TRANSPORT 3.5 Krachten

Vergelijkbare documenten
Schooljaar: TRANSPORT 3.2. Kenmerken / Eigenschappen van Transportmiddelen KLAS 2A 2B 2C 2D 2G. Algemene Techniek Mnr.

Bij transportmiddelen hebben wij te maken met bepaalde krachten. Noem 3 soorten krachten die op transportmiddelen werkzaam kunnen zijn. a.

TRANSPORT 3.1 t/m 3.4

Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Samenvatting Techniek H9 Transport

Hoe werkt het antwoordblad?

- Wat gebeurde in de geschiedenis bij de Egyptenaren rond 3500 jaar voor Christus dat transport de vorm kreeg in de wereld.

Gebruiksaanwijzing leerdagboek

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Laten we eens kijken naar de volgende grafiek:

Sheets inleiding ontwerpen

Schooljaar: TRANSPORT 3.3. Veiliger, groter en sneller KLAS 2A 2B 2C 2D 2G. Algemene Techniek Mnr. Baromeo

Inleiding kracht en energie 3hv

BEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode

Naam: Klas: Repetitie versnellen en vertragen 1 t/m 6 HAVO

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Begripstest: Kracht en beweging (FCI)

jaar: 1989 nummer: 17

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

SO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a

Hand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01

Hand- out Boeing 737. hand- out- PU.01

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

Lading op dak mag niet meer uitsteken dan 20cm aan beide zijkanten.

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Woensdag 24 mei, uur

Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

lesbrieven werkbladen Lesbrief 3: avonturenpakket de uitvinders en het

natuurkunde havo 2018-II

Extra opdrachten Module: bewegen

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis)

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Repetitie Draaiende voorwerpen voor VWO (versie A)

Lesactiviteit. omschrijving: ontwerp en bouw twee wagentjes op. Techniek Toernooi is een programma van Stichting Techniekpromotie

Het vervoeren van goederen van de ene plek naar de andere. Bijvoorbeeld in vrachtwagen, vliegtuig of boot.

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-I

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

natuurkunde havo 2019-II

juni 2014 vanaf 4 jaar De wieken van de molen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Het Geheim van Wielrennen. De natuurkunde van het fietsen

=0.327W Dit verlies komt overeen met een verlies van ongeveer 6.8%. =0.688W Dit verlies komt overeen met een verlies van ongeveer 14.33%.

Kangoeroekrant: We zien ze vliegen!

Eindexamen wiskunde B havo 2001-I (oude stijl)

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Taak van de hoofdrotor

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

VWO CASE SPEED KITESURFEN

Eindexamen natuurkunde 1 havo I

lesbrieven geluidsgolven avonturenpakket de uitvinders en het leerkrachtenbestand Lesbrief 3:

SCdefault. 900 Montagerichtlijn

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-I

Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 11 Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

Pretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Fietsen Martijn Carol TCT 2008

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2007-II

We wensen jullie veel succes en een leuke en leerzame Eureka Cup!

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Taak van de hoofdrotor

Ontwerp en bouw een auto die verschillende soorten ladingen van een helling af naar beneden vervoert.

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

900 Montagerichtlijn

Space Experience Curaçao

Fysica voor Beginners. Deel 1

Bemoediging en groet

Tevens is deze proefles ideaal als voorbereiding op de Mad Science workshop Lucht & Aerodynamica die via deze link te boeken is.

Begripsvragen: Arbeid en energieomzettingen

Samenvatting Natuurkunde Kracht

1.1 De juiste versnelling

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Over astronauten, raketten en satellieten

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl I

Opgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser

Praktijk Vragen over auto

weet dat een zonnepaneel net als een batterij energie levert weet waar een auto aan moet voldoen om op zonnepanelen een auto die op zonneenergie

Transcriptie:

Schooljaar: 2015-2016 TRANSPORT 3.5 Krachten KLAS 2A 2B 2C 2D 2G Algemene Techniek Mnr. Baromeo

1. Transport & Krachten Op transportmiddelen kunnen de volgende krachten werken. 1) Aandrijvingskracht (de kracht van de motor). 2) Weerstandskracht (kracht van de lucht/water/weg, die het transportmiddel tegen houdt). 3) Zwaartekracht (de aantrekkingskracht van de aarde). 4) Opwaartse kracht (de kracht van het water, die het schip drijvend houdt). 5) Lift (de opwaartse druk van de wind onder de vleugel van het vliegtuig). 6) Botsingskracht (de kracht, wanneer het transportmiddel tegen een voorwerp botst). 7) Reactiekracht (de kracht van een raket). Naast die krachten hebben wij ook te maken met: 1) Spierkracht (de kracht die de mens uitoefend). 2) Windkracht (de kracht van de wind).

2. Weerstand bij transportmiddel Bij transportmiddelen kennen wij 3 soorten weerstanden: (1) luchtweerstand, (2) waterweerstand en (3) rolweerstand (dit is de weerstand van de weg of van de rails, contact met het wiel). De luchtweerstand speelt een grote rol bij vervoermiddelen. Bijvoorbeeld; hoe harder je fietst, hoe groter de luchtweerstand wordt. Een auto rijdt harder dan een fiets betekent dat de luchtweerstand bij auto s groter is dan bij fietsen. Een auto moet zo weinig mogelijk luchtweerstand hebben, want hoe kleiner de luchtweerstand, hoe minder energie je nodig heb om snel vooruit te komen. Met een ligfiets heb je minder luchtweerstand dan met een gewone fiets. Als je minder luchtweerstand hebt, kun je sneller fietsen.

3. Luchtweerstand Bij een gewone fiets heb je meer lichaam oppervlakte waardoor de luchtweerstand ook groter is. Luchtweerstand betekent dat als je met bepaalde snelheid fietst, de windkracht als het ware probeer je tegen te houden. De kracht van de wind biedt weerstand tegen jou lichaam wanneer je aan het fietsen bent, dat wordt luchtweerstand genoemd. Er zijn drie soorten fietsen: o Gewone-fiets (35 km/h) o Triatlon-fiets en (39 km/h) o ligfiets (44 km/h).

3.1. Vliegtuig Bij transport door de lucht denken wij meteen aan een vliegtuig. Vliegtuigen zijn zwaar, die moeten mensen, dieren en goederen vervoeren in de lucht over grote afstanden. Om een zodanige zware vogel de lucht in te krijgen moet het vliegtuig met hoge snelheid rijden en ook de luchtweerstand moet kleiner zijn. De luchtweerstand is hier ook heel erg belangrijk, daarom hebben vliegtuigen een unieke vorm. De vleugels van een vliegtuig hebben een speciale vorm. Door de snelheid van een vliegtuig ontstaat er een opwaartse kracht, die het vliegtuig omhoog tilt. Aan de bovenkant is de vleugel bol en aan de onderkant recht. Doordat de luchtweerstand aan de bovenkant kleiner is dan de onderkant, ontstaat een soort zuiging omhoog, dat is de opwaartse kracht. De opwaartse kracht wordt groter dan het eigengewicht van het vliegtuig plus lading. Bij vliegtuigen is de opwaartse kracht afhankelijk van de vliegsnelheid. De opwaartse kracht bij een vliegtuig wordt lift genoemd. Hoe sneller de lucht langs de vleugels, hoe groter de lift. Daarom moet een vliegtuig een hogere snelheid hebben om te kunnen vliegen.

3.2. Ruimte In de ruimte heb je geen lucht (zuurstof). Zonder lucht is er geen lift. In de ruimte heb je dus niets aan vleugels. Bij ruimtevaart heb je in de ruimte een raket nodig om vooruit te komen. Bijvoorbeeld, als je de ballon opblaast en loslaat, schiet hij weg. De lucht die uit de ballon komt, schiet de ene kant op. De ballon zelf gaat de andere kant op. Dit noemen wij reactiekrachten. Hetzelfde gebeurt in een raketmotor. De verbrandingsgassen, die uit de motor komen, gaan de ene kant op. De raket zelf gaat de andere kant op. De Space Shuttle (ruimtevaart). Er is veel energie nodig om de zware ruimtevaart omhoog te krijgen. De raket zit vol brandstof om voldoende verbrandingsgassen te maken. De ruimtevaart heeft alleen een kleine vleugel nodig om veilig op aarde te kunnen landen.

4. Waterweerstand Bij het ontwerpen van een boot moet de ontwerpers rekening houden met de waterweerstand van het water. Boten worden zodanig ontworpen met bepaalde vorm om de weerstand te verkleinen. Bij een boot spreek je van waterweerstand. Hoe kleiner de weerstand, hoe minder energie er nodig is om snel te varen. Voorbeeld Stel: de opwaartse druk van het water is 2500 kg. Iemand moet gaan varen met een boot van 1500 kg. Het gewicht van de ladingen zijn 1000 kg en aantal bemaningsleden wegen samen 380 kg. Geef je advies over het transporteren van deze goederen.

Opgave 18 omhoog vooruit omlaag achteruit zwaarte opwaartse motoren water