De Minister van Vreemdelingenzaken en integratie, Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Ministerie van Justitie Postbus EH DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mw. drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten Postbus EA Den Haag

Ontvangst rapportage met gegevens uit ISI. Deze gegevens dienen als basis voor de indicatoren die in de SiSa bijlage moeten worden ingevuld.

Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Dhr. A. Aboutaleb Postbus LV Den Haag. Geachte heer Aboutaleb,

: Verordening Wet Inburgering

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering Gemeente Boxmeer. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

VERORDENING WET INBURGERING HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

<NaamAanvrager> <Post_Straat> <Post_Huisnr> <Post_Huisnrtoev> <Post_Postcode> <Post_Plaats>

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte leden van de commissie,

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar H. Alssema, (t.a.v. H. Alssema)

Mandatering en afsluiten uitvoeringsovereenkomst Wet Inburgering met de ISD

7. Soc. voorzieningen en maatsch. dienstverlening

RAADSVOORSTEL. Vergadering d.d.: 4/12/27 september Onderwerp: Beleidsnota Inburgering

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Regeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Pardonregeling)

Invoering. Wet participatiebudget

Regeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Pardonregeling)

Binnen de plaatsgevonden aanbesteding zijn er twee mogelijkheden om op korte termijn aan deze vraag te voldoen.

Voorlichting rijksbijdrage educatie 2007

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012

Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie D.t.v. mevrouw mr. drs. C.S. Valkenburg Postbus EH DEN HAAG. Geachte mevrouw Verdonk,

De gemeente heeft een aantal taken binnen de uitvoering van de WI.

Nota van B&W. Bijgaand treft u de aanvraag/prognose aan, die vóór 15 december a.s. bij het ministerie VROM moet zijn ingediend.

Advies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG

Convenant tussen de Staat der Nederlanden en de Bve Raad over de. gevolgen van de invoering van de Wet inburgering

Beleidsplan Wet inburgering

Initiatiefvoorstel aan de Raad

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Raadsvoorstel 26 januari 2012 AB RV

De Wet Inburgering. Stand van zaken op 1 juli 2007 bij 56 grote gemeenten in Nederland

Ministerie van Justitie, Vreemdelingenzaken en Integratie Minister drs. M.C.F. Verdonk Postbus EH Den Haag

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus LV Den Haag

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 23 06/912

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer

Per 1 januari 2013 is zowel de nieuwe Wet Inburgering in werking getreden alsook de Wet Kinderopvang gewijzigd.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, nummer 2007/15,

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Beleidsplan inburgering in Midden-Delfland

WIJZIGINGENOVERZICHT VERORDENING EN KADERNOTA INBURGERING N.A.V. WETSWIJZIGINGEN

Aan: de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat J.C. Huizinga-Heringa Ministerie van Verkeer en Waterstaat Postbus EX Den Haag

23 april 2001, BPR2001/u64104 mr. drs. A.C.M. de Heij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wet participatiebudget

Beleidsregels behorend bij de Verordening Wet inburgering Helmond 2015

<NaamAanvrager> <Post_Straat> <Post_Huisnr> <Post_Huisnrtoev> <Post_Postcode> <Post_Plaats>

Artikelsgewijze toelichting

Raad voor de financilile verhoudingen

Geachte Voorzitter, Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag. Stagnering Inburgeringscursussen

Vaststelling van de Verordening Wet Inburgering gemeente Hoorn Samenvoegen van Winvoorziening en voorziening oudkomers tot een reserve inburgering

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus EJ DEN HAAG

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Regeling inburgering oudkomers 54 gemeenten

: Burgemeester en Wethouders : Openbaar / Ter besluitvorming W71. Weth.1I1 Weth. IV Datum besluit B&W/Burgemeester

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA Den Haag

Aanpassing regels over toezicht ter bestrijding van illegaal verblijf na grensoverschrijding

Raamovereenkomst Educatie Gemeente Den Haag ROC Mondriaan

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Spelregelkaarten Interbestuurlijke Informatie

De Verordening Wet inburgering gemeente Boxtel 2010 gewijzigd vast te stellen en met terugwerkende kracht in te voeren per 1 januari 2013.

Ontwikkelingen Museum het Valkhof

Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

EVALUATIE WET INBURGERING HAAREN

gemeente Tiel 2 8 JULI 2016 (ta-

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Advies inzake wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand

Per mail verstuurd aan Geachte leden van de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 6.1

Beschikking A1 Ontheffing van de inburgeringsplicht wegens psychische of lichamelijke beperkingen dan wel een verstandelijke handicap

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 april 2012 Datum B&W besluit 13 maart 2012

Voorlichting gemeenten en roc s over de ontwikkelingen rond de educatie na de invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel.

Datum 26 april 2017 Betreft Antwoorden op inbreng schriftelijk overleg over het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Beschikking A1 Ontheffing van de inburgeringsplicht wegens psychische of lichamelijke beperkingen dan wel een verstandelijke handicap

Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling is paragraaf 2.2 van de toelichting aangepast.

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U juli H.J. Pethke/C.C. Schreuder (070) / Departementsonderdeel

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand

De minister van Veiligheid en Justitie mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

Zoetermeer, 24 juni 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

komt of bij welk programma het hoort.

Bijlage(n): Antwoorden op vragen van de vaste kamercommissie SZW

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Collegevoorstel SAMEN LEVEN EN WERKEN. zaak_zaaknummer. Ja, namelijk uitgesteld (één week) Stad van actieve mensen. Samen leven en Werken

VERORDENING WET INBURGERING

een digitaal informatiepunt.

Advies concept-wetsvoorstel uniform experiment gesloten coffeeshopketen

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

hoe moet ik inburgeren? informatiebrochure over de wet inburgering

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe.

Algemene toelichting

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

BAWI/U Lbr. 08/170

hoe moet ik inburgeren? informatiebrochure over de wet inburgering

Transcriptie:

De Minister van Vreemdelingenzaken en integratie, Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Ministerie van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 17 augustus 2006 Inlichtingen bij Drs. H. Tanja Uw kenmerk Doorkiesnummer 070-4267234 Ons kenmerk Rfv 2006-0000269472 Bijlagen 0 Onderwerp Bekostigingsbesluit Inburgering Geachte mevrouw Verdonk, In de brief van 8 juni jl. (Rfv 2006-0000203037) heeft de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) aangekondigd u bij gelegenheid van advies te willen voorzien over het (concept) bekostigingsbesluit inburgering gezien de (financiële) consequenties voor gemeenten. In een korte samenvatting volgen hierna de belangrijkste punten van het advies. Vervolgens worden deze punten nader uitgewerkt en toegelicht. Samenvatting De nieuwe Wet inburgering is complex. Deze complexiteit heeft ook gevolgen voor de bekostiging. Bekostiging vindt plaats middels een specifieke uitkering omdat het niet goed mogelijk zou zijn om in het gemeentefonds de financiële middelen ten behoeve van de inburgering aanvaardbaar over de gemeenten te verdelen. De inburgeringsplichtigen zijn namelijk (te) ongelijk over het land verdeeld en er is geen bestaande maatstaf die daarin voorziet. De Raad heeft vooralsnog begrip voor deze keus, maar acht wel mogelijkheden aanwezig om het vaste deel van de rijksbijdrage in het gemeentefonds onder te brengen. Het spreekt de Raad aan dat bij de bekostiging van de inburgering gekozen is voor verantwoording van de prestaties. Die prestaties moeten weliswaar eenduidig maar niet al te specifiek worden geformuleerd teneinde de Fluwelen Burgwal 56 Telefoon 070-4267540 Postbus 20011 Telefax 070-4267625 2500 EA s-gravenhage E-mail rob-rfv@minbzk.nl

verantwoordingslast zoveel mogelijk te beperken. De Raad adviseert om geen afzonderlijke verantwoordingsrapportages verplicht te stellen. Het verantwoorden van de specifieke middelen via de opname van prestaties in (een bijlage bij) de gemeenterekening volstaat. In overleg met u en de gemeenten zouden de prestatie-indicatoren nader kunnen worden afgesproken. De nieuwe Wet inburgering tuigt een complex inburgeringssysteem op. De voorkeur van de Raad gaat uit naar een minder complex systeem dat meer ruimte aan de gemeenten laat. Het gekozen inburgeringssysteem brengt echter ook aanzienlijke administratieve lasten met zich mee. Dat staat op gespannen voet met de doelstelling van het Kabinet om de administratieve lastendruk te reduceren. Naar het oordeel van de Raad zou een groter vertrouwen in het uitgangspunt dat iedere bestuurslaag zijn eigen verantwoordelijkheid naar behoren oppakt tot een aanzienlijke besparing van de administratieve lasten van de inburgering kunnen leiden. Naast administratieve lasten zullen ook de bestuurlijke lasten van deze voorstellen hoog zijn. De Raad pleit er voor om bij nieuw beleid ook de bestuurlijke lasten te laten meewegen. Inzet zou moeten zijn om ook de bestuurlijke lastendruk van nieuw beleid zoveel mogelijk te beperken. De nieuwe Wet inburgering rekent enerzijds gemeenten op allerlei zaken af, terwijl anderzijds de gemeentelijke regiemogelijkheden worden beperkt. De Raad is principieel van mening dat de bekostiging van de gemeenten zich dient te beperken tot zaken waar ze ook op kunnen sturen. Indien de toegevoegde waarde van de gemeente bij de bekostiging van de inburgering zich beperkt tot het lopen van uitvoeringsrisico s, zijn de gemeenten slechts verworden tot een extra schakel in de uitvoering. In dat geval ligt de rechtstreekse bekostiging van de verstrekkers van inburgeringsvoorzieningen door het Rijk meer voor de hand. De Raad pleit er voor om gemeenten voldoende tijd en ondersteuning te geven voor een verantwoorde implementatie van deze complexe wet. Daarnaast acht de Raad het van belang dat de Wet inburgering tijdig geëvalueerd wordt. Aangezien het aanbeveling verdient om de inhoudelijke evaluatie van de wet pas te laten plaatsvinden na doorloop van een volledige beleidscyclus, pleit de Raad er voor om de administratieve en bestuurlijke lasten van deze wet afzonderlijk te evalueren en in de tijd naar voren te halen. Een belangrijk punt bij die evaluatie zou moeten zijn hoe de administratieve en bestuurlijke lasten zoveel mogelijk beperkt kunnen worden. Meer globale kaderstellingen, meer mogelijkheden tot maatwerk door gemeenten en ruimere mogelijkheden om tussen budgetten en over jaargrenzen heen te schuiven, ziet de Raad daarbij als belangrijke aandachtspunten. 2

1. Inleiding De nieuwe Wet inburgering wordt niet gekenmerkt door eenvoud; verschillende categorieën inburgeringsplichtigen, decentrale uitvoering, prestatieafspraken tussen Rijk en gemeenten en marktwerking bij de inkoop van inburgeringsvoorzieningen liggen onder andere aan deze wet ten grondslag. Al deze zaken zijn niet eenvoudig in één model te verenigen en compliceren ook de wijze van bekostiging. Daar komt bij dat de bekostiging ook gericht moet zijn op de beheersing van het rijksbudget. Het bekostigingssysteem bestaat uit een vast, een prestatieafhankelijk en een variabel deel. Het vaste deel van de rijksbijdrage dient voor de bekostiging van de verstrekking van informatie omtrent het inburgeringsstelsel door gemeenten aan (potentiële) inburgeringsplichtigen. Het prestatieafhankelijke deel heeft betrekking op de inkoop van inburgeringsvoorzieningen door gemeenten en het variabele deel op geestelijk bedienaren en op het handhaven zonder aanbod. De kosten van de inkoop van inburgeringsvoorzieningen voor geestelijk bedienaren kunnen worden gedeclareerd. Voor het handhaven zonder aanbod ontvangen gemeenten een vast bedrag per inburgeringsplichtige. 2. Prestatieafhankelijke bekostiging De normvergoeding voor de inkoop van de inburgeringsvoorzieningen is, volgens het adviesbureau Bestuur & Management Consultants (BMC), gemiddeld genomen toereikend. Dat oordeel is gebaseerd op een groepsgrootte van twaalf deelnemers met een gemiddelde voorkennis. Deelnemers met een grote kennis achterstand, zullen niet genoeg hebben aan het aantal normuren. Dit gegeven noopt gemeenten te sturen op de voorkennis van de inburgeringsplichtigen. Met de winsten op snelle inburgeringsplichtigen moeten de uitgebreidere trajecten worden bekostigd. De Raad merkt op dat de markt wel de mogelijkheid moet bieden om groepen van tenminste twaalf deelnemers van een vergelijkbare kwaliteit te vormen. Met name in de meer perifere gebieden van ons land zou dat een probleem kunnen zijn. Indien dat niet mogelijk is en de betreffende gemeente met te hoge inkoopprijzen wordt geconfronteerd, dan bestaat de kans dat de gemeente de inburgeringsplicht niet actief zal kunnen handhaven. De doelstellingen van het Rijk op het terrein van de inburgering zouden daardoor in het gedrang kunnen komen. 3

3. Bekostigingwijze Wat de bekostiging betreft heeft u voor een specifieke uitkering gekozen omdat het niet goed mogelijk zou zijn om in het gemeentefonds de financiële middelen ten behoeve van de inburgering aanvaardbaar over de gemeenten te verdelen. De inburgeringsplichtigen zijn namelijk (te) ongelijk over het land verdeeld en er is geen bestaande maatstaf die daarin voorziet. De Raad heeft vooralsnog begrip voor deze keus, maar acht wel mogelijkheden aanwezig om het vaste deel van de rijksbijdrage in het gemeentefonds onder te brengen. Behalve het probleem van het juist verdelen heeft echter ook uw wens om gemeenten af te willen rekenen op geleverde prestaties, geleid tot bekostiging via een specifieke uitkering. Bekostiging via de specifieke uitkering kan met verschillende verantwoordingssystemen gepaard gaan. Principieel verschillen verantwoording over de besteding van het budget en verantwoording over de prestaties het meest van elkaar. Het spreekt de Raad aan dat bij de bekostiging van de inburgering gekozen is voor verantwoording van de prestaties. Wel tekent de Raad aan dat prestaties weliswaar eenduidig maar niet al te specifiek moeten worden omschreven. Dit voorkomt een te grote verantwoordingslast. De Raad adviseert om geen afzonderlijke verantwoordingsrapportages verplicht te stellen. Het verantwoorden van de specifieke uitkering via de opname van prestaties in (een bijlage bij) de gemeenterekening volstaat. In overleg met u en de gemeenten zouden nadere afspraken over de prestatie-indicatoren kunnen worden gemaakt. 4. Administratieve en bestuurlijke lasten De Wet inburgering is gecompliceerd. Bij de handhavingsplicht worden verschillende bedragen gehanteerd voor het al dan niet aanbieden van een voorziening. Bij het aanbieden van een voorziening vindt bevoorschotting plaats bij de start van de inburgering en in een later stadium bij deelname aan het examen de afrekening. De normvergoeding is alleen 100% als er binnen drie jaar na de start van de cursus aan het examen wordt deelgenomen en er van het betreffende deelnemers cohort niet meer dan 10% is uitgevallen. De gemiddelde cursusprijs wordt gevolgd ( monitoren ) en aangepast op basis van nacalculatie, naar boven of naar beneden, als daarvoor aanleiding bestaat. De voorkeur van de Raad gaat uit naar een minder complex inburgeringssysteem dat meer ruimte aan de gemeenten laat. Gemeenten kunnen, als de bestuurslaag die het dichtst bij de burger staat, het best beoordelen waar de oudkomer behoefte aan heeft. Wat betreft nieuwkomers ligt het voor de hand dat het Rijk de 4

eisen aan de inburgering stelt, aangezien het voldoen aan die eisen een voorwaarde vormt voor het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning. Het gekozen inburgeringssysteem brengt echter ook aanzienlijke administratieve lasten met zich mee. Dat staat op gespannen voet met de doelstelling van het Kabinet om de administratieve lastendruk te reduceren. Naar het oordeel van de Raad zou een groter vertrouwen in het uitgangspunt dat iedere bestuurslaag zijn eigen verantwoordelijkheid naar behoren oppakt tot een aanzienlijke besparing van de administratieve lasten van de inburgering kunnen leiden. Naast administratieve lasten zullen ook de bestuurlijke lasten (in termen van aandacht en overleg) van deze voorstellen hoog zijn. De Raad pleit er voor om bij nieuw beleid ook de bestuurlijke lasten te laten meewegen. Inzet zou moeten zijn om ook de bestuurlijke lastendruk van nieuw beleid zoveel mogelijk te beperken. 5. Gemeentelijke regie De nieuwe Wet inburgering rekent enerzijds gemeenten op allerlei zaken af, terwijl anderzijds de gemeentelijke regiemogelijkheden worden beperkt. Niet de gemeente levert de inburgeringsvoorzieningen maar de markt waar ze moeten worden ingekocht. Ter bekostiging van de inkoop ontvangen de gemeenten de normvergoeding als voorschot, maar er wordt afgerekend bij deelname aan het examen uiterlijk drie jaar na de start van de cursus. De normvergoeding bedraagt alleen 100% als er niet meer dan 10% van de deelnemers aan het betreffende deelnemerscohort is uitgevallen. Om dit financiële risico zoveel mogelijk te beperken doen gemeenten er verstandig aan om goede afspraken te maken met de aanbieders van de inburgeringsvoorzieningen. De Raad is echter principieel van mening dat de bekostiging van de gemeenten zich dient te beperken tot zaken waar ze ook op kunnen sturen. Indien de toegevoegde waarde van de gemeente bij de bekostiging van de inburgering beperkt blijft tot het lopen van uitvoeringsrisico s, zijn de gemeenten slechts verworden tot een extra schakel in de uitvoering. In dat geval ligt de rechtstreekse bekostiging van de verstrekkers van inburgeringsvoorzieningen door het Rijk meer voor de hand. 6. Tot slot De Raad wijst er op dat de interbestuurlijke omgangsregels voorschrijven dat voor de zomer van het lopende jaar duidelijkheid verschaft wordt over de financiële gevolgen van voorgenomen beleid in het komende jaar. Indien dat niet mogelijk is, dan behoort het voorgenomen beleid te worden uitgesteld. 5

Geconstateerd moet worden dat die duidelijkheid op het gebied van de inburgering ontbreekt. Dat geldt zowel voor de beschikbare budgetten, als voor de reikwijdte van de wet. Dat laatste is mede afhankelijk van het advies terzake dat de Raad van State binnenkort zal uitbrengen. De relatief beperkte voorbereidingstijd die gemeenten nog rest om de complexe Wet inburgering in te voeren 1 en de onzekerheid over de tijdige beschikbaarheid én operationaliteit van de geautomatiseerde systemen die van belang zijn voor het goed kunnen uitvoeren van deze wet door gemeenten vormen belangrijke risico s voor de uitvoering. Tevens legt de opeenstapeling van invoeringstrajecten van nieuw rijksbeleid waarmee gemeenten worden geconfronteerd (WMO, de wijziging van de sociale werkvoorziening, de invoering van het burgerservicenummer en de aanpassing van het GBA e.d.) een zware belasting op gemeenten. De Raad pleit er derhalve voor om gemeenten voldoende tijd en ondersteuning te geven voor een verantwoorde implementatie van deze complexe wet. Daarnaast acht de Raad het van belang dat de Wet inburgering tijdig geëvalueerd wordt. Aangezien het aanbeveling verdient om de inhoudelijke evaluatie van de wet pas te laten plaatsvinden na doorloop van een volledige beleidscyclus, pleit de Raad er voor om de administratieve en bestuurlijke lasten van deze wet afzonderlijk te evalueren en in de tijd naar voren te halen. Een belangrijk punt bij deze evaluatie zou moeten zijn hoe de administratieve en bestuurlijke lasten zoveel mogelijk beperkt kunnen worden. Meer globale kaderstellingen, meer mogelijkheden tot maatwerk door gemeenten en ruimere mogelijkheden om tussen budgetten en over jaargrenzen heen te schuiven, ziet de Raad daarbij als belangrijke aandachtspunten. De Raad voor de financiële verhoudingen, Mr. M.A.P. van Haersma Buma, voorzitter Drs. C. Breed, secretaris 1 Vooralsnog wordt uitgegaan van 1 januari 2007 als ingangsdatum 6