Inhoud: 1. Informatie 2. Visualisatie 3. Toelichting
Informatie Gebouwenadministratie gemeente Identificatie gebouw 777100000143323 Type Pand Oppervlakte grondvlak 1054.8 m² Bouwjaar 2001 Aantal verblijfsobjecten 19 Aantal gebruiksdoelen 3 Identificatie gekozen verblijfsobject 777010000171391 Status Verblijfsobject in gebruik Gebruiksdoel winkelfunctie Oppervlakte 137 m² Adres Markt 29 Postcode 4875CB Plaats Etten-Leur Bestemmingsplan Naam plan Markt-Centrum e.o. Type plan: bestemmingsplan Planstatus vastgesteld Overheid gemeente Etten-Leur IMRO-idn NL.IMRO.0777.0022MARKTCENTRUMEO-3001 Datum vastgesteld 11-06-2013 Enkelbestemming Gemengd - 2 Dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 Functieaanduiding detailhandel Bouwaanduiding niet van toepassing
Visualisatie
Legenda Bestemmingsplangebied Bestemmingsplangebied Bestemmingsplangebied Besluitgebied Besluitgebied projectbesluit,exploitatieplan Besluitgebied overig Enkelbestemming agrarisch agrarisch met waarden bedrijf bedrijventerrein bos centrum cultuur en ontspanning detailhandel dienstverlening gemengd groen horeca kantoor maatschappelijk natuur recreatie sport tuin verkeer water wonen woongebied Enkelbestemming overig Dubbelbestemming leiding waarde waterstaat overig Gebiedsaanduiding Geluidzone luchtvaartverkeerzone vrijwaringszone veiligheidszone milieuzone wro-zone wetgevingzone reconstructiewetzones overige zone overig Functieaanduiding Functieaanduiding Bouwvlak Bouwvlak Bouwaanduiding Bouwaanduiding Maatvoering Maatvoering Figuur as van de weg dwarsprofiel gevellijn Hartlijn leiding relatie
Planregels Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Markt-Centrum e.o.. Artikel 12 Gemengd - 2 12.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen; b. persoonlijke en zakelijke dienstverlening; c. ambachtelijke bedrijven; d. maatschappelijke dienstverlening; e. kantoren; f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel, met uitzondering van een supermarkt; g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1b' tevens voor horecabedrijven van ten hoogste categorie 1b; h. ter plaatse van de aanduiding ''horeca tot en met horecacategorie 2' tevens voor horecabedrijven van ten hoogste categorie 2; i. ter plaatse van de aanduiding 'museum', tevens voor een museum; j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - smederij', tevens voor een smederij (SBI code 255, 331); k. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor een bedrijfswoning; alsmede voor bijbehorende: l. magazijn, kantoor of kantine; m. parkeervoorzieningen en overige verhardingen; n. tuinen en andere groenvoorzieningen; o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen. p. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming. 12.2 Bouwregels Op deze gronden mogen uitsluitend, ten dienste van de onder lid 1 van dit artikel bedoelde bestemmingsomschrijving, de volgende bouwwerken worden gebouwd: Toelichting Hoofdna 12.2.1 Algemeen viga tie Voor het bouwen gelden de volgende algemene regels: Bijlagen bij toelichting a. gebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; Regels b. gebouwen mogen met de voorgevel in of achter de aanduiding 'gevellijn' worden gebouwd; c. het bebouwingspercentage buiten het bouwvlak mag per bouwperceel niet meer dan 60% bedragen; Bijlagen bij regels d. woningen dienen een inhoud van minimaal 200,00 m 3 te hebben. Vaststellingsbesluit 12.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. hoofdgebouwen dienen met de voorgevel in de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd; c. de goot- en/of bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding, 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' en/of 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)'; d. indien geen aanduiding is aangegeven gelden voor de goot- en bouwhoogte de volgende regels : Plan: Markt-Centrum e.o. Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan 1. de goothoogte van een hoofdgebouw moet hetzij gelijk zijn aan de goothoogte van het hoofdgebouw dat aanwezig is op het Status: Vastgesteld tijdstip van het ter inzage leggen van het plan, dan wel gelijk zijn aan ten hoogste de goothoogte van het hoogste van Idn: NL.IMRO.0777.0022MARKTCENTRUMEO-3001 beide naastgelegen hoofdgebouwen en tenminste de goothoogte van het laagste van beide naastgelegen hoofdgebouwen; 2. indien een relevant naastgelegen hoofdgebouw ontbreekt, stelt het bevoegd gezag nadere eisen ten aanzien van de goothoogte, waarbij de maatvoering van de bebouwing, zoals die bestaat op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan, in de overweging wordt betrokken; 12.2.3 Nutsvoorziening Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen mag per bouwperceel maximaal 30,00 m 2 bedragen; Ondersteunende b. de goothoogte van gebouwen mag maximaal 3,50 m bedragen; navigatie footer c. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 5,50 m bedragen; 12.2.4 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen behorende bij woningen Bij iedere woning mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 1,00 m achter de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd; c. met inachtneming van het bepaalde in 12.2.1 met betrekking tot het bebouwingspercentage, mag het gezamenlijk oppervlakte van aan- en bijgebouwen per woning ten hoogste bedragen: 1. 36,00 m 2, indien het bouwperceel kleiner is dan 150,00 m 2 ; 2. 50,00 m 2, indien het bouwperceel een oppervlakte heeft van meer dan 150,00 m 2 en minder dan 250,00 m 2 ; 3. 75,00 m 2, indien het bouwperceel groter is dan 250,00 m 2 ; d. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen binnen het bouwvlak is maximaal gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m. De bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen is maximaal gelijk aan de hoogte van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m; e. de goothoogte en bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedragen maximaal 3,25 m respectievelijk 5,50 m; f. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen tot op de zijdelingse bouwperceelsgrens worden gebouwd; Home Print
g. vrijstaande bijgebouwen mogen alleen ge- of verbouwd worden als afhankelijke woonruimte, nadat een omgevingsvergunning op basis van artikel 12.3.1 is verleend. 12.2.5 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet behorende bij woningen Bij ieder hoofdgebouw mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 1,00 m achter de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd; c. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven in artikel 12.2.1; d. de goothoogte mag maximaal 4,00 m bedragen; e. de bouwhoogte mag maximaal 7,50 m bedragen; 12.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht; b. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3,25 m; c. de oppervlakte van overkappingen bedraagt maximaal 50,00 m², met dien verstande dat per bouwperceel het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven in artikel 12.2.1; d. de bouwhoogte van een erfafscheiding die gebouwd wordt vóór de voorgevellijn bedraagt maximaal 1,00 m; e. de bouwhoogte van een erfafscheiding die gebouwd wordt achter de voorgevellijn bedraagt maximaal 2,00 m; f. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en reclamemasten bedraagt maximaal 10,00 m; g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,00 m. 12.3 Afwijken van de bouwregels 12.3.1 Afwijken Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. artikel 12.2.4 voor de bouw een praktijkruimte voor een aan-huis-gebonden-beroep in een aan- en uitbouw of bijgebouw waarbij de volgende regels gelden: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de praktijkruimte bedraagt maximaal 50,00 m², met dien verstande dat per bouwperceel het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven in artikel 12.2.1'; 2. de overige bouwregels voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen in artikel 12.2.4 zijn van toepassing. b. artikel 12.2.4 voor de plaatsing van een tijdelijke woonunit, waarbij de volgende regels gelden: 1. de woonunit is noodzakelijk ten behoeve van huisvesting in het kader van mantelzorg; 2. er is sprake van een zorgbehoefte welke tijdelijk van aard is; 3. de zorgbehoefte is aangetoond door een deskundige adviesinstantie; 4. de oppervlakte van de woonunit bedraagt maximaal 80,00 m²; 5. de bouwhoogte van de woonunit bedraagt maximaal 3,0 m; 6. de woonunit dient minimaal 3,00 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden geplaatst; 7. de oppervlakte van de woonunit bedraagt maximaal 80,00 m², met dien verstande dat per bouwperceel het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven in artikel 12.2.1'; 8. de woonunit mag ook vrij van het hoofdgebouw geplaatst worden; 9. voor zover er een parkeerplaats op eigen terrein aanwezig is, moet deze worden gehandhaafd, tenzij er op het perceel geen andere mogelijkheden zijn om de woonunit te plaatsen; 10. zodra de zorgbehoefte niet meer aanwezig is dient de woonunit te worden verwijderd. c. artikel 12.1 voor de bouw garageboxen, waarbij de volgende regels gelden: 1. de oppervlakte van een garagebox bedraagt maximaal 30,00 m², met dien verstande dat per bouwperceel het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven in artikel 12.2.1; 2. de bouwhoogte van een garagebox bedraagt maximaal 3,25 m; d. artikel 12.2.6 voor de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 4,00 m. 12.3.2 Procedure Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 12.3.1 sub b. in, indien de bestaande noodzaak vanuit het oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 12.4 Specifieke gebruiksregels 12.4.1 Situering functies Bij de situering van verschillende functies zoals genoemd onder lid 1 van dit artikel gelden de volgende regels: a. de in lid 1 van dit artikel onder a., d., e. en i. genoemde functies mogen zowel op de begane grond als op de verdieping(en) plaatsvinden. b. de in lid 1 van dit artikel onder b., c., f., g.,h. en j. genoemde functies mogen uitsluitend op de begane grond plaatsvinden. c. voor de uitoefening van persoonlijke en zakelijke dienstverlening, kantoren, ambachtelijke bedrijven detailhandel en horeca geldt een bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging van maximaal 250,00 m². d. In afwijking van het bovenstaande is ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - afwijkende oppervlakte het bestaand bedrijfsvloeroppervlak aan detailhandel, persoonlijke en zakelijke dienstverlening toegestaan. 12.4.2 Aan-huis-gebonden-beroep Het gebruik van een praktijkruimte ten behoeve van een aan-huis-gebonden-beroep is niet strijdig met lid 1 van dit artikel, mits: a. het gebruik een kleinschalig karakter heeft en naar aard met het woonkarakter in overeenstemming is; b. de praktijkruimte maximaal 1/3 van het gebruiksoppervlak van de woning of maximaal 50,00 m² van de bijgebouwen beslaat; c. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat diegene die de activiteit uitvoert tevens hoofdbewoner van de woning is; d. het niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreft die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
e. er geen uitoefening van detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van ter plaatse vervaardigde producten. 12.4.3 Gebruiksverbod Tot een gebruik strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen als zelfstandige woning; b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als afhankelijke woonruimte; c. automatenhal; a. internetcafés; b. bardancings/ dancings; c. coffeehops; d. sexinrichtingen; e. belwinkels; 12.5 Afwijking van de gebruiksregels 12.5.1 Afwijken ten behoeve van mantelzorg Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 12.4.3 en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw behorende bij een woning gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is in het kader van mantelzorg; b. er sprake is van een zorgbehoefte welke tijdelijk van aard is; c. de zorgbehoefte is aangetoond door een deskundige adviesinstantie; d. de bouwregels onder artikel 12.2.4 overeenkomstig van toepassing zijn; e. voor zover er een parkeerplaats op eigen terrein aanwezig is, moet deze worden gehandhaafd; f. zodra de zorgbehoefte niet meer aanwezig is, dient het vrijstaande bijgebouw weer in gebruik genomen te worden conform de bestemming. 12.5.2 Procedure Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning, verleend op grond van artikel 12.5.1 in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 12.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken gelden de volgende regels: a. het is verboden op de onder lid 1 van dit artikel benoemde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag over te gaan tot het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding karakteristiek ; b. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die: 1. het normale onderhoud betreffen; 2. op het tijdstip van het van kracht worden van het plan reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd. c. het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning slechts verlenen, indien één van de volgende situaties zich voordoen: 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing; 2. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld; 3. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is; 4. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt. 5. de economische levensduur ten gevolge van de bouwtechnische kwaliteit verstreken is. d. alvorens bevoegd gezag beslist over een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld onder a., wordt advies ingewonnen van de monumentencommissie.
Planregels Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Markt-Centrum e.o.. Artikel 28 Waarde - Archeologie 1 28.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemming(en) tevens mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van dete verwachten archeologische waarden. 28.2 Bouwregels a. Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen waarbij het daadwerkelijk te verstoren gebied groter is dan 100,00 m² en de bodemingreep dieper is dan 0,40 m dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen of kunnen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. b. De verplichting zoals genoemd onder a. is eveneens van toepassing bij een kleinere oppervlakte van het te verstoren gebied indien daarmede kennelijk de bedoeling is om bouwwerkzaamheden te splitsen om onder de gestelde ondergrens van 100,00 m² te blijven. c. Indien uit het onder a. genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning: 1. het doen van nader archeologisch onderzoek. 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 3. de verplichting tot het doen van opgravingen; 4. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties. 28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 28.3.1 Verbod a. Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de gronden als bedoeld in lid 1 van dit artikel, werken en/of werkzaamheden geen bouwwerken zijnde uit te voeren of uit te laten voeren waarbij het daadwerkelijk te verstoren gebied groter is dan 100,00 m² en de bodemingreep dieper is dan 0,40 m. Home Print Toelichting Hoofdna b. Het verbod vigazoals tie genoemd onder a. is eveneens van toepassing bij een kleinere oppervlakte van het te verstoren gebied indien daarmede kennelijk de bedoeling is om werken en/of werkzaamheden geen bouwwerken zijnde, te splitsen om onder de Bijlagen gestelde bij toelichting ondergrens van 100,00 m² te blijven. Regels 28.3.2 Uitzonderingen Bijlagen Het in bij artikel regels 28.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en beheer betreffen; Vaststellingsbesluit b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning. d. in het kader van archeologische onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd mits verricht door een daartoe bevoegde deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg. 28.3.3 Toelaatbaarheid a. De in artikel 28.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend nadat door aanvrager een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen of kunnen worden verstoord, Plan: Markt-Centrum naar oordeel e.o. van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan b. indien uit het onder a. genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het Status: verlenen Vastgesteld van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van Idn: de volgende NL.IMRO.0777.0022MARKTCENTRUMEO-3001 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning: 1. het doen van nader archeologisch onderzoek. 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 3. de verplichting tot het doen van opgravingen; 4. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning Ondersteunende stellen kwalificaties. navigatie footer 28.4 Wijzigingsbevoegdheid 28.4.1 Wijzigingsregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd door bij een of meerdere bestemmingsvlakken de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 (gedeeltelijk) van de verbeelding te verwijderen, indien: a. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden.
Toelichting Plattegrond met OSM achtergrond Op de voorpagina is weergegeven een plattegrond met op de door u gekozen locatie een marker. De plattegrond is een kaart van Open Street Maps (OSM). Een kaart die door een wereldwijde community opgebouwd en onderhouden wordt. OSM is zeer gedetailleerd, compleet met straatnamen, huisnummering en symbolen die verschillende kenmerken aangeven in de buurt van de gekozen locatie. Gebouwenadministratie gemeente Kenmerken van de aangevraagde locatie op basis van gegevens vanuit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Bron Burgerlijke gemeente waar het aangevraagde gebouw in ligt. Actualiteit: maandelijks Identificatie gebouw Type Gebouw status Oppervlakte gebouw (omtrek) Bouwjaar Aantal verblijfsobjecten Aantal gebruiksdoelen Identificatienummer van het gebouw. Omschrijving gebouw van de gekozen locatie. De status van het gebouw. Oppervlakteberekening van het grondvlak van het gebouw. Oorspronkelijk bouwjaar van het gebouw. Aantal woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte eenheden. Aantal gebruikscategorieën in het gebouw. Identificatie gekozen verblijfsobject ¹ Status Gebruiksdoel Oppervlakte Adresgegevens Identificatienummer van het verblijfsobject. Status van het verblijfsobject. Functie van het verblijfsobject. Aantal m2 van het verblijfsobject. Volledige adres van het verblijfsobject. ¹ Indien geen verblijfsobject bekend is op de aangevraagde locatie, dan wordt deze rubriek niet getoond. Bestemmingsplankaart Sinds 1 januari 2010 zijn de overheden verplicht hun ruimtelijke plannen digitaal te publiceren. conform de IMRO codering. Planviewer heeft via de bronhouder een kopie van ieder gepubliceerd plan. De database wordt dagelijks bijgewerkt. Op basis van die gegevens worden gegevens getoond over de bestemmingsplaninformatie van de gekozen locatie. De bestemmingsplankaart geeft informatie over de bestemmingsplannenregels, een kaart van de situatie en een legenda. Een Bestemmingplankaart kan de volgende type ruimtelijke plannen bevatten: Bestemmingsplan, omgevingsvergunning, wijzigingsplan, projectbesluit en gerechtelijke uitspraak.
Gerelateerde online producten van Planviewer Bestemmingsplankaart een handzame PDF dat informatie geeft over de bestemmingsplan regels van een specifieke locatie. Dit afgebeeld op een kaart op schaal met legenda, waardoor de situatie duidelijk wordt en welke bestemming het gekozen object heeft. Kadastraal bericht een PDF dat informatie geeft over de kadastrale eigenaar. Bron Kadaster. Kadastrale kaart een PDF met de kadastrale grenzen van het aangevraagde perceel plus een overzicht van de directe omgeving. Bron Kadaster. Hypothecair bericht een PDF met informatie over inschrijvingen van hypotheken en/of beslagen. Bron Kadaster. Disclaimer en privacy statement Disclaimer Met de afname tot en het gebruik van dit product stemt u als afnemer in met de volgende voorwaarden: Privacy Planviewer B.V. zal zich inspannen om de in dit rapport verstrekte informatie steeds zo juist en volledig mogelijk te presenteren. Planviewer B.V. kan echter niet garanderen dat de aard en inhoud van de informatie juist is. Planviewer B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schade die de afnemer van het product lijdt als gevolg van het gebruik van dit product verstrekte informatie. De afnemer is zelf verantwoordelijk voor de juiste beoordeling van resultaten. Planviewer B.V. respecteert de privacy van de afnemers van het product. Hoewel de grootste nauwkeurigheid wordt betracht kan Planviewer B.V. niet aansprakelijk worden gesteld als informatie door derden wederrechtelijk wordt verkregen.