Religie en Levensbeschouwing: Rationale voor een curriculum

Vergelijkbare documenten
Religie en levensbeschouwing: rationale voor een kerncurriculum vo

Religie en levensbeschouwing: rationale voor een kerncurriculum vo

Beste ouder(s)/ verzorger(s) van leerlingen in de groepen 3 t/m 6 voor het komend schooljaar,

De toekomst van het vakgebied religie en levensbeschouwing

Actief burgerschap en sociale integratie van De Wijde Blik

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

RELIGIEWETENSCHAPPEN COMPARATIEF

GODSDIENSTWETENSCHAPPEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel Mei 2014.

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Vieren, gedenken en feestdagen. Religie en levensbeschouwing. Eigen levensbeschouwing. AMOS - Inleiding

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Burgerschap in kaart gebracht

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Burgerschapsvorming LVGS

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Gids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Rapportage van de werkgroep identiteit en eigenheid

Identiteit. Roelofsbrink CK Den Ham (0546)

Het vak dient de toekomst

OnsOnderwijs2032: Het domein Taal & Cultuur de (on)mogelijkheden

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd.

Richtinggevend kader levensbeschouwelijke identiteit PCPO Midden-Brabant

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Spiritualiteit, meeervoudige religieuze betrokkenheid en zingeving. Groningen, Joantine Berghuijs,

DILEMMA'S EN VRAGEN. Hoe versterken we de samenhang?

Consultatieverslag Kunst & Cultuur Verslag n.a.v. de tweede consultatiefase

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Ontwikkelteam Burgerschap

Kerndoelen Godsdienstige / Levensbeschouwelijke vorming (GL) Uitgewerkt voor protestants-christelijk basisonderwijs

Onderwijs- en examenregeling

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

Burgerschap in kaart gebracht

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

1. Samenvatting aanpassingen ten behoeve van tussenproduct Grote Opdrachten

Presentatie VTOI 8 april Paul Schnabel

Leerlingen krijgen oog en oor voor wat van waarde is. Een voorbeeld uit het 2 jarig onderzoek- en ontwikkelproject: Leren voor het leven

Consultatieverslag Burgerschap Verslag n.a.v. de tweede consultatiefase

Onderwijskundige doelen

In welke mate kunt u zich vinden in het benoemen van vrijheid, gelijkheid/gelijkwaardigheid en solidariteit als basiswaarden voor

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

RAAMPLAN GODSDIENST/LEVENSBESCHOUWING KATHOLIEKE PABO'S korte samenvatting, basiskenmerken en eindtermen

VERSLAG N.A.V. DE DERDE CONSULTATIEFASE (16 OKT 14 NOV 2018) Ontwikkelteam Mens & Maatschappij

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

GROTE OPDRACHTEN (CONCEPT)

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Feedback conceptvisie DIGITALE GELETTERDHEID

Religiestudies/Godsdienstwetenschap Voorstel voor een cursus Religiestudies als deel van het kerncurriculum van de Faculteit der Geesteswetenschappen

Levensbeschouwing Juist in het. openbaar onderwijs

Maatschappelijke vorming

Taalontwikkelend Lesgeven

Juist in het openbaar onderwijs

Vereniging van leraren in de Economisch/maatschappelijke vakken

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo)

Ontwikkelingen in het onderwijs

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. kiezen. De leerling kan referentiële verwijzingen expliciteren.

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Maatschappijwetenschappen

Imam / islamitisch geestelijk werker

Burgerschapsvorming op CCZ

Keurmerk: Duurzame school

Geloven en redeneren. Samenvatting

Bachelor Religiewetenschappen. uva.nl/ba-religiewetenschappen

VERSLAG N.A.V. DERDE CONSULTATIEFASE (16 OKT 14 NOV 2018) Ontwikkelteam Mens & Natuur

Actief burgerschap en sociale integratie

Missie. Waar komen we vandaan?

Aanbod burgerschap en sociale integratie

Enquête, maart Beste ouder/verzorger,

Presentielijst met

Conferentie Burgerschap in het onderwijs op 22 november 2017

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

PTO Aardrijkskunde

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Identiteitsontwikkeling en/in het curriculum? inspiratiemiddag persoonsvorming Amersfoort, 28 september 2017

Is een Europese islam mogelijk?

Geloof, Hoop en Liefde

Maatschappelijke vorming

I N F O R M A T I E B R O C H U R E

Kernleerplan actief burgerschap en sociale integratie

Onderwijs- en examenregeling

Consultatieverslag Mens & Natuur n.a.v. de tweede consultatiefase


Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Waar gaan de ontwikkelteams mee aan de slag?

Onderwijs- en examenregeling

Curriculum.nu onderwijsvernieuwing Ria Brandt en Jeroen Bron. Jaarvergadering Wolvega 7 mei 2019

WAARDEGOED. betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten

Transcriptie:

Religie en Levensbeschouwing: Rationale voor een curriculum Conceptnotitie 14 december 2016 Auteurs: Markus Altena Davidsen (Universiteit Leiden), Jeannette den Ouden (Universiteit Leiden), Taco Visser (VDLG, Verus), Marleen Lammers (VOS/ABB) namens de Netherlands Academy of Religion en het Expertisecentrum godsdienst/levensbeschouwing (i.o.) 1. Inleiding In deze notitie geven wij een rationale weer voor een curriculum Religie en Levensbeschouwing voor het voortgezet onderwijs in Nederland. We leggen uit waarom alle jongeren in Nederland een basale religieuze en levensbeschouwelijke geletterdheid en bekwaamheid nodig hebben en beschrijven in grote lijnen de leerdoelen en inhouden die hiertoe bijdragen. De rationale levert bouwstenen op voor een curriculum dat ontwikkelteams van leraren en opleiders van dit vak zullen kunnen ontwikkelen. Deze notitie is onderdeel van samenwerkingsproces van het levensbeschouwelijk onderwijs- en onderzoeksveld, en wordt aangeboden namens de Netherlands Academy of Religion en het Expertisecentrum godsdienst/levensbeschouwing (i.o.), twee platformen die vertegenwoordigen: de vakvereniging voor docenten godsdienst/levensbeschouwing (VDLG), de hbo-lerarenopleidingen godsdienst/levensbeschouwing (CGO, CHE, Fontys 2x, Inholland en Windesheim) en de wo-opleidingen tot leraar godsdienst/levensbeschouwing (UL, UU, UvA, VU, RU, RUG, UvT, UvH, PThU, TUA, TUK). Verus en VOS/ABB, de profielorganisaties voor het katholiek/christelijk onderwijs en het openbaar/algemeen bijzonder onderwijs, ondersteunen dit proces. De inhoud is gebaseerd op discussies in enkele bijeenkomsten met docenten godsdienst/ levensbeschouwing, vakdidactici, onderzoekers en beleidsmedewerkers, waaronder de conferentie Religiewetenschap en religieonderwijs op 21 juni 2016 in Leiden. Op deze bijeenkomsten zijn voorstellen voor de visie op het levensbeschouwelijk onderwijs van de toekomst gepresenteerd en bediscussieerd. Op grond van de discussies en feedback van diverse betrokkenen zijn deze voorstellen bijgesteld. Dit proces is nog volop gaande: in de komende maanden tot het voorjaar van 2017 worden enkele bijeenkomsten met vakdocenten en een landelijke bijeenkomst voor vakdidactici en docentenopleiders bij hogescholen en universiteiten georganiseerd. In de loop van 2017 hopen we een uitgewerkte en breed gedragen rationale voor een curriculum Religie en Levensbeschouwing namens het levensbeschouwelijk onderwijsveld aan de staatssecretaris van onderwijs te kunnen overhandigen. De bijeenkomsten en gevoerde discussies hebben geleid tot het onderhavige voorstel voor de rationale en de invoering van een verplicht curriculum Religie en Levensbeschouwing voor alle vo-scholen in Nederland. Dit curriculum kan worden gerealiseerd in een zelfstandig schoolvak, bijvoorbeeld als nieuw 1

vak religie en levensbeschouwing of als onderdeel van het huidige vak godsdienst/ levensbeschouwing, maar ook als kennisdomein binnen bijvoorbeeld het domein Mens- en Maatschappijvakken of een ander leerdomein dat scholen hanteren. Het eerste, een zelfstandig vak, heeft onze voorkeur. 2. Religie en Levensbeschouwing: de rationale De school is een plaats waar leerlingen met diverse culturele, economische en levensbeschouwelijke achtergronden samenkomen om zich te ontwikkelen en te worden gevormd tot volwassenen die op een positieve en kritisch-constructieve manier mee kunnen en willen doen en bijdragen aan de samenleving. Die samenleving waarvan zij nu als leerlingen en later als volwassenen deel uitmaken, is echter uiterst complex. Zij wordt onder meer gekenmerkt door segregatie en polarisatie, gebrek aan vertrouwen in politici en gezagsdragers en het ontbreken van gedeelde levensbeschouwelijke oriëntatiepunten. Maar ook bloeien initiatieven op het gebied van duurzaamheid, alternatieve energie, kunst en cultuur, en kleinschalig ondernemen en innoveren. Jongeren en volwassenen hebben dagelijks te maken met deze complexiteit, doordat zij geconfronteerd worden met uitdagingen en problemen zoals de effecten van de globalisering op economie en milieu, de groeiende invloed van internet en bijbehorende problemen op het gebied van privacy en informatie, migratie- en vluchtelingenproblematiek en de verschuivende machtsverhoudingen en bijbehorende gewelddadige conflicten in de wereld. Het behoort tot de algemene vormingsdoelen van het onderwijs om de nieuwe generatie te bekwamen op het meedoen en bijdragen aan deze complexe samenleving en om hen in te wijden in de achtergronden en cultuur(geschiedenis) van de Nederlandse en de westerse cultuur en de mondiale context. Om deze doelen te behalen hebben leerlingen kennis en inzicht nodig in één van de factoren die de complexiteit van de plurale en geglobaliseerde samenleving bepalen, namelijk religieuze en seculiere levensbeschouwingen. Want hoewel Nederland weliswaar samenleving is geworden van mensen met een overwegend seculiere en individuele levensbeschouwing, geldt dit niet voor de rest van de wereld. Volgens het Amerikaanse onderzoeksinstituut Pew zal in 2050 87% van de wereldbevolking religieus zijn (tegen 84% nu). Het is dus belangrijk dat leerlingen, de gelovigen en de niet-gelovigen onder hen, zich bewust worden van zowel het levensbeschouwelijke karakter van veel Nederlanders als de invloed van religie op het leven van de grote meerderheid van de wereldbevolking (en vanwege de globalisering ook op henzelf). Anders gezegd: om volwaardig mee te kunnen doen in de complexe en geglobaliseerde Nederlandse samenleving, is het noodzakelijk dat alle leerlingen religieus en levensbeschouwelijk geletterd en handelingsbekwaam zijn. 2

2.1. De rationale In de rationale die wij voorstellen voor het curriculum Religie en Levensbeschouwing staan drie domeinen centraal die samen de inhoud van deze geletterdheid en bekwaamheid vormen: (1) de rol en betekenis van religie en levensbeschouwing voor burgerschap, (2) de rol en betekenis van religie en levensbeschouwing voor de mens en samenleving, (3) de rol en betekenis van religie en levensbeschouwing voor de cultuur(geschiedenis) in Nederland. Deze drie domeinen hangen nauw met elkaar samen en hebben ook raakvlakken met domeinen van andere Mens- en Maatschappijvakken. Uit de beschrijving van de rationale van het curriculum Religie en Levensbeschouwing zal echter blijken dat dit curriculum een duidelijk onderscheiden positie inneemt ten opzichte van de andere Mens- en Maatschappijvakken. De overkoepelende doelen van de rationale van het curriculum Religie en Levensbeschouwing sluiten verder aan bij de algemene vormingsdoelen van het onderwijs, zoals onder andere geformuleerd in OnsOnderwijs2032. Inzicht en kennis van de drie domeinen en de vaardigheden om deze te verwerven en kritisch te evalueren zijn noodzakelijk voor: Sociale integratie hier en nu, op school en daarbuiten, en in de toekomst, onder andere door i. bewustwording van de levensbeschouwelijke achtergronden, religieus en seculier, van diversiteit en eventuele polarisatie, ii. ontwikkeling van begrip voor onderlinge verschillen die voortkomen uit religieuze tradities, een levensbeschouwelijk geïnspireerde moraal en een persoonlijk, seculier en/of spiritueel geïnspireerde levensbeschouwing en moraal, iii. inzicht in de levensbeschouwelijke achtergrond van maatschappelijke conflicten en eventuele conflictsituaties op school, en iv. (iv) de bereidheid tot empathisch en verantwoord handelen in levensbeschouwelijk complexe situaties. Het inzicht in het belang van en het vermogen en de bereidheid tot participatie in en bijdragen aan een samenleving die levensbeschouwelijk gezien zowel multireligieus als seculier is. Persoonsvorming, met name waar het gaat om i. bewustwording en ontwikkeling van een persoonlijk waardensysteem en een persoonlijke levensbeschouwing, ii. het bewustzijn van het belang daarvan en de vaardigheden die nodig zijn om eigen en andermans waarden te evalueren en te realiseren en te reflecteren op de eigen en andermans levensbeschouwelijke positie, iii. bewustwording van de relatie tussen het eigen waardensysteem en de eigen levensbeschouwelijke positie en van de consequenties daarvan voor het verantwoordelijk omgaan met anderen en met de omgeving. 3

Het accent in de rationale voor het curriculum Religie en Levensbeschouwing ligt op het construeren van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden die samen de basale religieuze en levensbeschouwelijke geletterdheid en bekwaamheid vormen die voorwaardelijk zijn om bovenstaande doelen te behalen. De klas fungeert daarbij tegelijk als kenniscentrum en als oefenplaats. Voorbeelden van vakinhouden zijn: religieuze en seculiere levensbeschouwelijke praktijken en vormen van geleefde religie, levensbeschouwing en spiritualiteit, religieuze en levensbeschouwelijke tradities en hun diverse verschijningsvormen, de rol van religie en levensbeschouwing in de maatschappij, het publieke debat, kunst en literatuur, en nieuwe en persoonlijke vormen van religie en levensbeschouwing en leefstijlen. Voorbeelden van vakvaardigheden zijn: de invloed van religie en levensbeschouwing op het eigen handelen en het handelen van anderen kunnen herkennen, zelfstandig informatie over religie en levensbeschouwing kunnen selecteren en kritisch evalueren, onderscheid kunnen maken tussen religieuze en levensbeschouwelijke zelfrepresentaties en representaties van religies en levensbeschouwingen door anderen, mondeling eigen religieuze en levensbeschouwelijke posities kunnen verwoorden en eigen opvattingen ter discussie kunnen en willen stellen. 4

3. Drie domeinen van het curriculum Religie en Levensbeschouwing We lichten hier de domeinen van de rationale voor het curriculum Religie en Levensbeschouwing toe: (1) de rol en betekenis van religie en levensbeschouwing voor burgerschap, (2) de rol en betekenis van religie en levensbeschouwing voor de mens en samenleving, (3) de rol en betekenis van religie en levensbeschouwing voor de cultuur(geschiedenis) in Nederland. 1. Burgerschap 1.1. Doelen Doelen op het gebied van levensbeschouwing om als goede burger in de samenleving mee te kunnen doen en een bijdrage te kunnen leveren aan de sociale cohesie en veerkracht van de maatschappij, zijn: 1. Leerlingen kunnen de verschillende georganiseerde en persoonlijke, religieuze en seculiere, levensbeschouwingen waarop groepen en individuen in Nederland hun waardensystemen en leefwijzen baseren herkennen en kennen de belangrijkste achtergronden daarvan. 2. Leerlingen zijn zich bewust van de diversiteit van levensbeschouwelijke en religieuze posities en de consequenties daarvan voor de inrichting van de samenleving en voor het publieke debat. 3. Leerlingen kennen de levensbeschouwelijke achtergrond van waarden en normen die geacht worden bij de Nederlandse samenleving te behoren, zoals seksuele en etnische gelijkheid, respect voor de persoonlijke vrijheid en tolerantie tegenover andersdenkenden, en zijn zich bewust van de consequenties voor hun eigen handelen. 4. Leerlingen zijn in staat hun eigen waardensysteem en hun eigen levensbeschouwelijke positie te formuleren en te onderbouwen en zijn bereid hun waarden en positie ter discussie te stellen. 5. Leerlingen zijn zich bewust van de rol en betekenis van hun eigen levensbeschouwelijke positie in hun bijdrage aan de samenleving (op school en daarbuiten). 6. Leerlingen beschikken over de noodzakelijke vaardigheden om in woord en daad, op een positieve, zorgzame en constructie manier bij te dragen aan de samenleving en weten daarbij gebruik te maken van hun eigen talenten. 1.2. Inhoud Kennis. De inhouden die bij dit domein horen, zijn: 1. De onder doel 3 genoemde normen en waarden (gelijkheid, tolerantie, enz.). Hieronder: Het ontstaan van deze normen en waarden in het spanningsveld tussen de joods-christelijke traditie en bewegingen zoals humanisme, Verlichting en socialisme. De uitdrukking van deze normen en waarden in het publieke debat, in gezaghebbende (inter)nationale teksten (bv. mensenrechtenverklaringen) en in rituelen van de civiele religie (bv. dodenherdenking, kerstreden van de koning, inburgeringceremonieën). 2. Diversiteit in levensbeschouwelijke stromingen in Nederland. Voorbeelden: Gevorderde kennis van de religieuze en levensbeschouwelijke tradities in Nederland (christendom, islam, jodendom, hindoeïsme, boeddhisme en humanisme). 5

Inzicht in verschillen en overeenkomsten tussen stromingen binnen levensbeschouwelijke tradities (bv. soennieten en sjiieten; rooms-katholieken, protestanten en evangelicalen etc.). In zicht in verschillen en overeenkomsten in praktijken en manieren om met de eigen traditie om te gaan (bv. orthodox, liberaal en cultuur-christendom en idem islam). Basiskennis van kleinere religies en levensbeschouwingen buiten de wereldreligies en het humanisme, die een lange traditie in Nederland hebben (bv. de antroposofie). Kennis van ontwikkeling, aard en betekenis van persoonlijke, seculiere en nieuw-spirituele levensbeschouwingen, zoals ongebonden gelovigen, multiple belonging, ietsisme, atheïsme. Vaardigheden. Leerlingen leren kritisch omgaan met hedendaagse tekst- en beeldmateriaal, zowel zelfrepresentatie als representaties van anderen (bv. van diverse deelnemers in het publieke debat) en verwerven onderzoekvaardigheden en argumentatiestrategieën e.d. om zelfstandig tot een eigen oordeel te komen en dat oordeel te toetsen aan dat van anderen. Attitudes. Leerlingen worden zich bewust van hun eigen levensbeschouwelijke positie in het licht van de waardensystemen en levensbeschouwingen van de Nederlandse samenleving en zijn bereid kennis te nemen van andere levensbeschouwelijk geïnspireerde waardensystemen en deze te respecteren. 2. Mens en samenleving 2.1. Doelen Doelen op het gebied van religie, levensbeschouwing en diversiteit in een geglobaliseerde wereld zijn: 1. Leerlingen worden zich bewust van de verschillende verschijningsvormen van religieuze en levensbeschouwelijke tradities in verschillende delen van de wereld en begrijpen hoe religie en levensbeschouwing werkt, d.w.z. hoe religieuze en seculier levensbeschouwelijke mensen de wereld ervaren, hoe religieuze geloofsvoorstellingen plausibel worden gemaakt, en hoe religieuze en seculier levensbeschouwelijke overtuigingen het handelen van mensen van verschillende levensbeschouwelijke achtergronden en posities beïnvloeden in bijvoorbeeld politiek en in de organisatie van de samenleving. 2. Leerlingen kennen de religieuze concepten in de belangrijkste religieuze tradities van de wereld, zoals christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, Chinese en Japanse religies en inheemse religies. 3. Leerlingen kennen de ontwikkeling van religie in het Westen als een proces van transformatie in een persoonlijke, seculiere en/of nieuw-spirituele levensbeschouwing en levenswijze 4. Leerlingen kennen de concepten om levensbeschouwing als een seculier en persoonlijk fenomeen te begrijpen, zoals het verschil tussen een personal en een organized worldview. 5. Leerlingen kennen concepten om de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid te ontsluiten, zoals bestaanservaringen, levensvragen en levensovertuigingen. 6. Leerlingen hebben inzicht in rol die religie en levensbeschouwing vandaag spelen in politiek, mondiale conflicten etc. 7. Leerlingen kennen de belangrijkste cultuurrevolutionaire stappen in de godsdienstgeschiedenis. 6

2.2. Inhoud Kennis. De kennis die bij deze doelen centraal staat, onderscheiden we weliswaar in thema s, maar die kunnen om didactische redenen in de onderwijspraktijk op geïntegreerde wijze worden onderwezen: 1. Kennis van de belangrijkste religieuze en levensbeschouwelijke tradities van de wereld, hieronder van hun praktijken, geloofsvoorstellingen en actuele mondiale situatie en betekenis voor de internationale politiek. 2. Kennis van de belangrijkste concepten en methoden uit de theologie en religiewetenschap, hieronder begrippen uit de hermeneutiek (tekstuitleg), vergelijkende godsdienstwetenschap (zoals mythe en ritueel), sociaalwetenschappelijke methodes vanuit de godsdienstpsychologie en godsdienstsociologie en narratieve methodes uit de antropologie en psychologie. 3. Kennis van de ontwikkeling van religie in het Westen als een proces van transformatie in een persoonlijke, seculiere en/of nieuw-spirituele levensbeschouwing en levenswijze. 4. Kennis van de concepten om levensbeschouwing als een seculier en persoonlijk fenomeen te begrijpen, zoals het verschil tussen een personal en een organized worldview. 5. Kennis van concepten om de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid te ontsluiten, zoals bestaanservaringen, levensvragen en levensovertuigingen. 6. Kennis van religie en levensbeschouwing in de krant, op sociale media en het politieke debat. 7. Kennis van de hoofdlijnen in de mondiale godsdienstgeschiedenis. Vaardigheden. Leerlingen leren werken met eenvoudige modellen uit de hermeneutiek om religieuze en levensbeschouwelijke teksten te kunnen ontsluiten en uit de vergelijkende godsdienstwetenschap om verschillende tradities met elkaar en verschillende stromingen binnen dezelfde traditie met elkaar te kunnen vergelijken. Ze leren werken met eenvoudige modellen uit de godsdienstsociologie en godsdienstpsychologie om processen te analyseren, die zich voordoen in alle religieuze tradities (bijvoorbeeld bekering, radicalisering). Ze leren werken met narratieve modellen uit de antropologie en psychologie om eigen en andermans biografiek levensbeschouwelijk te kunnen duiden en ontwikkelen. Attitudes. Inzicht in de verschillen tussen hoe mensen met verschillende religieuze en levensbeschouwelijke posities de wereld ervaren, kan bijdragen aan wederzijdse begrip en respect. Inzicht in de complexiteit en diversiteit van religies en seculiere en persoonlijke levensbeschouwingen kan bijdragen aan het inzicht dat generaliseringen en vooroordelen op grond van geringe feitenkennis contraproductief zijn. 3. Cultuur(geschiedenis) in Nederland 3.1. Doelen Doelen op het gebied van cultuuroverdracht van religie en levensbeschouwing zijn: 1. Leerlingen kennen de rol en betekenis van het christendom en (in mindere mate) van andere religieuze en levensbeschouwelijke tradities, zoals het humanisme en de Verlichting, voor de westerse en Nederlandse cultuurgeschiedenis, inclusief de actualiteit. 7

2. Leerlingen kunnen de religieuze invloed herkennen in de Nederlandse en westerse schilderkunst, literatuur, muziek en performance. Dit gaat bijvoorbeeld om de invloed van het christendom (Bijbelverhalen, heiligenlegenden). 3. Leerlingen herkennen de invloed van de Bijbel en Bijbels taalgebruik in de Nederlandse taal, zoals in metaforen, spreekwoorden en gezegden. 3.2. Inhoud Kennis. De kennis die bij deze doelen centraal staat, kan ook weer om didactische redenen in de onderwijspraktijk op geïntegreerde wijze worden onderwezen: 1. Gevorderde kennis van het christendom, met het accent op de westerse/nederlandse verschijningsvormen: de Bijbel en andere bronteksten, geloofsvoorstellingen en de rituelen van het christendom; de geschiedenis van het christendom (ontstaansgeschiedenis/verhouding tot het jodendom; de Reformatie; opwekking en emancipatie van de katholieken/verzuiling; missie en zending, secularisatie en hedendaagse christendom). 2. Invloed van het christendom op de Nederlandse cultuur, zoals schilderkunst, literatuur, muziek, performances en taal. 3. Humanisme en verlichtingsdenkers en hun cultuurhistorische invloed. Vaardigheden. Leerlingen leren primaire religieuze en seculier levensbeschouwelijke bronnen (tekst en beeld) te parafraseren, interpreteren, analyseren en contextualiseren; religieuze motieven in kunst, literatuur en films herkennen en duiden; kunst, literaire teksten, toneel en films die kritisch reflecteren op religieuze en seculier levensbeschouwelijke bronteksten begrijpen en waarderen. Attitudes. Leerlingen zijn zich ervan bewust dat kennis van het christendom en het humanisme belangrijk is voor elke inwoner van Nederland om de cultuur en de taal te kunnen begrijpen. 8