Survey Xyllela fastidiosa in geïmporteerd product

Vergelijkbare documenten
Xylella fastidiosa: eerste detectie in België

Anneke van Dijk LTO Nederland. Xylella preventie

!Xylella vondst in 2018! Wat kunnen we hier uit leren? Pieter Van Oost Secretaris AVBS

Titel VRAGEN EN ANTWOORDEN XYLELLA FASTIDIOSA 1. REDEN VAN DE NOODMAATREGELEN

Naktuinbouw. Versie: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Xylella fastidiosa in Europa: EU noodmaatregelen

Vera Huyshauwer

Xylella fastidiosa (Well et Raju) en niet-europese vectorsoorten (EU - IAI)

Xylella fastidiosa gevonden in Nederland. Wat betekent dat voor kwekers en handelaren?

Teelthandleiding. 9 diagnostiek

Omzendbrief met betrekking tot fytosanitaire noodmaatregelen tegen Xylella fastidiosa

versie: maart Diagnostiek CONTACTPERSONEN: ELMA RAAIJMAKERS EN BRAM HANSE

Xylella fastidiosa: de stand van zaken. Hebben zich voor de markt belangrijke ontwikkelingen voorgedaan?

Draaiboek Xylella fastidiosa

Bladval in Prunus - Consultancy

Studiemiddag Kleinfruit Steenfruit Vlamings BV 1

Herkennen van ziekten en plagen in tomaat. Productschap Tuinbouw

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr

Vragen en antwoorden Oost-Aziatische boktor over de aanvullende maatregelen BOSKOOP

Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Pseudomonas. Bacterieziekten. Klein en steenfruit

1. Groot internationaal risicoprofiel. 2. Brussel januari NL aanpak Boskoop 4. Toekomst EU

WRATZIEKTE & FYTOPLASMEN. Kürt Demeulemeester

Ziekten en plagen ERWINIA. Veroorzaakt door: Bacterie.

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis


Er staan een paar zaaibakken in de hoek van de tuin waar een aantal scheuten eerder in gepoot werden.

STAATSCOURANT. Nr

Exportinspectie Russische Federatie

HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS

Waarom hygiëne? Problemen in teelt voorkomen

Register Steekproefgrootte bij import

De buxusmot: Glyphodes perspectalis (syn. Diaphania perspectalis)

Cherry rasp leaf virus (CRLV) & vectorsoorten van Xiphinema americanum s.l. (IAI)

Herziene onderzoeksset zedendelicten. Inleiding

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS

Tomato ringspot virus (ToRSV) & vectorsoorten van Xiphinema americanum s.l. (IAI)

GLT-PLUS. Datum : INDEX

Q-organismen in de boomkwekerij

Praktijkopdracht LTO Academie Talentenontwikkeling

Phytophthora ramorum. Engelse naam: Sudden oak death

EU Handelsnormen Perziken en nectarines Versie 27 mei 2019 Pagina 1 van 5

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

Beoordelingskaart: Potplanten algemeen

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving

Protocol detectie zwemmersjeuk m.b.v. edna

Datum 9 april 2010 Betreft Bedrijfsschade door de boktor en eventuele vergoeding op grond van artikel 4 van de Plantenziektenwet

Wetgeving voor planten met aanhangende grond m.i.v. 1 Sep NVWA 12 juni 2019 Marja van der Straten

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten

Uitvoeringsrichtlijn Overige Bolgewassen

Bijlage 11: Omschrijving monsternemingen en onderzoek

Praktijkgids. Herkenning bladaantastingen in suikerbieten

Het behandelen en plaatsen van aquariumplanten

Bomenspeurtocht in het Wilhelminaplantsoen. Van:

Vragen en antwoorden Oost-Aziatische boktor

Aardvlooien. Plagen in de tuin

Je hebt zelf waarschijnlijk wel een paspoort. Waarvoor heb je dat paspoort nodig? Waarvoor denk je dat planten een paspoort nodig hebben?

Bomenspeurtocht in het Wilhelminaplantsoen. Van:

Wat is voor de leliebroeierij belangrijk te weten over virussen?

Het uitvoeren van controles op transporten is onderdeel van de door u verkregen erkenning van de NVWA als verwerker sapderogatie.

Cabomba!caroliniana!A.!Gray!

Ontwikkeling bemonsteringssystematiek voor het toetsen op latente infecties in voortkwekingsmateriaal

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

WELKOM. Informatiebijeenkomsten ToCV. Venlo / Bleiswijk,

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt open teelten CSPE BB

Potplanten en jonge planten 2007

Handleiding analysepakket Rode bessen Contactgegevens

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant?

Zittingsdocument B8-0457/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B8-0117/2015

AANWIJZING PA-07 NACONTROLE POOTAARDAPPELEN 2017

Virusziekten bij het gewas Eucomis

Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015

Het nemen en verzenden van een BijmestMonitor-monster

Handleiding analysepakket Paprika Contactgegevens

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren.

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE

Inventarisatie ketelhuis

Tobacco ringspot virus (TRSV) & vectorsoorten van Xiphinema americanum s.l. (IAI)

Consultancy naar optreden van. fysiogene afwijkingen bij. potplanten. In opdracht van: BCO Potplanten LTO Groeiservice

Een verloskundige assisteren tijdens het nageboortetijdperk

1 Bent u bekend met het artikel problemen met buxus en mogelijke vervangers?

Haag of Heg Lijnvormige beplantingen / scheiden van ruimten

TIJDSTIP DOELGROEP TOPIC POST VOORBEELD AFBEELDING

EU, WOR WORTELEN I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT

Landenoverzicht exporteisen Sierteelt - Nieuw-Caledonië

Monsterneming van zoet oppervlaktewater ten behoeve van de bepaling van chlorofyl, fytoplankton en zoöplankton

Installatievoorschriften

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Handleiding analysepakket Aardappel Contactgegevens

hagelschade (geen open) sorteerschade ( > dan 24 uur na sortering) Perenbladvlo 5% vd vruchten met een max opp. van 0,5 cm2

Jonge planten lijken op paardebloem.

titel BIPVS_09 Contra-expertise code BIPVS_09 versie 11 ingangsdatum pag. 1 van 7 Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei. Hoe stel ik de juiste diagnose?

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

Californische trips in lelie

Transcriptie:

Kenmerk instructie: TAB: 27 21201 Survey Xyllela fastidiosa in geïmporteerd product 1 Doel In de teelt van planten van Codiaeum, Dracaena, Ficus, Hibiscus, Lavandula, Phoenix, Sansevieria, Schefflera, Solidago en Yucca ten behoeve van de eindgebruiker, nagaan of de volgende bacterie aanwezig is, dan wel met import stromen binnen komt: Xylella fastidiosa (hieronder verder afgekort: Xf). Tevens, maar geen hoofddoel, ook inspecteren op de aanwezigheid van vectoren (cicades, niet Europese soorten zoals Homalodisca coagulata (IAI), of Europese soorten zoals Euscelis lineolatus, en Neophilaenus campestris, een schuimcicade of spuugbeestje). Indien er toevalligerwijs planten van Prunus spp. met symptomen van Xf worden aangetroffen, dan deze graag ook bemonsteren. Vaststellen van risico s m.b.t. Xf bij het importeren van producten uit besmet gebied. Indien een vector voorkomt, vaststellen van aanwezigheid van de bacterie (Xf) in de vectorpopulatie. 2 Doelgroep Keurmeester Naktuinbouw 3 Inleiding Bij deze survey worden ook monsters voor latentie toetsing (symptoomloze monsters) genomen naast symptomatische. Dus in eerste instantie kijken of verdachte symptomen voorkomen en zo ja, die bemonsteren. Indien geen symptomatische planten, symptoomloze monsters nemen. Xf is een plantpathogene bacterie met status IAI binnen de EU. Eind 2013 werd vanuit Italië melding gemaakt van een vondst van Xf in olijf. In 2012 was er een melding vanuit Frankrijk van een onderschepte plant van koffie met besmetting van Xf. In 2014 is Xf ook meerdere malen aangetroffen in Nederland in planten van Coffea afkomstig uit Midden- Amerika. Xf is een traag groeiende bacterie die lang als latente infectie (symptoomloos) kan voorkomen in planten. Hierdoor bestaat het risico dat deze bacterie onopgemerkt in ons land (en de EU) kan worden binnengevoerd. Door toetsen van verdachte en niet verdachte (symptoomloze) planten van soorten uit besmette landen kan een inzicht worden gekregen van de risico s van deze importstroom. Datum: 17-2-2015 Pagina 1 van 7

Xf kan verspreid worden met besmet vegetatief vermeerderingsmateriaal maar ook door verschillende insectvectoren. Nagenoeg alle soorten van zuigende insecten die zich voeden met sap uit het xyleem zijn potentiële vectoren voor Xf. Onder andere de Glassy-winged sharpshooter de Homalodisca coagulata, of Europese cicaden zoals Euscelis lineolatus Neophilaenus campestris (het spuugbeestje) zijn in staat om de bacterie over te dragen. Deze bacterie heeft veel waardplanten waaronder onder andere ook druif. Er worden verschillende typen van deze bacterie onderscheiden. Onder andere één die van nature voornamelijk voorkomt in druif en andere typen die veelal in struikachtige en bomen wordt aangetroffen, waaronder citrus, prunus soorten, koffie, oleander en olijf. Vanwege de mogelijke druk die kan komen te staan op import uit besmette gebieden, is gekozen voor de 10 in punt 1 genoemde plantensoorten in deze survey. Er kunnen in deze plantensoorten meer schadeverwekkers voorkomen, maar in deze survey is het doel om specifiek naar Xf te kijken en indien aanwezig ook naar eventuele vectoren. Er zijn verschillende symptomen bekend die veroorzaakt kunnen worden door Xf. Afhankelijk van de waardplant kan de ziekte zich daardoor op verschillende manieren openbaren. Omdat de bacterie een vaatweefselpathogeen is die het xyleem koloniseert en daarmee transport van water en oplosbare minerale voedingsstoffen blokkeert komt een infectie met Xf in het algemeen tot uiting door verdorring, verschroeiing (scorching), bladverwelking, en uiteindelijk plantsterfte. Specifieker: Xylella fastidiosa, perzik-groep type (inclusief olijf/oleander/koffie): Phony disease. Zieke jonge scheuten vertonen vertraagde stuntende groei met groenere en dichtere bebladering. Zijtakken groeien horizontaal of afhangend uit waardoor de boom een compact en rond uiterlijk krijgt. Bij olijf/oleander/koffie voornamelijk Leaf scorch ( blad verschroeiing ): Bruinverkleuring van bladranden en de uiteinden van bladeren. Ook bij waardplanten van het geslacht prunus kan leaf scorch optreden. Xylella fastidiosa, druif-groep type: Pierce s disease. Plotselinge gedeeltelijke bruine afsterving van bladeren, gevolgd door geel of roodverkleuring van het aangrenzende bladweefsel. De verdroging breidt zich daarna verder uit over de bladschijf. Deze valt af terwijl de intacte levende bladsteel op z n plaats blijft zitten. Door onregelmatige veroudering van de stengel ontstaan daarop bruine en groene plekken. Xylella fastidiosa, citrus-groep type: (Citrus) Variegated chlorosis. Jong aangetaste bomen stunten en blijven achter in groei. Takken en twijgjes kunnen insterven en de kruin wordt dunner. Bladsymptomen: Er treedt tussennervige chlorose op. Dit lijkt ook erg op zinkgebrek. Aan de onderzijde van het blad, direct onder de chlorotische plekken, ontstaan naarmate het blad veroudert kleine, licht verheven, bruine en necrotische plekken. Xylella fastidiosa, voor alle gewassen: Leaf scorch. Plotselinge gedeeltelijke bruine afsterving van bladeren. Zie ook datasheet. Datum: 17-2-2015 Pagina 2 van 7

Aanwijzing Vector: Aanwijzingen voor aanwezigheid van vectorinsecten is een wittig poeder op de oppervlakten van de plant (Homalodisca) of een zgn. schuimnest (Neophilaenus). Dit is het resultaat van waterige uitwerpselen. Door grote hoeveelheden xyleemsap die dagelijks door de insecten geconsumeerd worden (honderden keer hun eigen lichaamsvolume) scheiden de insecten veel vochtige uitwerpselen af. Dit droogt op als een wittig poeder. 4 Benodigdheden Standaarduitrusting 5 Verwijzingen Datasheets Handout monitoring en surveys Algemene instructie monitoring en surveys 6 Formulieren Opdrachtformulier Laboratoriumonderzoek door Keuringen 7 Systemen IBP/PDA 8 ARBO en Milieu aspecten Bijlage Arbo voorschriften bij inspecties 9 Werkwijze 9.1 Algemeen Contactpersoon bij NVWA/Nationaal Referentie Centrum voor de survey met betrekking tot plantenmateriaal voor bacteriologisch onderzoek is Leon Tjou Tam-Sin, tel. 06-51246794; vervanging door Jeroen van de Bilt, tel. 06-46352020. Met betrekking tot insectenmonsters is de contactpersoon: Ping-Ping Chen, tel. 06-15946600. Bij deze survey worden ook monsters voor latentie toetsing (symptoomloze monsters) genomen naast symptomatische. Dus in eerste instantie kijken of verdachte symptomen voorkomen en zo ja, die bemonsteren. Indien geen symptomatische planten, dan symptoomloze monsters nemen. Voer de survey uit in de sector voor planten ten behoeve van de eindgebruiker. Datum: 17-2-2015 Pagina 3 van 7

Informeer de contactpersoon van het bedrijf en reik een hand-out uit 9.2 Herkomst te bemonsteren partijen Bemonster planten uit verschillende importen uit landen waar Xf voorkomt, met name uit Costa Rica, Guatemala en Honduras. Het management Naktuinbouw selecteert de te bemonsteren partijen. Noteer op het opdrachtformulier Laboratoriumonderzoek door Keuringen: het land van herkomst kwekerij en/of exporteur in land van herkomst (indien te achterhalen) importeur in Nederland/EU. Indien de partij wordt doorgevoerd binnen EU, de NAW-gegevens van de plaats van bestemming noteren. Maak foto s van de bemonsterde partij en mail deze naar planning@naktuinbouw.nl 9.3 Inspectie Aantal te inspecteren planten: zie de Algemene instructie monitoring en surveys. Wees ook alert op signalen van aanwezigheid van een vector. Indien vector aanwezig, neem dan ook een monster van 15-20 individuen (of minder, indien de vectorpopulatie klein is en er daardoor geen 15-20 individuen te verzamelen zijn). Let op de volgende symptomen/ indicatie van vector: Voor Xf in de boom- en struikachtige gewassen zijn belangrijke symptomen: Leaf scorch, Phony disease en Variegated chlorosis zoals beschreven in de datasheet en hierboven (in de inleiding). een wittig poeder op de oppervlakten van de plant kan duiden op aanwezigheid van één van de vectoren van Xf (Homalodisca coagulata, of een spuugnest op andere soorten (Neophilaenus). Zie de datasheet voor herkenningskenmerken van dit insect. 9.4 Monstername: Zie ook procedure monstername en register bemonsteren en verpakken. Neem sowieso een monster bij verdachte symptomen. Tijdstip: februari/maart 2015. Eventueel restant zo spoedig mogelijk daarna. Symptomatisch materiaal: In principe symptomatische bovengrondse plantendelen (bladeren, inclusief volledige bladsteel) verzamelen. Eventueel kan ook één of meerdere dunne twijgjes met aanhangend blad worden verzameld. Bij jonge planten (bv. stekken) kan het zijn dat hele planten moeten worden afgeknipt en de bovengrondse delen worden opgestuurd. Geen wortelkluit en/of grond bijsluiten in de verpakking van het monster. Datum: 17-2-2015 Pagina 4 van 7

Hoeveelheid per monster: 5 20 bladeren (inclusief de volledige bladsteel) / twijgjes per monster. Indien minder materiaal voor handen is, dan alle bladeren (mag ook de hele plant inclusief stengel, maar zonder wortelkluit) van bijvoorbeeld die enige zieke plant inzenden. Als er nabijgelegen waardplanten bij de symptomatische plant voorkomen zonder zichtbare symptomen, dan separaat van het symptomatisch monster eventueel een aanvullend monster nemen met symptoomloze bladeren (of twijgjes) van die omringende waardplanten. Indien zieke planten met verschillende van hierboven beschreven typen symptomen of verschillende stadia van hevigheid aanwezig, dan materiaal van alle aanwezige typen symptomen en stadia verzamelen, dus ook plantedelen met beginnende symptomen. Geen rot materiaal meesturen, dat is immers niet typisch voor Xf. Symptoomloos materiaal: Indien geen zieke planten aanwezig zijn, neem dan een symptoomloos monster van 100 bladeren (inclusief de volledige bladsteel) / twijgjes per monster bij partijen tot 1.000 planten. Neem bij grotere partijen 200 bladeren (inclusief de volledige bladsteel) / twijgjes per monster. Bemonsteringswijze (bij symptoomloze monstername) is random verdeeld over de aanwezige planten. Let op; voor Random monstername moet bemonsterd worden met een steekproefverdeling verspreid over de hele partij. Dus niet alleen over de totale lengte en breedte van het veld of de vloer van de kasruimte, maar ook verspreid op hoogteniveau boven de grond en leeftijdscategorieën die voorkomen. Streef er ook naar om van alle leeftijdscategorieën die voorkomen in het gewas een representatief aandeel in je monster mee te nemen. Vectoren Alleen verdachte insecten (zie datasheet Xf) bemonsteren bij typische indicatie van hun aanwezigheid, dus bijvoorbeeld als duidelijk (en niet anders verklaarbaar) wittig poeder op de oppervlakten van de plant, aanwezig is. Wit poeder of schuimnest kan zoals eerder beschreven duiden op aanwezigheid van één van de vectoren van Xf (Homalodisca coagulata resp. Neophilaenus). Hoeveelheid bij monstername insect: neem dan ook een monster van 15-20 individuen (of minder, indien de vectorpopulatie klein is en daardoor geen 15-20 individuen te verzamelen zijn. Verzamel (eventueel met zuigflesje) insecten met verdachte kenmerken bekend van vectorsoorten (van Xf); doe deze in een plastic potje en zend het potje met inzendformulier naar het vakgebied Entomologie. Gebruik eenduidige bedrijfsinformatie (bijv. plattegrond van het bedrijf) of maak een situatieschets en noteer het bijbehorende monsternummer op de schets om de bemonsteringslocatie vast te leggen. Datum: 17-2-2015 Pagina 5 van 7

Voorzie de situatieschets van het bijbehorende IBP nummer. Algemeen. Bij jonge plantjes, waaronder in vitro materiaal, waarbij blaadjes nauwelijks een hoofdnerf hebben (nerfdikte < 1 mm) moeten twijgjes/stengeltjes bemonsterd worden. Bij planten met een duidelijke hoofdnerf (nerfdikte 1 mm of groter) kunnen bladeren (inclusief de volledige bladsteel) en/of twijgjes bemonsterd worden. Het eerstgenoemde (bladeren met een te kleine nerfdikte) zal naar verwachting (bijna altijd) het geval zijn bij Lavandula en waarschijnlijk heel vaak bij Solidago. Schefflera heeft samengestelde bladeren (een bladsteel met aan het eind daarvan de bladschijven). De bemonsteringseenheid is in dergelijke gevallen in principe het samengestelde blad en niet een onderdeel daarvan. Dus conform de criteria in het onderdeel symptoomloos materiaal neem je 100 of 200 samengestelde bladeren bij dit soort gewassen. Bij grote variëteiten met grote samengestelde bladeren moet alleen het basale deel van het blad opgestuurd worden. Het basale deel houdt dan in: vanaf de aanhechtingsplaats aan de stengel tot ca. 15 cm in de richting van de bladpunt. Knip in dergelijke gevallen het overige deel van het blad (aan bladpuntzijde) af en zend het niet mee in het monster. Het is zou dus kunnen gebeuren dat in dergelijke gevallen het monster alleen uit bladstelen bestaat. Phoenix heeft ook samengestelde bladeren en in de regel ook grote bladeren. In principe gelden dan de kantekeningen zoals bij Schefflera met grote bladeren (zie hierboven) maar hier (bij Phoenix) geldt de additionele kanttekening dat niet per definitie het meest basale deel van het samengestelde blad moet worden opgestuurd. Wat hier doorgestuurd moet worden (per bemonsteringseenheid) is een stuk bladsteel (á ca. 15 cm) dat meer of minder van het aanhechtingspunt aan de stengel verwijderd is. Een stuk dat acceptabel is qua dikte (< 1 cm dik). Er mogen aan dat stuk bladsteel één of meerdere bladschijven zitten. Bij Dracaena, Yucca, Sansevieria en andere gewassen waarbij geen hoofdnerf aanwezig is in het blad mogen (als bemonsteringseenheid) scheuten met bladerpluim (en losse bladeren) verzameld worden. In geval dat er geen scheuten aanwezig zijn (alleen dikke stengels, 1 cm. of dikker) dan alleen (losse) bladeren als bemonsteringseenheid nemen. Bij grote variëteiten met grote bladeren moet (per bemonsteringseenheid) alleen het basale deel van het blad opgestuurd worden. Het basale deel houdt dan in: vanaf de aanhechtingsplaats aan de stengel tot ca. 15 cm in de richting van de bladpunt. Knip in dergelijke gevallen het overige deel van het blad (aan bladpuntzijde) af en zend het niet mee in het monster. 9.5 Verpakking en verzending: Maak een separate inzending van eventuele insectmonsters en maak daartoe ook een separaat inzendformulier. Bacterieonderzoek gebeurt op vakgebied Bacteriologie en het insectmonster in eerste instantie door Entomologie (voor bepaling van juistheid insect). Geen grond, wortels en/of wortelkluit in de verpakking van het monster (plantenmateriaal) bijvoegen. Datum: 17-2-2015 Pagina 6 van 7

Wikkel het monstermateriaal eerst in schoon vochtabsorberend materiaal (vellen papier of tissue) en doe het dan in een plastic zak (of zakken) alvorens te verzegelen (m.b.v. een zegelzak of anders, zie procedure monstername). Verzend monsters op een dusdanig moment in de week (en postdienst) dat ze niet een weekend lang onderweg zijn of in een postkamer blijven liggen. Desnoods bij monstername op vrijdag eerst zelf het monster in de koelkast bewaren en dan maandagochtend meteen met prioriteit verzenden. Stuur de monsters naar Naktuinbouw Loket laboratoria te Roelofarendsveen. Vermeld op het opdrachtformulier Laboratoriumonderzoek door Keuringen dat een deel van het insectenmonster bestemd is voor Bacteriologie als de opgestuurde specimen inderdaad een vector voor Xf betreft. Voor verdere instructies aangaande verpakking, codering met monsternummer en verzegeling; zie procedure Monstername. Datum: 17-2-2015 Pagina 7 van 7