Belgische Federatie van het Financiewezen. Samen sterker. Kencijfers en duiding



Vergelijkbare documenten
De fondsensector deelt in de algemene beursmalaise.

BELGISCHE VERENIGING VAN ASSET MANAGERS

Deze groeibeweging is te wijten aan koerswinsten van de onderliggende activa. Fondsen die overwegend beleggen in vastrentende effecten

Statistisch vademecum van de banksector 2004

Statistisch vademecum van de banksector

Statistisch vademecum van de banksector 2002

Hypothecair krediet: duurzame groei

Renovatiekredieten populairder dan ooit

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

De fondsensector kent een sterk vierde trimester onder impuls van de goede prestaties van de financiële markten.

Cijfers ICB-sector 2de trimester 2011

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

Cijfers ICB-sector 3de trimester 2011

Statistisch vademecum van de banksector

Kredietverlening aan ondernemingen blijft op peil, maar waakzaamheid is geboden voor de toekomst

FACTS & FIGURES 2018

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

De geconsolideerde winst van het boekjaar bedraagt 97,08 miljoen euro. Vergeleken met vorig jaar is dat 26,55 miljoen euro of 37,65 % hoger.

Kredietomloop aan ondernemingen bereikt nieuw record

Uitdagingen voor een financiële sector ten dienste van mens en economie. Financial Forum Gent, 29 mei 1

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011

FACTS & FIGURES

205 aspecten en documenten 201 BELGISCHE VERENIGING VAN BANKEN

facts & figures

FACTS & FIGURES

facts & figures

Statistisch vademecum van de banksector

De fondsensector zet ook in het tweede kwartaal haar groeibeweging verder onder impuls van netto inschrijvingen.

Nooit eerder werd zoveel hypothecair krediet verstrekt

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

FACTS & FIGURES

FACTS & FIGURES

De fondsensector zet ook in het derde kwartaal haar groeibeweging verder onder impuls van netto inschrijvingen.

Statistisch vademecum van de banksector

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Volume nieuwe kredieten aan ondernemingen stijgt aanzienlijk in 3de trimester

Kredietomloop aan ondernemingen op hoogste niveau ooit

Belgische hypothecaire kredietmarkt keert terug naar normaal niveau

Sterke groei van renovatiekredieten

Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau

INTEGRATIE VAN STATISTISCHE TABELLEN DIE VOORHEEN DOOR DE COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN WERDEN GEPUBLICEERD

Febelfin Jaarverslag Kencijfers

facts & figures De Belgische bancaire en financiële sector

Enkelvoudige jaarrekening

De gemengde fondsen waren de belangrijkste stijger gedurende het tweede kwartaal van 2015 gevolgd door de monetaire fondsen.

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen

FEBELFIN FACTS & FIGURES

FINANCIËLE STATISTIEKEN

De leasingmarkt in 2015

«Fondsen blijven zowel een attractief spaarproduct als een essentiële bouwsteen voor aanvullend pensioen.», Hugo Lasat - Voorzitter BEAMA

De financiële sector 2,5 jaar na de crisis Ervaring en visie van Febelfin

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

FACTS & FIGURES

Gedurende het volledige jaar 2014 steeg de Belgische fondsensector met 24,05 miljard EUR, ofwel 20,5 %.

«De Belgische fondsenmarkt sloot 2017 af op een historisch record.», Marnix Arickx - Voorzitter BEAMA

Verloop van de kostprijs. van een zichtrekening tot

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL

De leasingmarkt in 2016

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Macroprudentieel verslag

De fondsensector kende een lichte terugval gedurende het eerste kwartaal van 2016 toe te schrijven aan negatieve beursevoluties.

PERSBERICHT HALFJAARRESULTATEN. IMMOBEL kondigt sterke resultaten aan voor het eerste halfjaar van 2014.

Zoals algemeen bekend, veranderen de regels op spaarboekjes op 1 april In bijgevoegd dossier wordt het nieuwe systeem gedetailleerd uitgelegd.

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Statistisch vademecum van de banksector 2005

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Zaak Nr IV/M ING / BBL. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 22/01/1998

3. Kerncijfers en resultaten 2018 GRI 102-7, 103-2, 103-3, 201-1, FS 6

transparantie en openheid kencijfers en duiding»

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Persmededeling vanwege de Argenta Groep

Centrale voor kredieten aan ondernemingen

Beleid voor het doorgeven en uitvoeren van orders voor DFMC Goedgekeurd door het directiecomité van 25 september 2014

Persbericht. Cijfers ICB-sector 1ste trimester 2015

de Belgische financiële sector in 2006 Uitdagingen en opportuniteiten»

facts & figures De Belgische bancaire en financiële sector

Statistisch vademecum van de banksector 2003

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Belangrijke informatie voor beleggers

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

PERSBERICHT Argenta Bank- en Verzekeringsgroep nv. Geen stress voor Argenta-cliënten

Persbericht. Cijfers ICB-sector 3de trimester 2018

Volledig jaar: Eind 2017 bedroeg het netto actief van de in België publiek verdeelde fondsen 194,4 miljard EUR.

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

Kredieten en beleggingen blijven groeien

«De Belgische fondsenmarkt groeit sterk tijdens het vierde kwartaal van 2016.», Hugo Lasat - Voorzitter BEAMA

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL

Bijlage Circulaire. Gedetailleerde lijsten van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen

Beschrijving van het Belgische Bankenlandschap 5 jaar na Lehman

Resultatenrekening. B. Andere

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

Belfius. Gisteren, vandaag, morgen. Jos Clijsters, Voorzitter Raad van Bestuur Belfius. 18 december 2014

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

VERZEKERINGSMAKELAAR HOUDT STAND! - DISTRIBUTIEKANALEN VAN DE VERZEKERING, CIJFERS 2014 (ASSURALIA)

Persbericht. Cijfers ICB-sector 4de kwartaal 2015

Transcriptie:

Belgische Federatie van het Financiewezen Samen sterker Kencijfers en duiding

Belgische Federatie van het Financiewezen GEWONE LEDEN Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen (BVB) Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) Beroepsvereniging van het Krediet (BVK) Belgische Vereniging van Beursleden (BVBL) Belgische Leasingvereniging (BLV) AANGESLOTEN LEDEN De leden van de vijf constituerende verenigingen dragen van rechtswege de titel van 'aangesloten lid' van Febelfin (zie algemeen overzicht op cover 3). Aangesloten leden met een bijzonder statuut Banksys Erkenningsraad voor Effectenmakelaars Euronext Brussel Isabel RAAD VAN BESTUUR VAN FEBELFIN Bureau Luc Vandewalle (1), voorzitter (BVB) Jan Vanhevel (2), voorzitter (BVB) Peter De Proft, ondervoorzitter (BEAMA) Paul Hermans, ondervoorzitter (BVK) Eric Struye de Swielande (3), ondervoorzitter (BVBL) Michel Vermaerke (4), gedelegeerd bestuurder, voorzitter van het Uitvoerend Comité Overige leden André Bergen (BVB) Marianne Delbrouck (5) (BVK) Jan Ingelbrecht (BLV) Christian M. Jacobs (BVB) Axel Miller (BVB) Dirk Van den Broeck (BEAMA) Arnaud van Doosselaere (BEAMA) Piet Verbrugge (6) (BVB) Herman Verwilst (BVB) UITVOEREND COMITÉ EN VERANTWOORDELIJKEN VAN STAFDIENSTEN & BUSINESS LINES Michel Vermaerke, gedelegeerd bestuurder & voorzitter van het Uitvoerend Comité Werner Abelshausen, Directeur 'Sociale zaken' en 'Opleiding' Michel Billocq, Secretaris-generaal van de BLV & verantwoordelijke van de Business Line 'Corporate Banking' Marc Dechèvre, Secretaris-generaal van de BVK & verantwoordelijke van de Business Line 'Kredieten aan particulieren' Dirk De Cort, Adviseur, verantwoordelijke 'Economie & Statistiek' Sébastien de Brouwer, Adviseur, verantwoordelijke van de 'European Desk' Patrick-C. Drogné, Directeur van de BVBL & verantwoordelijke van de Business Line 'Financiële markten' Josette Leenders, Secretaris-generaal van BEAMA & verantwoordelijke van de Business Line 'Asset Management & Private Banking' Daniel Mareels, Directeur 'Fiscaliteit', 'Boekhoudnormen' en 'Prudentiële regels' Françoise Sweerts, Directeur 'Juridische zaken' & verantwoordelijke van de Business Line 'Retail Banking' Jozef Van den Nieuwenhof, Verantwoordelijke 'Interne administratie' & Directeur 'Organisatie en bancaire informatica' (1) Tot 7 december 2005. (2) Vanaf 7 december 2005. (3) Nieuwe voorzitter van de BVBL (vervangt Jean-Pierre de Buck van Overstraeten). (4) Vanaf 1 januari 2005. (5) Vanaf 23 september 2005 (vervangt Daniel Angerhausen). (6) Vanaf 28 januari 2005 (vervangt Mark Lambrechts).

Samen sterker Luc Vandewalle (1) Jan Vanhevel (2) Michel Vermaerke Op 28 maart 2003 hebben zes beroepsverenigingen uit de financiële sector onder de naam Febelfin het samenwerkingsverband Federatie van de Belgische Financiële Sector opgericht. In 2004 gingen twee van de constituerende verenigingen samen, zodat er thans nog vijf overblijven. Sedert 1 januari 2005 hebben die vijf verenigingen (zie cover 1) hun krachten en personeel gebundeld. Naast haar vijf gewone leden telde Febelfin eind oktober 2005 niet minder dan 234 aangesloten leden (230 bedrijven die lid zijn van één of meer van de constituerende verenigingen en vier aangesloten leden met een bijzonder statuut). Peter De Proft André Bergen Paul Hermans (1) Marianne Delbrouck Eric Struye de Swielande Jan Ingelbrecht Febelfin gelooft in een breed en transparant debat met de samenleving en de beleidsverantwoordelijken over het heden en de toekomst van de Belgische financiële sector en van het Belgisch financieel centrum. Dat debat moet vertrekken van de realiteit van de financiële sector, zoals die tot uiting komt in cijfers en feiten (structuur, activiteiten, resultaten en bijdrage aan de economie en aan het sociale weefsel). Daarom zet Febelfin in deze brochure een aantal belangrijke facts & figures op een rij. Zo worden de huidige situatie van de sector en de ontwikkelingen die zich in zijn schoot voordoen, maximaal verduidelijkt en in hun context geplaatst. Christian M. Jacobs Axel Miller Dirk Van den Broeck Arnaud van Doosselaere Piet Verbrugge Herman Verwilst Febelfin hoopt zo bij te dragen tot het totstandbrengen en aanmoedigen van een evenwichtig debat ten voordele van de duurzame ontwikkeling van de financiële sector en van het financieel centrum. Mogelijkheden en kansen om welvaart te creëren voor de komende generaties kunnen op die manier optimaal worden benut. Inhoud Het Belgische bank- en financiewezen: facts & figures _ 2 De constituerende verenigingen van Febelfin De Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen 12 De Belgische Vereniging van Asset Managers 16 De Beroepsvereniging van het Krediet 18 De Belgische Leasingvereniging 20 De Belgische Vereniging van Beursleden 22 Uitvoerend Comité en andere verantwoordelijken van Febelfin: v.l.n.r. Sébastien de Brouwer, Jozef Van den Nieuwenhof, Françoise Sweerts, Werner Abelshausen, Michel Vermaerke, Michel Billocq, Marc Dechèvre, Josette Leenders, Dirk De Cort, Patrick-C. Drogné. Niet aanwezig op de foto: Daniel Mareels. (1) (2) Aangesloten leden met een bijzonder statuut 23 Tot 7 december 2005. Vanaf 7 december 2005. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 1

Het Belgische bank- en financiewezen: facts & figures Febelfin, de Belgische Federatie van het Financiewezen, die in 2003 het levenslicht zag, verzamelt in haar schoot verscheidene bestaande financiële beroepsverenigingen (zie cover 1). In deze brochure wordt voor de actviteitssectoren die onder Febelfin samengaan, een foto opgehangen, op basis van een hele reeks frappante cijfers en grafieken. De financiële sector vertegenwoordigde in 2004 in de Belgische economie 5,7% van de toegevoegde waarde, 3,3% van de werkgelegenheid, 5,7% van de uitbetaalde lonen en 4,9% van de vaste investeringen. Het aandeel van de sector in het geheel van de verhandelbare diensten bedroeg voor deze criteria respectievelijk 11,3%, 7,7%, 14,4% en 7,2% (grafieken 1 en 2). Zo wordt duidelijk welke cruciale rol het financiewezen speelt voor de ontwikkeling van onze economie en welke kansen de ontwikkeling van het financiewezen kan bieden om bij te dragen aan onze toekomstige welvaart. De uitdaging bestaat natuurlijk erin deze kansen te benutten. In de Europese en mondiale omgeving waar scherpe concurrentie heerst, zijn inspanningen en gezamenlijke actie onontbeerlijk om te slagen. Wie in die optiek een constructief beleid wil concipiëren en realiseren, zal steeds op Febelfin kunnen rekenen als een loyaal meewerkende partner. Als de gezamenlijke wil bestaat om in te spelen op de geboden opportuniteiten, hoeft het geen illusie te zijn om verder te bouwen aan een financieel centrum dat een reële en groeiende bijdrage levert aan het draagvlak van onze samenleving op economisch en sociaal gebied. In deze brochure worden de onderscheiden financiële segmenten waarvoor de leden van Febelfin staan onder de loep genomen: het bankwezen, de kredietverstrekking aan gezinnen, de leasingfinanciering, de instellingen voor collectieve belegging (ICB's) en de beleggingsondernemingen. Grafiek 1: Belang van de financiële sector in de economie (in %, 2004) (1) Het geheel van de verhandelbare diensten (zie voetnoot 2), de overheid (openbaar bestuur, defensie, verplichte sociale verzekeringen), het onderwijs en de overige diensten (gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening, gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele en persoonlijke diensten, particuliere huishoudens met werknemers). (2) Het geheel van handel, vervoer, verkeer en communicatie, financiële diensten, immobiliën, verhuur en zakelijke diensten. Bron: Berekeningen Febelfin op gegevens nationale rekeningen (INR, gedetailleerde rekeningen en tabellen 1995-2004). Grafiek 2: Spreiding bruto toegevoegde waarde over de financiële subsectoren (in % van het totaal, periode 2002-2004) (1) Kredietinstellingen, monetaire ICB s en centrale bank. (2) Financiële leasebedrijven, instellingen die consumentenkrediet, hypotheekleningen en andere kredieten verstrekken, financiële holdings, beursvennootschappen, factoringmaatschappijen, ICB s (behoudens die met monetair karakter), enz. (3) Maatschappijen voor beheer van beurzen (o.a. Euronext), maatschappijen voor portefeuillebeheer, vermogensbeheer en beleggingsadvies, makelaars in hypothecair krediet, wisselkantoren, verzekeringsagenten en makelaars, schade en risicodeskundigen, enz. (4) Verzekeringsmaatschappijen, herverzekeringsondernemingen, pensioenfondsen, Delcrederedienst. Bron: Berekeningen Febelfin op gegevens nationale rekeningen (INR, gedetailleerde rekeningen en tabellen 1995-2004). Deze en andere grafieken en tabellen zullen in de toekomst regelmatig worden bijgewerkt op de webstek. 2 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

I. Het bankwezen A. De internationale en Europese dimensie 1.België is een significant bancair en financieel centrum. De totale balans van de banksector vertegenwoordigt er 3,4 keer de waarde van het bruto binnenlands product (BBP). Ter vergelijking (grafiek 3): deze vermenigvuldigingsfactor bedraagt 3,2 in Nederland, 3,1 in Duitsland, 2,6 in Frankrijk. In Zwitserland (5,6), Ierland (4,9) en de UK (4,3) ligt hij evenwel hoger dan in ons land. België huisvest eveneens belangrijke internationale financiële platformen zoals SWIFT en Euroclear. 2.De Belgische bankbevolking wordt gekenmerkt door een sterke buitenlandse component (grafiek 4). Op de 103 in ons land gevestigde banken (toestand eind juni 2005), zijn er 73 (of 70,9 %) van buitenlandse oorsprong (28 dochterondernemingen en 45 bijkantoren van buitenlandse banken). Grafiek 3: Internationale vergelijking van het belang van de banksector in de economie (1) (in %, einde 2004) (1) Globale balans van de banksector (in de zin van de tweede Europese bankenrichtlijn) in verhouding tot het nationaal product. Dit is slechts een partiële benadering van het belang van de bankactiviteit. (2) Cijfer voor 2003. Bron: BVB-berekeningen op grond van diverse nationale en internationale bronnen. Grafiek 4: Aantal in België gevestigde banken (eind juni 2005) Onder de buitenlandse banken is een opvallende Europese aanwezigheid te noteren. Er zijn 57 banken uit andere EU-lidstaten die in België een vestiging hebben ingeplant (waaronder 14 Nederlandse en 20 Franse). Bovendien bevinden zich in de rangen van de buitenlandse banken in ons land gespecialiseerde mondiale topspelers, zoals The Bank of New York, State Street Bank, enz. 3.De internationalisatie steunt op tweerichtingsverkeer. Ook de Belgische banken bouwen hun aanwezigheid buiten de landsgrenzen uit (grafiek 5) : 22 van hen zijn vertegenwoordigd in 51 landen, via een net van 238 vestigingen. Daaronder bevinden zich 63 bijkantoren, 47 bancaire dochterondernemingen en 81 financiële subsidiaries. De Belgische banken zijn vooral actief in andere Europese landen. In dat gebied hebben ze 154 vestigingen, waarvan 147 binnen de Europese Unie. Bron: BVB-berekeningen op eigen gegevens en gegevens CBFA. Grafiek 5: Geografische verdeling van het aantal buitenlandse vestigingen (1) van de Belgische banken (einde 2004) (1) Het betreft bijkantoren, bancaire en financiële dochterondernemingen, vertegenwoordigingskantoren en gekwalificeerde deelnemingen in banken en financiële instellingen. (2) EU van 25 landen. Bron: BVB. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 3

4.De directe grensoverschrijdende dienstverlening (vrij verstrekken van diensten in een andere EU-lidstaat zonder er te zijn gevestigd) is een andere beweging die de vervaging van de Europese binnengrenzen typeert. Zo hebben 25 Belgische banken aangemeld in andere lidstaten (hoofdzakelijk in de buurlanden) over de mogelijkheid te willen beschikken om er rechtstreeks diensten te verstrekken (toestand einde 2004). Liefst 479 banken uit andere EU-lidstaten hebben aan de toezichthouder laten weten dat ze in België over die mogelijkheid willen beschikken (waarvan 320 voor deposito-werving). Opnieuw gaat de interesse, in dit geval voor de Belgische markt, vooral uit van banken in de buurlanden. Grafiek 6: Omvang van de internationale verrichtingen (1) in de activiteiten van de in België gevestigde banken (in %, eind juni 2005) (1) Verrichtingen in euro met het buitenland en verrichtingen in deviezen. (2) Gemiddelde van activa en passiva. (3) Alle effecten en deelnemingen, uitgezonderd de Belgische overheidseffecten. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. 5.Niet alleen de bankenpopulatie, maar ook de sectorbedrijvigheid is sterk internationaal (grafiek 6). Circa 58% van de totale balans van de Belgische banksector heeft een internationaal karakter (operaties met niet-ingezetenen en/of in vreemde valuta s). Hetzelfde gaat op voor 30,3% van de cliëntendeposito s, 37,6% van de cliëntenkredieten, 74,3% van de effectenportefeuille en 87,9% van de interbankenverrichtingen. De in België gevestigde buitenlandse banken staan voor ongeveer 1/5 van het activiteitsvolume van de hele banksector. 6.In de internationale rangschikking van de duizend grootste banken (geordend volgens hun eigen vermogen) die het tijdschrift The Banker ieder jaar publiceert, staan (in de editie voor 2004) drie Belgische banken in de wereldtop-50 (Fortis op 34, Dexia op 41, KBC op 48). Dezelfde banken komen eveneens in de Europese top-30 voor (respectievelijk op de 21 ste, 24 ste en 29 ste plaats). B. Enkele sociaal-economische facetten 1.De Belgische banksector is nog steeds een hoeksteen in de financiering van de nationale economie (grafiek 7). Eind juni 2005 stond een volume aan bancaire uitbetalingskredieten uit van 293,7 miljard euro aan de Belgische economie. Van dat volume, dat in 2004 ruim 100% van het BBP vertegenwoordigde, was 33,9% bestemd voor de ondernemingen, 36,3% voor de gezinnen en 29,8% voor de overheid. Daarnaast hadden de banken een omloop van 30,3 miljard euro aan verbinteniskredieten aan ingezetenen (vooral borgtochten en documentaire kredieten). De bij de cliënten ingezamelde deposito s vertegenwoordigden eind juni dit jaar 327,2 miljard euro (inclusief Grafiek 7: Kredietfinanciering van de Belgische economie door de banken (uitstaande uitbetalingskredieten, in %, eind juni 2005) Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. 4 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

kasbons en obligaties) (grafiek 8). Het depositovolume aan het einde van 2004 kwam neer op 112,8% van het BBP van dat jaar. Het is overigens een sterk punt van de bancaire domestic market dat de spaarquote van de gezinnen relatief hoog is gebleven (in vergelijking met de meeste andere landen). In 2003-2004 kwam ze neer op gemiddeld 13,6% van het beschikbaar inkomen. Grafiek 8: Cliëntendeposito s van ingezetenen bij de in België gevestigde banken naar vorm (uitstaande bedragen, in %, eind juni 2005) 2.De banken stroomlijnen en diversifiëren hun distributienet. Heel wat instellingen voeren een multi-kanaalpolitiek teneinde optimaal en in wisselende omstandigheden op de uiteenlopende behoeften van de cliënten te kunnen inspelen. De jongste tien jaar is het aantal traditionele bancaire verkooppunten (kantoren en agenten) ruim gehalveerd. De banken realiseerden synergieën naar aanleiding van de diverse fusies en overnames die ook aan de sectortop plaatsvonden. Meer dan 90% van de kantoren is uitgerust met self banking units, tegen nog niet één kwart in 1993. Ondanks de hertekening van het bankenlandschap heeft België nog steeds een relatief dicht kantorennet (grafiek 9). Eind 2003 waren er per miljoen inwoners nog 481 kantoren. Ter vergelijking : in Frankrijk ging het om 420 kantoren en in Nederland om 246. Het gemiddelde van de 15 oude EU-lidstaten bedroeg 487. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. Grafiek 9: Aantal bankkantoren per miljoen inwoners (2003) (1) Europese Unie (EU) van 15 landen. Bron: Europese Centrale Bank (ECB). 3.Het internetbankieren boekt sterke terreinwinst. Vorig jaar meldden 65 banken ruim 2,4 miljoen abonnementen te hebben verleend aan hun cliënten voor toegang tot transactionele websites. Meer dan 70% van deze abonnementen waren daadwerkelijk in gebruik. Nog in 2004 werden circa 150 miljoen binnenlandse betalingsoverschrijvingen langs het internet uitgevoerd. 4.De directe werkgelegenheid in de Belgische banksector bedraagt 70.483 eenheden (toestand begin 2005, exclusief de circa 5.500 zelfstandige agenten en hun eigen personeel). Dat betekende een daling van ruim 6.000 in vergelijking met 1997. Deze dalende tendens dient evenwel te worden gerelativeerd, onder meer wegens verschuivingen van jobs binnen financiële groepen door filialisering en interne structuurwijzigingen, evenals voor outsourcing op binnenlands niveau. De werkgelegenheid in de hele financiële sector komt neer op meer dan 140.000 jobs. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 5

5.Het bankpersoneel wordt gekenmerkt door een hoge en nog toenemende scholingsgraad (grafieken 10 en 11). Begin dit jaar had bijna 60% van de werknemers in de banksector een diploma van hoger onderwijs, waarvan 23,3% een universitair diploma en 35,6% een hogeschooldiploma. Bij de nieuw aangeworven personeelsleden gaat het om ruim 76% hooggeschoolden (36,7% universitairen en 39,5% mensen met een diploma van hogeschool). 6.De Belgische banken bekleden een vooruitgeschoven positie inzake het elektronisch betaalverkeer. Het totale aantal betalingen dat vorig jaar werd uitgevoerd, kan als volgt worden opgedeeld (grafiek 12): 45,1% elektronische overschrijvingen; 36,1% betalingen met kaarten (debet, krediet of privatief); 6,2% elektronische portemonnee; 11,2% domiciliëringen. Cheques behoren in ons land tot de geschiedenishandboeken. De Belgische banken nemen een pro-actieve houding aan t.a.v. de grote Europese uitdaging voor de komende jaren, namelijk het tot stand brengen van de Single European Payments Area (SEPA). Grafiek 10: Verdeling van het bankpersoneel volgens diploma (einde 2004) Bron: BVB (enkel bank-leden). Grafiek 11: Verdeling van de nieuw aangeworven medewerkers in de banksector, volgens diploma (in de loop van 2004) Bron: BVB (enkel banken-leden). Grafiek 12: Raming van het gebruik van betaalinstrumenten (1) in België (2003) C. Voornaamste ontwikkelingen en tendensen 1.De Belgische bankenmarkt is de voorbije tien jaar geëvolueerd van een gefragmenteerd naar een vrij sterk geconcentreerd geheel. De vijf grootste banken vertegenwoordigen circa 83% van de totale sectoractiva. Daarmee is de situatie in België vergelijkbaar met die in Nederland, waar het percentage op 84% ligt. In Frankrijk en Duitsland ligt dat cijfer heel wat lager, met respectievelijk 47% en 22%. De Herfindahl-index is een wat meer gesofisticeerd instrument om de concentratiegraad te meten (het gaat om het gecumuleerde kwadraat van de (1) Alle gebruikers (particulieren, bedrijven) samen. Sommige instrumenten (contanten, handelswissels, afhalingen aan geldautomaten) worden buiten beschouwing gelaten. Bron: BVB-berekeningen op eigen gegevens en gegevens UCV, NBB, BIB. 6 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

individuele marktaandelen van alle ondernemingen binnen de sector). In België bedraagt deze index (op basis van de totale bankactiva) iets meer dan 2.000 (grafiek 13). Binnen de EU (de 15 lidstaten van vóór de uitbreiding in 2004) wordt alleen voor Finland een hoger cijfer genoteerd. De relatief sterke concentratie is een gevolg van de overnames en fusies die zich de jongste jaren in de Belgische banksector hebben voorgedaan. Deze beweging stoelde uiteraard op bedrijfseconomische motieven, maar was eveneneens noodzakelijk om de sector naar een gunstiger positie te brengen in het licht van de uiteraard lang niet voltooide Europese integratie van de financiëledienstenmarkt. De Europese realiteit maakt overigens dat de economische betekenis van nationale concentratiecijfers voortdurend afneemt, vermits de relevante markt steeds minder met de nationale grenzen overeenstemt. 2. Desintermediatie is een verschijnsel dat zowel de spaar- als financieringsmarkten in België kenmerkt (grafieken 14 en 15). Het komt erop neer dat de financiering van investeerders door beleggers niet langer via de eigenlijke intermediatie (kredietverstrekking) van de banken verloopt, maar op een meer rechtstreekse manier (direct op de financiële markten, of via institutionele vehikels als bv. de collectieve beleggingsinstellingen). In die evolutie verschuift de serviceverlening van de banken meer naar begeleiding van de financiële stromen en marktpartijen, wat uiteraard een ingrijpende aanpassing impliceert van de aangeboden diensten en instrumenten. De Belgische beleggingsmarkt wordt gekenmerkt door een versterkte positie van instellingen voor collectieve belegging, evenals van verzekeringsproducten (in de traditionele tak 21 en de nieuwere tak 23 ). In de financieringsmarkt voor ondernemingen vormt de bancaire kredietverstrekking een significant, maar lang geen dominant onderdeel. Grafiek 13: Herfindahl-index op basis van de totale activa (1) (2003) (1) Som van de kwadraten van de marktaandelen van alle individuele kredietinstellingen inzake totale activa. Bron: gegevens afgeleid uit het Report on EU banking structure, European Central Bank (ECB), November 2004. Grafiek 14: Bruto-financieel vermogen van de Belgische gezinnen (eind juni 2005) Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. Grafiek 15: Beroep van de Belgische vennootschappen (1) op externe financiering (in %, eind juni 2005) (1) Volgens het transparantiebeginsel worden de kredietinstellingen en de institutionele beleggers weggelaten uit de sector van de vennootschappen. Zij worden immers beschouwd als zuiver financiële bemiddelaars. Deze presentatie van de financiële rekeningen wijst financiële activa/passiva rechtstreeks toe aan de sector van eindbestemming. (2) Het gaat o.m. om gekruiste financiële transacties gesloten tussen entiteiten van multinationale ondernemingen. (3) Instrumenten waarvan de looptijd niet gekend is. Eveneens de statistische aanpassingen, weglatingen en vergissingen. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 7

3.De jongste jaren is de bancaire kredietverlening aan de Belgische gezinnen zeer expansief. Sedert 2000 (tot eind juni 2005) is het uitstaande volume hypotheekleningen met bijna 48% toegenomen. Daarentegen werd het bancaire consumptiekrediet door stagnering gekenmerkt. De Belg heeft minder traditie van kopen op krediet (cf. sterke spaarneiging). 4. Het aandeel van de Belgische banksector in de financiering van de overheidssector van het land vermindert stelselmatig (grafiek 16). Het bancaire kredietvolume in dat vlak is sedert 2000 met meer dan één vierde gedaald. Er zijn verscheidene oorzaken voor deze ontwikkeling: de gezondere overheidsfinanciën, waardoor de overheidsschuld in 2004 is gedaald tot 94,7% van het BBP tegen nog 107,7% amper vier jaar eerder; de diversificatiepolitiek die de overheid voert in het houderschap van haar schuld; de diversifiëring die ook de banken hebben verwezenlijkt in hun portefeuille van overheidseffecten, zeker na de invoering van de Europese eenheidsmunt. Grafiek 16: Gewicht van de banken in de financiering van de Belgische overheidsschuld (1) Onder meer wegens de verschillen in boekingsmethodes, in de wijze waarop met koersschommelingen rekening wordt gehouden, enz. is omzichtigheid geboden bij de vergelijking van beide curven. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB en gegevens ministerie van Financiën voor de overheidsschuld. Grafiek 17: Evolutie en samenstelling van de termijnverrichtingen 5.De in België gevestigde banken hebben ook de off balance sheet -activiteiten sterk ontwikkeld. Het volume buiten balans is meer dan twintig keer het balanstotaal van de sector (exclusief Euroclear Bank die terzake een bijzondere positie inneemt). Vooral de termijnverrichtingen op rente (swaps en opties) zijn zeer volumineus geworden (grafiek 17). Opmerkelijk is dat de effectisering (1) in België niet echt heeft doorgezet (in tegenstelling tot bepaalde andere landen). Ook het wetgevende project voor de lancering van covered bonds (beter bekend onder de Duitse benaming van Pfandbriefe) is in ons land niet van de grond gekomen, ofschoon in andere Europese landen terzake grote en toenemende activiteitsvolumes worden geregistreerd. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. 6.De Belgische financiële sector is baanbreker gebleken inzake de ontwikkeling van het bankverzekeringsmodel. De voornaamste bankverzekeringsgroepen vertegenwoordigen meer dan drie vierde van de verzekeringsmarkt en bijna 85% van de bancaire markt (situatie einde 2003). Het aandeel van de bankkantoren in de distributie van verzekeringsproducten (gemeten op basis van het premie-incasso) is toegenomen van 18% in 1997, naar 35% in 2003. In het vlak van de levensverzekeringen is dat aandeel tot bijna 50% opgelopen. 7.De operationele winst van de banken kon de jongste jaren enigszins herstellen, na de ongunstige weerslag van de forse terugval van de financiële markten in het begin van het decennium. Nochtans moet die ontwikkeling beduidend worden genuanceerd. De resultatenverbetering komt vrijwel uitsluitend op het conto van het beheersen van de bedrijfskosten en de vermindering van de afschrijvingen en voorzieningen voor kredietrisico s. De duurzame verbetering van de inkomsten blijft een zeer grote uitdaging, zeker op de binnenlandse (1) Waarbij de banken bepaalde activa, zoals hypotheekleningen en consumptiekredieten, uit de balans lichten en deze verpakken in effecten die op de markt worden verhandeld. 8 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

bankenmarkt. De grote Belgische bankgroepen halen een stijgend aandeel van hun ontvangsten en winst uit hun toenemende aanwezigheid op buitenlandse markten. 8.De algemene intrestmarge van de banken daalde in 2004 tot een historisch dieptepunt van minder dan 1% (grafiek 18). De cost/income ratio stabiliseert op een relatief hoog niveau van circa 70%, wat onder meer heeft te maken met de niet zo denderende inkomstenontwikkeling. De return on equity (ROE) van de sector is niet onbevredigend te noemen (door de jaren heen schommelend tussen 8 à 13%), maar dat heeft deels te maken met de relatief smalle eigen middelen-basis t.a.v. het geheel van de activa. Voor de risk assets ratio (RAR), waarbij het reglementaire eigen vermogen tegenover het gewogen risicovolume wordt geplaatst, scoort de Belgische banksector behoorlijk, met om en bij 13% (grafiek 19). Het Europese reglementaire minimum bedraagt in dat vlak 8%. Het is uitermate belangrijk dat de banksector een voldoende soliditeit kan blijven tentoonspreiden. In deze optiek is het eveneens zaak dat de sector adequaat de uitdaging kan beantwoorden die de invoering van de Basel IInormen (die ook in de bancaire EUregelgeving zullen worden vertaald) inzake eigen-vermogensvereisten met zich brengt. 9. Van excessieve bankrendabiliteit is geen sprake. Vergelijking van de ROE (return on equity) met andere bedrijfssectoren staaft die uitspraak. Uit de internationale vergelijking van de bankrendabiliteit blijkt dat de Belgische banksector een achterblijvende winstmarge (ROA, return on assets ) combineert met een ROE die een vergelijking met het Europese gemiddelde goed kan doorstaan (tabel 1). Deze schijnbare tegenstrijdigheid kan opnieuw deels worden teruggevoerd tot het feit dat de Belgische banken een relatief geringe eigenvermogensbasis hebben t.a.v. de totale activa. Grafiek 18: Evolutie van de rentemarge en de winstmarge bij alle in België gevestigde banken (in %) (1) Rentemarge: renteresultaat in verhouding tot de werkmiddelen van derden. Winstmarge: resultaat van het boekjaar in verhouding tot het balanstotaal. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. Grafiek 19: Evolutie van het rendement op eigen vermogen en de risk assets ratio bij de banken naar Belgisch recht (in %) (1) Rendement eigen vermogen: Resultaat van het boekjaar in verhouding tot het eigen vermogen. Risk assets ratio: verhouding van het reglementaire eigen vermogen van de banken en het gewogen risicovolume. Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. Tabel 1: Internationale vergelijking rendabiliteits- en solvabiliteitsratio's (in %) (gemiddelde 2002-2003) Winst t.a.v. de ingezette Winst t.a.v. het eigen Eigen vermogen t.a.v. werkmiddelen (ROA) vermogen (ROE) balanstotaal België 0,41 10,9 3,8 Duitsland -0,01-0,1 4,4 Finland 1,13 12,9 10,4 Frankrijk 0,47 9,5 5,2 Griekenland 0,56 7,8 7,0 Ierland 0,74 12,8 5,5 Italië 0,49 7,2 7,1 Luxemburg 0,42 11,0 4,3 Nederland 0,38 10,3 3,9 Oostenrijk 0,32 6,5 5,2 Portugal 0,60 4,9 12,6 Spanje 0,72 8,1 9,0 Euro-zone 0,52 8,5 6,5 (0,57) (*) (9,3) (*) (6,7) (*) (*) De cijfers tussen haakjes geven het gemiddelde weer van de Eurozone zonder Duitsland. Bron: OESO. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 9

II. Kredietverstrekking aan gezinnen 1.Einde 2004 hadden de particulieren in België 6,7 miljoen kredietcontracten ondertekend. Dat cijfer omvat de consumptiekredieten en de hypotheekleningen. Een en ander betekent dat 53% van de volwassen bevolking op die manier een beroep doet op kredietfinanciering. Dat cijfer loopt op tot 80% als men de bevolkingsgroep van 35 tot 44 jaar afzonderlijk bekijkt. 2.Naast de banken zijn nog andere financiële instellingen (krediet-, financieringsen leasingmaatschappijen) en verkopers actief in de leningfinanciering voor consumptie. Volgens de bedragen die eind 2004 uitstonden, zijn de marktverhoudingen respectievelijk 80,9% (banken), 18,9% (overige financiële instellingen) en 0,2% (verkopers). De totale uitstaande verbruikskredieten betroffen op dat ogenblik een volume van 14,1 miljard euro, een toename met 57,5% ten aanzien van tien jaar geleden (grafiek 20). 3.De markt van het woningkrediet is veel omvangrijker (uitstaand bedrag van 89,7 miljard euro, eind 2004) en expansiever (het marktvolume lag eind vorig jaar 86,7% hoger dan tien jaar geleden). Nog eind vorig jaar stonden de banken voor 86,0% van de markt, de verzekeringsmaatschappijen voor 5,5%, de hypotheekmaatschappijen voor 2,9%, de huisvestingsmaatschappijen voor 5% en de overige kredietverstrekkers voor 0,7% (grafiek 21). Grafiek 20: Consumentenkrediet naar kredietvorm (1) (einde 2004) (1) Overeenkomsten waarop de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet van toepassing is (enkel consumentenkrediet aan particulieren); overeenkomsten gesloten bij alle kredietverstrekkers. Bron: BVB-berekeningen op NIS-gegevens. Grafiek 21: Hypothecaire kredieten naar bestemming (einde 2004) Bron: BVK. Grafiek 22: Samenstelling van de leasingproductie (einde 2004) (1) III. Leasing-financiering 1. Eind 2004 waren er 167 vennootschappen geregistreerd als leasingmaatschappij (onder toezicht van de FOD Economie). Deze registratie is verplicht voor zover het om de leasing van roerende goederen gaat (volgens koninklijk besluit nr. 55). Voor activiteiten van onroerende leasing geldt geen registratieverplichting. 2.In de leasingproductie kan de roerende van de onroerende leasing worden (1) Enkel BLV-leden. Bron: BLV. onderscheiden (grafiek 22). In 2004 stonden de leden van de Belgische Leasingvereniging (BLV) voor 3.103,5 miljoen euro roerende leasing (waarvan 937,4 miljoen industriële machines en uitrustingen; 860,6 miljoen computers en kantoormaterieel; 542,3 miljoen bedrijfsvoertuigen; 676,8 miljoen personenwagens). Voor de onroerende leasing bedroeg de productie van deze instellingen 397,9 miljoen euro. 10 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

IV. Instellingen voor collectieve belegging (ICB s) 1.Het aantal in België openbaar aangeboden ICB s bedroeg eind juni 2005 394 (ter vergelijking, in 1990 ging het om slechts 155 ICB s). Het aantal ICB s naar Belgisch recht beliep midden 2005 158 (waarvan 106 beveks, 11 vastgoed-bevaks, 12 pensioenspaarfondsen, 19 gewone beleggingsfondsen, 8 vennootschappen in schuldvorderingen en 2 privaks). Het aantal ICB s naar buitenlands recht bedroeg 236. 2.Het totaal netto-actief van de in ons land aangeboden ICB s is de voorbije jaren eveneens sterk toegenomen (grafiek 23): van 48,3 miljard euro eind 1995, over 138,2 miljard euro eind 2000 tot 170,1 miljard euro Grafiek 23: Netto-actief van de ICB s naar Belgisch en buitenlands recht die in België openbaar worden verdeeld (in miljarden euro, eind juni 2005) Bron: BEAMA. eind juni 2005. Nog midden 2005 stond 47,1 miljard euro uit in obligatie-icb s, 31,5 miljard euro in aandelen-icb s, 43,0 miljard euro in ICB s met kapitaalbescherming, 25,0 miljard euro in gemengde ICB s en 9,3 miljard euro in pensioenspaarfondsen. V. De beleggingsondernemingen 1.Eind juni 2005 waren er in ons land 63 beleggingsondernemingen naar Belgisch recht geregistreerd (32 beursvennootschappen, 27 vermogensbeheerders, één makelaar in financiële instrumenten en drie vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten). Voorts waren er veertien beleggingsondernemingen naar buitenlands recht (tabel 2). 2.De beursvennootschappen hadden eind juni 2005 een eigen vermogen van 406 miljoen euro en hadden voor 33.098 miljoen euro effecten in bewaring ontvangen. Hun gezamenlijke posities in roerende waarden bedroegen op het zelfde tijdstip 2.290 miljoen euro. Tabel 2: Aantal in België gevestigde beleggingsondernemingen Einde jaar 1996 2000 2003 2004 6.2005 Beleggingsondernemingen naar Belgisch recht 82 84 71 70 63 Beursvennootschappen 62 46 37 36 32 Vennootschappen voor vermogensbeheer 15 31 30 30 27 Vennootschappen voor makelarij in financiële instrumenten 5 4 2 1 1 Vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten - 3 2 3 3 Beleggingsondernemingen naar buitenlands recht 2 10 11 15 14 Totaal aantal in België gevestigde beleggingsondernemingen 8 4 9 4 8 2 8 5 7 7 Bron: BVB-berekeningen op gegevens CBFA. 3.De vennootschappen voor asset management hadden eind juni 2005 voor 78.658 miljoen euro vermogen onder beheer. Hun eigen vermogen bedroeg toen 432 miljoen euro. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 11

Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen De nieuwe BVB De nieuwe BVB is het resultaat van de toenadering tussen de Belgische Vereniging van Banken (BVB, opgericht in 1936) en de Belgische Vereniging van Beursleden (BVBL, opgericht in 1995). De afkorting BVB staat dus sedert 1 januari 2005 voor de beroepsvereniging van de in België gevestigde banken en beursvennootschappen. Die toenadering is een uiting van de wil van beide beroepen, waarvan de activiteiten dicht bij elkaar liggen, om binnen Febelfin nauw samen te werken. Hoewel de bij de BVBL aangesloten beursvennootschappen van rechtswege lid van de BVB worden, behoudt hun vereniging haar bevoegdheid op sociaal vlak, alsook inzake het FIF en de Bemiddelingsdienst Banken-Krediet-Beleggingen (voor meer informatie, zie het hoofdstuk BVBL, blz. 22). Luc Vandewalle Jan Vanhevel Pierre Drion Axel Miller Michel Vermaerke De vier hoofdopdrachten van de BVB de belangen van de bank- en beurssector verdedigen en optreden als spreekbuis bij de overheid op Europees, federaal, gewestelijk en gemeenschapsniveau, bij het grote publiek, de vakbonden, enz.; een forum voor bezinning bieden, d.w.z. een plaats waar mensen van het vak open van gedachten kunnen wisselen en waar gemeenschappelijke standpunten gestalte kunnen krijgen; diensten verlenen aan haar leden, op het vlak van informatie en beroepsopleiding; het imago van een sector met burgerzin promoten, onder meer via de bevordering van degelijke gedragsregels. Raad van Bestuur van de BVB Bureau Luc Vandewalle, Voorzitter (ING België) (tot 7 december 2005) Jan Vanhevel, Voorzitter (KBC Bank) (vanaf 7 december 2005) Pierre Drion, Ondervoorzitter (Petercam) Axel Miller, Ondervoorzitter (Dexia Bank België) Michel Vermaerke, Gedelegeerd bestuurder Overige leden Luc Aspeslagh (KBC Securities), Voorzitter van de afdeling beursvennootschappen André Bergen (KBC Bank) Michel Clerckx (Fortis Bank) Vanaf 7-12-2005, Jos Clijsters Jacques Delen (Bank Delen), Voorzitter van de afdeling zakenbanken Johan De Schamphelaere (VDK Spaarbank), Voorzitter van de afdeling spaarbanken Leden: zie www.abb-bvb.be Begin november 2005 vertegenwoordigde de BVB 98 banken (inclusief tien kassen behorend tot het Beroepskrediet), acht vertegenwoordigingskantoren en 26 beursvennootschappen. De BVB is lid van de Europese Bankfederatie, het Verbond van Belgische Ondernemingen, de Internationale kamer van koophandel en UNICE. Ze is actief betrokken bij de werkzaamheden van het Belgisch Financieel Forum, het UCV, SWIFT, de bemiddelingsdienst Banken-Krediet- Beleggingen, enz. Christian M. Jacobs (JPMorgan Chase Bank), Voorzitter van de afdeling buitenlandse banken Jean-François Martin (Dexia Bank België) Jan Op de Beeck (ING België) Vanaf 7-12-2005, Luc Vandewalle Piet Verbrugge (Delta Lloyd Bank), Voorzitter van de afdeling netwerkbanken De BVB wordt in de Raad van Bestuur van Febelfin vertegenwoordigd door hooggeplaatste bestuurders van de vier grote banken (Dexia Bank België Axel Miller Fortis Bank Herman Verwilst ING België Luc Vandewalle KBC Bank André Bergen tot 7-12-05, Jan Vanhevel vanaf 7-12-05), en door twee vertegenwoordigers van de overige banken (Christian M. Jacobs, JP Morgan Chase Bank, vertegenwoordiger van de buitenlandse banken en de zakenbanken, en Piet Verbrugge, Delta Lloyd Bank, vertegenwoordiger van de spaarbanken en de netwerkbanken). 12 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

STRUCTUUR VAN DE BANKSECTOR 1993 2000 2002 2003 2004 Aantal banken naar Belgisch recht (1) 112 72 65 61 59 - uit België - 44 36 34 33 - uit overige EU-landen - 21 22 21 21 - uit niet-eu-landen - 7 7 6 5 naar buitenlands recht 39 47 46 48 45 - uit EU-landen 24 34 36 38 36 - uit niet-eu-landen 15 13 10 10 9 Totaal aantal in België gevestigde banken 151 119 111 109 104 Vertegenwoordigingskantoren 42 32 25 24 23 Banken aangemeld onder het Europees stelsel van vrije dienstverlening 115 345 420 443 479 Personeelsleden (2) 76.281 76.364 74.896 72.210 70.483 Contactpunten (3) Kantoren 7.890 6.693 5.699 5.175 4.837 - Kantoren uitgerust met self-banking 1.592 4.982 4.588 4.421 4.180 Gevolmachtigde agenten 11.998 7.086 5.425 5.022 4.688 - Gevolmachtigde agenten werkzaam in kantoren van de bank 2.131 1.028 778 814 776 Biljettenverdelers (4) 2.636 6.673 6.772 7.114 7.237 Betaalterminals (5) 34.010 64.471 76.110 79.736 85.038 Investeringen (6) (in miljoenen euro) Roerende investeringen 321,5 385,6 253,5 245,2 n.b. - Informatica-uitrusting 261,7 304,6 209,8 207,2 n.b. Onroerende investeringen 248,5 399,5 326,5 355,8 n.b. Totaal 570,0 785,1 580,0 601,6 n.b. Rekeningen (7) (in duizenden) Zichtrekeningen 9.863 12.225 12.693 12.979 12.675 Termijnrekeningen 1.949 1.648 1.318 1.139 976 Gereglementeerde spaarrekeningen 18.581 17.670 17.385 17.544 17.450 Totaal 30.392 31.543 31.396 31.662 31.101 Betalingsverkeer POS-verrichtingen (in duizenden) n.b. 400.892 527.583 564.180 613.013 Proton-betalingen (in duizenden) n.b. 51.267 120.828 107.290 107.025 Geldafhalingen (8) (in miljoenen) 113,6 201,2 242,9 244,7 248,6 Uitgevoerde overschrijvingen (in miljoenen) 383,3 619,4 633,5 610,7 665,9 Kredietkaarten (in duizenden) 1.997 2.746 2.805 2.850 2.915 Debetkaarten (in duizenden) 6.071 8.371 9.914 10.448 10.752 Bron: BVB. (1) De banken naar Belgisch recht zijn verder onderverdeeld volgens nationaliteit van de meerderheid of sterkste participatie binnen het aandeelhouderschap (2) Raming voor alle banken (BVB-enquête bij de leden, aangevuld met gegevens uit de gepubliceerde rekeningen). (3) De cijfers m.b.t. kantoren en gevolmachtigde agenten zijn afkomstig uit een BVB-enquête bij de leden. (4) ATM s van Bancontact/Mister Cash, alsook privatieve automaten met geldafhaling bij de banken. (5) Banksys. (6) De cijfers m.b.t. de investeringen zijn afkomstig uit een BVB-enquête bij de leden. (7) Ramingen. (8) Geldafhalingen aan ATM s van Banksys en aan privatieve ATM s. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 13

Belgische Vereniging van Banken en Beursvennootschappen DE BANKBEDRIJVIGHEID (in miljarden euro) Einde periode 1993 2000 2002 2003 2004 6.2005 VOORNAAMSTE BALANSRUBRIEKEN Balanstotaal 562,9 778,4 830,5 890,9 970,3 1.085,7 Kredieten: Cliëntenkredieten (1) 193,0 301,3 311,7 323,3 342,9 373,4 - op België 162,9 216,2 218,8 226,7 232,5 238,3 - op het buitenland 30,1 85,1 92,9 96,6 110,3 135,1 Kredieten a/d Belgische overheid (2) 108,2 95,0 78,7 73,3 65,9 62,4 Interbankvorderingen 183,0 178,1 197,2 233,1 257,7 294,7 Effectenportefeuille 52,3 151,2 176,4 192,3 209,8 231,3 Deposito s: Cliëntendeposito s 283,8 375,1 395,1 420,4 443,0 456,0 - zichtdeposito s 33,7 74,8 80,5 91,3 100,3 116,7 - termijndeposito s 95,8 108,2 115,7 117,0 122,3 114,2 - gereglementeerde spaardeposito s 48,5 94,1 113,6 134,0 150,0 157,6 - depositocertificaten 3,3 28,3 23,9 23,2 22,6 23,7 - kasbons en obligaties 96,3 64,2 55,2 47,7 40,1 36,0 - overige 6,2 5,5 6,3 7,1 7,8 7,8 Interbankschulden 223,7 261,5 246,9 280,8 310,1 376,5 Aansprakelijk vermogen (3) 22,3 55,1 58,2 58,0 57,4 58,9 - eigen vermogen (3) 15,4 32,1 34,3 34,7 34,3 35,6 - achtergestelde schulden 6,9 23,0 23,9 23,3 23,1 23,4 VOORNAAMSTE POSTEN BUITEN BALANSTELLING Toevertrouwde waarden en vorderingen 2.741,1 9.933,7 11.914,8 13.112,9 14.999,0 16.868,1 waarvan: open bewaargevingen 1.458,9 4.992,3 5.961,0 6.548,2 7.483,2 8.365,2 Termijnverrichtingen 902,2 2.411,9 3.831,5 4.218,4 5.813,7 5.557,8 Waarborgen 416,6 1.242,6 1.497,3 1.539,1 1.727,6 1.985,2 Betekende kredietlijnen 172,6 304,4 261,9 317,8 286,1 309,3 Contantverrichtingen in uitvoering 73,3 65,6 82,0 90,4 89,7 154,4 Opgenomen verbinteniskredieten 29,5 82,4 79,5 126,9 95,0 95,7 Overige rechten en verplichtingen 21,4 46,8 87,6 68,8 45,1 44,2 Vooraf gedekte opbrengsten en kosten 4,3 3,1 3,2 3,3 5,1 6,4 Bron: BVB-berekeningen op gegevens NBB. (1) Inclusief de vorderingen op de Belgische overheid in de vorm van directe kredietverlening. (2) Krediet aan de Belgische overheid in de vorm van obligaties en schatkistcertificaten, alsook het bij de centrale bank herfinancierbaar overheidspapier. (3) Fonds voor algemene bankrisico s inbegrepen. 14 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

RESULTATEN VAN DE BANKEN (1) 1993 2000 2002 2003 2004 Opbouw van de inkomsten (in miljoenen euro) Renteresultaat 6.886,4 8.149,5 8.341,4 8.451,9 8.713,5 Diverse inkomsten 4.024,6 8.884,0 7.211,4 6.791,4 7.295,4 Totaal (bankproduct) 10.911,0 17.033,5 15.552,7 15.243,3 16.008,9 Aanwending bankproduct en uitzonderlijk resultaat (2) (in miljoenen euro) Bedrijfskosten 7.742,5 11.926,2 11.378,5 10.889,0 11.208,8 Waardecorrecties m.b.t. de normale bankactiviteit (3) 1.351,0 1.015,5 982,5 597,5 228,6 Belastingen op het resultaat 587,6 1.276,9 1.028,7 705,0 791,4 Resultaat van het boekjaar 1.433,2 4.352,8 2.573,9 4.379,5 3.524,7 Rendabiliteits- en solvabiliteitsratio s Rentemarge (4) 1,29% 1,05% 1,02% 1,03% 0,94% Winstmarge (5) 0,26% 0,54% 0,30% 0,51% 0,37% Rendabiliteit eigen vermogen (6) 8,70% 12,94% 7,69% 12,50% 9,77% Solvabiliteitscoëfficiënt (7) 11,00% 11,90% 13,10% 12,80% 13,00% Bron: BVB. (1) De analyse van de resultaten van de banken is gebaseerd op de globalisaties van de gedetailleerde boekhoudstaten en heeft betrekking op kalenderjaren. (2) Uitzonderlijk resultaat: 203 mio. in 1993; 1.538 mio in 2000; 411 mio. in 2002; 1.328 mio in 2003 en -255 mio in 2004. (3) Waardeverminderingen op kredieten, op beleggingspapier en -effecten, voorzieningen voor andere risico s en kosten en toevoeging aan de voorzorgfondsen voor risico s. (4) Renteresultaat in verhouding tot de werkmiddelen van derden. (5) Resultaat van het boekjaar in verhouding tot de ingezette werkmiddelen. (6) Alleen banken naar Belgisch recht. (7) Gewogen risicocoëfficiënt; alleen banken naar Belgisch recht, op geconsolideerde basis (bron: CBFA). Voorzitters van de regionale afdelingen van de BVB n., Voorzitter van de regionale afdeling West-Vlaanderen. Frank Blomme, Voorzitter van de regionale afdeling Oost-Vlaanderen, Regiodirecteur Oost-Vlaanderen, Fortis Bank. Philippe Vanthemsche, Voorzitter van de regionale afdeling Brussel, Directeur Retail Banking, Zone Brussel-Oost, Fortis Bank. Philippe Gusbin, Voorzitter van de regionale afdeling Hainaut, Directeur van de zetel Charleroi van ING België. Paul Steppe, Voorzitter van de regionale afdeling Antwerpen, Voorzitter van het Directiecomité van CENTEA. Marleen Van de Voorde, Voorzitster van de regionale afdeling Leuven, Directeur Retail & Private Banking Limburg- Leuven van ING België. Guido Hombrouckx, Voorzitter van de regionale afdeling Limburg, Provinciaal Directeur Limburg, Dexia Bank. Xavier Falla, Voorzitter van de regionale afdeling Liège-Verviers-Eupen, Directeur de succursale, CBC Banque, Liège. Michel Verwilghen, Voorzitter van de regionale afdeling Brabant wallon Namur Luxembourg, Voorzitter van het Directiecomité van de Banque de Crédit Professionnel. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 15

Belgische Vereniging van Asset Managers BEAMA De Belgische Vereniging van Asset Managers (met als handelsnaam Belgian Asset Managers Association, afgekort: BEAMA) ontstond op 25 maart 2004 uit de bundeling van krachten van de Belgische Vereniging van de Instellingen voor Collectieve Belegging (BVICB) en de Belgische Vereniging van Vermogensbeheerders en Beleggingsadviseurs (BVVB). Zij situeert zich binnen de businessline Asset Management en Private Banking van de Belgische Federatie van het Financiewezen, Febelfin. Doelstelling BEAMA heeft tot doel de bevordering en de ontwikkeling van het Asset Management in België alsook de verdediging van de beroepsbelangen en de morele belangen van haar leden. Met Asset Management wordt onder meer bedoeld: de be- Peter De Proft Erwin Schoeters vordering, het beheer, de distributie en de verschillende aspecten van het vermogensbeheer en van de sector van de Instellin- administratieve verwerking van Instellingen voor Collectieve Belegging (ICB s), het institutioneel beheer, het beheer voor privé- resultaten worden telkens aan het Directiegen voor Collectieve Belegging (ICB s). De cliënten en het beleggingsadvies. In die comité voorgelegd. hoedanigheid vertegenwoordigt de Vereniging haar leden ten opzichte van de over- Voor de ICB-sector was 2004 zonder twijfel het jaar van UCITS III. De omzetting heid en de bevoegde Belgische, buitenlandse of supranationale instellingen. van de Europese Richtlijnen in nationale wetgeving was gedurende het hele jaar BEAMA is actief rond onderstaande Asset het onderwerp van talloze vergaderingen Management (markt)segmenten: en contacten binnen de Vereniging en met de controleautoriteit. Dit gemoderniseerd de instellingen voor collectieve belegging, wetgevend kader zorgt voor een ware de institutionele beleggers, revolutie. Het is immers niet alleen het product maar vooral ook de organisatie de privé-cliënten. van het beheer van de ICB dat grondig werd hertekend. De implementatie van Werking UCITS III, meer bepaald de keuze tussen Aan gespecialiseerde interne BEAMAwerkgroepen, geleid door leden van het beheervennootschap en de herwerking van zelfbeheer of het aanstellen van een Directiecomité, worden onderwerpen en de prospectussen, was in de tweede jaarhelft van 2005 één van de vragen voorgelegd met betrekking tot de belangrijkste Directiecomité van BEAMA Leden zie: www.beama.be BEAMA wordt bestuurd door een Directiecomité, dat om de twee jaar wordt hernieuwd. De voorzitter en de één tot drie ondervoorzitters worden eveneens om de twee jaar uit hun midden gekozen. Peter De Proft, Voorzitter (Fortis Investments) (*) Erwin Schoeters, Ondervoorzitter (KBC Asset Management) Dirk Van den Broeck, Ondervoorzitter (Petercam) (*) Arnaud van Doosselaere, Ondervoorzitter (Capital & Finance) (*) Overige leden Dirk Van den Broeck Arnaud van Doosselaere Dominique Liénart (Fortis Investments) Eric Nols (Degroof Institutional Asset Management) Jean Sonneville (ING Investment Management) Myriam Vanneste (Dexia Asset Management) Marc Vermeiren (ABN AMRO Asset Management) Josette Leenders Josette Leenders, Secretaris-generaal (*) Leden van de Raad van Bestuur van Febelfin. 16 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be

uitdagingen voor de sector. Het zorgde voor heel wat knelpunten bij juristen, ICTafdelingen en administratieve agenten. In het werkingsjaar 2006 verwacht BEAMA inzake lobby-activiteiten een verdere verschuiving van het Europese overleg rond MiFID naar de Belgische context. De toepassing van deze maatregelen (organisatorisch) kan heel wat impact hebben, waardoor de lat mogelijk te hoog wordt voor een aantal kleine spelers. Tegelijk loopt nog de Europese consultatie omtrent eligible assets, green paper (met ook een specifiek deel voor de fondsenindustrie), uitdieping van de rol van depositaris en van het Europees paspoort voor de beheervennootschap. (obligatie-icb s, ICB s met middellange looptijd en monetaire ICB s) steeg in het eerste semester van 2005 met 12,6 miljard euro (+29,1%). Hun marktaandeel bedraagt 32,9% per einde juni 2005, tegenover 29% op 31 december 2004. Stijging in aantal ICB s en/of compartimenten De 151 nieuwe (compartimenten van) ICB s die in de sector in de loop van het eerste helft van 2005 werden gecommercialiseerd, vertegenwoordigen 7,40 miljard euro aan kapitaal, waaronder 123 nieuwe compartimenten in het segment van de ICB s met kapitaalbescherming die 6,58 miljard euro vertegenwoordigen. Belgische ICB s AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE TYPES ICB'S IN DE BELGISCHE MARKT Op 30 juni 2005 bedraagt het netto actief van de ICB s naar Belgisch recht die in België worden gecommercialiseerd 105,05 miljard euro (dakfondsen inclusief). Hun aandeel vertegenwoordigt thans 61,8% van de totale markt van ICB s in België. Kencijfers De totale activa onder discretionair beheer in Asset Management van particuliere en institutionele klanten bedroeg eind 2004 58,40 miljard euro. Het totaal vermogen aan ICB s naar Belgisch recht bedroeg op 31 december 2004 97,76 miljard euro. De ICB s naar Belgisch en buitenlands recht gecommercialiseerd op de Belgische markt waren goed voor een totaal netto actief van 149,28 miljard euro. Het netto actief van de Belgische en buitenlandse ICB s publiek verdeeld op de Belgische markt is in het eerste halfjaar van 2005 met 20,81 miljard euro of 13,9% gestegen tot het recordbedrag van 170,09 miljard euro. De toename werd onder meer veroorzaakt door de ICB s die, geheel of gedeeltelijk, in niet-vastrentende activa investeren (aandelen-icb s, ICB s met kapitaalbescherming, gemengde ICB s, pensioenspaarfondsen, vastgoed-icb s, PRIVAKs en diverse). Zij zijn met 8,21 miljard euro in waarde gestegen (+7,7%) en vertegenwoordigen op 30 juni 2005 67,1% van de totale markt, tegenover 71% einde december 2004. Het netto-actief van de ICB s die hoofdzakelijk in vastrentende waarden investeren Bron: BEAMA, cijfers op 30.06.2005. In België verdeeld netto actief van de ICB's naar Belgisch en buitenlands recht (miljard euro) 31.12.2001 31.12.2002 31.12.2003 31.12.2004 30.06.2005 Obligatie-ICB's 32,82 32,09 31,73 35,33 47,16 ICB's met middellange looptijd 1,44 1,75 1,89 1,83 2,02 Monetaire ICB's 5,03 6,29 6,41 6,16 6,73 Aandelen-ICB's 37,36 24,24 26,90 27,86 31,50 ICB's met kapitaalbescherming 29,20 30,78 35,99 41,40 42,95 Gemengde ICB's 27,01 22,54 22,16 23,42 24,96 Pensioenspaarfondsen 7,41 6,40 7,42 8,69 9,26 Vastgoed-ICB's 3,27 3,39 3,85 4,42 5,07 PRIVAKs 0,13 0,07 0,08 0,09 0,09 Diverse 0,03 0,02 0,02 0,10 0,34 TOTAAL 143,70 127,57 136,46 149,28 170,09 waarvan dakfondsen 10,55 6,01 6,11 7,68 13,91 Bron: BEAMA. Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be 17

Beroepsvereniging van het Krediet BVK Opdracht De BVK is een beroepsvereniging die de sector van het krediet aan particulieren, d.i. het consumentenkrediet en het hypothecaire krediet, vertegenwoordigt. De 70 BVK-leden (op 14 november 2005) maken samen meer dan 95% uit van de Belgische markt van het consumentenkrediet en ongeveer 90% van de Belgische markt van het hypothecaire krediet. De bij de BVK aangesloten financiële instellingen zijn : banken; verzekeringsmaatschappijen; financiële instellingen, waarvan sommige bovendien leasings verstrekken; hypothecaire ondernemingen; Paul Hermans Marianne Delbrouck kredietverzekeraars; distributie-ondernemingen of filialen van distributie-ondernemingen die erkend zijn om consumentenkredieten te verstrekken; ondernemingen die accreditief- en kredietkaarten uitgeven. Dank zij haar openheid en de verscheidenheid in haar membership vormt de BVK als vanzelfsprekend een bevoorrecht ontmoetingspunt voor de Belgische markt van de financiële dienstverlening aan particulieren en haar waarnemers. De BVK is een erkend gesprekspartner van de voogdij-overheden, van de overheid, van de andere beroepsverenigingen en -federaties uit de financiële sector, van de consumentenorganisaties en van de media. Zij zetelt in de Raad voor het Verbruik, in de Commissie voor de Verzekeringen, in Directiecomité van de BVK Bureau Paul Hermans (*), Voorzitter (Ethias Bank N.V.) Marianne Delbrouck (*), Ondervoorzitster (KBC Bank N.V.) Rainer Stoffels, Ondervoorzitter (Euler Hermes Credit Insurance N.V.) Bernard Beyens, Secretaris van het Bureau (Citibank Belgium N.V.) Joanna Van Bladel, Schatbewaarder (Dexia Bank N.V.) Leden zie: www.upc-bvk.be het Begeleidingscomité van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren en in het Begeleidingscomité van het Fonds ter Bestrijding van Overmatige Schuldenlast. De BVK is toetredend lid van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), evenals lid van EUROFINAS en de Europese Hypothecaire Federatie (EMF). Zij is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van de vzw Observatoire du Crédit et de l Endettement. Zij is eveneens vertegenwoordigd in het Bemiddelingscollege en in het Begeleidingscomité van de Bemiddelingsdienst Banken- Krediet-Beleggingen. Organisatie De Vereniging wordt geleid door een Directiecomité, dat uit minimum acht en Overige leden Bernard Beyens Joanna Van Bladel Rainer Stoffels Marc Dechèvre Luc Adriaenssen (Krefima N.V.) Inge Ampe (ING België N.V.) (**) Anne Bertrand-Defourny (Atradius Credit Insurance N.V.) Eric de Crombrugghe (AXA Bank Belgium N.V.) Jean Louis De Valck (Agricaisse S.C.R.L.) Jean-Claude François (Cofidis N.V.) Paul Heymans (AGF Belgium Iinsurance N.V.) Martine Mannès (Lanbokas C.V.B.A.) Luc Salus (Cetelem Belgium N.V.) Philippe Van Hellemont (Fortis Bank N.V.) (**) Dirk Waterschoot (PSA Finance Belux S.A.) Marc Dechèvre, Secretaris-generaal (*) Leden van de Raad van Bestuur van Febelfin. (**) Waarnemend lid van het Directiecomité van de BVK. 18 Belgische Federatie van het Financiewezen 2005 www.febelfin.be