Federale Overheidsdienst FINANCIEN MENGEN VAN ENERGIEPRODUCTEN D.I. 770 KLAMA WMT 0007 WERKMETHODE VOOR ECONOMISCHE OPERATOREN Versie Datum Descriptie 1.0 20/01/2017 Creatie
p 2 INHOUDSTAFEL 1. Algemeen 3 1.1. Situering en doel 3 1.2. Definities 5 1.2.1. Menging van gelijksoortige energieproducten (gering fiscaal risico) 5 1.2.2. Menging van ongelijksoortige energieproducten (groter fiscaal risico) 5 1.3. Afkortingen 5 2. Wettelijke basis 6 2.1. Europese wetgeving 6 2.2. Nationale wetgeving 6 2.2.1. Onder accijnsschorsingsregeling (Unie-goederen) 6 2.2.2. Onder accijns- en douaneschorsingsregeling (Unie en Niet-Uniegoederen) 6 2.3. Instructies en reglementeringen 6 3. Schematisch overzicht van acties en actoren bij mengen van energieproducten 7 4. Mengen van energieproducten met dezelfde douanestatus (unie- met uniegoederen, niet-unie- met niet-uniegoederen) 7 4.1. Algemeen 7 4.2. Mengen van gelijksoortige energieproducten 8 4.2.1. Vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten 8 4.2.2. Kennisgeving 8 4.2.3. Voorraadadministratie/ Magazijnregister 592 8 4.2.4. Staalname en afhandeling eventuele onregelmatigheden 8 4.3. Mengen van ongelijksoortige energieproducten 8 4.3.1. Vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten 8 4.3.1.1. Ontvangen eerste aanvraag en onderzoeken ontvankelijkheid 9 4.3.1.2. Inwinnen advies CABC/SBC 9 4.3.1.3. Afgifte en verzending 9 4.3.1.4. Geldigheidsduur 9 4.3.2. Kennisgeving 10 4.3.3. Voorraadadministratie/ Magazijnregister 592 10 4.3.4. Staalname en afhandeling eventuele onregelmatigheden 10 5. Mengen van uniegoederen onder accijnsschorsingsregeling met niet-unie goederen onder een bijzondere douaneregeling 11 5.1. Algemeen 11 5.2. Toepassingsbepalingen inzake douane- en accijnzen 11 5.3. Vergunning ongelijksoortige energieproducten 13 5.4. Kennisgeving 13 5.5. Voorraadadministratie belastingentrepot en douane-entrepot 13 5.6. Staalname en afhandeling onregelmatigheden 14 6. Overgangsbepalingen 14
p 3 1. Algemeen 1.1. Situering en doel Deze werkmethode voorziet in nadere richtlijnen over: - het mengen van energieproducten (= synoniem: blenden van energieproducten) Hieronder begrepen: het beheer van een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten, de te volgen procedure, de voorraadadministratie en staalname. Met deze werkmethode wordt een uniforme werkmethode nagestreefd in België voor de procedures voor het mengen van energieproducten. Er worden mogelijkheden gecreëerd om controle uit te voeren op de mengingen. Het betreft een nationale werkmethode die de procedure inzake mengen van energieproducten die in de regio Antwerpen reeds werd toegepast op basis van de Antwerpse dienstnota A/13/0002 van 13 december 2013 optimaliseert en uitbreidt naar de andere regio s. Deze bepalingen zijn van toepassing voor mengingen: in vaste landtanks die behoren tot een belastingentrepot of de bijzondere regeling douane-entrepot (m.u.v. een publiek douane-entrepot Type II) naargelang het gaat om uniegoederen of niet-uniegoederen. Omwille van het gebrek van controlemogelijkheden en het niet beschikken over een voorraadadministratie is het niet toegestaan mengingen van energieproducten uit te voeren in een publiek douane-entrepot type II; In schepen gelegen aan de kade van het belastingentrepot of het douaneentrepot (m.u.v. een publiek douane-entrepot Type II) Het schip wordt beschouwd als een tijdelijke uitbreiding van het belasting- of douane-entrepot voor de duur van de werkzaamheden. Dit impliceert dat de mengactiviteiten opvolgbaar moeten zijn in de voorraadadministratie van het belasting- of douane-entrepot. Mengingen in een douane-entrepot gebeuren onder dekking van de bepalingen van gebruikelijke behandeling overeenkomstig de bijlage 71-03 van de Gedelegeerde Verordening van de UCC- Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015. Mengingen van niet-uniegoederen waarbij de basis-ingrediënten volledig worden gewijzigd ( wijziging van de aard van de goederen) en dus verder gaan dan de gebruikelijke behandelingen van bijlage 71-03 moeten gebeuren met een vergunning Actieve veredeling en volgen de bepalingen die opgelegd worden in de vergunning Actieve Veredeling. Deze werkmethode is van toepassing in alle bedrijven waar energieproducten worden gemengd met uitzondering van mengingen die gebeuren door olieraffinaderijen in tanks of recipiënten die verbonden zijn met de productie-unit. In opslagtanks van olieraffinaderijen die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie is deze werkmethode wel van toepassing.
p 4 In deze werkmethode wordt de procedure omschreven voor mengingen van energieproducten: - van uniegoederen met uniegoederen in belastingentrepot; - van unie-goederen onder accijnsschorsingsregeling met nietuniegoederen onder douaneregeling; - van niet-uniegoederen met niet-uniegoederen in douane-entrepot (m.u.v. een publiek douane-entrepot Type II). Ambtelijk toezicht is vereist op mengingen van energieproducten. Omdat dit door de grote frequentie van mengoperaties bij de economische operatoren niet uitvoerbaar is voor Algemene Administratie van de Douane & wordt met deze werkmethode een onderscheid gemaakt tussen mengingen die fiscaal een gering risico vormen, later genoemd mengingen van gelijksoortige energieproducten en mengingen die fiscaal een groter risico vormen nl. mengingen van ongelijksoortige energieproducten. De definities van beide termen worden vermeld in punt 1.2. Deze definities hebben tot doel om de controles op de mengingen hoofdzakelijk te richten op mengingen die een fiscale impact hebben op de toe te passen accijnstarieven. Ten eerste wordt het een bedrijf niet toegestaan om ongelijksoortige energieproducten te mengen in belastingentrepot of douane-entrepot zonder in het bezit te zijn van een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten verleend door de dienst klantenbeheer van de Administratie Klantenmanagement en Marketing (KlaMa) (zie punt 4.3.). Ten tweede moet voor elke menging van ongelijksoortige energieproducten door de aanvrager steeds een kennisgeving worden ingestuurd bij de Regiekamer, die naar gelang de situatie een opdracht voor toezicht en/of staalname aanmaakt. Een kennisgeving mag niet verward worden met een manipulatieaanvraag, waarbij steeds tussenkomst van de controlerende diensten nodig is vb. bij het kleuren van energieproducten. Een kennisgeving daarentegen geeft de ambtenaren de mogelijkheid om een eventuele controle op de menging in te plannen. Ten slotte verklaart de erkend entrepothouder of de houder van een douaneentrepot zich akkoord met de procedure omschreven in deze werkmethode door in het bezit te zijn van de vergunning mengen van ongelijksoortige energieproducten afgeleverd door de dienst Klantenbeheer van KLaMa. De procedures omschreven in de werkmethode van KLaMa en de werkmethode van de Administratie Toezicht, Controle en Vaststellingen (TCV) treden vanaf 1 februari 2017 in werking. Er wordt een overgangsperiode voorzien tot 30 april 2017 waarbinnen de firma moet beschikken over de vergunning mengen van ongelijksoortige energieproducten en zich kan organiseren voor het insturen van een kennisgeving. Vanaf 1 mei 2017 zullen alle vergunningen of toelatingen over het mengen van energieproducten verleend door plaatselijke controles ongeldig zijn.
p 5 Deze werkmethode geldt ook voor mengingen van energieproducten, vermeld in artikel 415 van de Programmawet van 27 december 2004 die niet beschouwd worden als te volgen energieproducten van artikel 418, die door deze menging een eindproduct worden dat ingedeeld is in artikel 418 of de samenvoeging van andere stoffen die leiden tot het ontstaan van een energieproduct van artikel 418, met uitzondering van mengingen die gebeuren in productietanks van olieraffinaderijen. Deze werkmethode geldt niet voor energieproducten die niet in een belastingentrepot worden gemengd omdat op de bestanddelen reeds accijnzen werden betaald en het betaalde bedrag niet lager is dan het bedrag aan accijnzen dat op het mengsel verschuldigd zou zijn. Dit overeenkomstig artikel 426 2, c) van de programmawet van 27 december 2004. 1.2. Definities 1.2.1. Menging van gelijksoortige energieproducten (gering fiscaal risico) -twee of meer energieproducten waarvoor een zelfde accijnstarief werd voorzien overeenkomstig artikel 419 van de Programmawet van 27 december 2004; -twee of meer energieproducten zoals vermeld in artikel 418 waarvoor geen accijnstarief werd voorzien in artikel 419 die allen onder dezelfde GN-code zijn ingedeeld; -butaan en propaan tot LPG motorbrandstof. 1.2.2. Menging van ongelijksoortige energieproducten (groter fiscaal risico) -twee of meer energieproducten waarvoor in artikel 419 een accijnstarief werd vastgelegd waarvan minstens één een ander accijnstarief heeft; -energieproduct(en) waarvoor in artikel 419 een accijnstarief werd voorzien met een energieproduct(en) van artikel 418 waarvoor geen accijnstarief werd voorzien; -twee of meer energieproducten zoals vermeld in artikel 418 waarvoor geen accijnstarief werd voorzien in artikel 419 die onder een andere GN-code worden ingedeeld; -energieproducten van artikel 418 die worden gemengd met andere stoffen dan energieproducten -energieproducten van artikel 418 die worden gemengd met energieproducten van artikel 415 die niet vermeld staan in artikel 418. Een overzicht van de GN-codes die opgenomen zijn in artikel 415, 418 en 419 wordt bijgevoegd in bijlage 4. 1.3. Afkortingen
p 6 AAD&A AV Actieve Veredeling CABC/SBC Administratieve en Boekhoudkundige Controle / System Based Control DE Douane-entrepot EE Erkend entrepothouder KB Koninklijk Besluit van 28 juni 2015 betreffende de belasting van energieproducten en elektriciteit KlaMa O&O Administratie Onderzoek en Opsporing PW Programmawet van 27 december 2004 RK Regiekamer TCV Administratie Toezicht, Controle en Vaststellingen 2. Wettelijke basis 2.1. Europese wetgeving -Douanewetboek van de Unie (UCC) : Verordening (EU) n 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie -Gedelegeerde Verordening van het UCC : Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 en bijlage 71-03 -Uitvoeringsverordening van het UCC : Verordening(EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 -Gedelegeerde verordening van het UCC met overgangsregels (transitieverordening) : Verordening(EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 2.2. Nationale wetgeving 2.2.1. Onder accijnsschorsingsregeling (Unie-goederen) - Koninklijk besluit van 28 juni 2015 betreffende de belasting van energieproducten en elektriciteit; - Programmawet van 27 december 2004 2.2.2. Onder accijns- en douaneschorsingsregeling (Unie en Niet- Uniegoederen) - D.A. 253.717 van 28 november 2011 van de Centrale Administratie- Dienst Accijnsprocedures 2.3. Instructies en reglementeringen
p 7 De volgende instructie is van toepassing: - D.I. 770 Boekwerk Accijns Energieproducten en Elektriciteit 2008, 172 tot en met 177 van de administratieve commentaar - D.I. 540 Instructie Douane-Entrepots 3. Schematisch overzicht van acties en actoren bij mengen van energieproducten Zie bijlage 1. 4. Mengen van energieproducten met dezelfde douanestatus (unie- met uniegoederen, niet-uniemet niet-uniegoederen) 4.1. Algemeen Iedere handeling die bestaat in het mengen van energieproducten met andere energieproducten of met andere stoffen die niet beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 426, 2, c) van de PW moet geschieden in belastingentrepot, particulier DE of publiek DE type I. Hieronder mag eveneens verstaan worden het mengen in zeeschepen of lichters die gelegen zijn aan de kade van een belastingentrepot. In principe moet elke menging gebeuren onder effectief toezicht van de ambtenaren van AAD&A. Omdat het mengen van energieproducten een zeer frequente handeling is geworden om te voldoen aan de eisen van klanten of te voldoen aan technische eisen die voor bepaalde motoren nodig zijn, wordt een onderscheid gemaakt tussen mengingen met weinig fiscaal risico, genoemd mengingen van gelijksoortige energieproducten en mengingen met een groter fiscaal risico, genoemd mengingen van ongelijksoortige energieproducten. De volledige definities leest u in punt 1.3. Er is een afzonderlijke procedure voor mengingen van gelijksoortige energieproducten en mengingen van ongelijksoortige energieproducten. Controles zullen zich vooral richten op mengingen van ongelijksoortige energieproducten. Iedere EE, houder van een particulier DE of publiek DE Type I die ongelijksoortige energieproducten wil mengen moet over een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten beschikken, verleend door het team Klantenbeheer van de Administratie KlaMa bevoegd over de vergunning EE of DE. Het aanvraagformulier is opgenomen als bijlage 2 bij deze omzendbrief.
p 8 Elke menging van ongelijksoortige energieproducten zal met een kennisgeving (bijlage 3) worden gemeld aan de Regiekamer bevoegd over de plaats van het belastingentrepot. 4.2. Mengen van gelijksoortige energieproducten 4.2.1. Vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten Een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten is niet van toepassing. 4.2.2. Kennisgeving Indienen van een manipulatieaanvraag of kennisgeving is niet vereist, noch is telkens ambtelijk toezicht vereist. 4.2.3. Voorraadadministratie/ Magazijnregister 592 Elke menging van gelijksoortige energieproducten moet blijken uit de voorraadadministratie aan de hand van de inschrijving in het magazijnregister of de verschillende magazijnregisters. In de kolom opmerking van de voorraadadministratie moet een vermelding worden aangebracht bij beide producten indien het gaat om verschillend magazijnregisters. 4.2.4. Staalname en afhandeling eventuele onregelmatigheden Hoewel geen ambtelijk toezicht is vereist kan het team CABC/SBC bevoegd over het belastingentrepot, particulier DE of publiek DE Type I toch ten allen tijde het initiatief nemen om een controle te doen op basis van de inschrijvingen in de voorraadadministratie en eventueel overgaan tot staalname. 4.3. Mengen van ongelijksoortige energieproducten 4.3.1. Vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten Deze vergunning geldt als voorafgaande toestemming voor het uitvoeren van mengingen met een fiscaal risico. Elke EE, houder van een particulier DE of publiek DE type I die ongelijksoortige energieproducten wil mengen in een vaste tank of aan de kade van het belastingentrepot of DE moet over een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten beschikken. Het team Klantenbeheer, bevoegd over de machtiging EE of DE verleent en beheert de vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten. Het aanvraagformulier is opgenomen als bijlage 2 bij deze werkmethode.
p 9 4.3.1.1. Ontvangen eerste aanvraag en onderzoeken ontvankelijkheid De aanvrager stuurt het ingevulde aanvraagformulier, zoals opgenomen in bijlage 2 van deze omzendbrief, naar het bevoegde team Klantenbeheer. Het team Klantenbeheer ontvangt het aanvraagformulier en gaat na of de klant over een vergunning particulier DE, publiek DE type I of vergunning EE met de toegelaten verrichting productie beschikt. Vervolgens onderzoekt de Dossierbeheerder de verdere ontvankelijkheid van de aanvraag. Twee mogelijkheden kunnen zich voordoen: 1. De aanvraag werd volledig en correct ingevuld door de klant 1. In dit geval is de aanvraag ontvankelijk. 2. De aanvraag is niet volledig of correct ingevuld. In dit geval is de aanvraag niet ontvankelijk. 4.3.1.2. Inwinnen advies CABC/SBC Vooraleer de ontvankelijke aanvraag kan leiden tot het afleveren van een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten, vraagt het bevoegde team Klantenbeheer een advies bij het team CABC/SBC bevoegd over de plaats waar het belastingentrepot of Douane-entrepot is gevestigd. 4.3.1.3. Afgifte en verzending Na gunstig advies van het team CABC/SBC bevoegd over het belastingentrepot of DE zal het team Klantenbeheer van de Administratie KlaMa bevoegd over de vergunning EE of DE een vergunning tot mengen verlenen. Deze vergunning wordt als bijlage bij de machtiging EE of DE gevoegd. 4.3.1.4. Geldigheidsduur De vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten is onbeperkt geldig, tenzij: - de controlerende diensten beperkingen in duur opleggen als bijkomende controlemaatregel; - indien de douanevergunning beperkt is in tijd overschrijdt de uiterste geldigheidsdatum van de vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten niet de datum van de douanevergunning. Een eventuele uiterste geldigheidsdatum wordt vermeld in vak 7 van de vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten. 1 Dit impliceert ook dat de aanvraag ondertekend werd door iemand die de firma juridisch kan vertegenwoordigen
p 10 4.3.2. Kennisgeving Telkens een EE, houder van een particulier DE of publiek DE type I ongelijksoortige energieproducten wil mengen moet hij voorafgaand voor aanvang van de mengoperaties per mail een kennisgeving (volgens model in bijlage 3) indienen bij de Regiekamer bevoegd over de plaats van de menging. Indien de kennisgeving niet volledig werd ingevuld, zal Regiekamer de firma zo spoedig mogelijk contacteren en hen verzoeken de kennisgeving te vervolledigen. Tot dit in orde is mag de menging niet starten. Om een eventuele controle toe te laten moeten uit de kennisgeving volgende gegevens kunnen afgeleid worden: Wat is het basisproduct? GN-code eventuele commerciële benaming van het product Wat is de beginhoeveelheid van het basisproduct? Welke producten worden aan het basisproduct toegevoegd? GN-code, eventueel commerciële benaming van de mengproducten Raming van de hoeveelheid mengproduct(en)? Uit welke tank wordt het basisproduct uitgeslagen? Voormeting tank (na einde menging is nameting vereist) In welke tank wordt het mengproduct opgeslagen? Voormeting tank (na einde menging is nameting vereist) Douanestatus van basisproduct en mengproduct(en)? Voorlegging voorafgaande documenten vb. e-ad, invoeraangiften, De regiekamer kan een mobiel team aansturen voor controle van de menging en eventueel het nemen van stalen van de mengproducten en het eindproduct. 4.3.3. Voorraadadministratie/ Magazijnregister 592 Bij menging van ongelijksoortige energieproducten moet het overpompen blijken uit de voorraadadministratie aan de hand van de uit- en inschrijving in de verschillende magazijnregisters. Er is een overboeking van het ene product naar het andere product met verwijzing naar het nummer van de kennisgeving. De overboeking moet blijken uit een inschrijving in de kolom opmerkingen van de verschillende registers. Deze inschrijvingen in de verschillende magazijnregisters moeten steeds periodiek worden nagekeken door het team CABC/SBC bevoegd over het belastingentrepot of het DE. 4.3.4. Staalname en afhandeling eventuele onregelmatigheden Bij menging van ongelijksoortige energieproducten waarbij voor het eindproduct of voor één of meer van de mengproducten een accijnstarief is voorzien in artikel 419 of het toepasselijke tarief inzake invoerrechten wijzigt (ook al blijven de eindproducten onder de douane- of accijnsschorsingsregeling) is staalname vereist van het eindproduct. In bedrijven waar de staalnames worden uitgevoerd door gecertificeerde controlefirma s zal steekproefsgewijze worden nagegaan of het resultaat van hun analyse correct is.
p 11 In bedrijven waar geen gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde controlefirma s is staalname verplicht. Het team CABC/SBC kan echter in alle gevallen het initiatief nemen om een controle te doen op basis van de inschrijvingen in de voorraadadministratie en eventueel overgaan tot staalname. Elke onregelmatigheid moet gemeld worden aan de dienst Klantenbeheer bevoegd over de vergunning EE of DE. Herhaalde onregelmatigheden kunnen leiden tot de intrekking van de vergunning tot mengen van ongelijksoortige energieproducten of zelfs eventueel tot intrekking van de vergunning EE of DE. 5. Mengen van uniegoederen onder accijnsschorsingsregeling met niet-unie goederen onder een bijzondere douaneregeling 5.1. Algemeen Wanneer unie-energieproducten die onder accijnsschorsingsregeling aanwezig zijn in een belastingentrepot worden gemengd met niet-uniegoederen moet de menging gebeuren in een plaats waar een DE is vergund. Bijlage 71 punten 14, 15 en 16 van de Gelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van 28 juli 2016 maken het mogelijk dat het mengen in DE een toegelaten verrichting zijn. Mengingen van uniegoederen met niet-uniegoederen waarbij de basisingrediënten volledig worden gewijzigd ( wijziging van de aard van de goederen) en dus verder gaan dan de gebruikelijke behandelingen van bijlage 71-03 moeten gebeuren met een vergunning Actieve veredeling. Dit houdt in dat de accijnsschorsingsregeling moet worden aangezuiverd door een plaatsing in DE of onder de regeling AV. Hiervoor is de werkwijze zoals gesteld in D.A. 25.717 van 28 november 2011 van de Centrale Administratie- Dienst Accijnsprocedures van toepassing. Dit geldt zowel voor de menging van gelijksoortige als ongelijksoortige energieproducten. 5.2. Toepassingsbepalingen inzake douane- en accijnzen Gelet op het feit dat momenteel het geautomatiseerde systeem EMCS niet toelaat om een DE of AV te vermelden in het elektronisch administratief document (e-ad) als bestemming van de accijnsgoederen, zal een specifieke nationale procedure toegepast moeten worden die gebaseerd is op de toe te passen procedure bij uitvoer maar hier toch van afwijkt op een aantal vlakken.
p 12 Derhalve mag de accijnsschorsingsregeling door een opslag in DE o f A V aangezuiverd worden mits de volgende voorwaarden strikt nageleefd worden: 1) De EE/afzender stelt een ontwerp van e-ad op in EMCS met de volgende specifieke vermeldingen in de gegevensvelden 1, 1a, 5, 8a en 9a: -Veld 1 (soort bericht): Code 1: standaardindiening (geen toepassing van een domicilieringsprocedure uitvoer) -Veld 1a (code soort bestemming): Code 6: uitvoer -Veld 5 (handelaar geadresseerde): Hierin moeten de gegevens vermeld worden van de persoon die de afzender bij het kantoor van plaatsing vertegenwoordigt (zie vak 8a) -Veld 8a (code kantoor van plaatsing): Als kantoor van plaatsing wordt beschouwd het kantoor waar de goederen onder DE worden geplaatst. Via volgende link wordt een overzicht gegeven van de codes: http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/col/col_search_home.jsp?lan g=nl&screen=0 -Veld 9a (Lokaal referentienummer): Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-ad toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert. Dit uniek volgnummer zal steeds met "DOUANE" moeten beginnen. - Veld 17 (Hoofdgedeelte e-ad) Dit veld mag maar 1 maal ingevuld worden; desgevallend moeten meerdere e-ad's opgesteld worden. Na validatie van het e-ad door het geautomatiseerde systeem wordt een administratieve referentiecode (ARC) toegekend. Het statuut van het e-ad verandert naar "aanvaard". Geen enkele bijkomende douaneaangifte dient te worden opgesteld voor inslag in het DE of de regeling AV. Met het oog op de aanzuivering van de accijnsschorsingsregeling en ter de bevestiging van de inschrijving van de accijnsgoederen in de voorraadadministratie van het DE of de regeling AV, moet de houder van de vergunning DE of AV een verklaring op erewoord, overeenkomstig het in bijlage 5 opgenomen model, opstellen en ondertekenen. Dit document moet ingediend worden op het kantoor van plaatsing vermeld in vak 8a van het e-ad. Het in vak 8a van het e-ad vermelde kantoor van plaatsing voert een crosscheck uit tussen de gegevens van de verklaring op erewoord en de gegevens van het e-ad.
p 13 a. Bij overeenstemming wordt de status van het e-ad veranderd in "afgeleverd". Door deze statuswijziging zal EMCS een bericht van uitvoer sturen naar de erkend entrepothouder afzender waardoor deze op de hoogte gebracht wordt van de aanzuivering van de beweging. b. Bij niet-overeenstemming (verschil op het vlak van hoeveelheden,... ) zal de status van het e AD niet gewijzigd worden en zal onderhavige specifieke nationale procedure opgeschort worden in afwachting dat de overeenstemming tussen de gegevens van het e-ad en de verklaring op erewoord werd vastgesteld. Van zodra de overeenstemming tussen de gegevens van het e-ad en de verklaring op erewoord is vastgesteld en na wijziging van de status van het e-ad in "afgeleverd", stuurt het kantoor van plaatsing een kopie van de verklaring op erewoord naar het controlekantoor en naar de ambtenaarrevisor, aangeduid in de vergunning DE of AV. 5.3. Vergunning ongelijksoortige energieproducten Voor het mengen van ongelijksoortige energieproducten (definitie zie 1.2.) met een verschillende douanestatus nl. uniegoederen uit belastingentrepot met nietuniegoederen in DE moet de houder van de vergunning DE beschikken over een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten zoals vermeld in punt 4.3. Voor menging van gelijksoortige energieproducten is deze vergunning niet vereist. Mengingen onder de regeling AV volgen de voorwaarden zoals gesteld in de vergunning Actieve Veredeling. 5.4. Kennisgeving Het insturen van een kennisgeving, zoals vermeld in punt 4.3.2 is eveneens van toepassing, bij menging van ongelijksoortige energieproducten met verschillende douanestatus in DE. Voor menging van gelijksoortige energieproducten is deze kennisgeving niet vereist. Mengingen onder de regeling AV volgen de voorwaarden zoals gesteld in de vergunning Actieve Veredeling. 5.5. Voorraadadministratie belastingentrepot en douane-entrepot In de voorraadadministratie van het belastingentrepot moet een onderscheid gemaakt worden tussen de "gewone" e-ad's met name deze bestemd voor uitvoer en de "overige" met name deze bestemd voor uitvoer maar die aangezuiverd zullen worden door de plaatsing i n D E. De plaatsing van de met een e-ad verzonden accijnsgoederen onder DE gebeurt door de inschrijving van deze goederen, onder verwijzing naar de administratieve referentiecode (ARC), in de voorraadadministratie van het DE of de regeling AV, zonder bijkomende douaneaangifte.
p 14 Door de inschrijving van de met een e-ad verzonden accijnsgoederen in de voorraadadministratie van het DE of de regeling AV worden deze goederen beschouwd als niet-communautaire goederen onder douanetoezicht. Wanneer een douane en fiscale schuld ontstaat, dient de houder van het DE of de regeling AV de hoeveelheden te verantwoorden waarvoor geen rechten bij invoer verschuldigd zijn wegens de erkenning van het inheems karakter (voorgaand statuut van communautaire goederen). Bij menging van ongelijksoortige energieproducten moet in de voorraadadministratie van het belastingentrepot en in de voorraadadministratie van het DE eveneens verwezen worden naar het nummer van de kennisgeving aan de Regiekamer. 5.6. Staalname en afhandeling onregelmatigheden De bepalingen zoals gesteld in 4.2.4 (gelijksoortige energieproducten) en 4.3.4 (ongelijksoortige energieproducten) zijn naar analogie van toepassing. 6. Overgangsbepalingen De Administratie KlaMa publiceert deze werkmethode op de internetsite van de AAD&A. De werkmethode treedt in werking op 1 februari 2017. Alle bestaande machtigingen betreffende het mengen van energieproducten die door de plaatselijke controle werden verleend, blijven geldig uiterlijk tot 30 april 2017. Om de continuïteit van voormelde handelingen in de belastingentrepots te kunnen garanderen moeten de EE of houders van een vergunning DE uiterlijk op 31 maart 2017 een aanvraag volgens het model in bijlage 2 (mengen van ongelijksoortige energieproducten) indienen bij het team Klantenbeheer van de Administratie KlaMa bevoegd over de machtiging EE of DE. Het team Klantenbeheer is dan in de mogelijkheid het onderzoek voor het verlenen van een vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten op te starten. Het verlenen of het weigeren van de vergunning door de dienst klantenbeheer van KlaMa moet dus gebeuren voor 1 mei 2017 (de datum waarop alle toelatingen inzake mengen verleend door plaatselijke controles ongeldig worden. In de beschikking voor het verlenen of weigeren van de vergunning Mengen van ongelijksoortige energieproducten moet gemeld worden dat de vroegere vergunning voor mengen verleend door de plaatselijke controle wordt opgeheven. Deze opheffing geldt niet voor de vergunningen Mengen van ongelijksoortige energieproducten die in de regio Antwerpen werden toegekend op basis van de Antwerpse dienstnota A/13/0002.