flora- en faunawet voor het uitzetten van dieren in de vrije natuur. U geeft aan dat het bij inventarisatieonderzoek kan voorkomen dat exoten gevangen worden. Omdat het bij inventarisatieonderzoek niet de bedoeling is om dieren aan het onderzochte gebied te onttrekken, wilt u deze dieren weer vrijlaten op de plek waar deze gevangen zijn. Het direct vrijlaten van dieren op de vangplek waar deze gevangen zijn wordt echter niet gezien als uitzetten in de zin van artikel 14 van de Flora- en faunawet. Afwijzing artikel 15, lid 1 U vraagt ontheffing aan van artikel 15, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het gebruik van mistnetten voor het vangen van vleermuizen. Het beleid van de Staatssecretaris van Economische Zaken is dat ontheffingen voor het gebruik van mistnetten alleen worden verleend aan personen of instanties die kunnen aantonen dat er voldoende expertise aanwezig is om op een verantwoorde wijze met dit vangmiddel om te gaan. Het doel van dit beleid is om het ongerief bij de dieren zoveel mogelijk te beperken. U heeft echter niet kunnen aantonen dat NatuurInclusief over voldoende expertise op het gebied van het vangen van vleermuizen met mistnetten beschikt. Ik wijs uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 15, lid 1 daarom af. Wanneer u op een later tijdstip wel over voldoende expertise beschikt, kunt u een wijziging van de aan u verleende ontheffing aanvragen om alsnog een ontheffing voor het gebruik van mistnetten te verkrijgen. Conclusie Gelet op het bovenstaande verleen ik u ontheffing voor het uitvoeren van inventarisatieonderzoek. Uw aanvraag voor een ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 8, 10, 14 en 15, lid 1, wijs ik echter af. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Pagina 3 van 7

, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij het indienen van een digitaal bezwaarschrift vragen wij u naar een aantal gegevens uit deze brief. Maakt u schriftelijk bezwaar, vermeld in uw bezwaarschrift dan in ieder geval onze referentie en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt dit nummer in de rechter kantlijn in deze brief. Op mijn.rvo.nl vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift. Meer informatie? Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen Pagina 4 van 7

Relevante wet- en regelgeving Flora- en faunawet Artikel 2 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Artikel 4 1. Als beschermde inheemse diersoort worden aangemerkt: a. alle van nature in Nederland voorkomende soorten zoogdieren, met uitzondering van gedomesticeerde dieren behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten en met uitzondering van de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis; b. alle van nature op het Europese grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitzondering van gedomesticeerde vogels behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten; c. alle van nature in Nederland voorkomende soorten amfibieën en reptielen d. alle van nature in Nederland voorkomende soorten vissen, met uitzondering van de soorten waarop de Visserijwet 1963 van toepassing is. 2. Als beschermde inheemse diersoort kunnen voorts bij algemene maatregel van bestuur worden aangewezen diersoorten die van nature in Nederland voorkomen en die: a. in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd; b. niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting; c. uit Nederland zijn verdwenen doch ten aanzien waarvan gerede kans op terugkeer bestaat of d. zodanige gelijkenis vertonen met soorten die zijn aangewezen op grond van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten. 3. De aanwijzing van een diersoort als beschermde inheemse diersoort geschiedt in afwijking van het bepaalde in het tweede lid bij ministeriële regeling indien die aanwijzing noodzakelijk is ter uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties. Artikel 8 Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Pagina 5 van 7

Artikel 9 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12 Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Artikel 13 1. Het is verboden: a. planten of producten van planten, of dieren dan wel eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot een beschermde inheemse of beschermde uitheemse plantensoort onderscheidenlijk een beschermde inheemse of beschermde uitheemse diersoort, b. te koop te vragen, te kopen of te verwerven, ten verkoop voorhanden of in voorraad te hebben, te verkopen of ten verkoop aan te bieden, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, te huren of te verhuren, te ruilen of in ruil aan te bieden, uit te wisselen of tentoon te stellen voor handelsdoeleinden, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen of onder zich te hebben. Artikel 14 1. Het is verboden dieren of eieren van dieren in de vrije natuur uit te zetten. Artikel 15 1. Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt en bestemd zijn voor het doden of vangen van dieren, onder zich te hebben, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te koop te vragen, te kopen of te verwerven, ten verkoop voorradig of voorhanden te hebben, te verkopen of ten verkoop aan te bieden, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden of af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, te huren of te verhuren, te ruilen of in ruil aan te bieden. 2. Het is verboden zich buiten gebouwen te bevinden met bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt zijn voor het doden of vangen van dieren, of met materialen ter onmiddellijke vervaardiging van die middelen of van de krachtens het eerste lid aangewezen middelen, indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat die middelen of materialen voor het doden of vangen van dieren zullen worden gebruikt. Pagina 6 van 7

3. Bij een aanwijzing als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt mede rekening gehouden met het belang te voorkomen dat een onnodig grote inbreuk op het welzijn van het te doden of te vangen dier wordt gemaakt. Artikel 15b 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 15 en 72 is het, ingeval op grond van Hoofdstuk V, titel III, een afwijking van artikel 9 wordt toegepast, verboden om dieren die behoren tot de soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, of bijlage V, onderdeel a, van richtlijn 92/43/EEG, te bemachtigen, te vangen of te doden met gebruikmaking van niet-selectieve middelen die de plaatselijke verdwijning of ernstige verstoring van de rust van de populaties van deze soorten tot gevolg kunnen hebben. 2. Tot de middelen, bedoeld in het eerste lid, behoren in in ieder geval: a. de middelen, bedoeld in bijlage VI, onderdeel a, van richtlijn 92/43/EEG; en b. elke vorm van vangen en doden, vanuit de vervoersmiddelen, bedoeld in bijlage VI, onderdeel b, van richtlijn 92/43/EEG. Artikel 75 3. Onze Minister kan, voorzover niet overeenkomstig artikel 68 van deze wet door gedeputeerde staten ontheffing is of kan worden verleend, ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 8 tot en met 15a, 15b, tweede lid in samenhang met het eerste lid, 16, 17, 18, 50, 51, 52, 53, 58, 59, tweede lid, 64, tweede lid, en 72, vijfde lid. 5. Vrijstellingen en ontheffingen worden tenzij uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties noodzaakt tot het verlenen van vrijstelling of ontheffing om andere redenen, slechts verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. 6. Onverminderd het vijfde lid, worden voor soorten genoemd in bijlage IV van richtlijn 92/43/EEG, voor soorten vogels als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, en voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen beschermde inheemse dier- of plantensoorten vrijstelling of ontheffing slechts verleend wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat: a. ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie, alsmede voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten; Besluit beheer en schadebestrijding Artikel 11 1. Als middelen bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet, zijn mistnetten aangewezen. 2. Als middelen bedoeld in artikel 15, tweede lid van de wet, zijn aangewezen: c. vallen, met uitzondering van kastvallen; Pagina 7 van 7

ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van de heer J. Beijk op 9 januari 2014, namens NatuurInclusief gelet op artikel 75, lid 3, 5 en 6, onderdeel a van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: NatuurInclusief (hierna: ontheffinghouder) Adres: Alexandrinalaan 7 Postcode en woonplaats: 7271 NN BORCULO Ontheffing voor het tijdvak van: tot en met 12 februari 2019 Van de verbodsbepalingen genoemd in: artikel 9 van de Flora- en faunawet voor het vangen, bemachtigen en met het oog daarop opsporen van beschermde inheemse zoogdieren (Mammalia), vissen (Pisces), reptielen (Reptiles), amfibieën (Amphibia) en ongewervelden (Invertebrata) en voor het doden van beschermde inheemse ongewervelden; artikel 11 van de Flora- en faunawet voor het verstoren van nesten, holen of andere vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde inheemse zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën, vogels (Aves) en ongewervelden en voor het beschadigen van vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde inheemse vissen, reptielen, amfibieën en ongewervelden; artikel 12 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het zoeken en beschadigen van eieren van beschermde inheemse vissen, reptielen, amfibieën en ongewervelden; artikel 13, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het onder zich hebben en vervoeren van producten van beschermde inheemse zoogdieren, vissen, reptielen, amfibieën, vogels en ongewervelden; artikel 15, lid 2 en 15b, lid 1 van de Flora- en faunawet voor het gebruik van inloopvallen voor het vangen van beschermde inheemse diersoorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn, in het belang van onderzoek. De ontheffing geldt voor heel Nederland. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Het bestuur van de ontheffinghouder dient toe te zien op de strikte naleving van deze ontheffing met de daarin vermelde voorwaarden. 2. De ontheffinghouder dient alle door of namens de Staatssecretaris van Economische Zaken verstrekte of nog te verstrekken aanwijzingen in verband met de uitvoering van deze ontheffing nauwkeurig op te volgen. 3. Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen, voor wat betreft bovengenoemde artikelen van de Flora- en faunawet, mogen vaste medewerkers van de ontheffinghouder middels een machtiging gebruik maken van deze ontheffing. Indien de ontheffinghouder een ander dan een vaste medewerker machtigt, dan dient de ontheffinghouder een kopie van de verleende machtiging aan, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag te zenden. De machtiging vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: 1 van 2

a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van degene aan wie de machtiging is verleend; b) soort(en) en eventuele aantallen waarvoor de machtiging geldt; c) kwalificaties met betrekking tot deskundigheid op het gebied van beschermde soorten; d) de handelingen die mogen worden verricht; e) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; f) periode waarvoor de machtiging geldt; g) naam en handtekening ontheffinghouder; h) het nummer van de ontheffing die aan de ontheffinghouder is verleend. 4. Gemachtigden dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de machtiging bij zich. Deze machtiging dient te zijn gehecht aan een kopie van deze ontheffing. Gemachtigden dienen de machtiging op eerste vordering te tonen aan een bevoegd controleur of opsporingsambtenaar. 5. De aangegeven handelingen mogen uitsluitend worden verricht voor inventarisatieonderzoek, volgens het bij de aanvraag activiteitenplan en de aanvulling daarop van 24 januari 2014. 6. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan de producten van dieren te gebruiken voor commerciële doeleinden. 7. De ontheffinghouder dient een overzicht van de onderzoeken van de ontheffinghouder zelf en van de gemachtigden in de maand januari van ieder jaar te zenden aan Ondernemend Nederland, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. De ontheffinghouder geeft daarbij in het algemeen aan wat de effecten en de mate van ongerief van de werkwijze in de praktijk zijn. 8. Deze ontheffing kan bij het niet of niet voldoende naleven van de voorwaarden worden ingetrokken. Den Haag, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen Teammanager Vergunningen 2 van 2