Ronde 5. Leerlingen in het beroepsonderwijs boeien met jeugdliteratuur. 1. Inleiding. 2. Geen tijd

Vergelijkbare documenten
De kracht van interactief voorlezen in het voortgezet onderwijs: elke docent kan het leren!

Een doorlopende leeslijn voor elke leerling. Alle facetten van leesontwikkeling in het voortgezet onderwijs belicht

Vrij lezen. Wat is vrij lezen?

KWESTIE VAN LEZEN Deel 12 Praten over romanfragmenten. Achtergronden en tips voor docenten in het voortgezet onderwijs

(Digi)taal 12+: een dag over het vo, mbo en digitale geletterdheid

Juf, er staat geen leuk boek in de kast!

Lezen hoort erbij. Bouwstenen voor leesbevordering

Fictielezen. Wat is fictielezen?

Inhoudelijk draaiboek voor leerkrachten basisonderwijs

Vrij lezen groep 4. Doelen eind groep 4

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

Jeugdboeken als leermiddel in opbrengstgericht basisonderwijs? Een leescultuur in de klas

Deel 2. Praten over boeken op de basisschool achtergronden en praktische tips voor leerkrachten

Lezen? Lekker belangrijk!

de huidige generatie jongeren leest minder dan vroeger (Heesters e.a. 2007)

VERHALEN VERTELLEN, VERWONDEREN EN VERBEELDEN MET DE SCHOOLSCHRIJVER

technisch verslag literatuur

Fictielezen leerjaar 1 en 2 havo/vwo

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

Fictielezen groep 5 en 6

Groep 5 en 6. Doelen. Waar werkt u aan in groep 5 en 6?

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Handleiding Read2Me! Den Haag

Leerlijn fictie. Jeugdliteratuur. Boekengesprek

DE NATIONALE VOORLEES- KAMPIOENSCHAPPEN

Groep 7 en 8. Doelen. Waar werkt u aan in groep 7 en 8?

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Deel 3. Voorlezen op de basisschool achtergronden en praktische tips voor leerkrachten

Wij gaan (voor)lezen

Recepten tegen zomerdip

Handleiding Read2Me! Den Haag Winnaar Landelijke finale 2015 Foto: Kees-Jan Bakker

VERPLICHT LEZEN VERSUS VOOR DE LOL LEZEN

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

Beoordelen van boekverslagen met het Referentiekader Taal

Fictielezen groep 7 en 8

Dé website voor leesbevordering

Onderzoek leesgedrag

Leuk dat je dit lespakket hebt gedownload voor de Kinderboekenweek!

Fictielezen leerjaar 1 en 2 vmbo b/k. Doelen

NEDERLANDS. Riet De Vos en Peter Van Damme. voor leraren Nederlands

Samenhang opdrachten en leerjaren

Literatuuronderwijs in de mvt-les

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Criteria. Ervaren op school

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

Deel 1. Vrij lezen op de basisschool achtergronden en praktische tips voor leerkrachten

Naam:. Klas:. Schooljaar:..

Voorlezen met een focus

Read2Me! Read2Me! wordt uitgevoerd in opdracht van de bibliotheken in samenwerking met ProBiblio. Wij wensen u veel plezier met Read2Me! op uw school.

Ontwerponderzoek: Paper 3

Ronde 4. Scholieren.com voor docenten Inleiding

Nr. 3 november

Schrijfplezier en schrijfvaardigheid op de basisschool. Een nieuw schrijfcurriculum gericht op inhoud en genre-kennis

CKV Festival CKV festival 2012

Een close-up illustratie maken bij een spannend verhaal

Werken met de Estafetteloper: Hoe te organiseren en Aanpak 3-leerlingen te motiveren

De kijkwijzer lezen: een alternatief voor het beoordelen van de leesvaardigheden van de kinderen

Taal uitlokken werken aan onderwijskwaliteit. Elke docent taalbewust! S4Y Jan Halin

DANKZIJ DIGITALE HULPMIDDELEN MEER LEESBEGRIP EN MINDER LEESANGST

Leerlingen en studenten naar onderwijssoort per 1-10 en woongemeente Lingewaard

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

De Leesrace: leesbevordering in een hogere versnelling

Planmatig samenwerken met ouders

Good Practice. Literatuur onderwijs Bovenbouw IJburg College

Waar klinkt het beste startschot: bij de taaltest of bij de behoefteanalyse? 1

MAAK WERK VAN JOUW TALENT

Individuele lezersprofielen

Achtergrondinformatie

Voortgezet onderwijs. Leesbevordering en leespromotie

De invulling van het mentoruur in 3VWO op de International School Hilversum

Lezen in het curriculum Nederlands. Expert-meeting Stichting Lezen 31 oktober 2018 Floor van Renssen, Windesheim

Monitor de Bibliotheek op school vmbo

2015 In nauw overleg met docenten Nederlands en experts wordt het vernieuwend lesmateriaal vertaald naar een vernieuwende, didactische leerlijn.

Voortgezet Onderwijs in Veghel. praktijkonderwijs X basisberoeps X kaderberoeps X

Hoe aardgasvrij woon jij?

Een motiverende start in havo / vwo 4

Werken in de olie- en gasindustrie

Leren Leren en ExcelLeren

Werkwinkel 3 (LWEO-conferentie, Vught )

Lezen: Het lijkt of je televisie kijkt, alleen dan zonder televisie, je maakt beelden in je hoofd.

Cultuureducatie met Kwaliteit

De doorgaande lijn, zwakke lezers en de bibliotheek. Kees Broekhof Sardes

Doesjka Nijdeken Trinitas College Heerhugowaard Woudschoten Chemie Conferentie 2011

Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hun eigen leesniveau laten bepalen

2.1 FaVoriete leestips

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

Boekwerk. Voorstel voor een project omschrijving. 1.1 Doelstelling

Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Onweerstaanbare wijsneus Kik en Joep Lesbrief

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven in de onderbouw

Met atheneum op weg naar succes!

Brengt natuur in de klas

Vragenlijst BiebPanel Doelgroep onderzoek Jongeren 21 september 2017

Monitor de Bibliotheek op School een nieuw instrument voor beleid. Kees Broekhof Sardes

Het gymnasium: iets voor jou?

De leesattitude

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Plezier beleven aan leren en lezen

Voortgezet Onderwijs in Veghel. praktijkonderwijs X basisberoeps X kaderberoeps X

Transcriptie:

Ronde 5 Ed Olijkan CED-groep Contact: E.Olijkan@cedgroep.nl Leerlingen in het beroepsonderwijs boeien met jeugdliteratuur 1. Inleiding Leerlingen in het Nederlandse vmbo en het Vlaamse bso ze lezen niet. Een hardnekkig beeld, dat geen recht doet aan de kwaliteiten en interesses van deze leerlingen. De huidige jeugdliteratuur biedt legio mogelijkheden om leerlingen, ook in het beroepsonderwijs, aan het lezen te krijgen. Een belangrijke opdracht is om de klik te vinden tussen leerling en boek, om leerlingen te prikkelen en nieuwsgierig te maken. Met deze overtuiging zijn we met een financiële bijdrage van de Nederlandse Stichting Lezen begonnen aan de ontwikkeling van een middel om vmbo-leerlingen aan het (fictie)lezen te krijgen. Het belang van lezen voor deze leerlingen is evident. Uit onderzoek (o.a. Mol 2011) blijkt dat lezen een belangrijke bijdrage levert aan schoolsucces en maatschappelijk succes. Daarnaast is lezen belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling. 2. Geen tijd Aanleiding voor ons plan vormde een behoefteonderzoek van Stichting Lezen (Van Grinsven e.a. 2010). Uit dat onderzoek blijkt onder meer dat docenten in het vmbo 15

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS behoefte hebben aan handzame, praktische lesideeën liefst zo concreet mogelijk als aanvulling op wat lesmethodes al bieden. Tevens blijkt dat docenten behoefte hebben aan leesmateriaal waarmee ze direct aan de slag kunnen, bij voorkeur fragmenten of korte verhalen. Zelfs de meest enthousiaste docenten hebben moeite om geschikte titels te vinden. Dat geldt zeker voor vmbo bovenbouw (= derde en vierde leerjaar van het vmbo). Er komen wel steeds meer geschikte boeken, maar het aanbod is nog te klein en niet goed ontsloten. Een belangrijke stelregel die uit het onderzoek naar voren komt: maak het docenten zo makkelijk mogelijk. Docenten hebben het immers druk, moeten voldoen aan jaarplannen en krijgen vaak geen extra tijd voor leesbevordering. 3. Leescase Teneinde aan de bovengenoemde behoefte tegemoet te komen, hebben we een formule ontwikkeld voor lessen jeugdliteratuur, die regelmatig verschijnen en via een website worden aangeboden. We hebben het product inmiddels ook een naam gegeven: Leescase. Op dit moment wordt de website (het medium waarin de lessen worden gehangen) ontwikkeld. In november 2012 sturen we twee proefafleveringen van Leescase naar een aantal vmbo-docenten die interesse hebben getoond. De proefafleveringen gaan vergezeld van een enquête. Van de docenten willen we weten of de formule aanslaat, wat voor verbetermogelijkheden men ziet, of men Leescase zou aanschaffen en zo ja, onder welke voorwaarden. In deze bijdrage schetsen we de formule die we voor Leescase hebben ontwikkeld. Aan de ontwikkeling van die formule ging het nodige vooronderzoek vooraf. We hebben ons onder meer gestort op een nadere duiding en onderbouwing van de concepten belevend lezen en interactief voorlezen. Daarnaast hebben we veel tijd en energie gestoken in de boekenselectie. Ook daar gaan we kort op in. 3.1 Belevend lezen Onze gedachte was gezien de kenmerken van de doelgroep in Leescase vooral te werken aan belevend lezen in plaats van aan meer literair lezen. We wilden over dit concept meer duidelijkheid. Visies hierop vonden we onder meer bij Witte (2008) en Meijer e.a. (2009), die zich vooral baseren op Walta en op Tellegen & Frankhuisen (2002), die zich onder meer baseren op Wilhelm. De meeste inspiratie haalden wij uit Tellegen & Frankhuisen en in commissie Wilhelm, die het kennismaken met leesverbeeldingsprocessen als een belangrijke onderwijsdoelstelling zien. Uit experimenten bleek dat, als leerlingen eenmaal geleerd hadden zich onderdelen van het verhaal visueel voor te stellen, ze vervolgens vaak ook emotioneel bij dat verhaal betrokken raakten. Voor Tellegen & Frankhuisen werkt belevend lezen als een motiverende factor en manier om je teksten echt eigen te maken. 1

. Literatuur 3.2 (Interactief) voorlezen Voorlezen is een ander principe dat we nader wilden onderzoeken. Uit onderzoek komt naar voren dat voorlezen door de docent bij met name zwakkere lezers aanslaat en motiverend werkt. Adviezen voor de voorleesmethodiek vinden we bijvoorbeeld bij Chambers (1991), Van Acker (2005) en in het Reading Promotion Handbook van Kwazulu-Natal (s.d.). Een bijzondere methode van voorlezen is het interactief voorlezen, niet als zodanig door Chambers zo benoemd, maar wel door hem beschreven en gepropageerd. Voor de Nederlandse situatie is deze aanpak uitgewerkt door Tordoir & Kroon (2010). Kort samengevat houdt de aanpak in dat de docent tijdens de voorleessessie vragen stelt naar aanleiding van het gelezene. Mogelijk kan het stellen van bepaalde vragen voor, tijdens of na het lezen de verbeelding en emotie stimuleren en leerlingen leren om op een meer belevende manier te lezen. Interactief voorlezen is nader onderzocht door Jansen & Klinkenberg (2011). Het betreft hier weliswaar een in verschillende opzichten beperkt onderzoek, maar er komen enkele interessante conclusies uit naar voren. Een van de meest in het oog springende conclusies is dat vragenstellen tijdens het voorlezen slecht blijkt te werken. De leerlingen vinden het onderbreken van het voorlezen onprettig en concentratieverstorend en de klassen worden er onrustig van. Hiermee wordt de essentie van interactief voorlezen dus min of meer onderuitgehaald. De aanpak voorziet evenwel in een vragentypologie die voor ons doel interessant en waardevol is. Interessant is in dat verband ook de observatie van Jansen & Klinkenberg dat docenten vaak niet toekomen aan belevingsvragen en blijven steken in begripsvragen. In Leescase willen we hier nadrukkelijk sturing in aanbrengen. 3.3 Selectie van boeken en fragmenten Gezien de focus op leesbeleving hebben we relatief veel tijd gestoken in de selectie van boeken en boekfragmenten. We werden daarbij geholpen door een panel van drie praktijkdeskundigen op het gebied van jeugdliteratuur. We hebben een set keuzecriteria aangelegd waarvan de belangrijkste zijn: het boek is leesbaar voor leerlingen in het eerste of tweede leerjaar; het boek is spannend (onderzoek wijst uit dat spanning en suspense voor alle leerlingen aantrekkelijk is zie Tellegen 2007); het boek bevat voor leerlingen in het eerste of tweede leerjaar interessante en herkenbare morele dilemma s en bevat identificatiemogelijkheden; het boek is interessant voor zowel jongens als voor meisjes; het boek is recent verschenen (bij voorkeur staat de schrijver of de thematiek van het boek in de belangstelling); het boek is in ruime mate verkrijgbaar in bibliotheek en winkel. 17

ZESENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Op basis van deze criteria hebben we een shortlist van potentiële titels opgesteld. Daaruit hebben we twee titels gekozen voor de testfase. Uit die twee titels hebben we fragmenten geselecteerd. Ook daarvoor hebben we criteria geformuleerd. De fragmenten moeten onder meer op zichzelf kunnen staan en een natuurlijke basis vormen voor verschillende activiteiten. Ze eindigen vaak met een cliffhanger. We hopen daarmee op het neveneffect dat leerlingen het hele boek gaan lezen. 3.4 De Leescaseformule We hebben er ten slotte voor gekozen om Leescase als volgt op te zetten. Het materiaal start met informatie over boek en schrijver. Hierna volgt de behandeling van het boekfragment. In de voorbereidingsfase vallen de activiteiten vóór het lezen, zoals voorkennis activeren en oriëntatie op het thema. Vervolgens leest de docent het fragment (ongeveer zes bladzijden uit het boek) voor. De verwerkingsfase valt uiteen in drie subfasen: 1. Greep krijgen op de tekst: in deze fase worden (mondeling) reproductievragen gesteld. 2. Belevend lezen: in deze fase gaat het om het benoemen van de emoties van de personages en om de empathie van de leerling met de hoofdpersoon. 3. Beoordelend lezen: in deze fase wordt een oordeel gevraagd over een aantal aspecten van het verhaal. Leescase sluit af met de verbeeldingsfase. In deze fase voeren de leerlingen een creatieve activiteit uit, geïnspireerd door het fragment. Dat kan van alles zijn: het schrijven van een vervolg of slot bij het fragment, het uitbeelden van personages of het spelen van het fragment, het tekenen of schilderen van een scene 4. Tot besluit Met Leescase willen we leerlingen in contact brengen met boeken, laten we hen leeservaring opdoen en zetten we hen aan tot verder lezen. Zoals gezegd, gaat binnenkort de test met twee proefafleveringen van start. Daarmee willen we te weten komen of Leescase een aanwinst is voor het onderwijs. Het zou interessant zijn om te verkennen of we met dit product ook de Vlaamse markt kunnen bedienen. 18

. Literatuur Referenties Chambers, A. (1991). The reading environment: how adults help children enjoy reading. Stroud: The Thimble Press (vertaald door Joke Linders (1995) als De leesomgeving: hoe volwassenen kinderen kunnen helpen boeken te genieten. Amsterdam: Querido). Chambers, A. (1993). Tell me: children reading & talk. Stroud: The Thimble Press (vertaald door Joke Linders (1995) als Vertel eens: kinderen, lezen en praten. Amsterdam: Querido). Jansen, H. & L. Klinkenberg (2011). Interactief op het vmbo en in het praktijkonderwijs. Verslag van een onderzoek naar de effecten van interactief voorlezen. Interne publicatie Vrije Universiteit. Meijer, G., H. Pilon & A. Smits (2009). Handleiding voor de organisatie van leesbevorderingsnetwerken: het plezier in lezen staat voorop. Publicatie van Kunst van Lezen, een project van Stichting Lezen en de Openbare Bibliotheken. Mol, S. (2010). To Read Or Not To Read. Leiden: Leiden University. Proefschrift. N.N. (s.d.). Reading Promotion Handbook. Kwazulu-Natal Department of Education. Tellegen, S. & J. Frankhuisen (2002). Waarom is lezen plezierig? Delft: Eburon. Tellegen, S. (2007). Leesgedrag van vmbo-leerlingen. In: D. Schram (red.). Lezen in het vmbo: onderzoek interventie praktijk. Delft: Eburon, p. 31-54. Tordoir, A. & H. Kroon (2010). De kracht van interactief voorlezen in het voortgezet onderwijs: elke docent kan het leren! In: S. Vanhooren & A. Mottart (red.), Vierentwintigste conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 47-51. Van Acker, T. e.a. (2005). Voorlezen kan iedereen! Handboek met tips, interviews, voorbeelden, klassiekers. Leidschendam: Biblion. Van Grinsven, V. e.a. (2010). Wie leest, heeft de wereld binnen handbereik. Behoefteonderzoek onder vmbo-docenten Nederlands over het bevorderen van lezen. Amsterdam: Stichting Lezen. Witte, T. (2008). Het oog van de meester. Een onderzoek naar de literaire ontwikkeling van havo- en vwo-leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Delft: Eburon. 19