Provincie Antwerpen Arrondissement Antwerpen GEMEENTE SCHILDE UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD Vergadering van de gemeenteraad d.d. 18/05/2015 Aanwezig: S. Rubberecht voorzitter D. Bauwens, burgemeester S. Dietvorst, P. Mendonck, L. Struyf, K. Krekels, A. Fierens, L. Scholiers, schepenen D. Mariën, Y. Avontroodt, M. Dillen, O. Verhulst, M. Van Alphen, W. Van Kets, J. Verschueren, K. Droessaert, A. Van Oekelen, P. Gielen, H. Bellens, G. Van Acker, V. Van Genechten, L. Cuppens, S. Callens, A. Laforce-Vergote, S. Van den Heuvel, P. Lievens, raadsleden I. Konings secretaris wnd. Punt nummer: 16 Onderwerp : Ruimte - Wonen - Aanpassing gemeentelijk reglement leegstand (1) - Reglement inzake het leegstandsregister. Goedkeuring In openbare vergadering De gemeenteraad, Gelet op de bepalingen in het gemeentedecreet; Gelet op de goedkeuring van het Reglement betreffende de belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig of leegstaand door de gemeenteraad d.d. 16 december 2013; Gelet op het decreet d.d. 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op het decreet d.d. 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2009 en 9 juli 2010, hierna Decreet grond- en pandenbeleid genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 10 juli 2009 houdende de nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden; Overwegende dat een vereenvoudiging van het reglement wenselijk is ter bevordering van de duidelijkheid voor zowel de gemeentelijke administratie als voor de inwoners; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Pag. 1 / 6
BESLUIT Eenparig. Artikel 1. De gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2013 houdende de goedkeuring van het reglement betreffende de belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig of leegstaand wordt met ingang vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018 vervangen door de aangepaste reglementen, namelijk het gemeentelijk reglement inzake het leegstandsregister en het gemeentelijk belastingreglement leegstand. Art. 2. De gemeenteraad keurt het aangepaste reglement inzake het leegstandsregister goed: GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE HET LEEGSTANDSREGISTER 1. Definities Artikel 1. Definities 1. Voor de toepassing van dit reglement worden volgende begrippen gehanteerd: 1 administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak en de opbouw van het leegstandsregister; 2 administratieve akte: bij elke vaststelling van leegstand wordt een administratieve akte opgemaakt. Deze akte bestaat uit: a) een beschrijvend verslag van de indicaties van leegstand; b) een fotodossier ter staving van de leegstand; c) het besluit van het college van burgemeester en schepenen dat het gebouw of de woning wordt opgenomen in het leegstandsregister; 3 beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven, b) een afgifte tegen ontvangstbewijs, c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld; 4 gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 5 Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen of in voorkomend geval de datum van de heropname in het leegstandsregister; 6 leegstaand gebouw: een leegstaand gebouw zoals gedefinieerd in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid (zie ook Artikel 2 2 van het huidige reglement); 7 leegstaand nieuw gebouw of een leegstaande nieuwe woning: een leegstaand nieuw gebouw of een leegstaande nieuwe woning zoals gedefinieerd in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid (zie ook Artikel 2 4 van het huidige reglement); 8 leegstaande woning: een leegstaande woning zoals gedefinieerd in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid (zie ook Artikel 2 3 van het huidige reglement); 9 leegstandsregister: het register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals gedefinieerd in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid; 10 ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate groot is dat het gebruik onmogelijk wordt, bijv. waterschade, brand, gasontploffing, hevige storm, blikseminslag ; 11 woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting als hoofdverblijfplaats van een gezin of alleenstaande; 12 zaakgerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: a) de volle eigendom; b) het recht van opstal of erfpacht; c) het vruchtgebruik. Pag. 2 / 6
2. De overige definities van artikel 1.2. van het decreet grond- en pandenbeleid en van artikel 1 van het besluit leegstandsregister zijn eveneens van toepassing op dit reglement. 3. Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement wordt verstaan onder: 1 Decreet grond- en pandenbeleid: het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid; 2 Besluit leegstandsregister: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; 3 Decreet provincie- en gemeentebelastingen: het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 2. Het gemeentelijk leegstandsregister Art. 2. Opname in het leegstandsregister 1. De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, overeenkomstig de bepalingen in artikel 2.2.6. van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 2. Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane vergunning of melding. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is pas afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. 3. Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie. 4. In afwijking van 2 en 3, wordt een nieuw gebouw of een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning niet aangewend wordt als gebouw of woning overeenkomstig de definitie opgenomen in artikel 1, 1, 3. 5. Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister. Art. 3. Vaststelling van leegstand 1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste ambtenaren bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 2. Het vermoeden van leegstand van een gebouw of woning wordt door de administratie vastgelegd aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden. Pag. 3 / 6
Indien niet kan worden vastgesteld dat de leegstand al minimaal twaalf opeenvolgende maanden aanhoudt, zal de administratie een tweede controle uitvoeren, overeenkomstig het Besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 3. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand, vermeld in artikel 2.2.7. 4 van het decreet grond- en pandenbeleid. Art. 4. Indicaties van leegstand 1. Het vermoeden van leegstand van de geheel of gedeeltelijk leegstaande woningen of gebouwen gebeurt op basis van één of meerdere van volgende indicaties: 1 het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister of de vaststelling dat er minstens 12 onafgebroken maanden geen inschrijving in het bevolkingsregister voorkomt; 2 de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang, dichttimmeren van deur en/of ramen, geblindeerde raamopeningen, verzegeling; 3 het langdurig aanbieden van het gebouw of de woning als te huur of te koop ; 4 het ontbreken van aansluitingen van nutsvoorzieningen of een dermate laag verbruik dat niet in overeenstemming is met een normaal gebruik van de woning of het gebouw; 5 het vermoeden van een fictieve inschrijving als domiciliëringsadres; 6 de aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of niet-productiviteit; 7 de aanwezigheid van een attest dat de waterleiding reeds meer dan 1 jaar afgesloten is; 8 de aanwezigheid van een attest dat de elektriciteit reeds meer dan 1 jaar afgesloten is; 9 de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomensbelastingen 1992; 10 getuigenissen (vb. van omwonende(n), postbode, wijkagent); 11 het niet gebruiken of teruggave van de ter beschikking gestelde afvalcontainers; 12 langdurig neergelaten rolluiken; 13 ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk; 14 de winddichtheid van de woning of het gebouw is niet gewaarborgd (vb. glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden); 15 de waterdichtheid van de woning of het gebouw is niet gegarandeerd (zeer zware infiltraties via dak/gevel(s)); 16 onafgewerkte ruwbouw; 17 ernstig inpandige vernielingen (de woning of het gebouw is deels vernield of gesloopt); 18 uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus; 19 storende omgevingsaanleg (langdurig niet of slecht onderhouden omgeving/tuin); 20 de woning of het gebouw is gedeeltelijk of niet bemeubeld. 2. Wanneer aan één of meerdere van de hierboven vermelde criteria wordt voldaan, wordt het gebouw of de woning opgenomen in de inventaris. Art. 5. Kennisgeving opname in het leegstandsregister De gemeentelijke administratie stelt de zakelijk gerechtigde(n) per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving is vergezeld van een genummerde administratieve akte, het beschrijvend verslag, de beslissing tot opname in het leegstandsregister de beroepsprocedure en indien voorkomend de vrijstellingen van de leegstandsheffing. 3. Beroepsprocedure en schrapping Pag. 4 / 6
Art. 6. Beroepsprocedure 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven vermeld in artikel 5, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. 2 Het beroepschrift moet worden gemotiveerd. Buiten de motivatie bevat het beroepschrift: 1) de identiteit en het adres van de indiener; 2) de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; 3) een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed; 4) de handtekening van de zakelijk gerechtige die beroep aantekent. 3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 4. De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen. 5. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt het beroepschrift met bewijsstukken ten gronde. Bij twijfel kan het college een personeelslid belasten met een feitenonderzoek ter plaatse als vermeld in artikel 2.2.6 7 van het grond- en pandendecreet. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. 6. Het college doet een uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. 7. Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet (tijdig) betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde(n) onontvankelijk of ongegrond is, neemt de gemeentelijke administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand. Art. 7. Schrapping 1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde met een gemotiveerd verzoek en de nodige overtuigingsstukken bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1 1 4 van dit reglement, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De eerste dag van deze periode geldt als datum van schrapping. 2. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde met een gemotiveerd verzoek en de nodige overtuigingsstukken (zoals bv. attest van woonst, samenstelling gezin...) bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 1 1 11 van dit reglement. De eerste dag van deze periode geldt als datum van schrapping. 3. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt het verzoek tot schrapping met de bewijsstukken ten gronde. Bij twijfel kan een personeelslid worden belast met een feitenonderzoek ter plaatse zoals vermeld in artikel 6 5 van dit reglement. 4. Het college van burgemeester en schepenen doet een uitspraak over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 2 maanden na de ontvangst van het verzoek. De beslissing wordt betekend via een aangetekende zending. 4. Gevolgen van de opname in het leegstandsregister Pag. 5 / 6
Art. 8. Recht van voorkoop Op de woningen die in het leegstandsregister zijn opgenomen, geldt het recht van voorkoop volgens de bepalingen zoals opgenomen in de artikels 85 tot en met 89 van de Vlaamse Wooncode. Art. 9. Sociaal beheersrecht Op de woningen die in het leegstandsregister zijn opgenomen, geldt het sociaal beheersrecht volgens de bepalingen zoals opgenomen in het artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Art. 10. Leegstandsheffing 1. De gemeente heeft een gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen. Voor een leegstaand gebouw of een leegstaande woning dat/die in het leegstandregister is opgenomen, is een leegstandsbelasting verschuldigd. De modaliteiten met betrekking tot deze belasting zijn opgenomen in een gemeentelijk belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen. 2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd overeenkomstig de modaliteiten van de hiervoor vermelde belastingverordening, behoudens in geval van vrijstelling op basis van deze belastingverordening. 3. Tegen deze belasting kan bezwaar worden aangetekend conform het decreet van 30 mei 2008 en volgens de modaliteiten van de belastingverordening. De hiervoor ingeroepen bezwaren kunnen niet dezelfde zijn als de beroepen ingeroepen tegen de opname in het leegstandsregister, tenzij deze bezwaren betrekking hebben op de in de voormelde gemeentelijk belastingreglement opgenomen vrijstellingen. 5. Slotbepalingen Art. 11. Inwerkingtreding De vorige gemeenteraadsbeslissing houdende goedkeuring van het gemeentelijk reglement betreffende de belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd, bouwvallig of leegstaand (gemeenteraad van 16 december 2013) wordt met ingang van 1 januari 2016 en dit voor een geldigheidsduur tot en met 31 december 2018 vervangen door de huidige gemeenteraadsbeslissing. Art. 12. Afschrift en bekendmaking 1. Een afschrift van dit reglement wordt verzonden aan de toezichthoudende overheid. 2. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Gedaan te Schilde in vergadering datum als boven. In opdracht: (get.) I. Konings secretaris wnd., (get.) S. Rubberecht voorzitter, VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT: In opdracht van de voorzitter van de gemeenteraad (Art. 183 bis gemeentedecreet): Tine Vervisch gemeentesecretaris Dirk Bauwens burgemeester Pag. 6 / 6