Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen

Vergelijkbare documenten
J A A R V E R S L A G

2 1 JUNI Statutaire gegevens 3

Jaarverslag Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor Onderhoud en Reiniging in Scheepvaart, Industrie en Milieu en Aanverwante Activiteiten

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (SUB)

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN.

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging

Jaarrekening ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V.

Balans per 31 december 2017

STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2007

Gordiaan Vastgoed BV. Jaarrekening 2009

Financiële verantwoording Vereniging het Verschil

Triodos Custody bv JAARVERSLAG TlCustody

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Jaarrekening Stichting Sociaal Fonds Taxi

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2014

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2017 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2012 publicatie gegevens inzake vernieuwde ANBI regelgeving

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2014: publicatiegegevens inzake ANBI-regelgeving

Jaarverslag TECH. Vervroegd Uittreden uit de Technische Groothandel. Groothandel Stichting Vrijwillig

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Jaarrekening Stichting Basisbibliotheek Oostland

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2016 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving

Stichting Fonds SZA/CIZ gevestigd te Amstelveen

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND. (Voorheen Stichting Bewaarder Gold & Discovery Fund) AMERSFOORT JAARREKENING 2012

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen (VUTBZ)

2 9 JUNI Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven.

Jaarverslag Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie

Stichting Present Utrecht Vliegend Hertlaan 4a 3526 KT UTRECHT JAARVERSLAG RAPPORT Inzake jaarverslag

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Technische Groothandel

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

- ANNUAL REPORT Stichting Bewaarbedrijf Guestos. te Amsterdam. Jaarrekening /05/07, 11:50

Jaarverslag TECH. Vervroegd Uittreden uit de Technische Groothandel. Groothandel Stichting Vrijwillig

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Vorderingen Overige vorderingen Liquide middelen

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2013 publicatie gegevens inzake vernieuwde ANBI regelgeving

STICHTING JIMMY NELSON FOUNDATION TE AMSTERDAM. Rapport inzake jaarstukken 2016

Jaarverslag Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Baksteenindustrie

stichting Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Vlakglas, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbed rijf

Dutch Residential Fund IV BV. Jaarrekening 2010

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarrekening Groep Stichting Bibliotheek Velsen en Basisbibliotheek Velsen

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding. voor de Lederindustrie

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Oostland

Stichting Else Amersfoort Jaarrekening Kortlopende schulden 5 (p.15) Totaal passiva

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001

STICHTING BEWAARBEDRIJF HERMES II AMERSFOORT JAARREKENING 2011

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Huizen-Laren-Blaricum

3. JAARREKENING maart 2016

Jaarverslaggeving over 2009

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

-1 JUNI Stichting Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Vlakglas, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf.

Stichting Rijksherbariumfonds dr. E. Kits van Waveren. te Leiden. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Liquidatieverslag t/m STICHTING VUT WATERBOUW in liquidatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Stichting Travers Fonds JAARVERSLAG Stichting Travers Fonds is onderdeel van Stichting Travers

Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Overige reserves

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2013

Stichting Bewaarder Fonds Bloemendaal

Stichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190

DEELNEMERSVERENIGING PENSIOENFONDS VERLOSKUNDIGEN JAARRAPPORT 2008

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Westland

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2012

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Bollenstreek

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2013

STICHTING BEWAARBEDRIJF HERMES II

Financiële vaste activa Aandelen en participatiebewijzen Obligaties

Jaarrapport Stichting Fonds Familie in de Buurt. te Groningen

Stichting Servicekantoor Agrarische Groothandel Jaarverslag 2006 Over het eerste boekjaar 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA AMSTELVEEN Telefoon Fax

Mijndomein.nl Services BV

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Stichting Tuchtrecht Vrijwilligerswerk. Jaarrekening 2014

Stichting Diaconessenhuis/Mariastichting tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Hoeksche Waard

Jaarbericht OFE Detailhandel. Jaarrekening Overige gegevens Resultaatbestemming Controleverklaring Gebeurtenissen na balansdatum

Jaarverslag Stichting Vrijwillig Uittreden voor Linnenverhuur- en Wasserijbedrijven en voor Textielreinigingsbedrijven

Trustee VermogensParaplu B.V. Amsterdam, Nederland JAARREKENING 2013

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Banden- en Wielenbranche (in liquidatie)

1 Jaarrekening. 1.1 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

stichting Uittreden Architectenbureaus SUA Jaarverslag 2010

Jaarrekening Stichting De Bibliotheek

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad-en Zweminrichtingen (VUTBZ)

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Transcriptie:

JA ARVERSLAG 2009

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen Jaarverslag 2009

Inhoud Statutaire gegevens 4 Algemeen 5 Doel van de stichting 5 VUT-CAO 5 Een paar cijfers 5 De regeling 5 Bestuursbesluiten 7 Verhoging lopende uitkeringen 7 Algemene onderwerpen 7 Verzoeken van werkgevers en uitkeringsgerechtigden 8 Kerngegevens 9 Jaarrekening 10 Balans per 31 december 2009 10 Rekening van baten en lasten over het boekjaar 2009 11 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2009 12 Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling 13 Toelichting op de rekening van baten en lasten over het boekjaar 2009 15 Kasstroomoverzicht 20 Accountantsverklaring 21 Slotwoord 22 3

Statutaire gegevens Het bestuur van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. De samenstelling van het bestuur per 31 december 2009 is als volgt: Werkgeversleden: Plaatsvervangers: Mw. S. Kraaijenoord, secretaris (1) D.E. de Jong (1) L.J.H. Ceelen, plv. voorzitter (1) Mw. I. Stomp (1) P.W. Kievit (2) vacature (2) Werknemersleden: Plaatsvervangers: J.T. van Egmond, plv. secretaris (4) Vacature (4) J. Heilig, voorzitter (3) H.E.W. van den Dungen (3) J. Wit (3) Mw. R. Hidding (3) Respectievelijk aangewezen door: 1) Transport en Logistiek Nederland 2) Koninklijk Nederlands Vervoer 3) FNV Bondgenoten 4) CNV Bedrijvenbond In de Raad van Afgevaardigden van Syntrus Achmea Pensioenbeheer werd de stichting tijdens het verslagjaar van werkgeverszijde vertegenwoordigd door mevrouw S. Kraaijenoord en van werknemerszijde door de heer J.T. van Egmond. Accountant KPMG Accountants N.V. Laan van Langerhuize 1 1186 DS Amstelveen 4 Administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer Bezoekadres Molenwerf 2-8 1014 AG Amsterdam Postadres Postbus 9251 1006 AG Amsterdam Per 1 januari 2010 TKP Pensioen B.V. Bezoekadres Europaweg 27 9723 AS Groningen Postadres Postbus 501 9700 AM Groningen

Algemeen Doel van de stichting Het doel van de stichting is aan werkgevers en werknemers op wie de CAO inzake Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (VUT-CAO) van toepassing is, de mogelijkheid te bieden vervroegd uit het arbeidsproces te treden. VUT-CAO De VUT-CAO waarop de uittredingsregeling berust heeft een looptijd van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010. De bepalingen in deze VUT-CAO werden door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2010. Het besluit tot algemeen verbindend verklaring werd gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant d.d. 2 mei 2006, nr. 85. De bepalingen van de CAO zijn van toepassing op werkgevers en werknemers van elke in Nederland gevestigde onderneming die vergunningplichtig vervoer krachtens de Wet Goederenvervoer over de Weg verricht en/of tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verricht anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen. Daarnaast zijn de bepalingen van de CAO van toepassing op werkgevers en werknemers in het kraanverhuurbedrijf, waaronder wordt verstaan alle in Nederland werkzame ondernemingen, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het verhuren van mobiele kranen. Uitgezonderd zijn bedrijven die in hoofdzaak, gemeten naar de loonsom van het bedrijf, bouwwerkzaamheden uitvoeren en tevens mobiele kranen exploiteren. De VUT-CAO is niet van toepassing op bedrijven die een eigen CAO of een eigen bedrijfstak-cao dienen toe te passen of over een eigen vastgesteld arbeidsvoorwaardenpakket beschikken waarvan het niveau tenminste gelijkwaardig is aan het niveau van de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen. Deze bedrijven dienen voorts te voldoen aan de volgende voorwaarden: De hoofdactiviteit van het bedrijf is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen; Maatgevend voor de bepaling van de hoofdactiviteit is de juridische eenheid waarvoor de vergunning beroepsgoederenvervoer is aangevraagd of toegekend dan wel waarbinnen de activiteit van de verhuur van mobiele kranen plaatsvindt; In de regel niet meer dan 20% van de omzet binnen deze juridische eenheid wordt gerealiseerd met beroepsgoederenvervoeractiviteiten, logistieke dienstverlening en/of verhuur van mobiele kranen. Een paar cijfers Het aantal uittreders is gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze daling wordt veroorzaakt door het feit dat de VUT-regeling uitsluitend openstaat voor werknemers geboren vóór 1 april 1947 en werknemers geboren voor 1 januari 1950 met 40 dienstjaren, en het aantal nieuwe uitkeringsgerechtigden vanaf 1 april 2007 sterk is teruggelopen. Per 31 december 2008 ontvingen 5.859 mensen een VUT-uitkering. Ultimo 2009 ontvingen 4.508 mensen een VUT-uitkering. De uitkeringslasten waren 183,3 miljoen in 2009 ( 213,5 miljoen in 2008). Hieronder volgt een overzicht betreffende het aantal uittreders: Aantal lopende uitkeringen per 31 december 2008 5.895 Aantal toegekende uitkeringen + 255 Aantal beëindigde uitkeringen - 1.606 Aantal lopende uitkeringen 4.508 per 31 december 2009 Ultimo het verslagjaar waren 7.150 ondernemingen aangesloten bij de VUT-stichting. Het betrof 6.943 aansluitingen op verplichte en 207 aansluitingen op vrijwillige basis. De regeling Per 1 januari 2006 is de VUT-regeling gewijzigd in verband met de Wet Aanpassing fiscale behandeling VUT/Prepensioen en introductie Levensloopregeling (Wet VPL). De Wet VPL voorziet in een aanzienlijke beperking van de fiscale ruimte voor onder meer VUT-uitkeringen. Deze beperking heeft als doel het doorwerken tot aan de 65-jarige leeftijd te stimuleren. Werkgevers- en werknemersorganisaties zijn in het kader van de Wet VPL een nieuwe pensioenregeling met elkaar overeengekomen. Uitgangspunt hierbij was om het bestaande pensioenpakket zoveel mogelijk in stand te houden. De nieuwe pensioenregeling maakt onderscheid tussen deelnemers die geboren zijn vóór 1 januari 1950 en deelnemers die zijn geboren op of na 1 januari 1950. Werknemers geboren voor 1 april 1947 en werknemers geboren voor 1 januari 1950 met 40 dienstjaren kunnen onder bepaalde voorwaarden nog gebruik maken van de VUT-regeling. Werknemers geboren tussen 1 april 1947 en 1 januari 1950 kunnen uittreden krachtens de prepensioenregeling. Werknemers geboren op of na 1 januari 1950 kunnen vervroegd uittreden in het kader van de nieuwe pensioenregeling die voor hen vanaf 1 januari 2006 geldt. De ondernemingen waren in 2009 een bijdrage van 3,7% verschuldigd van de bruto loonsom Sociale Verzekeringen over het lopende kalenderjaar, met als maximum het tot een jaarbedrag herleide maximum premiedagloon ingevolge de Werkloosheidswet (zonder franchise). 5

Vanaf 2006 is de hoogte van de werknemers- en werkgeversbijdrage afhankelijk van de leeftijd van de werknemer: Voor werknemers geboren voor 1 januari 1950 bedraagt de werknemersbijdrage 2,04%, de werkgeversbijdrage bedraagt 1,66%. Voor werknemers geboren op of na 1 januari 1950 bedraagt de werknemersbijdrage 1,26%, de werkgeversbijdrage bedraagt 2,44%. De uitkeringen worden met ingang van 2006 gebaseerd op 85% van het brutoloon. In het loon kunnen, naast een aantal toeslagen zoals de vakantietoeslag, maximaal 10 overuren per week worden meegenomen. Met ingang van 1 januari 2006 is de VUT veranderd in een spaar-vut. Indien de deelnemer op de reglementaire VUT-datum aan alle voorwaarden voor een VUT-uitkering voldoet, maar ervoor kiest nog een tijd te blijven werken en pas later met de VUT te gaan, wordt vanaf dat moment gespaard voor een hogere VUT-uitkering. De VUT-uitkering wordt hoger omdat hij over een kortere periode wordt uitgekeerd. De spaar- VUT is geen spaarpot of gereserveerd bedrag. De hoogte van een VUT-uitkering is 85% van het bruto salaris. Bij spaar-vut wordt dit bedrag verhoogd met een factor die door de actuaris is vastgesteld. Deze factor wordt bepaald door een combinatie van de leeftijd op de eerste mogelijke uittredingsdatum en de leeftijd op het moment van uittreding. De uiterste leeftijd waarop de spaar-vut kan worden toegekend is 64 jaar en 6 maanden. 6 De opbrengsten uit de bijdrageheffing bedroegen in 2009 169,2 miljoen. Dit bedrag was niet voldoende om de uitkeringslasten in 2009 te dekken. De nakomende verplichtingen bedroegen per 31 december 2009 210,6 miljoen. Het beschikbare vermogen voor de nakomende verplichtingen bedroeg per deze datum 136,6 miljoen. Het bestuur volgt de ontwikkelingen van de financiële positie van de Stichting nauwlettend. Elk kwartaal wordt er een analyse uitgevoerd waaruit blijkt dat conform de verwachtingen, het aantal uitkeringsgerechtigden en daarmee de totale uitkeringslast daalt. Voor 2010 heeft het bestuur besloten het premieniveau te handhaven. Naar verwachting zal de, per 1 januari 2010 met Pensioenfonds Vervoer, Prepensioenfonds Goederenvervoer en Prepensioenfonds Personenvervoer, gefuseerde Stichting in 2015 uiteindelijk eindigen met een licht positief saldo.

Bestuursbesluiten Het bestuur kwam in het jaar 2009 zevenmaal bijeen. De vergaderingen werden gehouden op 12 januari, 19 februari, 23 april, 18 juni, 27 augustus, 22 oktober en 17 december 2009. Verhoging lopende uitkeringen In artikel 5, lid 5 van het reglement is bepaald, dat de lopende uitkeringen telkens zullen worden aangepast ingeval van een algemene wijziging van de lonen uit hoofde van de arbeidsvoorwaarden CAO. De in de CAO vastgelegde stijging van de lonen heeft tot gevolg dat de lopende VUT-uitkeringen in 2009 zijn gestegen. Per 1 januari 2009 stijgen de lopende VUT-uitkeringen met 3,5% en per 1 oktober 2009 met 0,9% conform de vastgelegde loonstijging in de CAO. Algemene onderwerpen Tijdens de vergaderingen kwamen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde. Fusie van de vervoersfondsen In de vergadering van 23 april 2009 heeft het bestuur een positief besluit genomen ten aanzien van de fusie tussen de VUT Goederenvervoer, het Pensioenfonds Vervoer, het Prepensioenfonds Personenvervoer en het Prepensioenfonds Goederenvervoer per 1 januari 2010. De voornaamste reden om te fuseren zijn: Er ontstaat een breder draagvlak van de te nemen risico s. Voor alle deelnemers is er sprake van één loket. Er kan worden bespaard op de uitvoeringskosten van de regelingen. De fondsen zijn eenvoudiger te besturen. Er is sprake van een vereenvoudiging van de premieheffing. Voor de werkgevers betekent een fusie verlichting van de administratieve lasten. In een fusieovereenkomst is het beleid betreffende toeslagen, het beleid ten aanzien van het korten van aanspraken en het beleid inzake de toekenning van overgangrechten prepensioen vastgelegd. Vermogensbeheeractiviteiten Met het oog op de voorgenomen fusie met het Pensioenfonds Vervoer heeft het bestuur in 2008 reeds besloten om het beleggingsbeleid in grote mate te laten aansluiten bij dat van het Pensioenfonds Vervoer. Het beleggingsbeleid voor 2009 is niet gewijzigd ten opzichte van het beleggingsbeleid van 2008. Dat wil zeggen dat de beleggingsportefeuille voor 50% bestaat uit beleggingen in vastrentende waarden en voor 50% uit beleggingen in aandelen. Met een bandbreedte van +5% en -5%. De werkelijke verdeling in de beleggingsportefeuille bestaat uit belegging van 41% in vastrentende waarden en 59% in belegging in aandelen. Na de fusie per 1 januari 2010 van de stichting met het Pensioenfonds Vervoer zullen de beleggingen van de stichting separaat worden aangehouden omdat deze dienen ter afwikkeling van de lopende en toekomstige VUT-verplichtingen. Jaarverslag 2008 Op 18 juni 2009 werd het jaarverslag 2008 goedgekeurd en vastgesteld. Transitie Een andere belangrijke ontwikkeling in het verslagjaar was de voorbereiding op de overgang (transitie) naar een nieuwe pensioenuitvoerder per 1 januari 2010. Voor een goed verloop van deze overgang zijn een bestuurscommissie en een stuurgroep Transitie geïnstalleerd. Daarnaast is een externe deskundige van Mercer aangetrokken die verantwoordelijk was voor de bewaking van de nakoming van alle gemaakte afspraken. Aan KPMG is het transitieplan voorgelegd met de vraag of de nieuwe uitvoerder voldoende was uitgerust om naar behoren invulling te geven aan de uitvoering van de pensioenadministratie van de vervoersfondsen. DNB heeft begin 2009 aangegeven de transitie met interesse te zullen volgen en specifiek aandacht te zullen hebben voor: a. het in control zijn van het bestuur; b. de invulling van de verplichtingen en verantwoordelijkheden van Syntrus Achmea en TKP. De toezichthouder heeft overigens geen opmerkingen gemaakt over de wijze waarop de transitie is vormgegeven. Ouderenregeling Het bestuur heeft besloten dat vanaf 1 april 2009 de bestaande ouderenregeling van de VUT-stichting nieuw leven wordt ingeblazen. Hetgeen betekent dat aanvragen onder nieuwe voorwaarden in behandeling kunnen worden genomen als het Sociaal Plan tussen werkgever en vakorganisaties na 1 april 2009 tot stand is gekomen. Werknemers die in het kader van een reorganisatie ontslagen worden met een ontslagdatum op of na 1 april 2009, kunnen onder bepaalde voorwaarden vanuit de WW gebruik maken van de VUT-regeling. De deelnemers aan de ouderenregeling treden toe tot de VUT-regeling zodra ze voldoen aan hun 10-dienstjareneis. Het reglement van de VUT-stichting is hierop aangepast. 7

8 Verzoeken van werkgevers en uitkeringsgerechtigden Gedurende het verslagjaar werden diverse individuele kwesties aan het bestuur voorgelegd. Het betrof onder andere: aanvragen om toekenning van een uitkering; aanvragen om herziening van de uitkeringsgrondslag; het verrichten van nevenwerkzaamheden tijdens de VUT-uitkering; aanvragen om vrijwillige aansluiting bij de stichting; Aanvragen om toekenning van een uitkering In iedere vergadering kwamen verzoeken om toekenning van een uitkering aan de orde, zowel op basis van 10 als 40 dienstjaren. Bij deze aanvragen was er sprake van onderbrekingen of gebrek aan bewijsmateriaal met betrekking tot het dienstjarencriterium. Er wordt door het bestuur geen onderscheid meer gemaakt naar oorzaak van de onderbreking. Het maximum aantal maanden dat bij het 10-dienstjarencriterium mag ontbreken is gesteld op zes maanden. Het bestuur heeft verder als absolute voorwaarde om in aanmerking te komen voor een uitkering gesteld dat de werknemer op 31 maart en 1 april 2001 in dienst was bij een werkgever die is aangesloten bij de VUT-stichting. Verder kunnen alleen werknemers die op 31 maart 2001 54 jaar waren of ouder nog uittreden op basis van het 10-dienstjarencriterium. De uittredingsleeftijd ligt, afhankelijk van de leeftijd van de werknemer op 31 maart 2001, tussen de 59 en 60 jaar. Daarnaast kan men nog uittreden als men vóór 1 april 2006 40 jaar onafgebroken in de bedrijfstak heeft gewerkt. Ook hierbij schuift de vroegst mogelijke uittredingsleeftijd op. Deze leeftijd hangt onder meer af van het moment waarop men aan het 40-dienstjarencriterium voldoet. Aanvragen om herziening van de uitkeringsgrondslag De uitkeringsgrondslag waarop de hoogte van de VUT-uitkering is gebaseerd, is vastgelegd in het reglement. Een aantal aanvragen om herziening van de uitkeringsgrondslag is ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur. Het bestuur besluit doorgaans het reglement strikt te hanteren. Slechts in uitzonderlijke situaties heeft het bestuur verzoeken om herziening van de uitkeringsgrondslag gehonoreerd. Het gaat hierbij onder andere om werknemers die het laatste jaar voor de uittredingsdatum buiten hun schuld om minder overuren hebben kunnen maken. Waarbij geldt dat het maken van minder overuren als gevolg van economische omstandigheden niet kan leiden tot een aanpassing van de uitkeringsgrondslag. Het verrichten van nevenwerkzaamheden tijdens de VUT-uitkering Jaarlijks wordt beoordeeld of VUT-gerechtigden tijdens hun VUT-uitkering (on)betaalde nevenwerkzaamheden hebben verricht. Dit kan tot gevolg hebben dat de uitkering wordt gekort of beëindigd. Verscheidene verzoeken om naast de VUT-uitkering nevenwerkzaamheden zonder beloning te mogen verrichten zijn voorgelegd aan het bestuur. Het bestuur hanteert hierbij de maatregel dat, als het naar het oordeel van het bestuur in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat deze werkzaamheden wél tegen beloning worden verricht, de werkzaamheden op geld gewaardeerd dienen te worden. Dit bedrag wordt op de uitkering gekort. Aanvragen om vrijwillige aansluiting bij de stichting In vrijwel iedere vergadering zijn verzoeken om vrijwillige aansluiting besproken van werkgevers op wie de werkingssfeer van de VUT-CAO niet van toepassing is. Conform het beleid kan een werkgever na voorlegging aan het bestuur vrijwillig worden aangesloten indien wordt voldaan aan een aantal criteria: er dient verwantschap met de vrijwillig aan te sluiten onderneming te bestaan, door bedrijfsuitoefening of door een band tussen de werkgever en een bedrijf dat al verplicht is aangesloten; vrijwillige aansluiting dient plaats te vinden voor alle werknemers die verplicht zouden zijn tot deelneming als de werkgever verplicht zou zijn tot deelneming; er dient financieel evenwicht te zijn tussen de te verwachten baten en lasten; de vrijwillig aan te sluiten werkgevers zijn uit hoofde van de vrijwillige aansluiting bij de VUT-stichting vanaf 1-1-1990 verplicht tot deelneming aan de SOOB (Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de Weg) per gelijke datum. Een vrijwillige aansluiting wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen de werkgever en de stichting.

Kerngegevens 2009 2008 2007 2006 2005 Aantal aangesloten ondernemingen 7.150 7.278 7.187 7.672 7.743 Daarin begrepen: vrijwillig aangesloten ondernemingen 207 191 182 215 213 Loonsom bijdrageheffing (x 1 miljoen) 4.547 4.377 4.333 4.145 4.023 Bijdragepercentage 3,7 3,7 3,7 3,7 5,0 Minimum Uittredingsleeftijd 59-60 59-60 59-60 59-60 59-60 Aantal uittreders ultimo boekjaar 4.508 5.859 7.021 7.759 7.121 Totaal aantal betaalde maanduitkeringen 63.668 78.755 90.851 90.409 83.237 Totale uitkeringslast, incl. sociale lasten (x 1.000,=) 183.287 213.535 236.605 232.412 211.403 Uitkeringslast ouderenregeling (x 1.000,=) - 24 25 27 47 Gemiddelde uitkeringslast (per maand, per uitkering, in euro) 2.881 2.712 2.604 2.571 2.537 Indexatie lopende uitkeringen 3,5% 1,50% 3,20% 2,00% 0% per 01-01 per 01-04 per 01-06 per 01-01 en 0,9% en 0,75% per 01-10 per 01-10 9

Jaarrekening Balans per 31 december 2009 (in eenheden van duizend euro) Activa 31 december 2009 31 december 2008 e e e e Beleggingen (1) Onroerende zaken - 1.676 Aandelen 66.360 44.232 Obligaties 42.572 40.540 Overige beleggingen 3.852 16.881 112.784 103.329 Kortlopende vorderingen (2) Te vorderen bijdragen 3.854 1.917 Overige vorderingen 19.457 35.698 23.311 37.615 Liquide middelen (3) 11.349 5.428 147.444 146.372 Passiva 31 december 2009 31 december 2008 Beschikbaar vermogen (4) Beschikbaar voor nakomende verpichtingen 136.636 134.282 10 Kortlopende schulden (5) Overige schulden 10.808 12.090 147.444 146.372

Rekening van baten en lasten over 2009 (in eenheden van duizend euro) Baten 2009 2008 e e e e Bijdragen (6) 169.206 173.026 Directe beleggingsopbrengsten (7) 1.980 352 Indirecte beleggingsopbrengsten (8) 19.420 (38.424) 190.606 134.954 Lasten Uitkeringen en sociale lasten (9) 183.287 213.535 Kosten (10) 2.292 2.499 Overige lasten (11) 2.673 2.971 Saldo boekjaar 2.354 (84.051) 190.606 134.954 Verdeling saldo boekjaar Beschikbaar voor nakomende verplichtingen 2.354 (84.051) 11

Toelichting behorende tot de jaarrekening 2009 Inleiding Het doel van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna het fonds ), is om aan werknemers werkzaam in het Beroepsgoederenvervoer over de weg en/of bij een werkgever die zich bezighoudt met de verhuur van mobiele kranen, die van de in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vrijwillig vervroegde uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden gebruik maken, de daarvoor bij reglement vast te stellen uitkeringen te doen. Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven (RJ 640). Aangezien de begroting niet als stuurinstrument wordt gebruikt is deze niet opgenomen in de jaarrekening. Alle bedragen zijn vermeld in euro s x 1.000. 12

Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met RJ 640 vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De in het boekjaar gedane uitkeringen worden gefinancierd uit de ontvangen bijdragen ( omslagfinanciering ), als gevolg hiervan wordt door het fonds geen voorziening voor nakomende verplichtingen gevormd. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. 1. Beleggingen Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overlopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in het algemeen gering. Overlopende activa en passiva inzake beleggingen worden onder de kortlopende vorderingen of kortlopende schulden gepresenteerd. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marktwaarde. Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare obligaties zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in aandelenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Overige beleggingen Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, als die er niet is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Derivaatcontracten met een negatieve waarde worden 13

14 in de balans onder de overige schulden en overlopende passiva verantwoord. Overige beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. 2. Kortlopende vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. 3. Liquide middelen Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds. 4. Beschikbaar vermogen Beschikbaar voor nakomende verplichtingen De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Als beschikbaar is opgenomen hetgeen reeds uit de bijdragen is gefinancierd. Recente prognose wijst uit dat het fonds voldoende middelen heeft om de toekomstige en reeds toegekende uitkeringen te financieren. 5. Kortlopende schulden Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. 6. Bijdragen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. 7. Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uit beleggingsfondsen, intrest en dividenden onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten. 8. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. 9. Uitkeringen en sociale lasten Hieronder zijn opgenomen de door het fonds in het boekjaar verstrekte uitkeringen. 11. Overige lasten De overige lasten zijn opgenomen voor de aan het boekjaar toe te rekenen bedragen.

Toelichting op de balans per 31 december 2009 (in eenheden van duizend euro) Activa 1. BELEGGINGEN Onroerende Overige zaken Aandelen Obligaties beleggingen Totaal Stand per 1 januari 1.676 44.232 40.540 16.881 103.329 Vermeerderingen door: Aankopen en verstrekkingen - 12.730 10.130 33.213 56.073 Verkoopresultaat (1.436) (3.713) 615 31 (4.503) Waardemutatie 1.282 20.089 1.763 789 23.923 Verminderingen door: Verkopen (1.522) (6.978) (10.476) (47.062) (66.038) Stand per 31 december - 66.360 42.572 3.852 112.784 Onroerende zaken 2009 2008 e e e e Indirecte beleggingen Niet officieel genoteerde aandelen - 1.676 Aandelen Indirecte beleggingen Niet-officieel genoteerde aandelen 66.360 44.232 15 Obligaties Indirecte beleggingen Participaties in obligatiefondsen 42.572 40.540 Overige beleggingen Derivaten 3.694 14.288 Geldmarktfondsen 158 2.593 3.852 16.881 Het gemiddeld rendement van de beleggingen bedraagt: 21,75% (vorig boekjaar: -21,77%). Per balansdatum zijn de volgende effecten uitgeleend: - onroerende zaken 0 (2008: 500) - aandelen 7.423 (2008: 6.204) - obligaties 7.992 (2008: 7.004). Hiervoor wordt een vergoeding ontvangen. Per balansdatum zijn de uitgeleende effecten volledig gedekt door zekerheden.

2. KORTLOPENDE VORDERINGEN 2009 2008 Te vorderen bijdragen e e e e Vastgestelde nog te vorderen bijdragen 4.629 9.665 Voorziening tegen verlies op bijdragevorderingen (775) (7.748) 3.854 1.917 Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen inzake: Rekening-courant gelieerd Bedrijfstakpensioenfonds 19.296 17.887 Uitkeringen en sociale lasten Uitkeringen 161 171 Pensioenpremie - 1.117 Overige - 523 161 1.811 Overige vorderingen Nog te ontvangen bedragen inzake beleggingen - 16.000 Totaal van de overige vorderingen 19.457 35.698 16 3. LIQUIDE MIDDELEN Rekening courant Staalbankiers 11.349 5.428

Passiva 2009 2008 4. BESCHIKBAAR VERMOGEN e e e e Beschikbaar voor nakomende verplichtingen Stand per 1 januari 134.282 218.333 Mutatie: deel van het saldo boekjaar 2.354 (84.051) Stand per 31 december 136.636 134.282 De partijen bij de SUWEG-CAO hebben zich verplicht de reeds ingegane uitkeringen na te komen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van betrokkenen. Deze verplichting bedraagt per einde boekjaar 210.642. Ten opzichte van vorig boekjaar is deze verplichting afgenomen met 146.534. 5. KORTLOPENDE SCHULDEN Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Te verrekenen bijdragen - vastgestelde nog te verrekenen bijdragen 767 1.136 In volgend boekjaar is nader vastgesteld over: - lopend boekjaar 4.617 1.342 - voorgaande boekjaren - 808 5.384 3.286 Beleggingen Overige - 2.683 Uitkeringen en sociale lasten Uitkeringen 4 51 Belastingen 4.309 5.067 Sociale lasten 639 877 Pensioenpremie 242 43 5.194 6.038 Kosten Advies- en controlekosten 17 12 Beleggingskosten 19 33 Te betalen transitiekosten 161 - Overige 22 28 219 73 Crediteuren 11 10 17 Totaal van de overige schulden 10.808 12.090

Toelichting op de rekening van baten en lasten over het boekjaar 2009 (in eenheden van duizend euro) BATEN 2009 2008 e e e e 6. Bijdragen Vastgestelde en nog vast te stellen bijdragen 168.254 170.215 Nadere vaststelling over voorgaande jaren 916 2.760 Koopsommen 36 51 169.206 173.026 7. Directe beleggingsopbrengsten Opbrengst aandelen 1.388 - Opbrengst obligaties 1.754 - Opbrengst overige beleggingen 26 67 Opbrengst liquide middelen 191 1.047 Intrest wegens te late betaling 18 14 Overige opbrengsten (1.397) (776) 1.980 352 8. Indirecte beleggingsopbrengsten Koersresultaat aandelen onroerende zaken (154) (1.466) Koersresultaat aandelen 16.376 (28.033) Koersresultaat obligaties 2.378 6.213 Koersresultaat overige beleggingen 820 (15.138) 19.420 (38.424) 18

Lasten 2009 2008 e e e e 9. Uitkeringen en sociale lasten Bruto uitkeringen 174.138 201.338 Ouderenregeling - 24 Pensioenpremies 214 591 Sociale lasten 8.935 11.582 183.287 213.535 10. Kosten Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Boekjaar 1.555 1.788 Vorig boekjaar (20) - 1.535 1.788 Andere kosten kosten controle van de jaarrekening 5 13 bestuurskosten 11 11 advieskosten 1 21 beleggingskosten 556 625 incassokosten 17 (13) vergoeding toetredingskosten (2) (3) transitiekosten 161 - overige kosten 8 57 2.292 2.499 De beloning aan bestuurders bedraagt 11 (vorig boekjaar 11). Het fonds heeft geen personeel in dienst. De beheersactiviteiten worden op basis van een samenwerkingsovereenkomst verricht door personeel in dienst van de pensioenuitvoerder dan wel vermogensbeheerder. 19 11. Overige lasten Resultaat voorziening tegen verlies op bijdragevorderingen 2.673 2.971

Kasstroomoverzicht 2009 (in eenheden van duizend euro) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. 2009 2008 e e e e Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo boekjaar 2.354 (84.051) Aanpassingen voor: Mutatie te vorderen bijdragen (1.937) 201 Mutatie overige vorderingen 16.241 (18.237) Mutatie overige schulden (1.282) 2.482 Kasstroom uit operationele activiteiten 15.376 (99.605) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen (56.073) (207.412) Verkoop beleggingen 66.038 251.280 Herwaardering beleggingen (19.420) 38.424 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten (9.455) 82.292 5.921 (17.313) Mutatie geldmiddelen Liquide middelen per 1 januari 5.428 22.741 Mutatie liquide middelen boekjaar 5.921 (17.313) Liquide middelen per 31 december 11.349 5.428 20

Aan: het bestuur van Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen Accountantsverklaring Wij hebben de in het verslag opgenomen jaarrekening 2009 van Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen te Amsterdam bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven en in overeenstemming met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven. Voorts zijn wij van oordeel dat de in de jaarrekening weergegeven lasten juist zijn aangewend ten behoeve van het bestedingsdoel welke aansluit bij de statuten en/of reglementen van het fonds, in overeenstemming zijn met de relevante bepalingen van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen. Utrecht, 21 juni 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V. M.J. Vredenduin RA 21

Slotwoord Het bestuur dankt iedereen die, in welke functie dan ook, in de verslagperiode voor de stichting werkzaam is geweest. Amsterdam, 28 juni 2010 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg (als rechtsopvolger van Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen) Namens het bestuur: De heer J. Ceelen 22

23