De wind maakt grapjes

Vergelijkbare documenten
De kleine wildebras. Th. Storm. Magda Stomps. Zie voor verantwoording:

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

Het Drakenfeestje Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Het Drakenfeestje. Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Het apenboekje. drie stoute aapjes. C.A. Leembruggen. bron C.A. Leembruggen, Het apenboekje. W. van Hoeve, Deventer 1944.

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Bart Moeyaert. Blote handen

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Makkers en rakkers. Nel Ooievaar. bron Nel Ooievaar, Makkers en rakkers. 'De Vliegende Hollander', Utrecht ca dbnl

Johan van Caeneghem. Het Schemerhuis

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Het feest van de olifant

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Het boek met verrassingen

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Op een avond besloot Dolfje naar de dierentuin te gaan. Er stond een mooie volle maan aan de hemel, dus Dolfje was geen gewone jongen.

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

Extra Materiaal groep 1-2

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Van schrik sprong Dolfje op. Toen was het groene wezen verdwenen. Dolfje krabde op zijn kop. Krokodil? Hij keek om zich heen.

Dwergje Grapjas. G.L. Kroes. bron G.L. Kroes, Dwergje Grapjas. C. Misset, Doetinchem dbnl

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

De magische deur van KASTEEL013

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Nanne's reis. Piet Worm. bron Piet Worm, Nanne's reis. A.A.M. Stols, Maastricht dbnl / erven Piet Worm

Het Gouden BRAND WEER MANNEN BOEK

Paul van Loon. Allemaal Onzin. Tekeningen Hugo van Look. Leopold / Amsterdam

Tommie, Dik en Esmeralda

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker

Het Verloren Ei. Geschreven door. Judie McEwen Illustraties van. Dick Rink

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

2016 Marianne Busser en Ron Schröder 2016 Illustraties: ivan en ilia 2016 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.



Het boek van VISJE BLUB. Gemaakt door iedereen die op de foto staat

Vlinder en Neushoorn

We bespieden de Watergeest

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Ze verschijnen ook op de Oase website.

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Lust ik niet! Junior. groep 1/2/3/4

Het is herfst in de poppenkast. door Nellie de Kok

Verhaal: Jozef en Maria

Niemand op mijn kerstfeest


Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Flipje Fluiter en zijn vrind

Niet in slaap vallen hoor!

Lente. Rie Cramer. bron Rie Cramer, Lente. W. de Haan, Utrecht dbnl / erven Rie Cramer

Fidel en zijn kameraadjes

HELP! HET DOEK IS ZOEK! voorlees verhaal. in de klas

Een mooie dag; een indianenverhaal. Daphne de Bruin 2010

Het raam achter het gordijn stond op een kier. Uit de nacht kwamen geluiden de kamer van Dolfje binnen. Tsjirpende krekels, brullende kikkers,

Joep van Deudekom. 10 tegen 1. Tekeningen Michiel van de Vijver. Leopold / Amsterdam

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Naar de bovenste verdieping

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Er was eens een huis. En in dat huis woonde een heks...

Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

Ronny en het grote spinnenweb

Sambo, ga je mee? Leonard Roggeveen. Zie voor verantwoording:

Roodkapje. Jacob Grimm en Wilhelm Grimm. bron Jacob Grimm en Wilhelm Grimm, Roodkapje. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam 1905.

Er waren eens vier kleine konijntjes. Ze heetten Flopsie, Mopsie, Wipstaart

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

LYRICS EP1 BEGRIJP ME NIET VERKEERD

Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

Jan Goedbloed te paard

Face-bookvrienden *** Uitgeverij.

De drie beeren. bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Ki 4304 De drie beeren. K.H. Schadd, Amsterdam 1869

de vreemde eend in de bijt

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug.

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

GEZIN-SCHOOL-KERKDIENST VAN DE GROENLING op 12 februari 2017 in De Bron

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Liedbijlage. Groepen 1-3. Cd Pyramide 2008-I, track 66. Groepen 3-4. Cd Pyramide 2008-I, track 67

Dit boekje is van... Meneertje Kietel_Binnen.indd :20 Meneertje Kietel_Binnen.indd :05

DE TIJD VOOR DE GEK ONDERBOUW

De doosjesboekjes. C.J. Kieviet. bron C.J. Kieviet, De doosjesboekjes. Scheltens en Giltay, Amsterdam dbnl

Per vliegtuig naar droomland

Hoe de vogels aan een koning kwamen. Eene vogelgeschiedenis gevolgd naar een oude legende

Krabbie Krab wordt Kapper

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

HET LELIJKE JONGE EENDJE

Groep 5 A. De kinderen uit de klas hebben verhalen geschreven over Sinterklaas en zwarte piet. Zwartepiet in Spanje doet alles andersom.

PIETER GAUDESABOOS & LORRAINE FRANCIS

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Welkom in Caddum Mijn vrienden heten Henk en Gijs. De achternaam van Henk is Van Brakel. Maar iedereen noemt hem Henk van Henk en Aartje. Dus Henk zij

Annemarie Bon. Er was eens. Zeven sprookjes om zelf te lezen. Met tekeningen van Sandra Klaassen

Jimmy s thuiskomst. Er was echter één huis waar geen lichtjes brandden. Het leek haast alsof niemand daar kerstmis vierde.

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

In de hal wacht de mentor van 2a haar op. Hij geeft Nederlands. Voor de pauze heeft ze twee uur les van hem. Samen lopen ze naar het lokaal van 2a toe

Stilton! Ik ben uitgever van de meest gelezen krant van wakker Muizeneiland, De Wakkere Muis.

klasniveau Het verhaal Tekening 1 Tekening 4 Tekening 5 Tekening 2 Tekening 6 Tekening 3

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Transcriptie:

De wind maakt grapjes André Leunge bron. Arti, Alkmaar 1946 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/leun005wind01_01/colofon.php 2010 dbnl

3 [De wind maakt grapjes] De Wind zat op een wolkje hoog in de lucht en keek naar de stad daar heel diep beneden. Hij kon alles goed zien, want het was een mooie dag en de zon scheen helder. Hij zag de huizen en gebouwen, de straten en pleinen, de torens van de kerken en de schoorsteenpijpen van de fabrieken. En als hij héél goed keek, kon hij ook de mensen zien, die in het park aan het wandelen waren.

4 Ze denken natuurlijk, dat ik er vandaag niet ben, dacht de Wind, die lang geslapen had en nog geen blaadje van een boom had afgewaaid. Hij was in een vrolijke bui en kreeg lust om de mensen te plagen. Ik zal maar eens in het park beginnen, dacht hij bij zich zelf en suisde met een sneltreinvaartje naar beneden. Midden in het park kwam hij in een boom terecht. Hij kroop weg achter een dikke tak en wachtte tot er iemand voorbij zou komen.

5 De eerste die voorbij kwam, was een deftige meneer, die zo trots als een pauw door het park liep te wandelen. Hij had een nieuwe, zwarte hoed op het hoofd en keek om zich heen alsof hij zeggen wilde: Mensen kijk toch eens even naar mijn nieuwe hoed. Het is de mooiste hoed, die er in de hele stad te zien is. De Wind zag hem al aankomen en dacht: Wat een ijdeltuit is dat! Ik zal die hoed eens even van zijn hoofd afblazen. Pas op meneer, daar gaat ie!

6... Hij haalde diep adem en... hoeiiiii!... foetsjie was de hoed, De meneer liet zijn wandelstok vallen en greep met beide handen naar zijn hoofd, maar daar zaten alleen nog maar zijn haren. De hoed maakte een luchtreis, draaide een paar maal in het rond en plofte een heel eind verder op de grond. De meneer werd rood van kwaadheid. Vervelende wind, wat zijn dat voor streken?, riep hij boos en holde achter de hoed aan. Maar de Wind liet zich vlug uit

7 de boom glijden en was het eerst bij de hoed. Hij blies hem met een vaartje voor zich uit, zodat de meneer hem niet te pakken kon krijgen, al liep hij nog zo hard. Houd hem tegen! Wie hem tegenhoudt krijgt een gulden!, riep de meneer. Dat hoorde een kleine jongen, die midden op het pad ging staan om de hoed te grijpen. Had je hem maar, lachte de Wind en vlak voor den jongen blies hij de hoed een andere kant uit, regelrecht naar een brede vijver toe.

8 Jemieneetje..., dacht de meneer, hij blaast hem nog de vijver in... En hij kneep van schrik zijn ogen dicht. De Wind zei: Dag hoed! en blies toen nog eens dubbel zo hard, zodat de hoed met een grote boog in het water waaide, waar hij als een kleine ronde boot drijven bleef. Wat is dat voor een vreemde vogel?, dachten de eenden en bleven voor alle zekerheid maar een eindje uit de buurt. Wind kon niet meer blazen van het

9 lachen en dat was maar goed ook, want anders had hij de hoed misschien wel naar het midden van de vijver toe geblazen. Nu kon de meneer er net nog bij met zijn wandelstok. En met die natte hoed is hij toen maar gauw naar huis gegaan. Dat komt ervan als je zo ijdel bent. dacht een oude, wijze kraai die in een boom zat en alles had gezien. De Wind ging op een paaltje zitten en was benieuwd wie er nu weer voorbij zou komen.

10 Kijk, daar kwam Stientje aan met haar poppenwagen. Het was een mooie, witte wagen en de pop, die er in lag, was bijna even groot als Stientje zelf. Toen ze voorbij de vijver kwam, liet ze haar wagen in de steek en ging de eendjes voeren. Dat is me wat moois, dacht de Wind. Ze laat haar wagen zo maar alleen. Hij sprong van het paaltje af, sloop zachtjes naar de wagen toe en begon er tegen te blazen. De wagen ging langzaam rijden, zonder dat Stientje er erg in had, want ze was veel te druk met de eendjes bezig. Nu zul je wat beleven, dacht de Wind. Hij was nog nooit met een poppenwagen uit rijden geweest en was benieuwd hoe dat zou gaan. Wel, het ging best! Als een

11 klein rijtuigje zonder paard er voor hobbelde de wagen over het pad. De pop, die er in lag was wakker geworden en dacht bij zich zelf: Er is vast wat met mijn wagen aan de hand, want hij rijdt zonder dat moeder stientje er tegen duwt... Ze begon bang te worden en riep heel hard: Help! Help! Midden op het pad liep de parkwachter om op te letten dat er niemand van de rozen plukte of in de bomen klom. De Wind zag hem lopen en dacht benauwd: Als hij nou maar opzij gaat, want anders rijd ik hem onderste boven. Hij toeterde als een auto: Uh...! Uh...! Uh...! Maar de parkwachter hoorde er niets van en ging geen stap opzij. De wagen reed zo hard, dat de Wind hem zo gauw niet stil kon laten staan. Nou gebeurt er een ongeluk, dacht hij

12 en daar reed de wagen met een vaartje tegen het linker been van den parkwachter aan. Die draaide wel drie keer op zijn andere been in de rondte en schreeuwde: Duizend eksterogen en augurken! Kun je niet uitkijken waar je rijdt...?! Maar hij zag niemand de poppenwagen duwen. Wat is dat nou...?, dacht de parkwachter. Gaan de poppenwagens tegenwoordig vanzelf...?? En zijn pet ging van verbazing een eindje de hoogte in. De Wind was erg geschrokken, toen hij den parkwachter bijna onderste boven had gereden en durfde niet meer tegen de wagen te blazen. Maar de wagen had nog vaart genoeg en stoof alsmaar voort. Ik laat hem maar rijden, want ik kan hem toch niet meer tegenhouden, dacht hij en

13 kroop achter een boom om te zien, hoe dat allemaal wel zou aflopen. De wagen wilde maar niet tot stilstand komen en toen het pad plotseling een bocht maakte, vloog hij met een luid dreun tegen een dikke boom, die Au! riep. De pop vloog er uit en bleef met zijn kleren aan een boomtak hangen. Als de wagen nu maar niet stuk is..., snikte Stientje. Het is allemaal mijn eigen schuld. Als ik beter opgepast had, was het vast en zeker niet gebeurd... De parkwachter keek de wagen helemaal na en zei toen: Huil maar niet, want hij is nergens stuk. Hij haalde ook de pop weer uit de doom en zei: Zo, daar is ook je pop weer terug. Ga nu maar weer wandelen en laat je wagen nooit meer alleen. Anders gaat hij er misschien weer vandoor. En zo liep het allemaal nog goed af.

14 Zoiets doe ik nooit meer, dacht de Wind, die ook blij was, dat er geen ergere dingen met de poppenwagen waren gebeurd. Hij ging aan de kant van de vijver zitten en blies zomaar wat kleine rimpeltjes op het water. Dichtbij hem stond een bank en op die bank zat een ontevreden juffrouw, die op de zon mopperde. Hij schijnt me ook altijd in mijn gezicht. Ik wou dat er wat meer wolken kwamen, zei ze zo hard, dat de Wind het kon horen. Die dacht: Het is ook nooit goed. De zon doet haar best om lekker warm te schijnen en dan krijgt zij nog een standje op de koop toe; wat zijn sommige mensen toch ontevreden... De juffrouw stak een parasol op, om de zonnestralen tegen te houden. Het was net

15 een paraplu, maar dan in het wit en met wel honderd bloemetjes er op getekend. Wat is dat voor een mal ding, dacht de Wind, het lijkt wel op een luchtballon die door midden is gesneden... Hij kwam eens wat dichterbij en zag dat de ontevreden juffrouw in slaap was gevallen. Hij bekkek de parasol van alle kanten en dacht: Als ik er tegen blaas, gaat dat ding vast en zeker de lucht in. Hij haalde weer eens heel diep adem en... hoeiiiii!... daar ging de parasol al omhoog. De juffrouw was meteen klaar wakker en werd bleek van schrik toen ze haar mooie parasol als een ballonnetje in de lucht zag zweven. Daar gaat ze en ik krijg haar nooit meer terug, dacht ze en riep toen kwaad: Gemene wind! Wat is dat voor een rare vliegmasjien?, vroeg een oud vrouwtje, dat niet zoo best meer kon zien. Dat is geen vliegmasjien, dat is mijn parasol, zei de ontevreden juffrouw boos. O heden, zei het oude vrouwtje verschrikt en bleef naar de parasol staan kijken, die daar hoog boven haar hoofd door

16 de lucht zweefde. De Wind had een geweldig plezier en dacht: Zoo blaas ik dat malle ding naar het andere einde van de wereld. En misschien had hij dat ook wel gedaan, als hij de parasol niet per ongeluk in een hoge boom had geblazen. Daar bleef hij hangen, hoog boven het hoofd van de juffrouw, die toen gauw den parkwachter ging zoeken om de parasol er uit te halen. De Wind was kwaad op de boom, die zo

17 opeens een eind had gemaakt aan het leuke spelletje. Wat verbeeld jij je wel?, vroeg hij nijdig. Pas op, of ik blaas je omver...! Poeh...! zei de boom. Probeer dat maar eens praatjesmaker! Dat maakte de Wind nog veel kwader. Wat zeg je daar...?, riep hij. Ik zal je laten zien hoe sterk ik ben! En hij begon te blazen van wonder en geweld. De boom boog er helemaal van door en de bladeren stoven in het rond. De Wind blies zijn wangen bol en werd hoe langer hoe kwader. Maar de boom lachte maar. Je bent niet sterk genoeg om mij omver te waaien, riep hij, al blaas je ook tienmaal zoo hard.

18 Dat liet de Wind zich niet zeggen. Hij blies zó hard, dat alle bomen en struiken in het park er van schrokken en de vogels van angst in hun nestjes kropen. Ook de mensen gingen allemaal gauw naar huis. Er is storm op komst, zeiden ze en zo was het ook. Want als de Wind eenmaal goed kwaad is komt hij niet zo gauw meer tot bedaren. Hij loeide en bulderde als een wildeman. Het water in de vijver kreeg hoge golven, de takken van de bomen kraakten en braken af en de blaren stoven dwarrelend in het rond. Goeie grutten, wat ging die Wind opeens te keer. Dat duurde zo wel een uur en toen pas werd hij wat kalmer. Hij waaide nog een hele poos en ging 's avonds weer op een wolk liggen slapen. En de hele nacht heeft hij nog gedroomd van de hoed van dien deftigen meneer, de poppenwagen van Stientje en de parasol van de ontevreden juffrouw, die in het park aan het mopperen was op de zon.